F
BUITENLAND.
Algemeen Overzicht.
Provinciale staten van Zeeland.
Onder de onderwerpen, die in de aanstaande zomer-
zitting der provinciale staten van Zeeland een punt van
behandeling zullen uitmaken komt o. a. ook voor eene
mededeeling van gedeputeerde staten betreffende het
gebruik der provinciale toelage van f 2000, voor 1873,
ter bevordering van het schoolgaan enz., met een voor
stel tot vrijlating van eenige afwijking van den regel
van verdeeling der toelage.
Uit den daarbij gevoegden brief van den inspecteur
van het lager onderwijs in de provincie Zeeland blijkt,
dat er van de toelage over 1872 nog was overgeschoten
eene som van f 176.45, zijnde het bedrag der batige
saldo's der rekeningen van de schoolopzieners in het
le, 4®, 5® en 6e district ad f 189,60na aftrek van het
kwaad slot der rekening van den schoolopziener in het
2e district ad f 13,15zoodat er voor 1873 in 't geheel
zuiver eene som van 2176,10 J beschikbaar bleef.
Van deze som nu is, naar den vroeger vastgestelden
maatstaf, volgens welken het aantal der over 1873 voor
al de betrokken scholen in deze provincie te verleenen
premiën 568 bedroeg, ten behoeve van de verschillende
districten, de premie berekend tegen f 3.83, door
mij toegekend:
aan den schoolopziener in het le schooldistrict f 513,22
v n n v Je n n 306.40
n v n n n 172.35
Jir) n 4® 471.09
n n n 314.06
n n n 398.32
dat is te zamen 2175.44
terwijl het daarna nog overschietende bedrag van
0.66J boven het hem toekomende aandeel, aan den
schoolopziener in het 1" district is uitgekeerd.
Blijkens de verslagen der schoolopzieners zijn de aan
hen toegekende gelden weder bijna overal op den vroe
ger bepaalden voettot het bovenvermelde doel aange
wend en hebben daaruit al de openbare scholen een
aandeel ontvangen behalve enkele scholen voor kinde
ren van meerver mogenden en nog drie anderete weten
2 in de gemeente Oosterland, c. s. en 1 te Hengstdijk,
alwaar de plaatselijke schoolcommissiën aan de districts
schoolopzienersniettegenstaande de daartoe door hen
bij circulaire aan al de com missiën gerichte uitnoodiging,
geen bericht hebben ingezonden, of zij over de voor
hunne gemeente bestemde toelage wenschten te beschik
ken. Wijders is ook nog een aandeel uitgekeerd aan
of ten behoeve van 2 ges ubsidieerde bijzondere scholen,
te wetendie te Sluiskil (gemeente Neuzen) en te
Reuzenhoek (gemeente Zaamslag), en aan 12 niet gesub
sidieerde bijzondere scholen, te weten: te Biggekerke,
Yeere, Bruinisse, Zierikzee, Goes, Nieuwedorp (ge
meente 's Heer Arendskerke)RillandGroede, IJzen-
dijke, Axel, Hulst en Sas van Gent. De overige
bijzondere scholen in deze provincie hebben geenerlei
bijdragen genotenóf omdat zij daarvoor, zooals met eenige
scholen in het 1® schooldistrict het geval was, naar
het oordeel van den districts-schoolopziener en van de
plaatselijke schoolcommissie, uithoofde van den maat-
schappelijken standwaartoe de leerlingen behoorden,
niet in aanmerking konden komen, óf omdat daarvoor
door de onderwijzers, zooals o. a. te 'sHeerenhoek
plaats vond, uitdrukkelijk is bedankt.
Ten aanzien der bestemming, welke er aan de voor
schreven toelage is gegeven, kan, naar aanleiding van
de gemelde verslagen en ook van de verder nog beko
men inlichtingen, het navolgende worden medegedeeld.
In het 4e schooldistrict werden uit die toelage weder,
evenals in vorige jaren, kleine premiën of bijdragen
in geld verleend aan enkele leerlingen der lagere scho
len in dat districtdie zich meest door getrouw school
bezoek hadden onderscheiden, en daarenboven nog een
sierlijk getuigschrift aan deze en aan een aantal andere
leerlingen. Voorts werd door den schoolopziener weder
eene som van f 60 uitgekeerd aan het comité ter we
ring van schoolverzuimwelke sommet nog andere
bij hetzelve beschikbare gelden, is besteed tot het ver
strekken van spaarbankboekjes, alsmede van boekge
schenken en getuigschriften aan leerlingen van 4 open
bare scholen en 1 bijzondere school in die gemeente.
Ook in het 1® schooldistrict werden, te Middelburg,
spaarbankboekjes en premiën in geld geschonken aan
een groot aantal leerlingen der openbare school voor kinde
ren van onvermogenden. In de overige gemeenten van dit
en ook in de meeste- gemeenten van het 2®3e5e en
6® district zijn dte uit de toelage der provincie toe
gekende gelden, aangewend tot den aankoop en uitrei
king aan de leerlingen, die daarvoor wegens getrouw
schoolbezoek in aanmerking kwamenvan boekgeschen
ken.,. kleine atlassen, sehoolprenten of getuigschriften
en, in het 5? district ook van werkdoosjes voor de
vrouwelijke leerlingen; in sommige, gemeenten ook ge
heel of gedeeltelijk ter bestrijding: van d e kosten van
een schoolfeest en in eenige gemeenten van het2®en3®
district voor een gedeelte ook tot, dekkiug der kosten
van aankoop der op den 12"1 Mei 1874t;er gelegenheid 1
1 van het zilveren kroningsfeest van Z. M. den koning
Willem III, aan de schoolleerlingen uitgereikte feest
platen of andere geschenken. In twee gemeenten van
het 5® district, te Aardenburg en te Sluis, hebben
echter de plaatselijke schoolcommissiën gemeend de
aan haar toegekende sommen in 1874 niet voor het be
stemde doel te moeten bezigen, maar ze tot 1875 te
bewaren, deels omdat aldaar op den 12®n Mei 1874
reeds een luisterrijk schoolfeest was gevierd, en ten
anderen omdat men daardoor in het loopende jaar over
een hooger bedrag zou kunnen beschikkenwaarmede
nog meer nut zou kunnen worden gesticht.
Ofschoon daarvan niet overal veel werk is gemaakt,
is de uitreiking der belooningen aan de leerlingen toch
in een aantal gemeenten op meer of minder plechtige wijze
geschied, veelal door of ten overstaan van de plaatse
lijke schoolcommissiën of van éen of meer leden uit
haar midden, en hier en daar ook in het bijzijn van
de ouders en van andere belangstellenden.
Door 157 leerlingen der openbare scholen voor kin
deren van on- en minvermogenden te Middelburg werd
een rijtoer over Vrouwepolder en Domburg gedaanen
werden de leerlingen der openbare school te Neuzen in
de gelegenheid gesteld tot het bijwonen van een extra
voorstelling in een rondreizend paardenspel, waarbij
ook de schoolopzienerdie den meesten lof brengt aan
de ijverige bemoeiingen te dien aanzien van de plaat
selijke schoolcommissie in die gemeente, op hare uit-
noodiging tegenwoordig is geweest. Verder wordt in
de verslagen der schoolopzieners nog melding gemaakt
van gehouden schoolfeesten te St. AnnalandTholen,
Boschkapelle, Grauw, Hulst, Sas van Gent, St. Jan
steen, Stoppeldijk en in eenige, ofschoon door den
schoolopziener niet met name genoemde gemeenten in
het 5® schooldistrict. Wordt vervolgd.)
De quaestie over het sluiten van een vredelievend
tractaat tusschen Rusland en Engeland heeft thans aan
leiding gegeven tot een polemiek tusschen de Engelsehe
organen onderling. Zooals wij in het Algemeen over
zicht in ons nommer van den 22®" Juni jl. mededeelden
hechtte de Londensche Times niet veel aan een bond
genootschap tusschen Rusland en Engeland en zag hij
in dat tusschen de drie keizers den besten waarborg
voor het behoud van den Èuropeeschen vredeterwijl
hij van oordeel was, dat om in het belang daarvan met
goed gevolg werkzaam te zijn Engeland geen behoefte
heeft aan eene alliantie of een vaste afspraak. Zonder
aan dergelijke allianties meer waarde te hechten dan
zij werkelijk verdienen, merkten we echter op, dat zij
een gunstigen invloed kunnen uitoefenen op de verdere
ontwikkeling van vredelievende denkbeelden en be
ginselen.
Een ander Londensch orgaan: de Pall Mall Gazette
is thans vrij scherp tegen het artikel van de Times
opgekomen en verwijt dit blad zijn gezag te hebben
misbruikt ter afwering van een bondgenootschap tus
schen het groote Noordsche rijk en Engeland. De
Times zegt de Pall Mall die op het vaste land
doorgaat voor het beste orgaan van de publieke opinie
in Engeland, heeft deze thans in een geheel verkeerd
licht voorgesteld. Het is volkomen waar, dat de En
gelsehe natie er verre af is jegens Rusland verbinte
nissen te willen aangaan ten opzichte van haar Aziati
sche politiek, maar daarvan is ook in de Golos geen
sprake geweest; deze heeft veeleer het feit van de
laatste samenwerking tusschen Rusland en Engeland
met betrekking tot de Europeesche politiek voorop
gesteld en den wensch uitgesproken, dat dit ook in het
vervolg in dezelfde omstandigheden het geval zal wezen.
De raad van de Times om geen bondgenootschap
met Rusland te sluiten zegt verder de Pall Mall
heeft geen andere gevolgen gehad dan in de organen
van Petersburg en Moskou verbittering op te wekken,
terwijl het toch hoogst wenschelijk is dat beide landen
ten aanzien van een punt der Europeesche politiek
waarbij zij beide hetzelfde belang hebben eenstemmig
zullen handelen wanneer daardoor andere Engelsch e
belangen niet alleen niet kunnen worden benadeeld maar
wellicht zijdelings bevorderd. Wanneer Rusland zich met
Engeland over een punt der Europeesche politiek wil
verstaan dan gescniedt ditomdat het voor 't oogenblik
althans die politiek voor gewichtiger houdt dan de Aziati
sche, omdat het gelooft, dat wel de Oxus, maar niet de
waarborging van den Èuropeeschen vrede kan wachten.
Of Engeland en Rusland later niet eenmaal in Azië slaags
kunnen raken blijft daarbij geheel buiten rekening.
Verstandige lieden talmen niet zich tot een gemeen
schappelijk doel te verbinden omdat zij misschien over
vijf jaren over een ander punt met elkander in proces
kunnen geraken. Als Engeland eene samenwerking
met Rusland in Europa slechts kon verkrijgen onder
1 voorwaarde, dat het zich ten aanzien van Azië met
een papieren waarborg zou moeten vergenoegen, zou
het stellig daarvoor bedanken, maar als Rusland de
medewerking van Engeland in Europa wenscht en dus
gedurende dien tijd niets zal doen waarom men het
die kan onttrekken verandert de zaak geheel en kan
Engeland niet anders dan in beide opzichten er bij
winnen.
Als men dit artikel van de Pall Mall Gazette be
schouwt in verband met dat van de Times dan blijkt
duidelijk, dat Engeland niets tegen een bondgenoot
schap met Rusland heeft in het belang van den Èuro
peeschen vrede, maar dat het zich ten aanzien van zijn
Aziatische politiek in geen geval aan banden wil leg
gen. Intusschen is de taal van de Golos in de laatste
dagen veel gematigder gewordenenhoewel de moge
lijkheid van een bondgenootschap tusschen beide mogend
heden blijft bestaanwordt er niet meer zoo sterk op
aangedrongen als eenige dagen geleden.
Hoe dit zij de Europeesche vrede schijnt volstrekt
geen gevaar te loopen. De Norddeutsche Allgemeine
Zeituug wijst er op, dat de tegenwoordigheid van aarts
hertog Albrecht van Oostenrijk, de opperbevelhebber
van het Oostenrijksche leger, te Jugenheim en Eins
voldoende bewijst, dat Oostenrijk nog steeds de derde
is in het bondgenootschap tusschen de drie keizers.
Daarenboven hebben thans keizer Alexander en keizer
Frans Josef elkander ontmoet en zal laatstgenoemde
later nog een afzonderlijke bijeenkomst met keizer
Wilhelm te Ischl hebben. „Als zegt de Norddeut
sche Allgemeine Zeitung het Europeesche publiek
er eindelijk aan gewoon werd om het bondgenootschap
der drie keizers te beschouwen als een vaste, onver
anderlijke daadzaak dan zou het niet meer voortdurend
nieuwe waarborgen verlangen en niet aan iedere nieuwe
ontmoeting een andere beteekenis willen geven dan die
welke door persoonlijke sympathie en de behoefte aan
goede nabuurschap voldoende worden verklaard."
Bij de verdere behandeling van het wetsontwerp op
de algemeene verkiezingen heeft de Fransche constitu-
tioneele commissie weder eenige belangrijke beslissingen
genomen. In de eerste plaats gold het de quaestie
van den tijd waarvoor het mandaat aan afgevaardigden
zou worden gegeven en of de kamer bij gedeelten of
in haar geheel zou worden vernieuwd. Indien het
mandaat van korten duur is bestaat er zoo beweerde
men geen behoefte aan een partieele vernieuwing
om de wetgevende macht in aanraking te brengen met
de kiezersterwijl te spoedige hernieuwingen voor den
goeden gang der parlementaire werkzaamheden niet
bevorderlijk zijn. Is daarentegen het mandaat van
langen duur dan leveren partieele verkiezingen geen
bezwaar op. Na langdurige discussiën heeft de com
missie, met algemeene stemmen op twee na, het stelsel
van geheele vernieuwing der kamer aangenomen, en
met 18 tegen 5 stemmen den duur van het mandaat
bepaald op 4 jaren. De strijd in dit opzicht liep in
beginsel voornamelijk over 4 of 5 jaren. Tegen dit
laatste echter, 5 jaren, bestond een overwegend be
zwaar, dat nl. de eerste vernieuwing dan vermoedelijk
zou moeten plaats hebben in 1880, waarin ook het
mandaat van den president der republiek zal eindigen.
Op grond daarvan moest men 4 of 6 jaren nemen; doch
6 jaren werd wat lang geoordeeld voor eene kamer
zonder partieele verkiezingen, en vandaar dat men zich
eindelijk met het 4jarige mandaat vereenigde. Men
staat nu echter voor het geval dat reeds in 1887 waar
schijnlijk de expiratie van het mandaat van den president
der republiek samenvalt met die van het mandaat der
afgevaardigden. Het is noodzakelijk dat nog een middel
worde gevonden om hieraan tegemoet te komen, door
b. v. te bepalen, dat de verkiezingen voor leden van
de kamer eenige maanden vóór of na die van den
president zullen plaats hebben.
Zonder zich te haasten heeft de nationale vergadering
de discussiën voortgezet over het wetsontwerp tot het
verleenen van concessie voor den aanleg van spoorwegen.
De heer Jean Brunet wilde, dat het verleenen van conces
sie voor de in artikel 1 van het wetsontwerp vermelde
lijnen zou worden opgedragen aan de departementale
raden, die tot dat einde zich als syndicaat zouden
kunnen constitueeren om een speciale maatschappij in
het leven te roepen. Hij wilde daardoor de quaesties,
die omtrent het verleenen van concessie waren gerezen,
van de vergadering afschuiven en overbrengen op dc
departementale raden. Te vergeefs evenwelde natio
nale vergadering was edelmoediger en heeft het amen-
dement-Brunet verworpen. De discussie wordt heden
voortgezet en zai waarschijnlijk nog niet afloopen, daar
op het thans in behandeling zijnde artikel een twintigtal
amendementen zijn voorgesteld.
De onderhandelingen tusschen de Oostenrijksche en
Hongaarsche ministers over de handelstractaten tusschen
beide deelen der monarchie worden regelmatig voort
gezet en zullen nog wel eenige dagen duren alvorens
een resultaat zal worden verkregen.
GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS Tg MIDDELBURG.
Tegen 1
merkten
te ontwak
hand en
deed open
lachten ovt
medeplicht:
not, op eei
en een on
toebehoord:
vrijheid \s
doch stilz
hen gezocli
omstandig!
hield. He
altijd; ma:
hen integei
begonnen
elkander llt|
moedsbewe
de war
begaan,
hulp, volg<
terug met
waker.