MIDDELBURGSCHE COURANT. F 162. Zaterdag 1875. 10 Juli. BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL. Middelburg 9 Juli. FEUILLETON, Léonie's Bruidschat. er |e ijs Idt 1 re- at- ■en Ite n'' pn. om bid en Ier. pde ran Ide- gen och Dit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2ei Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.50. Gaarne vestigen wij op het daartoe tot ons gericht verzoek de aandacht op de in dit nommer geplaatste advertentie tot inroeping der algemeene liefdadigheid ten behoeve van de ongelukkige slachtoffers der over stroomingen in Frankrijk. Nederland heeft in dit opzicht niet slechts een alge- meenen plicht der menschenliefde te vervullenhet be vindt zich tegenover het overig Europa onder bijzon dere verplichtingen. Nimmer wanneer onze erfvijand, het water, ons bezocht, wanneer, onze landerijen over stroomd onze landlieden van huis en goed beroofd werden en dood en verschrikking in de geteisterde landstreken heerschappij voerdenliet de milddadigheid van het buitenland zich onbetuigd. Ook uit Frankrijk kwamen telkenmale bewijzen in overvloed van harte lijke deelneming en werkzame hulpvaardigheid. Meer behoeft wel niet he innerd te worden, om onze mede burgers aan te sporen hunne gaven bijeen te brengen en die in handen te stellen van het Amsterdamsch co mité dat het best in de gelegenheid is om als centraal- comité voor Nederland werkzaam te zijn en de vruchten der Nederlandsche liefdadigheid tot leniging der ellende in Frankrijk te doen strekken. De behoefte is zeer groot. Duizenden zijn van alles wat zij bezaten beroofdnog grooter is het aantal van hen diedoor de vernietiging van den oogst en de on- bruikbaarmaking der landerijen een kommervolle toe komst, een tijd van hongersnoodvan ziekte en ellende te gemoet gaan. De Fransche regeering doet wat zij kan; ook de liefdadigheid in het gedurende de laatste jaren zoo zwaar beproefde land spant hare uiterste krachten in. Kampen van dezen omvang kunnen echter alleen door de samenwerking der geheele be schaafde wereld, tot zekere hoogte althans, gelenigd worden. Nederland, dat er zich op beroemt in die wereld eene eervolle plaats in te nemenbehoort bij (8e Vervolgd „In dat geval, vader, antwoordde Emmanuel cp beslisten toon heb ik niet meer met u, maar met mijn mededinger te doen." De heer d'Herbel keerde zich weer om, en zeide drif tig: „dat verbied ik u." „Generaal antwoordde Emmanuel wat dit betreft, hebt gij niets te verbieden. Ge zoudt reden hebbenmij te minachtenindien ik anders handelde. Daar hebben we hem juist," voegde hij er bij. Het was eene benedenkamerwaarin zij zich bevonden, en Flavien, hetzij hij hier bij toeval of met opzet ge komen was, ging juist het half openstaande venster voorbij. „Mijnheer Sampara riep Emmanuel hem toe wees zoo goed en kom eens even binnen. Ik zou u wel eens in tegenwoordigheid van mijn vader willen spreken." De generaal zette een zeer benauwd gezicht. Hij voelde zich machteloos tegenover den zoondie hem trotseerde, maar dien hij bijna het recht gegeven had om zijn ge zag niet te erkennen. Bovendien vond hij het niet kwaad, bij deze ontmoeting tegenwoordig te zijn, ten einde zoo noodig tusschen beide te komen wan- neer de jongelieden twist kregen. Emmanuel was bleek I deze gelegenheid zijn ouden naam van menschlievend- heid en weldadigheid op te houden. Wij weten dat in onze omgeving warme sympathieën voor Frankrijk en het Fransche volk gekoesterd wor den. Mogen dezen zich *m op andere wijze dan door woorden krachtdadig openbaren Naar ons wordt medegedeeld zijn op het klokkenspel van den Abdijtoren alhier thans de volgende muziek stukken geplaatst Voorspel voor het heel uur: Die Fahnenwacht, marsch van Lindpaintner. Voor het halfuur: Wals uit Gounod's opera Faust. Voor het kwartier voor he el uur: Walzer eines Wahnsinnigen. Voor het kwartier voor haffuur: Wals uit le Cocq's opera: la fille de madame Angot. Uit Vlissingen wordt ons nader medegedeeld dat H. M. de koningin Zondag omstreeks 8 uren des morgens aldaar verwacht wordt en waarschijnlijk met den trein van 11.42 verder zal reizen. Directeuren der Nederlandsche Maatschappij ter be vordering van nijverheid hebben een verslag uitge bracht over de ingekomen rapporten der departementen omtrent de oprichting van een ministerie van nijverheid. Er blijkt daaruit groot verschil van gevoelen. Zes departementen verklasén zich voor een ministerie van nijverheid, twee voor een afzonderlijk beheer door een ministerie van waterstaat en openbare werken, of van openbare werken. Zes geven daarentegen een ont kennend antwoord, terwijl éen departement zich liever van het geven van een bepaald advies wenscht te ont houden. De directeuren willen, naar aanleiding der argumen ten voor en tegen, de zaak aan een verder onderzoek onderwerpen, indien nl. de algemeene vergadering niet mocht besluiten om op een nijverheids-ministerie aan te dringen; zij stellen voor alsdan aan het oordeel der en kalm. Flavien kwamzooals hij gewoon wasmet onzekeren en weifelenden tred binnen. „Mijnheer de graaf - zeide Emmanuel ik ben sedert een jaar de verloofde van mejuffrouw d'Herbel; wist gij dat niet?" Flavien keek den officier met onbestemden blik aan. „Neen, mijnheer," eindigde hij met te zeggen. „Dat is nog al zonderling hernam Emmanuel spottend welnuik zeg het u dan. Nu gij dit weet, hoop ik, dat gij u in 't vervolg van elke handelingen van elk voornemen zult onthouden, die slechts eeni- germate in strijd zouden kunnen zijn met de achting en den eerbied die gij verschuldigd zijt aan een jong meisje dat mijne vrouw zal worden." „Ik heb nooit iets gezegd, noch gedaan stamelde Flavien, die zijn volzin niet ten einde bracht. „Ziet ge wel," zeide de generaal schouderophalend. „Ik zie, dat de heer Sampara gemakkelijk het kwaad vergeet, dat hij heeft willen doen, maar dat is niet genoeg - ging Emmanuel voortzich tot Flavien wen dende. Ik wil niet dat er de minste twijfel omtrent de gevoelens van mejuffrouw d'Herbel in uwen geest overblijve. Ik wil rond en eerlijk handelen. Wij zullen naar haar toe gaan, en haar vragen om tusschen ons beiden te beslissen. Indien zij u toestaat haar bij voortduring de oplettendheden te bewijzen, die zij tot nu toe niet schijnt te hebben gewaardeerd, zal ik mij aan hare beslissing onderwerpen. Indien zij daarentegen het woord bevestigt, dat ze mij gegeven heeft, zult gij openlijk, in tegenwoordigheid van haar, van mijn vader en van mij, afstand doen van elke aanspraak op haar. Ik ben overtuigd, dat de generaal u niet zal ontraden, dit voorstel, 't welk ik u doe, van de hand te wijzen." De generaal zeide nietshij schonk minder aandacht departementen te onderwerpen de volgende vraag: „Is het wenschelijk dat door onze Maatschappij bij de regeering aangedrongen wordt op de instelling van een „raad van nijverheid", die in zaken van nijverheid de regeering kan voorlichten en adviseeren? Zoo ja hoe zou zoodanige raad moeten zijn samengesteld Is het uitvoerbaar en nuttig, dat gedelegeerden uit de voornaamste kamers van koophandel en fabriekenals zoodanig daarin zitting hebben?" Het programma voor de zesde openbare uitvoering van het Nederlandsch gymnastiek-verbondgesteund door de beide Amsterdamsche departementen der Maat schappij tot „nut van 'talgemeen," op Zondag 25 Juli 1875, te Amsterdam, is samengesteld als volgt: Te 11 uren 's morgens. Bijeenkomst der deelnemende gymnasten op de groote Koopmansbeurs op den Dam. Te 12 uren 's middags. Ontvangst door het bestuur van het Nederlandsch gymnastiek-verbond. Te 124 uur 's namiddags. Vertrek van den stoet naar het Kleedlokaal (GriekentuinPlantage). Te IJ uur 's namiddags. Vertrek van den stoet naar het Funen. Te 2 uren 's namiddags. Aankomst van den stoet op het Funen. VIe uitvoering. a Vrije oefeningenonder leiding van den heer P. C. Adrian. b Schooloefeningen in afdeelingen. c Schermoefeningen. d Keuroefeningen. e Loopoefeningen. Te 4 uren 's namiddags. Terugtocht van den stoet naar het Kleedlokaal. Te 5j uur 's namiddags. Diner in het lokaal „Maison Wackwitz," Singel. Te 8 uren 'savonds. Concert in het Park, onder leiding van den heer W. Stumpff, waar te 9 uren 's avonds de uitreiking der herinnerings-medailles zal plaats hebben. Te 101 uur 's avonds. Vuurwerk. aan de woorden van zijn zoondan aan den indruk dien deze op Flavien maakten. Voor het eerst zag hij nu het karakter van dezen jongen mandien hij nog slechts in eene zachte, bedeesde en liefkozende houding tegenover zich gezien had, in een geheel ander licht. Hij leerde hem thans ook kennen in zijne onlochenbare onbeduidendheid, in zijne verlegenheid, die half uit trots, half uit angst voortvloeide en in zijne schier on begrijpelijke lafhartigheid. „En indien ik dat voorstel niet aanneem antwoordde Flavien. „Dan zouden we moeten vechtenmijnheer." „Duelleerenriep de jonge graat met zulk een vreemde ontroering in zijne stemdat Emmanuel er zich over verbaasde. „Waarachtig! zeker! Duelleeren. Hoe zouden we anders kunnen vechten, denkt ge? Flavien was weer tot zich zeiven gekomen. „Ik zal zeide hij langzaam het voorstel dat ge mij doet, niet aannemen. Ik wil vrij blijven tegenover mejuffrouw d'Herbel." „Dus, antwoordde Emmanuel bedaard, wilt ge liever duelleerenheel goedwe zullen het gevecht zoo inrichten, dat éen van ons voor den ander nooit meer hinderlijk kan zijn." „Ik wil ook niet duelleeren." „Wilt gij dat niet! riep Emmanuel Waarom niet „Omdat ik niet wil," antwoordde Flavien op halstar- rigen toon en zijne oogen neerslaande. Emmanuel begreep er niets van. Een oogenblik wist hij niet wat hij doen zouvervolgens zag hij in deze weigering de slimheid van een huichelaar die tot eiken prijs van de toekomst wil meester blijven. „Zoo,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1