MIDDELBUMSCHE COURANT BIJ"V OB GSEL Middelburg 19 Juni, VAN DE van Maandag 21 Juni 1875. N° 145. Onder de ingezonden stukken in het Haagsche Dagblad van heden vindt men den volgenden brief: Den heer DOORMAN, t, Hoofdredacteur van het Dagblad van Zuid en* Holland en 's Graven hage. Ik las uwen aan mijn adres geriehten open brief. Ontvang mijnen dank voor den humanen toon die dat schrijven beheerscht; wij zijn zóo weinig gewoon in de dagbladpers waardeering van het karakter eens politieken tegenstanders aan te treffen dat uwe zoo be leefde aanmerkingen op mijne weeklacht in de Middel- burgsche courant van den 12ea dezer, voor mij inder daad eene aangename verrassing geweest zijn. Meer dan iemand in Nederland afkeerig van pole miek, onthoud ik mij van iedere wederlegging der aanmerkingen door u, terecht of ten onrechte, op dat stuk gemaakt. Vergun mij echter éene opmerking ter rectificatie van eene dwalingwaarvan ik meen dat uw open brief getuigt. Zij ligt hierin, dat door u in mijn geschrift een verwijt gezien is tegen de conser vatieven. Niets is minder juist. Niet de conservatieven in het kiesdistrict Middelburg hebben den val van onzen uitnemenden vertegenwoor diger mr. Tak van Poortvliet wiens verdiensten ook door uevenzeer als door het ministerie van uwe rich ting erkend worden bewerkt; integendeel hebben zij, met uitzondering van zeer enkelen, hunne stem gegeven aan den man diein den betrekkelijk korten tijd van zijn parlementaire loopbaan, zóo veel ten nutte van het vaderland en van het gewest zijner geboorte heeft gewrocht en beproefd. Geen enkel verwijt jegens de conservatieven is in mijn stuk te vinden; het zou er mijn ondanks in geslopen zijn. Alleen heb ik ge wezen op het feit, dat eenigen der meest achtings waardige conservatieve kiezers in deze gemeente vooraf hun voornemen hebben te kennen gegevenhunne stem op mr. Tak van Poortvliet uit te brengengelijk zij als eerlijke liedenook ongetwijfeld zullen gedaan heb ben en waarvan spoedig openlijk blijken zal. In de vermelding van dit feit kan onmogelijk verwijt, veeleer lofspraak, worden erkend. Mijne klacht was uitsluitend gericht tegen de cleri- calen, van iedere gezindte, dien het te doen is onze neutrale staatsschool ten onder te brengen, teneinde haar te zien vervangen door secte- en andere scholen, waarin ook onderwijs in den godsdienst kan worden gegeven en in de meeste waarvan een Christendom zal worden onderwezen't welk niet dat is van Hemnaar wien wij den naam van Christenen dragen; ook niet dat van de mannenaan wie als ministers op dit oogen- blik het beleid der regeering is toevertrouwd. Ziedaar het feit't welk ik met het oog op de toe komst van ons landdiep Detreur en 't welk aanleiding gaf tot eene uit het hart gewelde ontboezeming, over welker waarde niet ik, maar het publiek te oordeelen heeft. Middelburg, M'. G. A. FOKKER. 16 Juni 1875. Gemengde berichten. De Hamburger stoombooten zijn in den laatsten tijd zeer ongelukkig. Ter nauwernood heeft het nood lottig ongeval met de Schiller plaats gehad of een an dere boot is door een nieuwe ramp getroffenhoewel niet van zoo ernstigen aard. In de nabijheid van Bar - ranquila (Nieuw Granada) is brand ontstaan in de stoomboot Borussia, die echter na 16 uren onvermoei- den arbeid door de manschappen is onderdrukt. Behalve de vernieling van een gedeelde van het dak bekwam het schip geen nadeel. Een acteur van het theater te Baltimore is ge. storven ten gevolge van vergiftiging door de cosmétique waarvan hij zich bediende om zijne lippen en wangen te kleuren. De Union liberale van Verviers meldt, dat sedert eenige tijd in de nabijheid dier stad verscheidene aan zienlijke goederen door godsdienstige corporatiën uit Duitschland die zich daarop hebben gevestigdzijn aangekocht. Het laatst was dit het geval met het slot van Olne, dat voor 80,000 franken door klooster zusters uit Aken is gekocht met het doel om er een pensionaat in te stichten. Hetzelfde blad maakt mel ding van de inwijding de: >kerk van de jezuiëten te Verviers en herinnert j dat in 1846 de beide eerste jezuiëten zonder middelen te Verviers aankwamen en een arme kamertje in de Rue du collége huurden, en thans tten de jezuiëten in die stad een geheel k w a r t i e t een college, pensionaat en een kerk, die de grr en prachtigste van de geheele stad is. Dit a'" >ben zij in dertig jaren verkregen. Hoe vr 1 blad zal het na nogmaals dertig jaren Vis het eerste millioen het moeilijkst kan wor :gen, wat zal het dan nu worden nu de jez is over millioenen be schikken. Had men gehooptns van den keizer van Oostenrijk door Dalmatië gevolgen zou hebben voor een betere ontwikke dat land en een einde zou maken aan de nation. n, nu de keizer pas weg is blijkt juist het tej Ie nationale twisten ontbranden met nieuwe kr. Ie elkander vijande lijke Slaven en Italianen f eigender dan ooit te genover elkanderterwijl remden thans dwepen over eene vereeniging van ië en Croatie tot een' afzonderlijk meer zelfstand van de Oostenrijksche monarchie. In Sebenico en zeer geacht afge vaardigde van de Italïaar ondwetpartij door de Slavische bevolking beleeè aarvan het gevolg was dat bij de sluiting van dei lag van Dalmatië alle Italiaansche afgevaardigden mandaat nederlegden. De opstand in Sebenico wa xuwernood onderdrukt of te Milna in Metkowieh op het eiland Brazza raakten Slaven en Italianei it elkander slaags; er werden geweerschoten gew I en de autoriteiten zagen zich genoodzaakt een .al wapenen in beslag te nemen. Een vreeselijke ramp ti eenige dagen geleden de Russische stad Morsehausk oor het uitbreken van een brand op de goederen van raat Kutaisow. Drie dagen achtereen woedde het vuur met zóo groote hevig heid, dat slechts met levensgevaar de lijken der in de vlammen omgekomen personen konden worden verza meld. Men spreekt van meer dan 250 lijken. De ellende in de stad is verschrikkelijk. Te St. Nicolaas heeft men Zondag jl. weder ge welddadigheden gepleegd jegens 6 Antwerpenaren die bij het verlaten der kerk door een bende werden opge wacht en geslagen. De politie kwam tusschenbeide en onder geleide van 12 agenten werden de bezoekers van St. Nicolaas naar het station gebracht. Zij kwamen in een beklagenswaardigen toestand te Antwerpen aan. In de kolenmijnen van Borinage in Henegouwen zijn weder werkstakingen oncjer de werklieden ontstaan. Ongeveer 3000 arbeiders van drie verschillende mijnen hebben het werk gestaakt, doch geen aanleiding gege ven tot ongeregeldheden, zoodat overal rust en orde heerscht. Den 3cn dezer is te Caïro met groote plechtigheid de Egyptische Maatschappij van aardrijkskunde geopend, onder voorzitterschap van dr. Schweinfurthden be roemden Afrika-reiziger. De nieuwe maatschappij is eene stichting van den khedive. De plechtigheid werd bijgewoond door de ministers van oorlog, financiën, alle vreemde consuls en een tal van ambtenaren. De bibliotheek, die een geschenk van den khedive isbevat reeds verscheidene duizende boekwerken over aardrijks kunde. Dr. Schweinfurth is voornemens een tijdschrift te stichten om mededeeling te doen van de laatste ont dekkingen in Centraal-Afrika. Aan de Munsterkerk te Aken is dezer dagen een groote hoop menschenbeenderen ten geschenke gegevendie als kostbare reliquien worden beschouwd, daar zij, volgens het beweren van den onbekenden gever, afkomstig zijn van den heiligen paus Leo IIIdie in 804 eene kapel te Aken heeft ingewijd. Andere ano nieme weldoeners hebben aan de kerk een zilveren borstbeeld van genoemden paus met een driedubbele gouden kroon voorzien en met vele edelgesteenten ge tooid geschonken. De lij ken verbrandingdie in Europa zooveel zwakke zielen in beroering brengt en menigeen met schrik en afschuw vervult, is onder de Indiaansche stammen in Californië een oud gebruik dat echter uit sluitend op de mannen wordt toegepasten zonder veel omslag. Er wordt eenvoudig een kleine hoop hout, dat rijk is aan harsachtige bestanddeelen, opgeworpen en daarop legt men het lijk. Zoolang het noodig is wordt het vuur door de vrienden van den afgestorvene aange stookt en daarbij hebben de weduwen een onaangena me plicht te vervullen. Zij moeten nl. haar gelaat en haren met de uit het hout vloeiende hars besmeren, en zoo lang van deze teekenen van rouw nog iets over blijft mogen zij aan geen tweede huwelijk denken. De Modok Indianen zijn echter in de laatste jaren tot be graven overgegaan. In de Zwitsersche volksvertegenwoordiging is een wetsontwerp op de jacht aanhangig. Zooals dit met vele wetten in Zwitserland het geval is was de wetge ving op genoemd onderwerp niet alleen in de verschil lende kantonsmaar zelfs in de deelen van eenzelfde kanton verschillend. De jacht is in Zwitserland een zaak van zeer groot belang, met het oog op de vele sóórten wild, waarvan sommige door het gebrek aan goede bepalingen op de jacht bijna geheel zijn uitgeroeid. Het tegenwoordige wetsontwerp heeft ten doel om een heid in de jacht wetgeving te brengen en tevens nuttige vogels tegen vernietiging te beschermen. De stad Elberfeid heeft een geschenk ontvangen, waarvan de mededeeling in den gemeenteraad aanlei ding gaf tot groote vroolijkheid. Een onbekende heeft nl. bij gelegenheid van zijn zilveren bruiloft aan de stad 1000 Mark geschonken onder bepaling dat de som zoolang onaangeroerd moet blijven totdat zij door de belegging van interest op interest tot een kapitaal vali 20 millioen Mark is aangegroeidwat in ongeveer 250 jaren het geval is; dan zal het kapitaal het vrije eigendom van de staJ blijven. De gemeenteraad nam het geschenk dankbaar aan. Staten-geiieraal. HOOGER ONDERWIJS. Tusschen de commissie van rapporteurs voor het wetsontwerp betrekkelijk het hooger onderwijsen den minister van binnenlandsche zaken heeftop diens ver langen den 4en Mei jl. eene conferentie plaats gehad tot bespreking van de drie puntenaan het slot van het jongste verslag vermeld. Het eerste dezer punten betrof de aansluiting van het onderwijs op het gymnasium aan dat van de lagere klassen der hoogere burgerschool. De commissie verduidelijkte daaromtrent de bedoeling van een aan tal leden der kamer in dien zindat de kennisin de drie (wellicht twee) laagste klassen van de hoogere burgerschool te verkrijgenaldaar en niet aan het gymnasium behoort te worden verworven en dat de cursus van de laatste instelling dus kan worden verkort. Dwang om de hoogere burgerschool te bezoekenzooals de minister onderstelde, was de bedoeling niet. Toe lating tot het gymnasium moest mogelijk zijn na een examenwaarbij zekere kundigheden worden vereischt, onverschillig waar en hoe men die verkregen had. Slechts dit wenschte mendat dit examen zich regelde naar den omvang van het overgangsexamen van de 34 naar de 4e klasse van een rijks hoogere burgerschool met öjarigen cursus en dat zijdie met vrucht zooda nig overgangsexamen hadden afgelegd, daardoor toe lating tot het gymnasium verkregen. De minister antwoordde dat, aangenomen tot dat einde werden meer atgemeene thans ontbrekende voorschriften omtrent het overgangsexamen gegeven, de zaak zelve eene bedenkelijke zijde kon hebben. Voortaan zou het onderwijs in de klassieke talen eerst met den löjarigen leeftijd aanvangenterwijl het dan toch tot nu toe als een voorrecht is beschouwdzoo vroeg mogelijk de taalregels van het Latijn en Grieksch te leeren. Bovendien, betere litteraire opleiding zou toch niet verkregen worden, omdat velen in de drie onder ste klassen der hoogere burgerschool zich met kracht voornamelijk op de wiskunde plegen toe te leggen. De commissie erkendedat door het aangegeven plan eenige wijziging in het programma der hoogere burger school zou moeten worden gebracht. Het aangegeven bezwaar woog bij haar niet. De ondervinding leert datvolgens de nieuwere methode van onderwijsvoor de beginselen der klassieke talen veel minder tijd behoeft te wprden gesteld. Werd het plan gevolgddan zou een vijf-misschien vierjarig verblijf op het gymnasium genoegzaam zijn om rijp te worden voor het academisch onderwijs ook dan wanneergelijk men thans ééns is dat het geval moet zijn, de letterkundige propaedeusis geheel en al naar het gymnasium wordt overgebracht. Het tweede hoofdpunt betrof de theologische facul teiten. Vroeger was voorgesteld de indeeling van de vakkendie de faculteit der godsdienstwetenschap zou den vormen bij de faeulteit van wijsbegeerte en lette ren; thans, dat een afzonderlijke faculteit, hetzij van godsdienstwetenschap, hetzij van godgeleerdheid, bij elke der rijks-hoogescholen mocht worden gevestigd. Van de zijde der commissie werd op 's ministers vraag om inlichting deswege geantwoord, dat, indien bij vele leden der kamer wijziging in de denkbeelden om trent dit gewichtig punt had plaats gegrepen, zulks zoover men daarover kan oordeelensamenhing met d e toenemendedoor verscheidene aan de kamer aan- g eboden adressen versterkte overtuigingdat de leeraren van het talrijkste kerkgenootschap hier te lande, in het ware belang des vaderlands een opleiding moesten erlangen, die hen voor eenzijdigheid en bekrompen heid van inzichten vrijwaarde. Bezwaar in de bena ming van godsdienstwetenschap werd niet gezien. De hoofdzaak wasdat de faculteitzonder tot opleiding der leeraren van een kerkgenootschap te strekken, alles omvatte wat onder godgeleerdheid begrepen wordt. Alleen het opzettelijk onderwijs in de dogmatiek van een bepaald kerkgenootschap zou althans volgens velen,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 5