BUjTENLAND. De ontwerp-constitutie in Spanje. geboden wordt tot het nemen eener revanche voor de nederlaag van den 8en Juni. Toen heeft men de kracht der tegenpartij te licht gesteld. Men heeft op hare manoeuvres niet gelet; men heeft op de door niemand destijds ontkende verdiensten van den heer Tak van Poortvliet gerekend, als sterk genoeg sprekend om de liberale kiezers in vol doend getal te doen opkomen. Het gevolg van dat blind vertrouwen is geweest dat wij den trou wen behartiger onzer belangen wellicht voor altijd voor ons district missen zullen, dewijl de verkie zing te Zutfen bewezen heeft dat hij de Middel- burgsche kiezers niet noodig heeft om van de voort zetting zijner parlementaire loopbaan verzekerd te zijn. Thans bestaat de gelegenheid om te toonen dat Middelburg, zoovele jaren een der bolwerken van het liberalisme, voor de liberale partij nog geen „verloren district" is. Naar het schijnt zullen onze verschillende anti liberale tegenstanders ditmaal geen candidaat stellen. In deze onthouding ligt op zichzelve reeds een be wijs van onmacht. Waarom, indien de 8e Juni het Sédan der liberalen geweest isgelijk de Standaard triomfantelijk heeft uitgeroepen, versmaadt men de gelegenheid om onze vernietiging nog eens voorde tweede maal in het licht te stellen Acht men de vriendschap van het ministerie-Heemskerk zoo wei nig waard dat men bij zijne kiestabel-manoeuvre niet een handje helpen wil? Men onthoudt zich toch niet uit gebrek aan candidaten? Men heeft zoo dikwijls en met zooveel nadruk verkondigd dat de personen onverschillig zijn en alleen hun begin selen iets tot de zaak doen, dat men wel geen meeite hebben kan om den een of anderen candi daat van onverdachte beginselen te vinden. Of zijn de „mannen van godsdienst", die men verklaard heeft voortaan uitsluitend te willen, zoo bijzonder schaarsch Tochal mocht de zege ons door die onthouding gemakkelijk gemaakt worden, begrijpe ieder libe raal dat het nu noodig is onze uiterste krachten in te spannen. Bij onthouding onzer tegenpartij is niet de zege zelf, maar het cijfer, waarmede die zege behaald wordt, voor ons van belang. Ook rekene men op die onthouding niet te stellig. Gelijk men ons den 8e11 Juni verrast heeft door voorbereiding en bewerking in het duisterzou men ook nu weder op het laatste oogenblik zijne batte rijen kunnen ontmaskerenna inmiddels weder in 't verborgen het terrein geschikt te hebben gemaakt. Waakzaamheid blijft daarom noodig. En op den dag der stemming vergete niemand dat iedere stem, op den heer Fokker uitgebracht, een nieuw pro test is tegen de verkiezing van den heer de Jonge. dikwijls een glimlach, doch in zijne blikken was daar van nimmer een weerschijn te bespeuren. Deze tegen strijdigheid maakte een onaangenamen indruk, die aan Villars geenszins ontging. De jonge officier liet zich aan den onbekende, die niemand anders was dan de nieuwe kolonelvoorstel len. In den loop van het gesprek dat hierop volgde, werd toevallig de naam van Levestone genoemd. „Le- vestone? zeide de kolonel, opeens den draad van het onderhoud afbrekende. Is dat de man die die mooie dochter heeft? Wij zullen hem zien te bewegen, dat hij zich laat overplaatsen." „En waarom dat? riep Villars uit. Wij zouden toch niet gaarne onze koningin verliezen; wij kunnen haar onmogelijk missen." „Juist daarom is het, dat ik het beter zou vinden, dat dit meisje en haar vader heengingenhervatte de kolonel met een gehouden glimlach. Ik houd er niet van, het oppergezag over mijn regiment met een tweede persoon te deelen." Villars trok warm partij voor miss Levestone, over wie Houston zich in zulke weinig vleiende woorden uitliet, dat de jonge officier terstond een hevigen af keer van zijn nieuwen chef kreeg. Nauwelijks was het gesprek afgeloopen, of Villars ging Cécile vertellen wat hij gehoord had. De kleine koningin werd zeer bedroefd bij de gedachte dat zij hare oude vrienden zou moeten verlatenin wier mid- den zij zoo vele gelukkige jaren had doorgebracht. Toen de officier zag welken treurigen indruk zijne mededeeling op het jonge meisje maaktedeed hij zijn best, haar een weinig moed in te spreken. „Laat u niet terneerslaan, koningin, wij zullen u allen tegen den kolonel verdedigen." Toen hij heenging was zij De Arnhemsche courant schrijft over de weldra te openen stoomvaartlijn Vlissingen-Engeland het vol gende „Elk verschijnsel van ontwakenden volksgeest, van activiteit, begroeten wij met blijdschap, in de hoop dat het zal zijn het begin van een nieuwen dageraad, en niet een laatste doorbrekende straal van eene, den ge zichteinder verguldende ondergaande zon. Als zulk een verschijnsel van ontwakenden volksgeest en onder nemingsgeest begroeten wij de feesten gevierd ter eere der nieuwe stoomvaart-verbinding tusschen Nederland en Engeland, door de lijn-VlissingenSheerness. Dit is nu eens een feest niet aan de geschiedenis, niet aan het verleden gewijdmaar aan het heden, een feest voor de toekomst. Niet dat er eene stoombootlij n meer tusschen Nederland en Engeland is opgericht is hetgeen aan dit feest zijne beteekenis geeft maar dat door deze nieuwe lijn een nieuw algemeen Europeesch ver keer over Nederland is verkregen, dat ons tot nu toe ontbrak. Nu zal blijken, of de kolossale, de millionaire werken te Vlissingen tot stand gebracht productieve, rente- en winstgevende werken voor Nederland zullen kunnen worden, of dat zij nutteloos aan den schoonen droom van een verjongd, van een actiet Nederland zijn ten offer gebracht. Wij voor ons zijn vol goeden moed wij hebben er nooit een oogenblik aan getwijfeld, dat wat daar aan millioenen in den grond werd gestoken aan Nederland tien- en honderdvoudig zou teruggeven wat het gekost heeft. Nog een weinig tijds geduld, en de proef op de som zal aantoonen, wie goed gezien en gelijk hebben f de ongeloovige twijfelaars, of de mannen van goede verwachting. „De lijn VlissingenSheerness is eene Europeesche aangelegenheid, maar, behalve dit, is zij voor Neder land in het bijzonder van hoog belang. Alles wat Nederland en Engeland nader tot elkander brengt en hen zich nauwer doet aansluitenis voordeel voor bei den. Er is bloedverwantschap tusschen deze twee volken, al is de verwantschap wat ver en al loochenen wij haar soms. Mededingers in de dagen van ouds is erbij een restant van ouden professioneelen haateene geheime, dikwijls verborgen gehouden, dikwijls tegen gesproken maar toch meermalen zich openbarende sympathie tusschen hen. Wij hebben lang geleden en gestreden voor dezelfde zaak: voor vrijheid van gewe ten, voor burgerlijke vrijheid, voor politieke vrijheid. Dit zijn onze vrijmetselaars-teekens waaraan wij onze broederschap herkennen, Voor den Nederlander is het niets vreemds of moeielijks zich in Engelsche toestanden, Engelsche gezindheden, in het leven en de gewoonten der Engelsche huishouding te verplaatsen. Wij zijn er in te huis; wij vinden er onze eigene toest nden, gezindhedenonze levenswijzeonze gewoonten in terug. Gaf Engeland zich de moeite Nederland en het Neder- landsche volk zoo goed te leeren kennen als wij Engeland kennen, het zou als waarheid erkennen dat, op het vasteland van Europageen staat en geen volk zoo Engelsch van aard is als de Nederlandsche staat en het Nederlandsche volk. Te nauwe aansluiting van eene kleine natie aan eene groote is altijd voor de kleine natie eene bedenkelijke zaak, maar wanneer nauwere aansluitingmet behoud van alle zelfstandig heid en onafhankelijkheid, voor Nederland eens nood werkelijk weer eenigszins gerustgesteld, en spraken zij af, dat zij elkander op een bal, dat dienzelfden avond zou plaats hebben, zouden ontmoeten. Cécile danste met Villarsdie haar voorstelde een klein zaaltje binnen te gaan, waar hij zeer keurige photographieën had opgemerkt. Terwijl zij beiden, vroolijk keuvelend, een album zaten te doorbladeren, verscheen op eens kapitein Anstruther op den drempel. Cécile stak hem glimlachend de hand toemaar nauwe lijks had zij een enkelen blik op het buitengewoon sombere gelaat van haar vriend geslagenof zij begreep dat er onweder aan de lucht was. Waarlijk, Gérald groette haar met een weinig goeds voorspellende stijf heid; hij vroeg haar eene wals, gedurende welke hij zijn mond niet open deed vervolgens geleidde hij haar; zwijgend naar de kleine zaal, deed haar op een ven sterbank plaats nemen en ging naast haar zitten, nog altijd zonder een woord te spreken. Door deze plechtige inleidende maatregelen verschrikt, speelde de kleine koningin werktuigelijk met haar bouquet, terwijl zij zich zelve afvroeg welke nieuwe misdaad zij zou kunnen begaan hebben. Eenige minu ten verliepen, het stilzwijgen werd niet verbroken. Eindelijk vatte Anstruther op hoogst ernstigen toon het woord op. „Hoe is het mogelijkdat ik u nog maals in vertrouwelijk gesprek met Villars aantref? Gij weet dat mij dat mishaagt. Ik zal mij verplicht zien, u rechtstreeks te verbieden u met hem in te laten, op straffe van met mij te breken. Cécile werd vuurrood; zij wist echter hare harts tochten te bedwingen. Sedert langen tijd reeds verne derde de dwinglandij van Gérald haar in haar eigen oogen. Het kwam tusschen hen tot eene hevige uit barsting waarbij het natuurlijk aan tranen en verwijten zakelijk mocht worden, zou het zich aan geen staat kunnen aansluiten waarmede het meer homogeen is en waarvan het minder te vreezen heeftdan aan het van de protestantsche en constitutioneele beginselen door trokken Engeland. zijn de Gemengde berichten. Omtrent de laatste aardbevingen in Zuid-Amerika, waardoor in Columbia en Venezuela ZHlke verschrik kelijke verwoestingen zijn aanger'cht, zijn nadere be richten ontvangen, waarin het verlies aan Menschen- levens te Cucuta op 5000 wordt gesteld. Te Konstantinopel is onlangs op bevel van den Griekschen patriarch een doodgraver gearresteerd, die des nachts liiken opgraafde en beroofde, maar vooral die van jonge meisjes en vrouwen om het haar af te snijden, dat hij aan de kappers der stad verkocht, als materiaal voor chignons. De man werd op heeter daad betrapt. Den 27en Juni werd de gezagvoerder van het uit Adelaide naar Londen terugkeerende schip Glance door zijn collega van het voorbijzeilende schip Tessin Osborne aangehouden. Laatstgenoemde deelde hem mede, dat een van zijne manschappen krankzinnig was geworden en sedert vijf dagen zich in het touwwerk bevond, waaruit men hem onmogelijk kon verwijderen en waar hij alles stuk sneed. De eerste bootsman had al be proefd hem naar beneden te halen, doch was door den ongelukkige naar beneden gestooten, zoodat hij armen en beenen brak. De kapitein van de Tessin Osborne achtte het in het belang der veiligheid van zijn schip en manschap noodzakelijk den krankzinnige dood te schieten en na eenig beraad had dit in tegenwoordig heid van de officiereu en de manschappen van de Glance met een revolver plaats, waarna het lijk over boord werd geworpen. De welbekende keizersklok hangt thans wel in den Dom te Keulenmaar het is nog niet gelukt hem te doen luiden. Herhaalde proefnemingen zijn mislukt. Hoe sterk men de reusachtige klok ook heen en weer slingertde klepel maakt de bewegingen stijf en traag mede zonder ook een enkele maal tegen den rand der klok te slaan. Telkens was bij de proefnemingen een aantal nieuwsgierigen aanwezig, maar zonder bevredigd te worden. Sommigen zijn van meening dat de klepel aan het boveneinde te zwaar en van onderen te licht is; van andere zijde wordt echter beweerd, dat de klepel niet goed bevestigd isterwijl deskundigen betoogen dat de as nog niet in de ware positie ligt. Hoe het zij men verlangt vurig, dat het spoedig zal gelukken de klok te doen luiden. Aan het Madridsche orgaan la Iberia heeft men te danken, dat reeds nu eenige bijzonderheden bekend niet ontbrak. De kapitein eindigde met vergiffenis te vragen,- beloofde beterschap, en bood Cécile zijn arm aan om haar naar de danszaal terug te geleiden. Op het oogenblik dat zij de kleine zaal verlieten, merkte een man van eene hooge gestalte, die bij de deur stond, hunne ontroering op, en mompelde terwijl hij hen met zijne oogen volgde„Daar is iets voor gevallen tusschen die twee. Wat een mooi meisje! ik moet weten wie dat is, en wat zij met elkander heb ben Kolonel Houston trad na deze alleenspraak op Villars toeen vroeg hem den naam der schoone on bekende. „Ik weet het niet recht, ik zal er eens naar vragen, was het eenigszins bitsche antwoord van den jongen man. Maar laat ik u ondertusschen eens aan onze koningin voorstellen. Hij leidde den kolonel de geheele zaal rond, onder voorwendsel dat hij de ko ningin zochten voor Cécile gekomen bleef hij onver hoeds staan. „Mag ik het genoegen hebben onzen kolonel aan uwe majesteit voor te stellen; hij verlangt zeer kennis met u te maken." Cécile groette beleefd. Houston betrapte haar op een eenigszins spottenden glimlach en met Villars gewis- selden blik van verstandhouding. „Hij heeft haar alles verteld begreep hij en nu lachen zij mij uit." Hoe bevooroordeeld de kolonel ook tegen miss Le vestone mocht wezen toch kon hij zijne oogen van dit lieve, door prachtige goudblonde lokken omgeven gelaat niet afhouden. Cécile had iets zoo bijzonder fijns en zwevends in hare geheele persoondat Houston eene fee meende te zienep dat hij haar niet uit het oog durfde verliezen uit vrees dat deze tooverachtige verschijning op eens zou verdwijnen. (Fervolg Uerna.i gen dat wan sens 30 I)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 2