MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 154.
1 Juli.
1875.
Donderdag
FEUILLETON.
BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
Middelburg 30 Juni.
ONGEVRAAGD ANTWOORD.
Léonie's Bruidschat.
dat de
Dom-
Jdegenen
in tijds
|OS.'
genheid
leuen
it zijner
ÏJS.
JOIÏ
igoed
ihandig
bureau
reede
Flissing-
AM.
rt
|30
130
1-30
|30 B
130
§30
30
130
55' -
le|
6
lo
|7 10.-
10.24
12 10.35
lo, 10.45
Ï3Ö
8.32
8.51
3.20
8.15
8 40
9.15
9.30
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is p 3.50.
Indien wij konden veronderstellen dat de heer
mr. G. A. Fokker voornemens was om den tot hem
gërichten open brief van den heer H. L. Spoorman,
pastoor te Vlissingen, te beantwoorden, wij zouden
er niet aan denken ons in zijne zaak te mengen.
Wij hebben echter reden om te gelooven dat zoo
danig antwoord, althans in het openbaar, niet zal
verschijnen. Ofschoon wij ook nu er niet aan den
ken den heer Fokker tot verdediging zijner ont
boezeming eene hulp aan te bieden, die hij niet
van noode heeft, rust op ons echter de plicht om
enkele punten door den heer Spoorman aangevoerd,
die afgescheiden zijn van het ingezonden stuk des
heeren Fokker, en tot de liberale partij in het alge
meen of tot ons zeiven in het hijzonder zijn gericht,
te bespreken.
Wij beginnen, om het minst belangrijke het
eerst uit den weg te ruimen, met hetgeen ons
zeiven ten laste gelegd wordt. Totnogtoe werd
door ons op andere klachten of uitdagingenvan
tegenstanders afkomstighet stilzwijgen bewaard.
Wij hebben ons nooit eenige illusie gemaakt dat
hetgeen door ons geschreven werd, hun genoegen
zou doen. Volgde dus op eenig opstel of bericht
in de Middelburgsche courant eene uitbarsting van
toorn aan die zijde, dan ontvingen wij die met de
kalmte van den natuuronderzoeker, die door zijne
proeven zekere verschijnselen vooraf weet op te
wekkendie daaruit leering trekt, doch door het
ontstaan dier verschijnselen van het voortzetten
van zijn arbeid niet weerhouden wordt.
De heer d'Herbelgeneraal bij het Fransche leger
had op zestigjarigen leeftijd zijn ontslag genomen. Hij
had alzoo vóór den gewonen tijd den dienst verlaten
en daarmede tevens afstand gedaan van de gunstige
kansen op bevordering, welke zijne betrekking hem
aanbood, want hij was een van de meest geziene
hoofofficieren van het leger. Eene gewichtige en ge
heel onverwachte aanleiding had hem tot dit besluit
gebracht. Zijn broeder, eigenaar van eene groote
nijverheidsonderneming, kwam te sterven, nalatende
eene eenige dochter en een kolossaal fortuin. Mejuf
frouw Léonie d'Herbel, nauwelijks achttien jaren oud,
was te jong om alleen de gevaren der wereld tetrot-
seeren. Zij had een tweeden vader noodig om haat
te beschermen en te beminnen, en haar oom was de
aangewezen persoon om deze rol op zich te nemen.
Ook moest hij voor de geldelijke belangen van zijne
nicht zorg dragen, iets wat hij onmogelijk behoorlijk
kon doen te midden van de vele beslommeringen zijner
betrekking. Niet minder werd hij aangetrokken door
het denkbeeldvan met dit meisje dat hij liefhad
eens een stil huiselijk leven te leiden. De generaal
was weduwnaaren had slechts èen zoondien hij
zelden zag. Emmanuel, die zich evenals zijn vader
aan den krijgsdienst gewijd hadwas kapitein in Al
giers. Slechts nu en dan kwam hij voor korten tijd
zijn vader bezoeken. Nadat de heer d'Herbel eenig
De heer Spoorman herhaalt echter sommige dier
beschuldigingen. Hem antwoordende, ontmoeten wij
dus vanzelf onze overige bestrijders.
Men klaagt ons aan, bij de jongste verkiezingen
de personen der candidaten, niet uitsluitend hunne
beginselenin het debat gebracht te hebben.
Die beschuldiging aanvaarden wij niet slechts, maar
wij deinzen er niet voor terug bij volgende verkie
zingen haar andermaal te verdienen. Wanneer
men dan wederna afloop van den strijd, niets
anders zal kunnen doen dan hetgeen nu geschiedt,
ons gedrag namelijk afkeuren, maar geen woord
inbrengen om aan te toonen dat wij ons aan eene
enkele onjuiste voorstelling hebben schuldig gemaakt,
dan zullen wij evenals numet gerustheid op ons
werk terugzien.
Ons lijkt het eene bespotting van het kiesrecht,
te vorderen dat men hij verkiezingen de personen
der candidaten geheel onbesproken zal laten. Ver
schil van beginselen behoort natuurlijk de grondslag
te zijn, waarvan men bij de bestrijding der personen
uitgaat. Maar die beginselen zijn in hun personen
belichaamd. Voeg hierbij dat, volgens de Neder-
landsche verkiezingsgebruiken, een candidaat zelden
of nooit persoonlijk tot de kiezers het woord richt.
Men moet dus letterlijk, indien men aangaande de
beginselen van den candidaat iets verlangt te weten,
afgaan op hetgeen door andere organen omtrent
hem wordt medegedeeld.
Welke zijn die organen? Dagbladen? Maar de
toon, waarop door den heer Spoorman en anderen
gesproken wordt over „dagbladschrijvers die zich
achter anonymiteit schuil houden," doet veronder
stellen dat mededeelingen van dagbladen ook door
hen niet voldoende zullen worden geoordeeld. Kie-
zersvereenigingenWaar die bestaan, kunnen ze
wellicht nut doen. Twijfel is echter ook hier ge
oorloofd of het gevoelen van het bestuur van een
zoodanig lichaamof wel de uitslag eener daar ge-
houdene stemming, genoeg licht zal verspreiden
spijtgevoel onderdrukt had, stak hij eindelijk voorgoed
den degen in de schedeen werd buitenmanwaartoe
hij zich vestigde op het kasteel des Tourelles, een
buitengoed in de provincie Bretagne gelegen, te mid
den van de uitgestrekte bezittingen zijns broeders. Hij
verkocht of verhuurde de arbeiderswoningen, verpachtte
de gronden en hield voor zijne nicht en zich zeiven
niets over dan het kasteel en het parkdat hij met
de meeste zorg liet onderhouden en verfraaien. De
generaaldie tot nu toe van zijn traktement had moeten
leven, voelde zich in den ruimen geldelijken toestand,
waarin hij nu geraakt was, zeer tevreden. Thans kon
hij op zijn gemak uitrusten van het vermoeiende
krijgsmansleven dat hij achter zich had.
Weldra aanbad hij zijne nicht. Léonie bad eene
rijzige, ranke gestalte, een gelaat dat tegelijk kracht
eh zachtheid aanduiddeweelderig zwart haar een
blankhelder voorhoofdvroolijke en levendige oogen,
een rechte neus begrensd door trillende en bewegelijke
neusgaten; om haar mond speelde voortdurend een
goedige, liefelijke lach. Zij deed met haar oom wat
zij wilde, en zij beminde hem met al de ongekunsteld
heid en al de jaloersehheid der jeugd. Het doorbrengen
van hare kinderjaren in een klooster had niet kunnen
voorkomenja misschien teweeggebrachtdat zij nu
en dan oogenblikken had van schier hartstochtelijke
opgewondenheid. Zij had niet gewilddat de ge
neraal om harentwil zijne dagelijksche lichaamsbewe
gingen en gewoonten zou nalaten. Zij vergezelde
hem te paard op zijne wandelritjes en verbaasde hem
niet zelden door hare onverschrokkenheid en koel
bloedigheid. De oude soldaat staarde haar somwijlen
heimelijk aan, zonder een woord te zeggen. Hij be
wonderde hare jeugdige lieftalligheid en hare onge-
over de beginselen van een candidaat, die zelf niets
van zich laat hooren.
De voorlichting die het meest natuurlijk is, die
geput wordt uit het verleden van een candidaatuit
zijne werkzaamheid en maatschappelijke betrekking,
wordt door onze tegenpartij aan de kiezers ontzegd.
Toont menmet de stukken in de handaan welke
rol een candidaat die sedert jaren in de tweede
kamer zitting heeft, daar gespeeld heeft, er wordt
geen woord gesproken om die voorstelling te ont
zenuwen, wat trouwens moeilijk valt indien dooi
de tegenpartij zelve erkend moet worden dat de
voorstelling aan de waarheid getrouw is. Alleen
weerklinkt de roep: „Geen personaliteiten!" Deelt
een correspondent het een en ander mede omtrent
het vroeger openbaar leven van een candidaat, om
trent zijne tegenwoordige betrekkingen en werk
zaamheid, waaruit schijnt te blijken dat de candi
daat voor godsdienstig voorganger misschien uitste
kend geschikt isdoch voor het mandaat van
volksvertegenwoordiger geen voldoende waarborgen
van geschiktheid en bekwaamheid aanbiedt, weder
klinkt de roep, ditmaal van een koor van veront
waardiging vergezeld: „Geen personaliteiten!"
Wil men weten waar men op deze wijze heen
gaat? Naar het opdringen van candidaten, die
niemandhuiten een zeer beperkten kring van
geestverwanten, kent; naar een voorschrijven van
namen zonder beteekenis of waarborgdoor de
hoofden eener partij uit de verte aangewezen. Het
eigen oordeel van kiezers, die niet gewoon zijn
zich met staatkunde veel in te laten, doch die om
trent personenwelke hun hekend zijnge
makkelijk eene meening kunnen vormen, wordt onder
drukt en daarvoor in de plaats gesteld de blinde
gehoorzaamheid aan een wachtwoord, dat onder
de leus van beginselen, onder den hartstocht en
de misleiding van het oogenblik, hun wordt toe
geworpen.
Wij noemden het woord misleiding. Vroeger
kunstelde coqnetterie en stond er als 't ware ver
baasd over, dat hij op zijn reeds gevorderden leeftijd,
zulk een wakker, lief meisje tot levensgezellin gevon
den had. Hij vroeg nu en dan zich zeiven af aan wien
hij haar ten hHwelijk zou geven. Emmanuel, zijn zoon,
was te arm om aan zulk eene rijke erfdochter te kun
nen denken; bovendien achtte hij het beter dat zijn
zoon niet trouwde omdat het verworven geluk de eer
zucht doodt. Daarenboven zou de generaalzonder dat
hij het zelf wist, jaloersch geweest zijn op ieder die
naar de hand van Léonie zou hebben kunnen dingen.
Hij kon haar nog eenige jaren geheel voor zich alleen
houden, en dat was dan ook het hoofddoel van zijn
streven. Zij was volmaakt gelukkig, zij vermaakte
zich met in de groote bosschen rond te loopen, zong
van den morgen tot den avond, at metgrooteneetlust,
een teeken dat haar hart nog vrij was en dat zij een
volkomen gerust geweten had, las hem de dagbladen
voor zonder dat dit haar scheen te vervelenen viel
's avonds aan zijne zijde op de groote canapé der ge
zelschapskamer in slaap, terwijl zij hem nu en dan met
haar hoofd tegen den schouder stiet, en hij op vader
lijke wijze met hare zwarte krullen speelde. De generaal
sloeg haar op zulke oogenblikken met aandoening
en glimlachend gade, tot hij haar eindelijk wakker
maakte en naar bed zond. Ik heb volmaakt gelijk,
zeide hij eiken avond tot zich zeiven, het zou eene
dwaasheid zijn, haar te laten trouwen, zij heeft voor
eerst en nog voor langen tijd volkomen genoeg aan
hare twintig jaren en aan haar oom.
Inmiddels gebeurde het, dat Emmanuel zijn zesmaan-
delijkseh verlof op het kasteel der Tourelles kwam
doorbrengen. De brieven van zijn vader hadden hem
op de hoogte gehouden van 'tgeen er in de familie