I Middelburg 9 Juni. De komst van Z. K. H. prins Hendrik werd heden zoowel te Vlissingen als te Middelburg met groote in genomenheid begroet. Yoor het oogenblik moeten wij ons bepalen tot de enkele mededeeling, dat de prins na aankomst te Vlissingen met den gewonen trein van 2.20, vergezeld van de adjudanten graaf van Hogendorp en jhr. Holmberg de Beekfeit, zich onmiddellijk per rijtuig begaf naar de buitenhaven en daar aan boord van het heden middag te ruim 12 uren uit Nieuwediep aangekomen en voor den maildienst van Ylissingen op Engeland bestemde stoomschip „Stad Middelburg." Na aldaar door de Vlissingsche kamer van koophan del en fabrieken gecomplimenteerd te zijn en geruimen tijd vertoefd te hebben, gebruikte Z. K. H. eu gevolg in het nabij gelegen havenstation eenige ververschingen en begaf zich vervolgens per trein van 5.40 naar Mid delburg waar hij door den burgemeester met een kort woord verwelkomd werd en voorts, begroet door een salvo uit het geschut van het driemastschip Utrechten begeleid door het gejubel der menigte, naar de woning van den commissaris des konings reed, om daar in tegenwoordigheid van eenige genoodigden, het diner te gebruiken. Naar ons wordt medegedeeld is ook aan den heer M. Simon Gzneerstaanwezend ingenieur bij de staatspoor weg en te Vlissingen op de Weener tentoon stelling eene onderscheiding, en wel de Fortschritt- medailletoegekend De heer C. F. Korten, van Maastrichtzal Vrijdag 18 Juni des voormiddags te 10 uren eene landbouw kundige voordracht houden te Haamstede en des mid dags te 6 uren van denzelfden dag eene andere te Noord welle. In een in de Staats-courant van heden voorkomende nominatieve opgaaf van gewonde en gesneuvelde Euro- peesche militairen van de expeditionaire macht te Atchin sedert 20 April jl. wordt als gesneuveld opge geven Jan Frederik de Hoop fuselierten gevolge van een lillaschot aan de kruin van het hoofd bij gelegen heid van het opkappen van het terrein te Lamara Oleijloe op 26 April. Het tot stand komen der sproorweglijn Leiden Woerden is thans verzekerd, zonder dat daarbij hulp van 's lands kas vereicht wordt. Benoemingen en beslullen. eereteekenex. Vergunning verleend aan den vuur- stoker 2e klasse E. Hulkenberg, tot het aannemen en dragen van de herinnerings-medaillehem geschonken door Z. M. den keizer van Duitschland, koning van Pruisenwegens het deel nemen aan den Fransch- Duitschen oorlog in 1870/71, en aan J. Stam C. Lagas, C. GoudaC. ZwartG. Visser, K. Vuil, J. Zwart en J. Glasallen visschers te Egmond aan zee, den eerst genoemde tot het aannemen en dragen der gouden, en elk der overigen der zilveren medaille voor mensch- lievend hulpbetoon hun door den maarschalk president der Fransche republiek geschonken. rechterlijke macht. Benoemd tot rechter in de arron- dissements-rechtbank te Rotterdamm'. P. A. J. Bouvin, kantonrechter te Zierikzee. registratie en domeinen. Bepaald dat het kantoor der registratie en domeinen voor het tweede kanton van het zesde arrondissement der provincie Zuid-Holland, thans gevestigd in de gemeente Middelharnismet den len Juli a. gevestigd wordt in de gemeente Sommels- dijk, hoofdplaats van dat kanton. notariaat. Vergunning verleend aan T. W. P. Hof stede, om zijn notarieele standplaats van de gemeente Haren over te brengen naar de gemeente Grootegast. leger. Op pensioen gesteld, op verzoek, de kapi tein C. Ouwendijkmagazijnmeester der artillerie van de le klassete Gorinchemhet bedrag van dat pen sioen .bepaald op f 1020 'sjaars; en hem den rang ver leend van majoor. polderbesturen. Benoemd in de provincie Zeeland tot gezworen van den Anna-Friso-polder H. Leendertse van den Soelekerkepolder P. Dieleman; van den pol der Westerland G. de Jager. hervormde gemeente te Domburg door J. E. Steen bakker Morilijon Loisen predikant te Oud-Beierland. Kerknieuws. De heer G-. J. Autink, candidaat bij het provin ciaal kerkbestuur van Drenthe, heeft voor het beroep bij de hervormde gemeente te Cats bedankt. Bij de Nederduitsche Hervormde gemeente te Rot terdam is beroepen de heer F. A. G. van Hoogen- huize, predikant te Steen wijk. Bedankt voor het beroep bij de Nederduitsche Marine en leger. De officier van gezondheid le klasse L. P. Vlaande ren dienende aan boord van Zr. M\ schroefstoomschip Prinses Maria, wordt met den 12en dezer op nonacti viteit gesteld en met den 13™ daaraanvolgende ver vangen door den officier van gezondheid le klasse H. L. Reeder, terwijl met laatstgenoemden datum de officier van gezondheid le klasse G. F. Rochat, dienende aan boord van Zr. M». wachtschip Amsterdamtijdelijk gedetacheerd wordt aan boord van Zr. M8. raderstoom schip Valk. De luitenant ter zee le klasse E. B. Bonn, dienende als le officier aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Amsterdamwordt met den laatsten Juli a. op nonac- tivïteït gesteld en met den len Augustus daaraanvol gende vervangen door den luitenant ter zee le klasse J. H. de Kanter. Kanstnleuws. Al scheen het ook een weinig vreemd en onhuiselijk, bij helder daglicht op een Juni-avond in een concert zaal bijeen te komen om eene muzikale uitvoering bij te wonentoch hadden de Middelburgsche muzieklief hebbers zich gisteren avond niet laten terughouden van het buitengewoon genot, dat hun door het concert der heeren HillEberle en Kirrwald werd toegezegd. De zaal was goed bezet en mocht ook in den aanvang het ongewone aanzien eener concertzaal vol menschen, zon der gaslichteen eenigszins zonderlingen indruk maken, de heerlijke zang en het voortreffelijke spel der mees ters drongen spoedig iedere gedachte aan iets anders dan aan het geboden kunstgenot op zijde. Plaatsgebrek en verkiezingsdrukte beletten ons aan deze uitvoering zooveel ruimte te wijden als anders onze gewoonte is. Gedeeltelijk mag eene uitvoerige be spreking trouwens overbodig heeten. Wie Carl Hill is, weet ieder die in Middelburg, bijna schreven wij die in Nederland, de kunst liefheeft. Dat hij zich ook gisteren avond weder de volmaakte zanger, de ernstige, diep denkende kunstenaar toonde van altijd, be. twijfelt niemand die hem kent. Kunstenaars als Hill is het onmogelijk, geen goed, geen voortreffelijk kunstwerk te leveren. De kunst gebiedt over hen als eene vor stin, onbeperkt, alles vergend, maar ook mild beloonend. Herinneren wij slechts kortelijk de magistrale voor dracht van het groote bas-aria uit het oratorium Paulus, „Gott sei mir gniidig"het sombere lied van Schubert, „der Wegweiser"; het innige „Es blinkt der Thau" van Rubinsteinwaarbij de bewondering van het publiek in luidruchtige toejuichingen zich uitte, juist een oogen blik te vroeg, om niet de herhaling van den laatsten regeleen wonder van diep doordachte voordracht, - voor sommigen verloren te doen gaan. Voorts Schu mann's Widmung; Schubert's Erlkönig; (wie huiverde nietals verleden jaaronder den spookachtigennach telijken rit?) „Wie bist du, meine Königinwonne- voll" van Brahmseene Spaansche romance en het be roemde „Ich grolle nicht" van Schumann. De storm achtige toejuichingen van het publiek ontlokten den zanger een vurig en krachtig wijnlied als toegift op het programma. Den heer Eberle, den uitstekenden violoncellist, met den zangerigen, zuiveren streek en de keurige techniek, hoorden wij in eene sonate van Mendelssohneen prach tig Adagio von Bargiel en eene liefelijke Romance van Franchomme. Ook hem bewezen de warme toejuichin gen hoezeer zijn spel gewaardeerd werd. De heer Kirrwald had ongetwijfeld de moeilijkste taak van het drietal. Den ganschen avond onder de wapenen, had hij met de piano den zanger en den cellist te be geleiden met dezen laatste gezamenlijk de sonate te spelen en droeg hij bovendien nog als solo 's eene Polonaise en Fantaisie van Chopin en een Rondo brillant van Weber voor. Werd het keurige spel van den heer Kirwald in het accompagnement en duo gewaardeerd, de wijze waarop hij zijne solo 's voordroeg bewees dat zijn veeljarige practijk als muziekdirecteur en onder wijzer aan zijne degelijke techniek nog geen afbreuk heeft gedaan. De avond van gisteren zal als herinnering aan een zeldzaam genot, nog lang door alle muziekliefhebbers dankbaar herdacht worden. Gemengde berichten. De brand te Amsterdam, ons gisteren per telegraaf gemeld, barstte Maandagavond omstreeks half tien bij het opsteken van het licht of tengevolge eener ontplof fing van gas, uit in een manufactuurwinkel op de Lau riersgracht. Het huis werd door vier gezinnen bewoond. Een bakkersknecht, Jan Olie, lag met zijn kind van éen jaar op de bovenste achterkamer gerust te slapen. Men heeft in 't geheel niet aan de slapenden gedacht en eerst omstreeks half elf werden de beide lijken een verdieping lager, gevonden. De twee lichamen waren ongeschonden; de dood heeft dus waarschijnlijk door stikking plaats gehad. De arme vrouw en moederdie zich niet te huis bevond, is radeloos van smart. Ondanks de pogingen met een stoom- en vijf hand spuiten, is het niet gelukt het gebouw te redden. De belendende huizen hebben door het water veel schade geleden. Een oud middel om rupsen te verdelgen is het volgende Men neme sterk zeepsop van groene zeep, doope daarin een kwast of een dot van lappenbevestigd aan een langen stok en wrij ve daarmede het rupsennest in. Daar de rupsen op zekeren tijd van den dag bij elkan der zittenkunnen ze gemakkelijk gedood worden. Een inzender voorspelt in het Utrechtsch Dagblad, op grond van sedert meer dan twintig jaren gedane waarnemingen naar vaste grondslagen voor de geheele maand Juni mooi, bestendig weermet droogte en schra len wind. De schrijver grondt zijne voorspelling op de mede- deelingen van een oud buitenman die dezelfde methode meer dan vijftig jaren in praktijk gebracht en haar over de twaalf maanden van het jaar negen tot elf maal be waarheid gevonden heeft, fiij stelt zieh voor de pro fetie in 't vervolg door middel van het genoemde blad geregeld bekend te maken. In de Singelgracht te Utrecht werd Maandag' een slang opgehaald van 1,1 meter lengte. Het dier werd op het land gebracht en afgemaakt. Tengevolge der door de ingezetenen der gemeente Woudrichem ingebrachte bezwaren tegen de bewaring van de aldaar opgeslagene groote hoeveelheid buskruit, heeft de minister van oorlog bepaald dat deze voorraad, groot 80,000 K. G. naar het fort Loevestein zal worden overgebracht. De burgemeester van 's Hertogenbosch heeft naar aanleiding eener opmerking van een lid van den gemeen tel aad beloofd te doen waken tegen het ter markt brengen van jonge, nog kale vogeltjes en van vogeleieren, het geen in het belang van den landbouw moet worden tegengegaan. Te Waalwijk heeft een marschausséeeen van dolheid verdachten hond willende doodschieten, bij on geluk een in de nabijheid staand koopman geraaktdie aan de gevolgen der verwonding overleden is. De onwillekeurige dader zal wegens dit feit voor den krijgs raad terecht staan. De heer Tetrode te 's Gravenhage, wiens overlij den gisteren door ons vermeld werd, heeft in zijn testa ment bepaald, dat de door hem sedert 25 jaren gevolgde gewoonte om driemaal 'sjaars een lauwerkrans bij het standbeeld van Willem II neder te leggen, door zijne weduwezoolang zij leeftmoet voortgezet worden. De overledene heeft twee maanden vóór zijn dood reeds eene advertentie van zijn overlijden, in den zonderlingen stijl geschreven waarin hij gewoon was zich uit te druk ken, opgemaakt en dïe gp den voorlaatsten dag van zijn leven aan zijne vrouw overhandigd. Morgen (Donderdag) des morgens te 10 uren zal de heer Jeckel te 's Gravenhage in het lokaal „de Vereeniging," op uitnoodiging van het bestuur der ver- eeniging tot bevordering van fabriek en handwerksnij ver heid eene voordracht houden over het door hem gefa briceerd wordende zoogenaamde „hardglas." Uit den boedel van de barones van Heeckeren van Brandsenburgte Utrecht worden dezer dagen verkocht twee koperen kanonnetjes gemerkt „S. v. S. 1656afkomstignaar men wilvan een schip van admiraal de Euyter. De clericaal-gezinde gemeenteraad van Toulouse heeft in November jl. besloten een standbeeld ter eere van de schutsheilige der stad, S. Germaine, op te richten. De nieuwgekozen gemeenteraad heeft echter dit besluit ingetrokkendoch tegen deze intrekking heeft zich nu de prefect van het departement verzet. De raad van state zal over dit geschil moeten beslissendoch daar de perfect niet zonder goedkeuring van den minister van binnenlandsche zaken gehandeld zal hebbenzal zijn verzet wel volgehouden en de heilige Germaine niet van haar monument beroofd worden. Volgens een rapport aan het Engelsche parlement zijn in 1874 in Londen elf personen den hongerdood gestorven, bijna allen door eigen schuld, omdat zij óf te laat hulp zochten in het armenhuis öf te trotsch waren om dit te doen. Ook in Engeland wordt de strijd over het onder wijs gevoerd. Den 4en Juni werd bij twee ministers, den hertog van Richmond en lord San don, eene com missie toegelaten, die zich uit naam der belasting be talende inwoners van Westminster kwam beklagen over de hooge kosten welke voor het onderwijs in Londen besteed worden. Naar hun gevoelen moest op de ste delijke scholen, die slechts begtemd zijn voor kinderen uit de armste volksklasse, niet meer dan het allernood zakelijkste geleerd worden. De ministers gaven echter tot antwoord dat het de bedoeling is het aantal der lagere scholen steeds te vermeerderen tot het in

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 2