B U [TEN LA ND.
Algemeen Overzicht.
brieven worden behandeld, en dienovereenkomstig na
de aftrek van de waarde der postzegels met port belast.
Kerknieuws.
Den 21"1 dezer zal te Rotterdam in de groote kerk
de algemeene vergadering van het Nederlandsch zende
lingsgenootschap gehouden worden. De heer Scheuer,
predikant te Rotterdamzal de vergadering presideeren
en de heer H. G. Hagen, predikant te Leiden, eene
redevoering houden.
Rechtzaken.
Door den kantonrechter te Vlissingen is gisteren
uitspraak gedaan, in de zaak van kerkvoogden der
Nederd. hervormde gemeente te Vlissingen contra J. S.,
lidmaat van genoemd kerkgenootschap en als zoodanig
aangeslagen in den hoofdelijken omslag der kerk. De
vervolgde heeft zijne verdediging hoofdzakelijk gegrond
op de bewering dat hij niet vrijwillig lid van het her
vormd kerkgenootschap geworden washoewel hij niet
ontkende lid te zijnnoch bedenkingen aanvoerde tegen
de bestaande reglementen of het bestuur der kerk enz.
Bij gemotiveerd vonnis heeft de kantonrechter den
gedaagde veroordeeld tot betaling van den hoofdelijken
omslag en de kosten.
6e mengde berichten.
zag er boschjeszonnige vlaktenlusthuizen en zacht-
begroeide bergtoppen alles op sommige oogenblikken
zoo helder als in een tuinspiegel.
Als een bijzonderheid wordt gemeld dat de zeven
raadsleden der gemeente Noordeloos bij Gorinchem met
hun allen 500 levensjaren tellenwel een waarborg dat
jeugdige drift en onbedachtzaamheid in de behandeling
der gemeentebelangen geen al te groote rol zullen
spelen.
Dezer dagen heeft men te Berlijn een proef geno
men met een pyrocletisch toestel van geheel nieuwe
vinding. De verkregen resultaten hebben verbazing
verwekt bij allen, die daarvan getuigen waren. De
lichtstraaldoor dit werktuig te voorschijn gebracht,
is zoo krachtig dat men op den afstand van een mijl
van den toestelin duisteren nacht, met het meeste
gemak een gewonen brief leestindien daarop het
bedoelde kunstlicht valt. Bij de proefneming waren
vele burgerlijke en militaire ingenieurs, officieren van
de artillerie en andere belangstellenden aanwezig. Men
verwacht van de toepassing van dit nieuwe werktuig
gewichtige resultaten. Indien de lichtstraal door een
schuin gestelden spiegel werd teruggekaatst, zag men
in het luchtruim een lichtbundel als voortgebracht
wordt door den staart eener komeet. Aan boord van
schepen zal men met dergelijken toestel, vele gevaren
kunnen ontgaanook op andere wijzein oorlogstijd
bij voorbeeld, hoopt men daarvan veel dienst te erlangen.
Wij vernemen dat de tweede stoomboot, de Stad
Vlissingen, bestemd voor den maildienst tusschen Vlis
singen en Harwichheden van Amsterdam naar het
Nieuwediep zal stoomen, om, na aldaar gedokt te zijn,
naar Vlissingen te vertrekken.
Volgens bij het departement van justitie ingeko
men stukkenheeft een zadelmaker hier te lande van
zekere Londensche firmazich noemende Soisson en c0.,
order ontvangen tot afzending van lederen geldbeurzen
of geldtasschen met geheime sluitingen, met bijvoeging
eener factuur, waarop, volgens toezegging, onmiddellijk
betaling volgen zou door tusschenkomst van een dei-
bankiershuizen te Amsterdam. Die toezegging werd
echter niet nagekomen, terwijl bij onderzoek bleek,
dat de leden der firma spoorloos verdwenen zijn. Men
vermoedt dat de hier bedoelde personen zich ook vroeger,
onder andere namen en adressenhebben schuldig ge
maakt aan oplichting ten nadeele van kooplieden hier
te lande.
Het zendingsfeest te Boekenrode is naar schat
ting door 15000 personen bijgewoond en in de beste
orde afgeloopen. De collecte voor de verschillende
zendelinggenootschappen bedroeg f 1379.
Uit Schoonhoven meldt inenVrijdag namiddag
tusschen 3 en 4 uren zag ik een luchtverschijnsel, dat
zeker onder de zeldzaamste behoortnamelijk een lucht
spiegeling of „fata morgana." Aan de noorderkim nam
ik duidelijk een overheerlijk berggezicht waar; zeer
veel noordelijker dan een Rijntooneel zal het niet ge
weest zijn. Het schijntdat de lucht in de beneden
lagen ongewoon helder was en daar achter dik. Ik
wordt door deze kleine kittelingen van het staal geprik
keld en tot het heftig voortzetten van den strijd aan
gevuurd. Goed zoo. Ik zal u maar niet nauwkeurig
aanwijzen welken stand gij moet aannemen; dat zou maar
tijdverlies zijn. Gij begint maar terstond met mij aan
te vallen, hoe dan ook. Ik zal niets doen, dan mij
verdedigenen u niet op mijne beurt aanvallen. Zijt
ge gereed Vooruit dan maar."
Op het oogenblik dat de ridder en Flavien reeds in
gebogen houding tegen over elkander stondentrad
Mejuffrouw d' Herbel de zaal binnen. Zij was zoo in
gedachten verzonkendat'ze hen niet terstond opmerkte.
Zij waren trouwens terstond opgerezen en tegen den muur
gaan staan. Léonie was Emmanuel tegengekomen toen
hij van zijn vader kwam. Hij had evenwel nauwelijks
tijd gehad om een paar woorden tot haar te richten.
Hij was voornemens haar een brief te schrijven, welke
haar door Spandaudie een klein wachthuis aan het
eind van het park bewoonde, en bij wien hij zich tot
den avond verborgen zou houden zou bezorgd worden.
Léonie was in ontroerde stemming de zaal binnen ge
treden, waar zij gemakkelijker dan in eenig ander ver
trek den ouden soldaat zou kunnen zien aankomen
met den brief, die misschien over hare toekomst zou
beslissen. Het duurde echter niet lang of zij zag Fla
vien en den ridder in positie tegenover elkander staan,
waarover zij zich onwillekeurig eenigzins verrast toonde.
„Wat doet gijlieden daar toch?" zeide ze tot hen.
„We houden eene schermoefeningantwoordde
de ridder.
„Zoohernam ze verstrooiden zij wendde
zich naar een open venster teneinde te zien of
Spandau nog niet kwam.
Toen mejuffrouw d'Herbel binnenkwam, had Flavien
Thermometerstand.
9 Juli 's av. 11 u. 60 gr.
10 's morg. 7 u. 58 gr. 's midd. 1 u. 65 gr. 's av. 6 u. 62 gr.
Dc discussie over artikel 1 van het wetsontwerp op
de vrijheid van het hooger onderwijs heeft aan een der
zonderlingste figuren in de Fransche nationale verga
dering, den heer Jean Brunet aanleiding gegeven eens
weder met een wonderlijk voorstel voor den dag te
komenzooals men dat alleen van hem kan verwach
ten. Hij stelde een amendement voorom den eersten
titel van genoemd wetsontwerp aldus te doen luiden:
„Daar alle kennis van God komt en tot Hem terug
keert mag in het openbaar geen hooger onderwijs
worden gegeven zonder het beginsel van dit funda-
menteele leerstuk te erkennen.
„Daarom zal in het front van iedere instelling van
hooger onderwijs en in iedere college-kamer het vol
gende opschrift met duidelijke letters worden aange
bracht
„Eere aan God, den schepper en meester van alle
kennis."
een kleur gekregenen toen hij zag dat de ridder dit
opmerktewas die kleur nog erger geworden. Deze
onverwachte getuige hinderde hem en bracht hem in de
war. Was het niet zijne bedoeling, zoo mogelijk te lee-
ren den verloofde van dit jonge meisje te dooden t
Hij had deze proef in het geheimin alle stiltevan
ieders oog verwijderd willen nemenen zienu had
juist zij hem aan het werk gezien. Wel had hij ge
merkt dat zij bijna niet naar hem gezien had maar
in plaats dat hem dit moed gaf, werden;zijn hartstocht
en zijn gevoel van spijt er integendeel nog heviger door
opgewekt.
Hij begon echter zijne aanvallen op den ridder te
richten. Hij deed het op eene zeer linksche manier,
zonder eenig vuur enofschoon hij wist dat hem niets
kwaads kon gebeurenmet zekere aarzeling. Zoo min
de onstuimigheid aan zijn leeftijd eigen, als de bere
kening die door het koele verstand wordt ingegeven,
waren in de wijze, waarop hij den degen voerdeop
te merken. Alleen de nabootsing van een strijd op
leven en dood was voldoende, om hem geheel
van zijn stuk to brengenhet was hem alsof het ge
vecht reeds in ernst gevoerd werd. In zijn verbeelding
stond, in plaats van den ridder, Emmanuel voor hem
met een spottenden glimlach op de lippen en eene flik
kering van helsch vermaak in zijne oogen. Hij begon
den moed te verliezen, en het speet hem dat hij deze
nuttelooze poging had gewaagd. Hij ging er niettemin
mede voort, want hij gevoelde dat het oog van mejuf
frouw d'Herbel op hem rustte. Het jonge meisje was
van lieverlede uit verstrooidheid en nieuwsgierigheid
eenig belang gaan stellen in het schouwspel dat zij voor
zich had.
„Genoeg, mijn waarde Flavien zeide de ridder op
Zooals gewoonlijk had de heer Brunet ook ditmaal
geen succes met zijn amendementdat zonder eenige
discussie werd verworpen, waarop artikel 1 werd aan
genomen. Gisteren is de behandeling van het wetsont
werp gevorderd tot artikel 12 waarbij door den legitimis-
tischen afgevaardigde Lucien Brun een amendement werd
voorgesteld om te bepalendat bij de opheffing van
eene inrichting van hooger onderwijs, aan hare goederen
eene bestemming zou worden gegeven overeenkomstig
met de bepalingen en de titels van aankomst. In het
oorspronkelijk artikel is bepaald, dat de goederen, die
door schenking of erfmaking zijn verkregen, tot de
schenkers zullen terugkeeren, en dat die, welke onder
bezwarenden titel werden verkregen zouden vervallen
aan den staat. Daar het amendement van den heer
Lucien Brun, zooals het eerst was voorgesteld, heftige
bestrijding ondervondwijzigde hij het in dien zin, dat
het alleen van toepassing is op goederen onder bezwa
renden titel; aldus gewijzigd werd het aangenomen met
330 tegen 323 stemmen. Op die wijze is een indirect
middel gevondeh om te voorkomen, dat goederen die
aan eenige instelling van onderwijs worden vermaakt
of geschonken, door de opheffing daarvan voor de kerk
zouden verloren gaanwant dit is het eigenlijk crite
rium van de quaestie, zoodat de clericalen, waarschijn
lijk tengevolge van de slechte opkomst der republi-
keinsche fractieszich wederop eene overwinning
kunnen beroemen.
De groote Fransche bladen zijn bijna geheel gevuld
met stukken uit het rapport van den heer Savory over
de verkiezing van den heer de Bourgoing te Nièvre,
waarvan de conclusie strekt tot vernietiging van die
verkiezing. Terstond heeft het rechtercentrum eene
vergadering gehouden om te overleggen welke houding
het in deze quaestie zou aannemen. Het heeft besloten
de verkiezing van den heer de Bourgoing goed te keu
ren, onder afkeuring echter van de handelwijze der
Bonapartisten. Een echt karakteristieke conclusie van
midden-mannen.
Na een heftig bombardement is de Carlistische ves
ting Cantavieja door de Spaansche regeeringstroepen
genomen. Deze overwinning is waarschijnlijk be
langrijker dan men zich had voorgesteld, want in de
vesting zijn 2000 man Carlistische soldaten met 160
officieren gevonden, voorts de Carlistische junta van
Aragoniede intendance, de kadettenschooleen belang
rijke hoeveelheid materiaal en al de gijzelaars die de
vijand had opgebracht. De geheele landstreek ten zui
den van de Ebro is thans van Carlisten gezuiverd,
zoodat Martinez Campos zijn troepen naar Catalonie
kan laten oprukkenterwijl Jovellar zich naar het
noorden begeeft tot ondersteuning der generaals die
Dorregaray vervolgen.
Terwijl dus het leger van het centrum in het oosten
met veel voordeel heeft gemanoeuvreerd, heeft het noor-
derleger onder Quevada en Lorna eene overwinning be
haald bij Trevinowaarbij de Carlisten altijd vol
gens officieele berichten 400 man dooden en 60
gevangenen hebben verloren. De vijand heeft zich
noordelijk van Ala va teruggetrokken onder bevel van
Perula, terwijl men verzekert dat de Carlistische aan
voerder Mendocy zijn ontslag heeft aangeboden. De
eens. Nu zal ik u ook eens gaan aanvallen." En
werkelijk, nadat hij den jongeling een zeer kort
oogenblik rust had gegund, begon hij hem op zijne
beurt te attaqueeren. Met buitengewone behendigheid
hield hij hem aanhoudend de punt van zijn degen voor
het gezicht en op de borst. Hij deed dit met zulk eene
geoefendheid, dat hij zijne stooten pas inhield wanneer
de opperhuid reeds door het staal geschramd was, zoo
dat Flavien eindelijk begon te vreezen dat de ridder
wel eens niet genoeg bij tijds kon inhouden. Door
deze vrees en de lichte aanrakingen van het staal ge
heel van zijn stuk gebrachtpareerde hij op goed geluk
en met eene zeer onvaste hand. Het was niet meer de
vermoeidheid, maar het was de laihartige angst die
zich van hem meester maakte. Zijn arm werd zwaar,
zijn hart bonsde, het klamme zweet begon hem uit te
breken; hij was op het punt van in zwijm te vallen.
Toen, hetzij hij hem in den toestand zag waarin hij hem
wilde hebbenhetzij hij medelijden met hem kreeg
ontwapende de ridder hem met een enkelen slag. De
degen vloog Flavien eenige passen ver uit de hand.
Hij ging hem niet oprapen maar bleef stokstijf en met
een allerdroevigst gezicht op zijne plaats staan.
„Geloof mij, mijn beste jongen zeide de ridder
vriendschappelijk het is u geraden de degens ver
der met rust te laten, ze zijn voor u te scherp."
„Gij zijt zeer sterk op de wapens, is het niet,
mijnheer de ridder?" vroeg Flavien.
Vervolg hierna.)