MIDDELBIIRGSCHE COURANT
BUITENLAND.
Van het Spaansche oorlogstooneel.
BIJVOEGSEL
Middelburg 27 Juli.
VAN DE
van Woensdag '28 Juli 1875. N° 177.
In de gisteren avond onder het voorzitterschap van
den heer J. W. de Raad alhier gehouden vergadering
van de Middelburgsche afdeeling der Yereeniging tot
bevordering van fabriek- en handwerksnijverheid
in Nederland is o. a. ingekomen van den minister van
binnenlandsche zaken een boekwerk, getiteld: „Statis
tiek van fabriek- en handwerksnijverheid in Nederland",
hetwelk bij den secretaris voör de leden ter inzage is
gelegd.
Blijkens eene mededeeling van den voorzitter hebben
twee leden dezer afdeeling voor hun lidmaatschap be
dankt, doch zijn daarentegen vijf nieuwe leden toege
treden.
De voornaamste werkzaamheid bestond in de behan
deling der punten van beschrijving voor de algemeene
vergadering, welke, op Woensdag en Donderdag 11 en
12 Augustus alhier zal plaats hebben.
Vervolgens werden, op voordracht van het bestuur,
bij acclamatie benoemd tot afgevaardigde voor de alge
meene vergadering de heer K. Baart, en tot plaats
vervangende afgevaardigden de heeren F. Nagtglas,
E. K. Boudewijnse en P. A. Verhulst.
Ten slotte werden door den voorzitter eenige inlich
tingen gegeven aangaande de feestelijkheden welke met
de algemeene vergadering zullen gepaard gaan. Daaruit
bleek o. a., dat de leden dezer afdeeling die wenschen
deel te nemen aan het diner te Domburg en aan de
table d'hote daarvan aan den secretaris den heer
K. Baart kennis moeten geven vóór 3 Augustusafge
vaardigden en leden van andere afdeelingen moeten
zich daartoe vóór 1 Augustus aanmelden. Tevens bleek
dat niet alleen aan de afgevaardigdenzooals in het
gedrukte feest programma vermeld staat, maar ook aan
de leden dezer afdeeling vrije toegang zal worden ver
leend tot de verschillende sociëteiten enz.
Uit het jaarverslag der Vere<niging voor Volksbe
langen te Goes, opgenomen in het Volksblad „de
Coöperatie" blijkt dat die vereeniging 34 werkende en
30 gewone leden telt.
Het Volksblad, dat door de vereeniging uitgegeven,
en met medewerking der heeren KerdijkGoeman Bor-
gesiusPekelharing en Ter Haar tot een orgaan der
coöperatie hervormd werd, kreeg eene aanzienlijke ver
meerdering van lezers in en buiten Goes. Het telde
vóór de wijziging 1120 lezers en heeft er thans te
Goes ongeveer 740, in Zuid-Beveland 310 en buiten
Goes en omstreken 700, te zamen 1750. De inkomsten
van het blad zijn nog niet voldoende om de uitgaven
te bestrijden.
De volkszangschool bevindt zich in voortdurenden
bloei; de volksleeszaal werd niet drukker dan in het
vorige jaar en meest door jongelieden beneden de 18
jaren bezocht; hot bezoek der volksvoorlezingen ver
minderde steeds, zoodat verbinding met andere veree-
nigingen en wijziging der werkzaamheden wenschelijk
wordt geacht.
Volgens het verslag van het c^ ité tot wering van
het schoolverzuim, is de v "'ling in het vorige
jaarverslag geuit, dat de volgende jaren niet van zoo
veel vooruitgang zouden kunnen getuigen als de vorige,
bewaarheid. Het blijkt dat de vooruitgang minder wordt
naarmate het kwaad kleiner proportiën aanneemt en
dat men eindelijk voor een minimum van verzuim komt
te staan, dat óf in het geheel niet, óf slechts in zeer
geringe mate langs dezen, d. i. zedelijken weg, zal te
verlagen zijn.
De vermindering van het schoolverzuim was dan ook
in 1874 niet zoo beduidend als in 1873op éene schoof
die der 1' klasse, was zelfs eene kleine verhooging
van verzuim waar te nemen. Op de andere scho
len ging men daarentegen weder vrij aanmerkelijk in
goeden zin vooruitdoch het comité durft niet te hopen
dat zulks in volgende jaren weder het geval zal zijn,
althans de aanvankelijk in 1875 verkregen resultaten
schijnen daartoe geen recht te geven. Op de bijzondere
school ging men met 25 pet. per kind vooruithetgeen
vooral voor deze schoolwaar al de verschillende
maatschappelijke standen vertegenwoordigd worden
van belang is te achten.
Het groot aantal bekroningen, dat wegens gering
schoolverzuim dit jaar toegekend moest worden, was
oorzaak dat in het bedrag der bekroningen, ook in
de inschrijvingen op spaarbankboekjes, eene bekrimping
moest gebracht worden. Ook het algeme ne zomerfeest
werd als eene bekroning beschouwd en als zoodanig
toegepast.
Het aantal verzuimen van meer dan eene maand
en met kennisgeving aan den onderwijzer, welk
soort van verzuim natuurlijk het grootste kwaad is
nam eenigszins toe. Het bedroeg 87 in 1874 tegen
75 in 1873.
Uit de dit jaar voor het eerst bijgehouden lijsten,
waarin de leeftijd en de klasse der leerlingen worden
aangeduid, blijkt dat oorzaak en gevolg bij de cate
gorie van hen die tijdelijk de school geheel verlaten,
dezelfde zijn.
Zijdie beginnen met hun kind of kinderen eens
eenigen tijd van school te houdenzijn tegelij k oorzaak,
dat dat kind of die kinderen tot op hooger leeftijd dan
anderen de school zal moeten bezoeken, wil het of
willen zij ten minste tot eenige ontwikkeling komen.
En langzamerhand is het in gebruik geraakt, sommige
kinderen alleen des winters te doen schoolgaan.
Het spreekt echter van zelf, dat een kind, dat eenige
maanden niet is school geweestachterlijk is geraakt
en meestal eene klasse of afdeeling lager moet gezet
worden dan de andere kinderen van denzelfden leeftijd.
Het verschijnsel is dan ook niet zeldzaam, dat men
kinderen van 12 of 13 jaren op de school 3e klasse en
op de weezen- en armenschool onder de scholieren der
middelste of laagste klasse aantreft.
Die kinderen komen door het telkens afbreken van
het onderwijs niet verder en zijn op het einde van den
winter even ver als op het einde van den vorigen;
ja, meer dan eens doet zich het geval voor, dat dezul
ken bij hunne terugkomst in het begin van den winter
eene geheele klasse lager moeten ingedeeld worden,
dan waarin zij vroeger gezeten warenomdat het
geleerde van vroeger voor een groot gedeelte geheel
vervlogen is.
Omtrent de oorzaken van het verzuim heeft de com
missie geene nieuwe gezichtspunten te openen.
Veldarbeid of het tengevolge daarvan thuiswachten
is verreweg de grootste, ja bijna de eenige aanleiding
tot schoolverzuim.
De vereeniging voor volksgymnastiek opende den
ltn November 1874 hare eerste oefeningsavonden, waar
toe zich 44 jongelieden van 13 tot 20 jaren hadden
aangemeld. Door elkander maakten 31 leden van de
oefeningen gebruik, welke 2 uren per week duurden.
Aan eene correspondentie uit Miranda de Ebro van
den 18en dezer ontleenen wij de volgende bijzonderheden.
Sedert Dorregaray door de valleien van Noguera en
Segré in Catalonië is doorgedrongen trekt deze provin
eie in het bijzonder de aandacht boven alle andere,
waar zich nog Carlistische strijdkrachten bevinden.
Genoemde aanvoerder heeft zijn marsch gericht naar
Seo d'Urgel, het voornaamste steunpunt van de Carlisten
in deze streken. Aldaar bevindt zich een voorraad
munitie en wapenen, waaraan hij behoefte heeft. Seo
d'Urgel is door de Carlisten bij verrassing genomen.
Sedert dien tijd hebben zij de vestingwerken zeer
versterkt, hun artillerie geconcentreerd en hun reserve
daar en te Cantavieja opgesteld. Generaal Martinez
Campos heeft reeds verscheidene operaties tegen Seo
d'Urgel gericht, maar daar zijne strijdkrachten niet
voldoende waren is hij telkens voor een regelmatig
beleg teruggedeinsdop een zoo verren afstand van
Barcelona en te midden van een landstreek waar zijne
verbinding met Saballs zooveel gevaar loopt te worden
verbroken.
Seo d'Urgel is een staddie door drie op een afstand
gelegen forten wordt verdedigd welke op bergtoppen
liggen, die zich in de vallei van Segré verheffen. De
wegen die in de stad samenloopen leiden naar Frank
rijk en naar verschillende gedeelten van Catalonië.
Naar men verzekert is Dorregaray deze provincie bin
nengerukt met 11 bataljons van de 15 die hij bij het
passeeren van de Ebro ouder zijne bevelen had. Daaren
boven heeft hij eenige cavalerie en een talrijken staf
bij zich. Zijn strooptocht door Aragon moet hem niet
onaanzienlijke geldelijke hulpbronnen hebben verschaft,
maar zijne troepen zijn gedesorganiseerd. De aanvoer
der Castells uit Catalonië heeft hem te Tremp ontmoet
en hem tot gids naar Urgel gediend. Men onderstelt,
dat Saballs en Dorregaray gezamenlijk zullen gaan
opereeren tegen de garnizoenen die in de bergstreken
aan de zijde van Frankrijk verspreid zijn.
Saballs is met verscheidene bataljons en zijne kanon
nen uit Ripoll naar Puyerda, niet ver van de Fransche
grenzen, vertrokken, en heeft Miret met 5 bataljons
en 3 s'ukken geschut op Sadabell en Granolers afge
zonden, zoodat het doel schijnt te zijn om van de
afwezigheid van vijandelijke troepen gebruikte maken,
om de steden in de vlakten te verontrusten. De Car
listische troepen dringen tot de omstreken van Barce
lona door naar gelang de kolonnes der regeeringstroepen
zich verwijderen. Volgens de laatste berichten was de
Alfonsistische brigadier Arrando met zijne troepen en
die van Villamil de provinciale hoofdstad binnenge
trokken om iedere vijandelijke onderneming te verhin
deren. Intusschen heerscht te Barcelona, tengevolge
van de komst van Dorregaray in Catalonië een groote
agitatie. Talrijke groepen bevinden zich aan het station
bij de aankomst van treinen van Lerida. Zoolang de
werkzaamheden tot herstel van den spoorweg tussehen
Saragossa en Lerida hadden geduurd waren geen be
richten van die zijde aangekomen, zoodat allerlei
onrustbarende geruchten in omloop waren. De oude
strijders zijn mobiel verklaard, terwijl uit de stedelijke
politie en het garnizoen patrouilles in de omstreken
worden uitgezonden. Barcelona heeft echter niets te
vreezen, maar men heeft het toch wenschelijk geacht
om de voorzorgen te vermeerderen.
De regeering heeft geweigerd de vrijwilligers te
wapenen, omdat zij den vrijzinnigen geest der werk
lieden van Catalonië niet vertrouwt. Verscheidene
schepen met troepen uit Valencia en Vinaroz zijn te
Barcelona aangekomen, en de autoriteiten concentreer
den de strijdkrachten in rie forten, in afwachting der
komst van Martinez Campos, die reeds te Lerida was
gepasseerd alwaar hij convooien en depots had gereed
gemaakt met het oog op de komst van Jovellar.
Men maakt zich wel eenigszins ongerust over den naij ver
tussehen deze beide generaalswant Martinez Campos
moet niet bijzonder zijn ingenomen met de komst van
den minister van oorlog, die hem indertijd de leiding der
operaties heeft ontnomen. Zijn komst was echter nood
zakelijk, omdat de krachten, die in Catalonië aanwe
zig waren, niet voldoende zijn om Saballs tegen te houden
en Dorregaray het hoofd te bieden."1 Het leger van
Catalonië toch bestaat uit vijf of zes niet zeer talrijke
kolonnes en verschillende detachementen, die in de
versterkte plaatsen verspreid liggen, terwijl de eenige
taak van de kolonnes is om de afzonderlijke posten
van levensmiddelen te voorzien en de Carlisten te
noodzaken het beleg van de versterkte plaatsen op te
breken. Op dit oogenblik hebben de Carlisten Gerona
en verscheidene steden van Cerdagne en Spaansch
Reussillon ingesloten.
De regeeringstroepen zijn in Catalonië nooit vol
doende geweest om krachtig aanvallenderwijs te han
delen. Saballs heeft er zich bijna geheel ongestraft
drie jaren vrij kunnen bewegen. Na iedere nederlaag,
die door de Officiel werd vermeld scheen hij stoutmoedi
ger en wreeder. Indien in sommige districten van
Catalonië de spoortreinen ongehinderd heen en weer
konden rijden dan was dit alleen te danken aan cm-
venios met Saballs en aan ondersteuning die hem werd
verleend. Zijn partijgangers belemmeren nog meerma
len het vrije verkeer op den spoorweg van Saragossa.
Generaal Jovellar heeft eene divisie op den linker
oever van de Ebro achtergelaten, n.l. in het hooge ge
deelte van Aragon, teneinde iedere poging van Dorre
garay om terug te keeren in het oog te houden en te
verhinderen. Op den rechteroever van genoemde rivier
heeft de divisie Montenegro de omstreken van Beceite,
Tortoza en Amposta bij de grens van Tarragonie
bezet, om de Carlistische benden den terugtocht naar
Castilie te verhinderen. Generaal Montenegro dekt ook
de wegen van Castilie naar Vinaroz en Valencia, ter
wijl generaal Esteban de hoogte van Maestrazzo en van
Cantavieja te Morella bewaakt. De divisie-Salamanca is
in de provincie Valencia verspreid om het werk der ver
zoening aldaar geheel te voltooien, aangezien vele partij
gangers er zijn teruggekeerd. Tengevolge van deze
verspreiding op verschillende punten kan generaal
Jovellar slechts met een vrij zwakke afdeeling te Lerida
komen en de vereenigde krachten van hem en Martinez
Campos kunnen slechts een leger van 14 bataljons met
drie batterijen vormen. Zij zullen te Barcelona eenige
regimenten bijeenbrengen en men onderstelt dat zij dan
zullen beproeven Dorregaray en Saballs in Seo d'Urgel
en de bergpassen van Cerdagne bij de Fransche gren
zen te dringen.
Dorregaray en Saballs hebben troepen genoeg om
hunne krachten te verdeelen en in de provinciën Ge
rona en Lerida te manoeuvreeren en tevens Seo d'Urgel
te dekken. Saballs en zijne officieren hebben bijna
9000 man goed georganiseerde troepen onder hunne
bevelen. Deze macht, vereenigd met de benden van
Dorregaray, is voldoende om in een zoo bergachtig land
als Catalonië een langdurigen tegenstand vol te houden,
indien de Carlistische aanvoerders niet dezelfde missla
gen begaan als bij Cantavieja. De uitslag van den
strijd zal veel afhangen van de oprechtheid der bedoe
lingen van Dorregaray, maar Saballs is geen man om
mede te spotten als hij eenige argwaan tegen zijn
wapenbroeder koestert.
De strijd in Catalonië zal hoogst belangrijk wezen,
want deze provincie is altijd een gunstig terrein ge
weest voor den tegenstand der Carlisten. Concha heeft
er hen ternauwernood kunnen onderwerpen toen hij er