MIDDELBURGSCHE
Maandag
COURANT.
21 Juni.
r 145.
1875.
BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL,
Middelburg 19 Juni.
De winner yan het spel.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascn- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 8.50.
bevattende vervolg BinnenlandGemengde berichten,
Staten-generaal en vervolg Advertentiën.
Ofschoon men, zoolang de stembus niet gespro
ken heeft in de vier kiesdistricten waar herstem
ming noodig iszich van zekere agitatie niet
onthouden en er nauwelijks toe komen kan om
eenig ander onderwerp dan de verkiezingen te be
spreken, komt het ons echter voor dat aan die
herstemmingen door velen een al te groot gewicht
wordt gehecht. Het is alsof de eene, of in het
gunstigste geval, de twee stemmen meerderheid, die
nog voor de liberale partij te winnen zijn, op eens
van beslissenden invloed zullen wezen op onze
politieke practijk; alsof het ministerie-Heemskerk
slechts op een telegram uit Arnhem of Utrecht
wachtende is om met een gereed liggend wetsont
werp, tot herziening van de wet op het lager
onderwijs in liberalen zin, van wal te steken, of
wel datzelfde wetsontwerp weer voor een geruimen
tijd onder den papierenhoop der „onafgedane
zaken" te doen verdwijnen.
Men vergunne ons die verwachtingen niet te
deelen. Naar onze meening is de uitspraak der
stembuszoo ver die zonder de herstemmingen
heeft plaats gehad, volkomen afdoende. Die uitspraak
is geweest dat geen der partijen gewonnen heeft
en aan een regeeren met eene aaneengesloten meer
derheid zooals in den constitutioneelen staat voor
eene krachtige regeering vereischt wordt, nu zoo
min als vóór den 8en Juni te denken is.
Gewonnen heeft de liberale partij niet, al heeft
de hoofdstad zich in liberalen zin uitgesproken;
al is het getal harer leiders met éenden oud
minister de Vries, vermeerderd; al komt een
ander, de heer Geertsema, te Arnhem in herstemming;
al zijn alleen te Middelburg en te Haarlemmermeer
twee harer woordvoerders gevallen. Verloren heb
ben de conservatieven, wier nietig hoopje in de
kamer met een toongevend drietal, van Reenen,
's Jacob, van Zuylen, verminderd werd. Winnen
deden de ultramontanen nietwier gebied zich
bleef bepalen tot die streken waar iedere liberale
invloed sedert jaren reeds machteloos is. Gewonnen
eindelijk hebben zelfs de anti-revolutionairen niet, al
is de ramp dat Middelburg zijn bekwamen vertegen
woordiger mist, hun ten goede gekomenal bleven zij
meester van het veld in Haarlemmermeer en al
strijden zij in Arnhem nog om de zege. Wat deze
partij in getalsterkte wint, verliest zij in prac-
tische beteekenis door het prijsgeven harer
beginselen. Het bondgenootschap aanvaardend
van ieder die maar tegen de liberalen stemmen
wil, hier van lauwe conservatieven, ginds van
heftige ultramontanenzich klein makend waar het
noodig is, om bijvoorbeeld een Savomin Lohman,
den heftigen bestrijder van het katholicisme in
Brabant aangenaam te maken aan de katholieken
in Gelderland, dalen deze fiere „Calvinisten" al
lengs af tot den rang van gewone politieke fortuin
zoekers. Als zij den vijand maar het been kunnen
lichten, is het hun onverschillig met wiens hulp
dat geschiedt. Dat zij, den dag nadat de tegen
partij machteloos zou zijn gemaaktmet hun oneenig
allegaartje niet bekwaam zouden zijn om iets uit
te richten, maakt geen punt hunner zorg uit. Voor
'toogenblik stijgt de roes der overwinning hen
machtig genoeg naar het hoofd om hen een juich
toon te doen aanheffen en, met onverschilligheid
ten aanzien der middelen door welke overwonnen
werd, zich op te dringen dat voor de zege „Gode
de eer" toekomt.
Vergissen wij ons niet, dan is er slechts éen
speler, geen partij, die het bewustzijn heb
ben kan in het politieke kansspel, dat den8en Juni
gespeeld werd, winst te hebben behaald. Die ge
lukkige winner is het ministerie. Wij weten dat
deze opvatting in strijd is met hetgeen gisteren
o. a. door de Nieuwe Rotterdamsche courant ver
kondigd werd: „de eenige die geslagen werd, is
het ministerie-Heemskerk." Echter liet hetzelfde
blad er dadelijk op volgen dat deze verslagene zich
niet uit het strijdperk, waar hij een aanvoerders-
post vervult, behoorde te verwijderen. „Anti
ministerieel zoo schreef zij verderin dien zin
dat het ministerie behoort af te tredenis de uit
spraak der natie nietOns komt het integendeel
voor dat de positie der regeering door de verkie
zingen, zoo niet versterkt dan toch meer blijvend
gemaakt is.
Het ministerie-Heemskerk trad op als regeering
der minderheid, nadat de liberale ministerïën, die
slechts in naam eene kleii.8 meerderheid bezeten
hadden, machteloos de teugels van het bewind had
den laten vallen. Ofschoon te trotsch wellicht om
zich den titel van een „ministerie van zaken" te
laten welgevallenbepaalde de regeering zich fei
telijk gedurende den korten tijd van haar bestaan,
tot „zaken doen," en op dien weg vond zij bij de
vertegenwoordiging ondersteuning. Tegenover de
geopende stembus verklaarde zij van blootlegging
harer beginselen niets te willen weten. Onder
voorwendsel van niet op de verkiezingen te willen
werkennam zij de houding aan van een ministe
rie dat feitelijk boven, althans buiten, de
partijen stond. Voor haren trots was die houding
waarschijnlijk meer bevredigend dan de naam van
gouvernement d'affaires; voor hare kansen in den
strijddie aangegaan stond te wordenscheen die
houding de mogelijkheid eener nederlaag reeds
dadelijk buiten te sluiten.
Metterdaad tracht men dan ookmeenen wij,
uit de stembus eene uitspraak te halen die er niet
in gelegen is. Wij maken ons omtrent denuitslag
der herstemmingen niet veel illusiën. Bij die ge
legenheden is de liberale partij, die de geheele
bonte verzameling harer tegenstanders tegen zich
krijgtzelden gelukkig. Te Delft geven de cijfers
in 't geheel geen hoop; te Utrecht, waar bijna de
helft der kiezers den 8en Juni thuis blevenwon
de heer Kien het bij vroegere herstemmingen steeds
te Almelo kwam bij de eerste stemming bijna alles
op en komt, bij gunstigen uitslag, voor het liberale
aftredende lid een ander liberaal in de plaatste
Arnhem eindelijkwaar nog eene reserve van 700
kiezers in het vuur gebracht kan worden, valt
omtrent den uitslag niets te voorspellen. Maar zelfs
indien bij de herstemmingen de evenaar met een
paar stemmen naar - een liberalen kant oversloeg,
dan nog ware het, mecnen wij eene ijdele ver
wachting te gelooven dat een als conservatief op
getreden ministerieop dien twijfelachtigen steun
leunend, in liberalen zin zou gaan regeeren.
Wij gelooven dat de uitspraakop den 8en Juni
gevallenniet beslissend genoeg geweest is om
een dadelijken invloed op den gang der zaken
daarvan te verwachten. Op zijn hoogst kan men
zeggen dat de balans neiging begint te toonen om
naar den liberalen kant over te slaan. Amsterdam
scbijnt voor de goede zaak gewonnen; misscbien
gelukt het een volgende keer in plaats van den
gepensioneerden admiraal Fabius daar een zesden
liberalen vertegenwoordiger te doen optreden. Alk
maar, vroeger het ertgoed der conservatieve familie
van Foreestwordt thans door twee liberalen ver
tegenwoordigd. Van den anderen kant hopen de
liberalen te Middelburg een volgende keer beter
op te passenen schijnen te Goeswaar de
natuur zelve zich tegen eene herhaalde verlenging
van het mandaat van den hoogbejaarden heer
Saaijmans Vader verzet, - de vrijzinnige begin
selen veld te winnen. Bekwam de liberale candi-
daat in 1871 daar 367 stemmen, thans haalde de
heer de Witt Hamer er 531. Vooruitgang, einde
lijk tot de zege leidend, is ook daar niet onmogelijk.
Wat wij dus te gemoet zien is: voortdu
ring van den toestand die sedert nu bijna een
jaar in het leven geroepen is. Ministerie boven
de partijen of ministerie van zaken, zal het kabi
net-Heemskerk voortgaan de eigenlijke brandende
vraagstukken te ontwijken. Aan wetgevenden. arbeid
behoeft het inmiddels niet te ontbreken. Hooger
onderwijs, spoorwegen, de droogmaking der Zuider
zee, de partieele hervorming van het rechtswezen,
op dat alles kan de arbeid van regeering en ver
tegenwoordiging zich richten terwijl inmiddels de
twee tegenovergestelde partijen, de clericale en de
liberale, zich altijd scherper tegen elkander zullen
keeren, en ten slotte, langzaam maar zeker, de be
slissende strijd zal nadereu. Voor toenadering tot
het clericalisme zullen inmiddels, vertrouwen wij,
de halve tweede kamer, door enkele conservatieven
misschien gesteund, en de meerderheid der eerste
kamer ons bewaren.
Vraagt men of wij dien toestand geruststellend
of bemoedigend vinden, dan luidt ons antwoord
zeer stellig ontkennend. Terwijl van alle zijden
de roep weerklinkt om verbetering van het onderwijs,
terwijl de jaarlijksche verslagen over het onderwijs
een bestendig en schrikwekkend cijfer van school
verzuim aantoonen, terwijl het gebrek aan hulpon
derwijzers altijd toeneemt en zoovele andere be
hoeften onvervuld blijvenzalvreezen wijde
onderwijs-quaestie
ter wille van de school-
quaestieweder van de baan geschoven worden.
Treurig is dat zeker. Met onmogelijke wenschen
of illusiën te koesteren, verbetert men echter een
treurigen toestand niet. De eenige practische wensch
die omtrent het ministerie-Heemskerk gekoesterd kan
worden is, meenen wij: te blijven en werkzaam te
zijn in den meer beperkten kring, waarin het sedert
zijn optreden zich bewogen heëft Indien dit in
waarheid het gevolg der verkiezingen zal wezen,
dan herhalen wij met zooveel te meer recht onze
uitspraakde winnende partij in het kansspel van
den 8en Juni is geweest de heer Heemskerk met
zijne ambtgenooten.
Wij vernemen dat door het bestuur der Nijverheids-
vereeniging alhier pogingen zullen worden aangewend,
om van het gemeentebestuur vergunning te krijgen tot
het plaatsen van adresborden in deze gemeenten.
Het Haagsche Dagblad bevat een antwoord van den
heer mt G-. A. Fokker, op den open brief van den
heer Doorman, van welken wij in ons nommer van Don
derdag een overzicht gaven. In het bijvoegsel van
heden deelen wij dat antwoord in zijn geheel mede.