MIDDELBÜRGSCHE COURANT. r 167. Vrijdag 1875. 16 Juli FEUILLETON Bij deze Courant behooren twee Bijvoegsels. Middelburg 15 Juli. Léonie's Bruidschat. de Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.50. J1ISVERSTANDEN. Een paar dagen na den afloop der herstemmingen bevatte de Arnhemsche courant een hoofdartikel, waarin het verderfelijke werd aangetoond der leuze „anti-clericaal", die door de liberale partij in den laatsten verkiezingsstrijd was aangeheven. Die leuze schreef zij is slechts negatiefzij bezit geen kracht of werkzaamheid; men kan er niet mede regeeren. Zij heeft bovendien het nadeel de vreed zame worsteling aan de stembus te maken tot een strijd op leven en dood. Waar de leuzen zoo scherp tegenover elkander staan, is geen plaats voor eene middenpartij, geen mogelijkheid tot toe geven van welken kant ook. Door den roep anti-clericaal tot veldteeken der liberalen te maken, dringt men alles naar de tegenpartij wat aan eene kerk hecht. Ware deze beschouwing ten opzichte der liberale partij in al hare deelen juistdan zou inderdaad de veroordeelingover haar uitgesprokennauwe lijks scherp genoeg kunnen wezen. Het zou er treurig voor haar uitzien, indien zij, die meent de toekomst der maatschappij aan hare handen toever trouwd te zien, een der levendigste krachten welke in onze Christelijke maatschappijen werkzaam zijn, de kracht van het godsdienstig geloof, voor goed van zich afsneed. Het zou eene zonderlinge wereld beschouwing zijn, welke, achttien eeuwen der ge schiedenis over het hoofd ziende, in de toekomst den godsdienst uit de maatschappij zou willen ver bannen en in zijne plaats den almaclitigen staat op den troon verheffen. Gelukkig is echter de stelling van welke de (13e Vervolg.) VI. Inmiddels had Emmanuel, door middel van Spandau, een briefje van Léonie gekregen. Zij had hem slechts eenige woorden geschreven, maar had den ouden sol daat opgedragen, hem het overige mondeling mede te deelen. De jonge man ontstelde zoo van 't geen hij hij aanvankelijk niet wist wat hij doen eerste plan was geweest, tot des avonds van den getrouwen dienaar verborgen te rekende er op dat hij dan van zijn ver loofde afscheid zou kunnen nemen, en zij hem tegelijk een brief zou overhandigen, waarin zij de bescherming der rechterlijke macht zou inroepen. Nu was het eene geheel andere zaak geworden. Hij moest thans Léonie als 'tware met geweld onder zijne eigene bescherming nemen; wat zij doen moesten was inderdaad niets anders dan eene ontvoering. Zij gin gen samen op de vlucht, en juist dat gaf aan hunne handelingen iets dat in het oog der wereld slecht en verdacht zou lijken. Emmanuel begreep bovendien niet dat het gevaar zoo dreigend was. Léonie was, uit schroomvalligheid, welke niet onverklaarbaar was, niet hoorde, moest, in het blijven. dat Zijn huis Hij Arnhemsche courant uitging, niet juist en vervallen daarmede ook hare gevolgtrekkingen, gelijk zulks door andere liberale bladen is aangetoond. De leus anti-clericaal heeft in den mond der liberalen nooit iets anders beteekend uan. strijd tegen over- li eer sching der kerk. Laat de kerk zich vrij ontwikkelen op haar terrein; laat ieder over het godsdienstige geloovendenken en leeren wat hij wil; indien slechts ook den staat vrijheid worde gelaten om zich, overeenkomstig de behoeften van onzen tijd, te ontwikkelen en te versterken. Hier door alleen zal hij krachtig genoeg kunnen zijn om op datzelfde godsdienstig gebied, waar hij den voet niet zetten mag, aan ieder de vrijheid te verzekeren die anders ware de staat zwak spoedig in den strijd tusschen de scherp tegenover elkander staande kerkelijke partijen zou verloren gaan en alleen aan den sterkste verblijven. Het hijschen der anti-clericale vlag bij de laatste verkiezingen komt echter niet ten laste der liberale partij. Zij heeft haar niet geheschen uit eigen be weging maar slechts door den nood gedwongen, omdat de tegenpartij met geen andere dan de tegen overgestelde leus verkoos voor den dag te komen. Toen weinige maanden vóór de verkiezingen, graaf van Zuylen zijn roep deed hooren„Voor of tegen Rome!" was het eenstemmig antwoord der liberalen die leus alleen zegt voor ons niet genoeg; strijd tegen Rome behoort tot onze levenstaak, voor zoo ver Rome ons niet ongemoeid wil laten; maar voor ons, die eene staatkundige 'partij zijn, is dat enkele geloofsartikel geen geloofsbelijdenis. Toen later, dichter bij de verkiezingen, in het liberale kamp stemmen opgingen voor fusie, op den grondslag van eensgezindheid ten aanzien van het neutraal open baar onderwijs, (een grondslag die aan de anti- clericale leus nabijkwam) antwoordden weder een aantal liberalenwaaronder ook wij behoorden vrienden van het openbaar onderwijs zijn ons niet genoeg; wij hebben andere eischen op ons programma, in bijzonderheden getreden over haar onderhoud met Flavien. Ze had niets durven laten blijken van de hartstochtelijkheid die in de woorden van den jongen man doorstraalde, noch ook van de mogelijkheid, waarop hij zelf gezinspeeld had, dat hij ieder oogenblik weder op zijne goede bedoelingen terug kon komen. Het eenige wat in hare weinige, met haast op het papier geworpen woorden doorstraalde, was haar stellige over tuiging en haar bepaald verlangen van nog dienzelfden dag buiten het bereik barer vijanden te geraken. Er waren oogenblikken waarin de officier deze over tuiging deelde. Vooral was het Spandau, die hem daarin, door zijne eenvoudige taal en de ernstige vrees die hij voor de bewoners van het kasteel toonde te koesteren, versterkte. Terwijl het gevaar van zijn meester en van zijne jonge meesteres zijn tong los maakte en bovendien zijne verbeelding prikkelde, ver telde hij aan Emmanuel, wat hij vroeger zooal van de gravin Sampara gehoord en gezien had. Zij was, vol gens zijne bewering, eenvoudig een avonturierster, die alleen met den generaal getrouwd was, om de fortuin van zijne nicht machtig te worden. Ook Griotti meende hij zich te herinneren, en hij had indertijd reeds zeer getwijfeld of hij niet tegelijk met den kolonel d'Herbel in de gunsten der gravin deelde. Hij had zich zeer gelukkig gevoeld dat toen alles zonder ongelukken afgeloopen was; tot nu toe had men echter nog niets verloren met eene afwachtende houding aan te nemen, maar indien men nog langer wachtte zou de uitkomst noodlottig kunnen zijn. Emmanuel hoorde hem bedaard aandacht ernstig over zijne woorden na en kwam langzamerhand tot een vast besluit. Toen het uur naderde, waarop het jonge meisje die wij niet verloochenen kunnen. Maar ook die laatste grondslag den godsdienst, waar zoo weinigen het over eens zijn, afgescheiden te houden van het onderwijs waar allen aan moeten kunnen deelnemen, had ten doel een aantal trouwe vrienden van godsdienst en kerk onder éene banier te vereenigen met de liberalen en kon slechts door kwade trouw met vijandigheid tegenover de kerk vereenzelvigd worden. Er bestond echter geen keus. De strijd werd gericht tegen het „modern ongeloof"staatsbestuur naar liberale beginselen werd genoemd „regeeren in den geest des ongeloofs"; waar beginselen van eandidaten werden ter sprake gebrachtwerd alleen gevraagd of zij voor- of tegenstanders van het „Christendom naar den bijbel" waren, waarbij de tegenpartij zich natuurlijk voorbehield om haar eigen opvatting van dat Christendom voor de alleen ware te verklaren. Geschiktheid en talenten der ean didaten waren onverschillig; hun behartiging onzer stoffelijke belangen werd ongewaardeerd gelaten; ja er is in onze omgeving eene stem gehoordnaïef genoeg om te beweren dat de behartiging der stof felijke belangen bij de verkiezing op den 8en Juni heeft moeten wijken voor het hoogere! De open bare school, waar de godsdienst afwezig blijft, heet in de taal der tegenpartij nooit anders dan „secteschool der modernen"; men verkiest niet aan te nemen de eenstemmige verklaringen van onderwijzers, van schoolopzienersvan alle liberalen in 't algemeen dat geen moderne of orthodoxe ge loofsleer tot de school toegang vindt of behoort te vindende vlag die menals in een stierengevecht, voor de oogen der menigte zwaait om haar te verblinden en op te hitsen, blijft als devies de woorden dragen„Secteschool der modernen." Daartegen hebben de liberalen moeten strijden en wij zien niet in wat zij gewonnen zouden heb ben met zich voor die strijdkreten de ooren te stoppen en bespiegelingen te houden over koloniale gewoon was uit rijden te gaan liet hij haar zeggem dat hij gereed was en dat zij zich, wat er ook gebeu ren mocht, met moed en vastberadenheid moest wapenen. Wat Léonie betreft, zij had zich volstrekt niet be kommerd over al datgene wat Emmanuel verontrust had. Het eenige wat haar onrustig maakte, was haar ongeduld om te vertrekken en de vrees dat hij soms nog aarzelen zou. Het vooruitzicht van nog langer op het kasteel te blijven vervulde haar met schrik en ontsteltenis. De eerlijkheid en oprechtheid van Flavien boezemden haar slechts voor weinige uren eenig ver trouwen in. Gedurende dezen langzaam voorbijgaand en namiddag, dacht zij beurtelings aan de bewoners van het kasteel en aan Emmanuel. Zij had zich in hare kamer opgesloten en zag dus niemand van degenen, met wie zij zich in hare verbeelding aanhoudend bezig hield, maar zij traden het jonge meisje als in eene ijlende koorts steeds voor den geest. Zij verbeeldde zich mevrouw d' Herbei naast den generaal te zien zitten, terwijl zij hem met hare liefkozingen over laadde en door hare listige kunstgrepen hem in haar belang zocht over te halen. Ook hoorde zij den ridder, dien zij in hare verbeelding de degens in het wapenrek zag hangenop zijn vleienden en valscben toon tot haar spreken. In zijne woorden lag ongetwijfeld eene be dreiging ten opzichte van Emmanuel opgesloten. Zij ging voor het open venster staanom wat fris- sche lucht op te vangen. Dit huis waar zij gewoond had, die groene grasperken, die schaduwrijke lanen boezemden haar niets geen belang moer inzij wekten noch aangenamenoch verdrietige herinneringen in haar ophet eenige wat zij wenschte was deze omgeving zoo spoedig mogelijk te verlaten. Die onverschilligheid was echter niet onverklaarbaar; zij wist het dat ze

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1