benoemd de heer mr. A. Ameshoff, tot vice-president de
heer J. Staats Forbes. De aftredende commissarissen
zijn herkozen en gekozen werd mr. L. A. J. W. baron
Sloet.
De Staats-courant van heden bevat het koninklijk
besluit van den 17en Juni jl.bepalende de plaatsing
in het Staatsblad van de tusschen Nederland en België
op 21 Mei 1875 te 'sGravenhage gehouden postcon-
ventie, waarvan de tekst mede in de Staats-courant
is opgenomen.
Benoemingen en besluiten.
staats-commissien. Ingetrokken op verzoekde be
noeming van J. Polakapotheker te Amsterdamtot
lid en secretaris, en van dr. J. P. Th. van der Lith
hoogleeraar te Utrecht, dr. A. F. Bauduin, le officier
van gezondheid 2e klasse te 'sGravenhage, en d'. H.
Herz, hoogleeraar te Amsterdam, tot leden der com
missie die, gedurende éenjaar, ingaande 1 Augustus a.,
belast zal zijn met het afnemen van de geneeskundige
examens, vermeld in art. 3 der wet van 8 Juli 1874,
(Staatsblad n° 97).
Benoemd tot lid en secretaris der genoemde commis
sie M. R. Timmermanofficier van gezondheid le klasse
te Amsterdam, thans plaatsvervangend lid; tot leden:
P. J. Haaxman, apotheker te Eotterdam, thans plaats
vervangend lid; dr. D. Doper, hoogleeraar te Leiden;
dr. G. D. L. Huet, hoogleeraar te Leiden; tot plaats
vervangende leden: J. D. Sachse, dirigeerend officier
van gezondheid bij de zeemacht te Amsterdam, en W.
Stoeder, apotheker te Amsterdam.
Onderwijs.
Dat vele zoogenaamde bewaarscholen op het oogen-
blik in ons land uit het oogpunt van de gezondheid
en goede bewaring der kinderen dikwijls alles te wen-
schen overlaten, wordt o. a. bewezen door het rapport
der gezondheidscommissie te Amsterdam. In eene ach
terbuurt de Monnikenstraatvond men een twintigtal
kinderen opeengehoopt in een klein donker vertrekje,
beneden den beganen grond, verstoken van ventilatie
of stookplaats. De houdster had van burgemeester en
wethouders geen vergunning tot het houden harer be
waarschool, zoodat deze, toen daarvan eenmaal kennis
was gegeven, spoedig ontruimd werd.
Kerknieuws.
De heer dr. W. C. van Manen, predikant te Winkel,
heeft het beroep naar de hervormde gemeente te Zie-
rikzee aangenomen.
De heer F. Domela Hieuwenhuis, predikant
te Beverwijk, is bij de Evang. Luthersche gemeente te
's Hage beroepen.
Marine en leger.
Volgens een bij het departement van marine ontvan
gen telegram is Zr. M». schroefstoomschip Curacao,
onder bevel van den kapitein ter zee J. A. Vandevelde,
den 27"° Juni jl. te Nagasaki (Japan) aangekomen.
Aan boord was alles wel.
K u nstnieuws.
Van mejuffrouw Betsy Perk wordt weldra een
drama in vijf bedrijven tegemoet gezien, getiteld:
Benvenuto Cellini. Het stuk zal door de Vereenigde
Tooneelisten te Amsterdam in studie genomen en waar
schijnlijk voor het theatre te Weimar in het Duitsch
vertaald worden.
Liandbouw.
Aan het Haagsche Dagblad ontleenen wij de vol
gende mededeeling omtrent het verhandelde op het
landhuishoudkundig congres te Heerenveen.
Vooreerst is in de afdeelingen de vraag behandeld,
of er middelen zijn tot verdelging van de dennerups.
De heer Sloet tot Oldhuis beantwoordde die vraag ont
kennend terwijl hij op de groote verwoestingen wees,
die dit dier teweegbrengt. Maar de spreeuwen zijn
de natuurlijke vijanden der rupsen en hij beval op dien
grond zeer de aankweeking van die vogelsoort aan.
De stedelijke regeeringen moesten hiervoor'zorgendoor
het aanleggen van kunstmatige vogelnesten, wat te
Zwolle reeds met uitstekend succes heeft plaats gehad.
Een tweede quaestie was de bescherming van in
secten-etende vogels. De heer van den Bosch stelde
schriftelijk voor aan de regeering een adres te richten
om door eene wet de nuttige vogels te beschermen. Dit
dankbeeld vond ondersteuningwanneer het gepaard
ging met zedelijke middelen: door te werken op de
jeugd enz.
De nieuwe snoeiwijze juichte men toe, maar men
erkende dat de resultaten nog gering waren.
Over de kunstmatige bevolking der Friesehe meren
werden belangrijke mededeelingen gedaan. Men achtte
die zeer geschikt voor de piscikultuur.
De vervalsching van veevoeder gaf ook nu weder
aanleiding tot klachten. Men verlangdedat de regee
ring bij de samenstelling van een nieuw strafwetboek
niet verzuimen zou doeltreffende strafbepalingen daar
tegen te mrken.
In de eerste algemeene vergadering hield de heer
van Harinxma thoe Slooten eene rededie voor een|ge-
deelte gewijd was aan eene beschouwing over het land
bouwonderwijs en aan den toestand van den landbouw
in Friesland. Daarna waren de rapporten aan de orde.
Overeenkomstig dat betreffende de George Ville-mest
werd besloten, daar de resultaten nog schaarsch waren,
de commissie voorloopig werkzaam te laten met toe
voeging van de heeren Loos, directeur der hoogere
burgerschool te Leiden, en J. van Renesse, leeraaraan
de hoogere burgerschool te Wageningen.
Het rapportbetreffende de proefstations te Wage
ningen strekkende om bij de regeering aan te dringen
op de spoedige oprichting daarvan, werd verzonden
naar de vergadering der gecombineerde afdeelingen.
Het denkbeeld was ondersteund door 648 adhaesiën.
RB!
Gemengde berichten.
Dinsdag namiddag sloeg de bliksem in het huis,
bewoond door Lt. van der Burgh, in den polder Tien
gemeten (Zuid-Beierland). Op dat oogenblik waren
daar, behalve de huisgenootenook eenige andere per
sonen die uit het veld een schuilplaats gezocht hadden.
Een van dezeneen meisje van omstreeks 15 jaren,
een eenige dochter van C. van der Linden van de
Quarantaine, werd zoodanig door het on weder getroffen,
dat zij terstond een lijk wasterwijl de dochter van
van der Burgh aan de beenen getroffen is en eenige
wonden heeft bekomen. Het onweder schijnt door den
kelder ingeslagen te zijn en door den gevel zich een
uitweg gebaand te hebben, getuigen de groote ver
woestingen daar aangericht; er is evenwel geen brand
veroorzaakt.
Het meisje die door den bliksem gedood werd, hield
hare breinaalden in de handjuist ter hoogte van het
hart. Waarschijnlijk is daardoor de bliksem aange
trokken want men vond op dezelfde plek van haar
lichaam een kleine zwarte vlekzonder dat voor het
overige eenige blessuur was waar te nemen.
Sedert het begin dezer week loopt een rechtstreek-
sche telegraafdraad tusschen de beurs te Rotterdam en
die te Amsterdamzoodat de tusschenkomst van be
stellers enz. geheel onnoodig is gemaakt. Tengevolge
van deze inrichting ontvangen de kooplieden op de
beurs binnen vijf minuten antwoord op hunne vragen.
Het Handelsblad vraagt waarom eene zoo eenvoudige
en zoo nuttige zaak niet reeds sedert twintig jaren is
in orde gebracht en waarom ook hetzelfde niet bestaat
voor alle binnen- en buitonlandsche koopliedenwaar
mede Amsterdam rechtstreeks verbonden is.
De stationschef te Oosterwijk is wegens het wei
geren van den toegang tot het perron aan twee kom
miezen die twintig met den trein aangebrachte zakken
zout wenschten te onderzoeken, door de administratie
der belastingen tot 12 boete veroordeeld.
Aan den heer W. J. van Gorkom, te Groningen,
is thans de betrekking aangeboden van superintendent
over het onderwijs in de Transvaalsche republiek.
De heer Valois, directeur van den schouwburg
te 's Hage, is door den kantonrechter vrijgesproken van
de beschuldiging van overtreding der wet op den kin-
der-arbeid. De rechter achtte het ten laste gelegde
feit niet bewezen op grond dat de naam van Sophia
Spoor niet op de lijst der leden van het tooneelgezel-
schap voorkwamdat er dus geen contractieele verbin
tenis omtrent haar bestonden zij voor het vervullen
harer rol in „Het vrouwje van den Donau" geen salaris
ontvaDgen heeft.
De Daily News geeft eene beschrijving van het
dezer dagen geopende gebouw van de Londensche
„National Safe deposit Company", dat bestand zal
wezen zoo tegen dieven, als tegen brand en zelfs
tegen een aanval eener oproerige menigte. In 1873
werd de eerste steen gelegd. Het beslaat eene ruimte
van 6500 voet. De kelders liggen tot 50 voeten onder
den grond. Het gebouw is verdeeld in tweeën: het
bureau en het brandvrije gedeelte. Ze zijn van elkaar
Léonie in zijne armen. Hij voelde dat zij in zwijm
zou vallen en loosde een diepen zucht. Hij zette haar
op een grasheuvel neder en bracht haar weder bij.
„Mijn God, wat scheelt u? riep hij haar toe
houd moed, ook voor mij die er zoo'n behoefte aan
heeft."
- „Ik zal moed houden antwoordde zij maar
ik weet niet welk een onbestemd voorgevoel van smart
en droefheid mij een oogenblik heeft doen bezwijken.
Beloof mij, Emmanuelmij terstond te hulp te komen,
indien ik in eenig gevaar mocht geraken en u noodig
mocht hebben."
„Léonie hernam de jonge man ge weet dat ik
u boven alles ter wereld liefheb. Ik ken evenmin als
gij het gevaar, dat u zou kunnen bedreigenmaar op
uw eerste roepstem zal ik terugkomen, en zult ge mij
aan uwe zijde zien."
poëzie en een droom voor u iswaardig door haar
eenigen tijd uit te stellen. Wanneer Léonie meerder
jarig zal zijnwanneer gij in geduld en onthouding
nog drie jaren het krijgmansleven zult geleid hebben
dan zult ge uwe nicht trouwen."
De taal van den heer d'Herbei was volkomen plicht
matig, het was een beroep op de edele en kiese he ge
voelens van zijn zoon. Emmanuel boog het hoofd,
terwijl hij in den eerbied voor zijn vader, in de macht
zelve zijner genegenheid voor Léonie, de kracht zocht
om te gehoorzaamen.
„Ga, mijn zoon zeide de generaal zacht ik zal
u niet zeggen dat dit mijn onveranderlijke wil is,
waarop ik niet zou kunnen terugkomenik heb te veel
vertrouwen op u en op uwe oprechte eerlijkheid. Ik
wil zelfs volstrekt niet in dit alles gemengd zijn. Ik
zal er in 't geheel niet met mijne pleegdochter over spre
ken. Breng gij haar slechts over, wat ik gezegd heb
indien zij u ernstig lief heeft, zal zij het uitstel dat ik
u opleg aannemen. Zij zal begrijpen dat ik zoowel om
uwentwil als om mijnentwil zoo moet handelen. De
jeugd heeft de toekomst voor zichhet is harer waardig
zich daarvan door een opofferenden strijd meester te
maken."
Hoe moeielijk het Emmanuel ook viel, en hoezeer
het hem ook smarttehij deelde het jeugdige meisje
het besluit van den generaal mede. Hij deed het zonder
bitterheid, met eene edele geestkracht, terwijl hij er
volstrekt niet aan dachthaar medelijden in te boezemen
met zijn eigen smartmaar slechts poogde haar moed
in te spreken en te troosten. „Het is eene lange
afwezigheid zeide hij maar de liefde is sterker
dan de afwezigheid en de tijd."
Léonie toonde zich moedigen gelaten. Ook zij vreesde
door aan hare zwakheid toe te gevenhaar verloofde
te veel te bedroeven. Deze weinige maanden van we-
derkeerige teederheidvan nieuwe indrukken de on
gerustheid waarin zij verkeerd haddende bekentenis
van zijne liefdedeze plotselinge en wreede ontknooping,
hadden Léonie d'Herbel geheel veranderd. Zij was
geen kind meerdat van het leven niets kendedat
tegelijk vrolijk en verlegen was, zij was een edel,
fier jong meisje die door geen hinderpalen geheel ont
moedigd meer kon worden „Ik zal op u wachten
zeide zij tot Emmanuel ik ben voortaan en voor
altijd de uwe."
Emmanuel kon niet langer op Tourelies blijven,
en zijn vertrek werd op eenige dagen later bepaald.
De generaal was voor hem en zijne nicht weer dezelfde
geworden, die hij vroeger geweest was. Hij was wel
willend en bedaard, en legde daarenboven een soort van
vaderlijke waardigheid aan den dag. De jongelieden
verlieten hem slechts zelden, want de eenzaamheid
stelde hen te sterk bloot aan het gevaar van door
hunne aandoening te worden overmeesterd. Op het
oogenblik van het vertrek echter namen zij in de groote
zaal van het kasteel afscheid van hem. Léonie had
het verlangen te kennen gegeven haar verloofde alleen
tot aan de grens van het park te vergezellenwaar de
getrouwe Spandau zich met een rijtuig zou bevinden. De
jongelieden, al hunne krachten inspannende om hunne
droefheid te bedwingen, liepen met vochtige oogen dooi
de schaduwrijke dreven, waar zij zoo dikwijls tezamen
gewandeld hadden. Zij spraken niet, tenzij om nu en
dan met afgebroken woorden te zeggen, dat ze elkan
der niet vergeten zouden dat aan deze afwezigheid een
einde zou komen, dat ze elkander dikwijls zouden
schrijven. Op het laatste oogenblik nam Emmanuel
Vervolg hiernn.)