BUITEN LAND.
Algemeen Overzicht.
Naar aanleiding eener correspondentie in de N. R. Ct.
van 13 Juni, waarin verhaald werd dat „een predi
kant" te Vlissingen op straat een kiezer aansprak,
zijn stembiljet opende, een naam doorhaalde en een
anderen er onder plaatsteverklaart de heer J. H.
Klomp in een ingezonden stuk in genoemd blad
van hedendat h ij die predikant niet geweest is,
onder aanbieding van f 100 belooning voor dengeen die
aantoonen kan dat dit feit door hem verricht is. Ook
verklaart de heer Klomp alleen zijn eigen stembiljet
en dat van niemand anders ingevuld te hebben.
De Staatscourant bevat de wet tot goedkeuring der
overeenkomst betreffende den onderhandschen verkoop
der voormalige vestinggronden van Sluis aan de ge
meente Sluisbenevens een afschrift dier overeenkomst
zelve.
De uitgever van het Sluiseh Weekblad, de heer
J. Schansman, maakt bekend, dat hij het recht van
uitgave met den lcn Juli a. heeft overgedragen aan den
heer P. Steinz, welke laatste verklaart, de uitgave te
zullen voortzetten, waarbij hij zich voorstelt „steeds de
gematigd liberale beginselen voor te staan en zich ge
heel te onthouden van de bespreking van quaestiën of
geschilplaatsen op godsdienstig gebied." Tevens schijnt
eene vermindering van abonnementsprijs en advertentie-
kosten in de bedoeling te liggen.
De heer G. A. Vorsterman van Oijen richt in
het Sluiseh Weekblad eene oproeping tot allen die in
het openbaar onderwijs belang stellen, om morgen (Zon
dag) middag bijeen te komen te Oostburg in den Een
hoorn, ter bespreking van de plannen tot oprichting
eener afdeeling van de Vereeniging tot bevordering
van volksonderwijs in Nederland.
Wij hopen dat deze poging eene eerste stap moge
zijn tot de zoo gewenschte nadere aaneensluiting der
liberalen in het voormalig vierde district.
De Staats-courant bevat de volgende opgave van
officieren en soldaten, overleden na evacuatie uit Atchin
voor zooverre dienaangaande tot op den 241"1 April
1875 bij het departement van oorlog in Nederlandsch-
Indië bericht was ingekomen H. E. Staphorst, korpo
raal-schrijver; C. Ilissink, korporaal J. H. Lichtevoort,
L. Zanders L. J. Sendenfuseliers M. van der Groen
sergeant-majoor; W. H. B. Kool, M. van DiesenFÏ
de Revièrefuseliers J. J. F. de Grootfourrier
G. Oudshaorn korporaal U. Murbachziekenoppasser
G. L. DendievelA. BekkerI. Vijlbrieffuseliers.
Benoemingen en besluiten.
duitsuhe orde. Geagreëerd de door het kapittel der
Duitsche ordeBalye van Utrechtgedane admissie
van den edel-expectant E. L. baron van Heeckeren van
Walien tot ridder-expectant der orde, gerechtigd tot
het dragen van het kleine ordens-kruis.
kantonrechters. Benoemd tot plaatsvervangend kan
tonrechter te Enkhuizen F. C. Kist, ontvanger der
registratie en domeinen aldaar.
marine. Tengevolge van nadere bestemming is de
kapitein ter zee J. van Goghvervangen als lid der
commissie tot liet afnemen van het eindexamen der
adelborsten 2e klasse bij het koninklijk instituut voor
de marine te Willemsoord, door den kapitein ter zee
jhr. M. W. van Rensselaar Bowierkommandant van
Zr. M\ wachtschip aldaar.
Eervol ontslag verleend op zijn daartoe gedaan ver
zoek aan den officier van gezondheid le klasse L. P-
Vlaanderen.
Benoemd tot officier van gezondheid 2e klasee bij de
zeemacht de heer d<\ C. Alers.
Pensioen verleend op hun daartoe gedaan verzoek
aan den vice-admiraal J. J. Wichers en den kapitein
ter zee P. van der Velden Erdbrink eerstgenoemde
onder dankbetuiging voor de vele goede en langdurige
diensten aan den lande bewezen onder toekenning
van een jaarlijksch pensioen van f 3000 aan den vice-
admiraal Wichers en van 1800 aan den kapitein ter
zee van der Velden Erdbrinken van eene verhoo
ging van het pensioen ten bedrage van f 1125 aan
voornoemden vice-admiraalen van f 1275 's jaars aan
voornoemden kapitein ter zee.
Bevorderd tot vice-admiraalden schout bij nacht
F. L. Geerlingtot schout bij nachtden kapitein ter
zee R. L. de Haestot kapitein ter zeede kapitein
luitenants ter zee C. A. B. D. Rijk en A. J. van Mans-
velt tot kapitein-luitenant ter zee, de luitenants ter zee
1' klasse W. L. A. Gericke en C. H. Bogaert; tot
luitenant ter zee 1° klassede luitenants ter zee 2e klasse
E. J. Hoos en J. P. J. Lucardie; en tot luitenant ter
zee 2e klassede adelborst le klasse F. M. A- Mathon.
Onder u |js.
Ter gelegenheid van het derde eeuwfeest der hooge-
school te Leiden; hebben de overgeblevenen van het
bataljon vrijwillige jagers dier academie, aan curatoren
overgedragen het beheer en de begeving van de in
1856 door die jagers gestichte studiebeurs, opdat zij
voortdurend in stand blijve en aan het doelwaarmede
zij gesticht werd, beantwoorde.
De Staats-courant bevat de nieuwe bepalingen tot
regeling van de klassen en de bezoldigingen der onder
wijzers en van de bezoldiging der kweekelingen aan
de openbare lagere scholen voor Europeanen en met
dezen gelijk gestelden in Nederlandsch-Indiëzoo als
die zijn afgekondigd in het Staatsblad van Nederlandsch-
Indië van dit jaar, onder n° 76*.
Kerknieuws.
De heer J. Brummelkamp, predikant te Veenen-
daal, heeft voor de op hem uitgebrachte beroeping naai
de Nederduitsche hervormde gemeente te Middelburg
bedankt.
Cemengde berichten.
Te Zwolle worden plannen ontworpen tot oprich
ting eener maatschappij van rechtstreeksche stoomboot
verbinding met Engeland.
De heer G. Rademakersstationschef der Holland-
sche spoorwegmaatschappij heeft van Z. K. H. prins
Hendrik een gouden remontoir-horloge ten geschenke
ontvangen.
Volgens het Vaderland zal de Deli-maatschappij
(exploitatie van plantages in het rijk van Deli op Su
matra) een dividend uitkeeren van 168 ten honderd.
Op den feestelijken maaltijd der reünisten te Lei
den is eene som van f 223,58J bijeengebracht ten be
hoeve der oprichting van het gedenkteeken tot herinne
ring aan Leiden's ontzet.
Te 's Hage heeft eergisteren avond tusschen eenige
kanonniers en huzaren eene zoo hevige vechtpartij met
de blanke sabel plaats gehad, dat een hunner bijna
dood naar het hospitaal gebracht is en vele anderen
verwond werden.
In de werkplaats der heeren Enthoven en c° te
's Hage werd gisteren een monument gegoten bestemd
om op het eiland Banda-Neira (Molukken-archipel) dooi
de bevolkingter herinnering aan de 25jarige regeering
van Z. M. den koningte worden opgericht.
Tegen W. Bolthoven en zijne echtgenoote Chris
tina Burch, tegen M. Bolthoven en C. M. Kimmer, we
duwe van J. H. Tophof, is door den procureur-gene
raal bij het gerechtshof van Noord-Holland een tucht
huisstraf geeischt van tien jaren voor eerstgenoemde
en vijf jaren voor de anderen en verschillende geldboeten
wegens het namaken en jn omloop brengen van valsche
zilveren muntspeciën.
Een ingenieus parapluie-koopman te Leiden heeft
op den dag der maskerade, vermoedende dat 'thard
zou regenenbij annonce parapluies a 30 cents te huur
aangeboden
Het bleef mooi weer zeker alleen tot teleurstelling
van den koopman.
t
Verkocplngen en aanbestedingen.
Ter provinciale griffie van Zeelandliggen ter lezing
de voorwaarden, waarop door het ministerie van bin-
ncnlandsche zaken op den lPn Juli zal worden aanbe
steed het bouwen van een buitensluishoofd met schut-
kolk, aan de marine sluis te Vlissingen, het verruimen
van een gedeelte der marinehaven en eenige daartoe
bohoorendo werken, benevens de voorwaarden, waarop
door het departement van marine op den 6en Juli a.,
zal worden aanbesteed het maken van een fundeering
voor een ijzeren kustlichttoren cn het bouwen van twee
woningen, ten dienste dor verlichting op Walcheren.
Th ertEO iieterstan si.
18 Juni 's av. 11 u. 57 gr.
19 "smorg. 7u.61gr.'smidd. 1 u. 69gr.'sav.6u. 66gr.
Als de groepen der linkerzijde van de Fransche
nationale vergadering niet op haar hoede zijn en niet alle
krachten inspannen tot handhaving van de republiek
zouden de onvermoeide intriges van den hertog de Broglie
nog wel aanleiding kunnen geven tot eene verplaatsing
der meerderheid, waardoor de val der tegenwoordige
constitutie zou worden voorbereid nog eer zij in toepas
sing was gekomen. Het is waartot nogtoe hebben die
intriges geen afdoend succes behaaldmaar zij zijn nog
niet opgegeven en het is niet te ontkennen, dat er wel
eenige vrees bestaat voor toenadering. Het doel dat
de hertog de Broglie zich voornamelijk voor oogen stelt
is het vormen eener meerderheid uit de rechterzijde,
de uiterste rechterzijde, de groep de Clercq, de groep
van het beroep op het volk en eenige leden van het
Orleanistische rechtercentrum.
Het grootste bezwaar om dat doel te verwezenlijken
is een programma te vinden, waarmede deze fractiën
zich kunnen vereenigen. Tot dat einde heeft de hertog
de Broglie conferenties gehad met verscheidene Bona-
partistischgezinde leden van het rechtercentrum en
speciaal ook met den heer de Clercq. Met dezen schijnt
hij het eens te zijn geworden over deze drie grondsla
gen voor eene fusie: 1° Vaststelling eener lijst van
75 candidaten voor senatoren; 2° aanneming van het
scrutin d'arrondissementen 3" uitstel der algemeene ver
kiezingen tot het volgende voorjaar.
De gedelegeerden der verschillende partijgroepen
zouden individueel met den inhoud van dat programma
worden bekend gemaakt, en eerst als zij er zich mede
hadden vereenigd zou een gemeenschappelijke vergade
ring worden gehouden. Van de candidatenlijst voor
senatoren zouden de republikeinen geheel worden ge
weerd doch daarentegen een belangrijk aantal legiti
misten er op worden gebracht, terwijl deBonapartisten
twee plaatsen zouden verkrijgen. De heer de Broglie
hoopt op den steun der legitimisten en verwacht van
hunne zijde alleen oppositie tegen het scrutin d'arrondis
sement. Ten aanzien van de derde paragraaf van het
programma vreest hij geen verzet, omdat er waarschijnlijk
toch geen tijd meer zal wezen om in deze zitting der-
nationale vergadering de organieke wetsontwerpen af
te doen. Blijkbaar wil hij het er op aanleggen om
zelf zitting te krijgen in den senaat, teneinde daardoor
langzamerhand het gezag weder in handen te krijgen.
Op zoodanige wijze zou hij de republiek weder ten
onder willen brengen.
Tot nogtoe heeft de heer de Broglie, bij het rechter
centrum nog geen geluk gehad, dank zij de krachtige
houding van den heer Bocher, den president van die
fractie. Gisteren heeft zij weder eene vergadering
gehouden ter bespreking van een voorstel van de heeren
Adnet en Joubert om twee gedelegeerden te benoemen
teneinde zich met de andere conservatieve groepen te
verstaan over de belangrijke onderwerpen die nog dooi
de nationale vergadering moeten worden behandeld.
Hiertegen heeft echter de heer Bocher zich krachtig
verzet. Hij wees op dat reeds negen gedelegeerden
waren benoem d die het volle vertrouwen van het rech
tercentrum bezaten en het daarom nutteloos zou zijn
nog twee te benoemen. De gedelegeerden zijn verplicht
alle mededeelingen en voorstellen van de conservatieve
groepen der vergadering onbevooroordeeld te onderzoe
ken overeenkomstig de beginselen van verzoening eu
eendracht, die het geheele rechtercentrum bezielen. De
taal van den heer Bocher heeft den algemeenen bijval
der leden van zijne partij genoten. Oppervlakkig zou
men zeggen, dat deze taal zeer conciliant is, doch het
bericht omtrent deze laatste bijeenkomst van het rech
tercentrum is te onvolledig om een juist oordeel over
de bedoeling van de woorden van den heer Bocher te
kunnen uitspreken. Gelukkig is het in ieder geval
dat de linkerzijde van haar kant pogingen aanwendt
om de meerderheid van 25 Februari jl. te handhaven
en de intriges van den hertog de Broglie te verijdelen.
Niettegenstaande de verwerping van artikel 1 van het
wetsontwerp betreffende de registratierechten heeft de
nationale vergadering de behandeling daarvan voort
gezet en de vijf volgende artikelen aangenomen, zoodat
zij thans tot art. 7 gevorderd is. Vervolgens werden
verschillende andere aangelegenheden behandeld, doch
door den heer de Lorgeril werd weldra een debat over
de verkiezing in Cötes du Nord uitgelokt, waarbij het
weder vrij scherp toeging.
Bij die verkiezing werd de heer Kerjégu gekozen, en
eenigen tijd geleden worden de rapporten van den pro
cureur-generaal te Rennes aan den minister van justitie
ten aanzien van die verkiezing openbaar gemaakt.
Onmiddellijk is daarop eene enquête ingesteld om te
onderzoeken hoe die stukken in handen van den heer
Foucher de Careil, den tegen-candidaat van den heer
de Kerjégu, zijn gekomen, en niets was nu natuur
lijker dan dat men het onderzoek van den rechter van
instructie zou afwachten. De heer de Lorgeril echter
scheen geen geduld meer te hebben en vroeg daarom
inlichtingen van den minister omtrent deze aangelegen
heid terwijl hij verzochtdat hij die tot de openbaar
making van die stukken aanleiding had gegeven zou
worden gestraft.
Het antwoord van den heer Dufaure waszooals men
kon verwachten, ontwijkend. Wat betreft de stukken
omtrent de verkiezing te Nièvre heeft hij inlichtingen
toegezegd als dit onderwerp aan de orde zal zijn, en
wat aangaat de openbaarmaking van officieele stukken
betreffende de verkiezing in Cote du Nord moest de
afloop der enquête worden afgewacht. De heer Fou
cher de Careil zou heden door den rechter van instruc
tie worden verhoord.
Zooals bekend is werd meermalen ernstig geklaagd
over dte schandelijke handelwijze van Engelsche scheeps-
reeders om schepen uit te zenden, die geen de minste
zeewaardigheid meer haddenzoodat het leven van
duizende menschen meermalen schandelijk in de waag
schaal werd gestelden het ook grootendeels daaraan
te wijten isdat zooveel Engelsche schepen schipbreuk
hebben geleden en zooveel meDschenlevens te betreuren
zijn. Om hieraan een einde te maken is door den heer
Phmsoll een wetsvoorstel ingediend, bevattende maat
regelen tegen de slechte uitrusting en voor de goede
constructie van handelsschepen. Natuurlijk was dit
volstrekt niet in overeenstemming met het belang der
reeders, en door hun toedoen werd een tegenvoorstel
ingediend, om te voorkomen, dat de vrije zeevaart
aan eenige banden zou worden gelegd.
De heer Eustache Smith verzette zich gisteren bij
de eerste lezing van het wetsvoorstel van den heer
Plimsoll tegen de tweede lezing op gronddat uoor
de aanneming van een zoodanig voorstel de positie
van vreemde schepen veel voordeeliger zou wezen dan
die van Engelsche doch het huis liet zich hierdoor
niet afschrikken eu besloot tot de tweede lezing over
te gaan.
Na de gevaren voor Engelsche onderdanen ter zee
kwamen andere van geheel bijzonderen aard te land ter
sprake. Het was weder de onverbiddelijke vijand dei-
jezuïeten in het lagerhuis, de heer Whalley, die nog
maals het woord nam om te wijzen op de gevaren die
Gróot-Brittannië van de zijde der jezuïeten bedreigden