BUITENLAND.
De verkiezing te Nièvre.
leenbank tot dusver geplaatste ambtenaren en bedienden
voorziening in het bij die administratie bestaand tekort
opheffing van het beurtveer tussehen Tholen en deze
gemeente, met iutrekking van de vastgestelde verorde
ning en vrachttarief; overeenkomst met het rijk, tot
wijziging van artikel 1 sub litt. a van het 23 Februari
1866 gesloten contract, voor zooveel betreft de wijze van
voldoening der door de gemeente Verschuldigde gelde
lijke bijdrage voor den aanleg der kanaalwerken in en
rond Middelburg, tengevolge waarvan, in plaats van
f 20,000 's jaars gedurende 25 achtereenvolgende jaren,
in de eerste 20 jaren slechts f 10,000 's jaars zal behoe
ven uitgekeerd te worden, en gedurende de 20 volgende
jaren f 15000 's jaars.
Van den door den gemeente-archivaris bewerkten
inventaris van het oud archief van 12171581 is in
1874 de vijfde aflevering in druk verschenen; terwijl
het laatste gedeelte, loopende over de jaren 15761581
bij het einde des jaars reeds nagenoeg afgedrukt was,
oin in 1875 te worden uitgegeven.
Met groot leedwezen wordt in het verslag vermeld
het aan m'. J. H. de Stoppelaar, bij raadsbesluit van
den lGen December, op zijn verzoek, wegens vertrek
naar elders, verleend eervol ontslag als gemeente-archi
varis, onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige
door hem als zoodanig aan de gemeente geheel belan
geloos bewezen diensten. Als bewijs van erkentelijk
heid hiervoor is hem vanwege de gemeente als geschenk
aangeboden een zilveren presenteerbladte midden
waarvan het stadswapen en verder toepasselijke ver
sieringen en opschrift. Bestaat er weinig vooruitzicht,
dat ook het vervolg op het archief der grafelijke
tijden door hem zal bewerkt worden, zoo is dogeheele
voltooiing van het eerste en zonder twijfel gewichtigste
gedeelte van dat archief toch verzekerd, daar de heer
de Stoppelaar voor de bewerking van de nog ontbre
kende beschrijvende inleiding en het alphabetisch
register zorg zal dragen.
De verzameling van geschied- en oudheidkundige
voorwerpen betrekkelijk Middelburg, op de zoogenaamde
oudheidskamer ten raadhuizewerd verrijkt met een
door J. H. Koekkoek in 1816 vervaardigd schilderstuk
voorstellende het graven van de voormalige haven van
Middelburg, op de hoogte van Veere, aan de gemeente
ten geschenke aangeboden d or den heer A. L. Dijse-
rinck te Haarlem.
De oudheidskamer werd ook in 1874 weder door vele
vreemdelingen bezocht, onder anderen den 21en Mei door
Z. K. H. prins Alexander der Nederlanden.
Met betrekking tot de thans verbouwd wordende
school op de Wal wordt onder meer het volgende mede
gedeeld.
Pe benedenruimte zal hoofdzakelijk in den bestaan-
den toestand blijvenmet uitzondering evenwel dat de
vloeren, welke ongelijk van hoogte lagen, nu gelijk
zullen komen en daardoor de tusschengeplaatste trap
pen kunnen vervallen. De kelder, die steeds met
grondwater gevuld was en niet dan met opoffering van
zeer groote kosten waterdicht zou zijn te maken, zal
nu worden gedempt, terwijl ter vervanging daarvan
onder de achtertrap een kleine kelder wordt gemaakt.
De opgang naar de scholen komt langs een vlakke ruime
trap in den benedengang, welke laatste tevens tot jas-
senkamer kan dienen. De school is in drie deelen ge
scheiden door glazen schermenwelke naar gelang der
grootte van de verschillende klassen kunnen verplaatst
worden. Ieder lokaal heeft een afzonderlijk portaal met
urinoir en privaat. Voor ventilatie zal gebruik worden
gemaakt van zinken lnehtzuigers aan de zoldering, met
inbrenging van versche luchtin eens afgeperkte ruimte
nabij den vloer waarin de kachel wordt geplaatst, en
die met het schoollokaal in gemeenschap staat. De
school zal eene plaatsruimte hebben voor 190 a 200
leerlingen. Thans wordt zij gemiddeld bezocht door
112 kinderen.
Volgens het bestek van aanbesteding zal het gebouw
den 1 Augustus 1875 door den aannemer geheel vol
tooid opgeleverd moeten worden. (JFordtvervolgd.)
(icmengite berichten.
Te Clermont Sur-Loquet (Frankrijk) is een geheel s'.uk
van een berg ten gevolge der gewoed hebbende stormen
van plaats veranderd. Den vorigen avond nam men
reeds een zonderling gekraak in de wortels der boomen
waar. Des avonds was een stuk grond ter grootte van
vijf hectaren in beweging. Groote rotsbrokken werden
als door een onzichtbare hand opgelicht, door elkan
der geworpen en vielen in eene beekwier bedding-
zij versperden, na de op de oevers staande boomen
verbrijzeld te hebben alsof het biezen waren. Onder
den grond hoorde men hevige slagen alsof men bezig
was de rotsen met mokers tot gruis to verpletteren.
Den volgenden morgen zag men dat een herdershut,
op de helling van den berg gelegen, veertig meters
van plaats veranderd was. Als door een wonder was
het gebouwtje in zijn geheel geblevenzoodat zelfs een
schaap met zijn lamdat zich er in bevondniet het
minste-letsel ondervonden had.
De hevige onweder3 en stortregens welke Donder
dag jl. in ons land gewoed hebben waren slechts een
nagalm van het veel heviger weder dat omtreeks den
zelfden tijd in meer Oostelijke en Zuidelijke richting
ondervonden werd. Te Hanau vernielden de hagelsteenen
de te veld staande vruchten en de vensterruiten der
huizen. Te Genève was het weder echter vreesselijker
dan ergens anders. In een omtrek van acht tot tien
kilometer is alles wat op het veld stondgroenten,
granen en wijngaarden verwoest. Eeuwenheugende
notenboomen zijn bij den wortel afgebroken en liggen
dwars over de wegen. De stad zelve gelijkt op som
mige plaatsen op een slagveldDedekt door schoorsteenen,
dakpannen en vensterglazen. In een oogenblik waren
alle gaslantarens uitgedoofd en werd de stad alleen door
het vale licht des bliksems bij tusschenpoozen uit de
duisternis gerukt. De hagelsteenen waren zoo groot
als hoendereieren en wogen 300 grammen. Duizend e
vogels werden gedoodin de nabijheid van Vésenaz
werd een man door den hagel letterlijk verpletterdte
Seseneve werd een gezin, uit man, vrouw en een zoon van
zestien jarenb estaande onder het instortende huis begraven
en gedood. Vele personen bekwamen meer of minder
ernstige builen schrammen en verwondingen. Het dag
blad Le Journal de Genève kon niet afgedrukt worden,
dewijl de pers door het nedervallende puin onbruikbaar
was. In het sehilderijenmuseum te Genève zijn een aan
tal stukken beschadigd; in een enkel schilderij van de
la Rive zijn vijftien gatenook een beroemd werk van
Calaine en een niet minder kostbaar stuk van Domini-
chino hebben onherstelbare schade geleden. Al deze ver
woesting was het werk van slechts weinige minuten.
ii
Vervolgens wordt in het rapport overgegaan tot het
onderzoek van de quaesties betrekking hebbende op
het comité voor het beroep op het volk en in de eerste
plaats van twee fragmenten van processenverbaal waarin
de rechtstreeksche inmenging van den heer Rouher wordt
geconstateerd en de beschikbaarstelling van twee geld
sommen tot een bedrag van 20,000 franken. Hierin
ziet echter de commissie geen rechtstreeks laakbare
daad, daar ongetwijfeld de politieke partijen het recht
hebben om binnen wettige grenzen voor de propaganda
van hare denkbeelden te ijveren en de kosten daarvoor
te betalen.
In de nationale vergadering werd door den heer
Girerd een document medegedeeld, hetwelk afkomstig
scheen van een centraal comité voor het beroep op het
volk, houdende instructies ten aanzien van oud-officieren
en omtrent de aanbiedingen die hen konden worden
gedaan indien zij de candidatuur van den heer de
Bourgoing wilden steunen. Het is aan de commissie
van enquête niet gelukt de authenticiteit van dit docu
ment officieel te constateerendoch de procureur-gene
raal heeft als zijn gevoelen te kennen gegeven, dat
de geloofwaardigheid van den journalist die er gebruik
van heeft gemaakt en die het aan den heer Girerd ter
"hand heeft gesteld, boven allen twijfel verheven is. De
commissie is evenwel van oordeel, dat deze beide punten
buiten debat moeten blijvenhetwelk echter niet het
geval is ten aanzien van een brief, die twee dagen
voor de verkiezing door den heer Bourgoing is open
baar gemaakt en die stellig een zoo groot aantal stem
men voor dien heer heeft gewonnen, dat volgens
den prefect van Nièvre daardoor de geheele verkie
zing werd beslist.
Deze brief was een gevolg van een aitikel in het
Journal de la Nièvrehetwelk voor het orgaan van de
prefectuur doorgaat en dat jegens de candidatuur van
den heer de Bourgoing een onpartijdige houding
had aangenomen. Daarin werd de vraag gesteld, of
hij vóór of tegen de constitutioneele wetten zou stem
men, een hoogst belangrijke vraag, waardoor het
karakter der c ndidatuur van den heer de Bourgoing
werd beheerscht. Deze antwoordde daarop in dat blad
door een brief wa rin hij zijn politieke beginselen, uit
eenzette, die, zeide hijde volkomen goedkeu
ring van den president der republiek heb
ben weggedragen. Hoewel hij verklaart getrouw
te zijn aan zijn BonaparL stische beginselen zou hij toch
zoo hij den 24 3 Mei 1873 lid van de nationale verga
dering was geweestmedhebben gewerkt tot vesti-
gin van het gezag van den hertog van Magenta»
h twelk hij in November zohebben helpen bekrachti-
g n; toen den 8en Januari de hertog de Broglie is
gevallen zou hij voor de 1 et op do maires hebben
geste nd, niet om een impop lair ministerie te onder
steunen, maar om de taak van den maarschalk gemak
kelijk te maken, enz.
De heer de Bourgoing beriep zich dus op den maar
schalk, waartoo hij volgens Havas het recht niet had
gehad, terwijl ook de prefect van Nièvre voor decom-
missie verklaarde dat hij gemachtigd was geworden
om de bewering van den heer de Bourgoing te weder
leggen. Doch zoowel het démenti van Havas als de
brief van den prefect kwamen eerst na de verkiezing.
De heer de Bourgoing heeft zelf voor de commissie
verklaard dat tot zekere hoogte de uitdrukking waar
van hij zich had bediend valsch waswant hij had
den tekst van zijn circulaire niet aan den maarschalk
medegedeelddoch zieh alleen gebaseerd op een gesprek
dat hij met dezen bij gelegenheid eener receptie had
gehad. Het is duidelijk welk een invloed die brief,
in het orgaan der prefectuuur opgenomen, heeft ge
had en de prefect heeft dan ook erkend dat daar
door een belangrijke invloed op de verkiezing is uit
geoefend. Hoewel hij niet kon berekenen of daardoor
20003000 of 15,000 stemmen voor den heer de Bour
going zijn gewonnen, is hij echter stellig overtuigd
dat 'door de verklaring van den heer de Bourgoing, dat
zijn programma de adhaesie van den maarschalk had
verkregen, minstens 412 stemmen ten gunste van den
Bonapartistischen candidaat waren verplaatst. Indien
deze 412 stemmen niet op hem waren uitgebracht zou
eene herstemming hebben moeten plaats hebben.
De commissie is gaarne bereid recht te doen weder
varen aan de goede trouw van den heer de Bourgoing
en rekenschap te houden met de verkeerde voorstel
lingen en dwalingen die in den verkiezingstrijd zijn
voorgekomen en die zoo sterk zijn geweest, dat thans
nog de vrienden van den heer de Bourgoing verzekeren
dat diens candidatuur van de zijde der administratie
het voorwerp eener „sympatieke neutraliteit" is geweest
en dat de heer de Bourgoing in de Ordre brokstukken
eener correspondentie heeft openbaar gemaakt, waarin
hij het duidelijke bewijs meent te zien voor den wensch
van den prefect van Nièvre dat de Bonapartistischo
candidatuur zou slagen. Uit de door den prefect over
gelegde volledige stukken blijkt echter het tegendeel,
daar de prefect daarin protesteert tegen de beschuldi
gingen welke ten zijnen aanzien waren iugebracht dat
hij geen strikte onzijdigheid had in acht genomen,
terwijl hij zijn voornemen te kennen geeft zijn ontslag
te zullen nemen als de regeering geen recht laat weder
varen aan zijn gedrag.
Behalve het groote gewicht door den brief van den
heer de Bourgoing in de schaal gelegd, moet nog reken
schap worden gehoudeD met de wijze waarop in Nièvre
het terrein voor valsche voorstellingen was voorbereid.
De heer de Bourgoing was steeds in betrekking met
den prefect van Nièvre en daaraan heeft hij grooterideels
te danken gehad dat men aan zijne candidatuur de
sympathie der administratie heeft toegeschreven. Tevens
zijn door zijne agenten aan de kiezers photografien
uitgereikt op de keerzijde waarvan door den maire
van Bunion eigenhandig werd geschreven, dat zij wer
den toegezonden door baron de Bourgoing oud-stalmees
ter van de keizerin. Hierdoor ontstond bij een aantal
kiezers twijfel omtrent het karakter der candidatuur van
den heer de Borgoing, die echter geheel werd opgeheven
door diens brief waarin hij verklaarde dat zijne politieke
beginselen door den maarschalk waren goedgekeurd,
daardoor werden vele conservatieven die nog weifelden
hun stem voor hem uit te brengen, bewogen dit wel te
doen. Door verschillende voorbeelden wordt eindelijk
nog aangetoond dat in Nièvre algemeen de overtuiging
heerschte, dat de candidatuur van den heer de Bour
going door maarschalk Mac Mahon werd gesteund,
terwijl men later, toen de ex-stalmeester na zijne ver
kiezing naar Engeland vertrokom de ex keizerin te
bezoeken, men algemeen zeidede heer de Bourgoing
heeft ons bedrogen.
Zonder verder waarde te hechten aan een brief van
dankbetuiging na de verkiezing geschreven, is de com
missie van oordeel dat deze heeft plaats gehad onder
omstandigheden waardoor de zuiverheid der stemming
is geschonden.
„Heeft zoo vraagt de commissie ten slotte de
arrestatie van den heer Girard, te Alligny in Morvan,
eene intimidatie tengevolge kunnen hebben waardoor
de verplaatsing van 363 stemmende meerderheid dooi
den heer de Bourgoing verkregen, is veroorzaakt?
„Kan de openbaarmaking van den brief van den heer
de Bourgoing tengevolge hebben gehad, tot zijne can
didatuur kiezers over te halen die hun stem niet ten
zijnen gunste zouden hebben uitgebracht indien die
brief niet openbaar was gemaakt?
„Moet eindelijk worden aangenomen, dat deze brief,
die voor de verkiezing niet is overgelegd en die bij
den toestand der gemoederen in Nièvre als van groot
gewicht moet worden beschouwd, zoo niet ten doel
althans tengevolge heeft gehad, de candidatuur van
den heer de Bourgoing als een offieieele te doen voor
komen waardoor een voldoend aantal kiezers in dwa
ling zijn geraakt om eene verplaatsing der meerderheid
van 363 stemmen te veroorzaken?"
„Uwe commissie aarzelt niet op deze drie vragen
bevestigend te antwoorden. Tengevolge daarvan stelt
zij u voor de verkiezing van den heer de Bourgoing
voor nietig te verklaren."
gedrukt bij de gebroeders abrahams te middelburg.