Naar wij vernemen wordt Z. K. H. prins Hendrik aanstaanden Woensdag te Vlissingen verwacht. De prins is voornemens des avonds van dien dag alhier aan te komen, den volgenden dag eene vergadering betrek king hebbende op de stoomvaart op Engelandte pre- sideeren en zal waarschijnlijk des Vrijdags weder naar 's Hage terugkeeren. De heer Arnoldts, lid der tweede kamer voor Roer mond, heeft eene circulaire tot alle pastoors en kape laans in zijn district gericht, om hunne ondersteuning bij de verkiezing te verzoeken. Benoemingen en besluiten. eeueteekenen. Toegekend de bij koninklijk besluit van 22 September 1855 ingestelde bronzen medaille, alsmede een loffelijk getnigschriftaan W. H. van Riel, als matroos 3e klasse dienende aan boord van Zr. M". stoomschip Timorals blijk van Zr. M». goedkeuring en tevredenheid wegens de redding van een schepeling van dien bodem op 27 October 1874, ter reede van Edi (Atchin)en aan G. Lodder, te Ridderkerkals blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid wegens de redding van een drenkeling aldaar op 13 April 1875. Onderwijs. De geneeskundige raad van Zuid-Holland heeft in zijne eergisteren gehouden vergadering met algemeene stemmen beslotenzich tot de regeering te wenden met verzoek dat aan de verschillende normaalscholen door deskundigen onderwijs worde gegeven in anatomie en physiologie, voor zoover de kennis dier wetenschappen noodig is voor aanstaande onderwijzers in de gym nastiek. Aan het verslag der Middelburgsche afdeeling van het Nederlandsch schoolverbond, thans overgegaan in eene „zelfstandige Vereeniging tot wering van het schoolverzuim te Middelburg," over 1874 ontleenen wij het volgende: De werkzaamheden bepaalden zich weder tot eene enkele school, namelijk school G. (hoofdonderwijzer de Man.) Aanvankelijk was besloten om het te bearbeiden terrein nu eindelijk uit te breiden tot school Fmaar wederom moest het opgevatte plan opgegeven worden. De hoofdonderwijzer toch verklaarde, dat het school verzuim daar weinig was en dat door hem alle gepaste middelen in het werk werden gesteld om het nog te verminderen. Het aantal leerlingen der school was op 1 Januari 1875 282 jongens en 252 meisjes; te samen 534 leer lingen, tegen 523 in 1874 en 532 in 1873. De statistiek van het schoolverzuim levert zeer be vredigende uitkomsten op. Het algemeen schoolverzuim toch dat in 1873 reeds tot het zeer lage cijfer van 2'Vu pet. was teruggebracht, kon dit in 1874 niet eens bereiken en bedraagt over dat tijdvak slechts V/l0 pet. Opmerkelijk is het, dat de verbetering voornamelijk gevonden wordt bij de meisjes. Of dit een gevolg is van de aanhoudende pogingen der afdeelingom te voorkomen dat men meisjes beneden den leeftijd van 12 jaren huisdiensten laat verrichten, is niet te beoor- deelen. Aangenaam is het echter dat volmondig kan gezegd worden, dat, in tegenstelling met hetgeen vroeger plaats had, de meisjes in 1874 veel beter de school bezocht hebben dan in vorige jaren. Ook ten opzichte van de kundigheden der kinderen die de school verlieten, bestond groote vooruitgang. Deze gunstige uitkomst, waardoor voor de wijkbe- zoekers weinig te doen overbleef, deden de vraag rijzen of de werkzaamheid der afdeeling niet als afgeloopen beschouwd kon worden. De vrees echter dat toename van het schoolverzuim daarvan weder het gevolg zou zijn, deed die vraag ontkennend beantwoorden. Als belooningen werden uitgekeerd aan 8 kinderen een spaarbankboekje met een bedrag van 3.50 en aan 196 kinderen prijzen in geld van 2 tot ƒ0.50 te zamen f 193. Den 30-n Juli had een schoolfeest plaats waaraan 78 leerlingen van school F en 79 leer lingen van school G deelnamen. Deze keer bestond het feest in een rijtoer over de Oranjezon en Oostkapelle naar Domburg en van daar terug. Dit feest gaf aan alle kinderen, ouders en onderwijzers, het grootste ge noegen. Den 6tn Maart werd eene bijeenkomst gehouden ter bespreking van den toestand van het lager onderwijs alhier. Aanleiding daartoe was eene circulaire van het hoofdbestuur, waarin op het nuttige van dergelijke meetings werd gewezen. In de eerste plaats kwam de vraag voor, of het wel wenschelijk was om in het openbaar de gebreken aan te toonendie hier ter stede in het lager onderwijs bestaanof dit geen aanleiding zou geven tot persoonlijkheden, daar toch de school commissie zeer goed weet waar die gebreken schuilen en met loffelijken ijver steeds bezig is om die gebreken, zooveel zij vermag, op te heffen. Algemeen was men van gevoelen dat eene dergelijke meeting geen nut zou stich ten en besloot men voorloopig niet aan den wenseh van het hoofdbestuur te voldoen. Een andere vraag was: of et hniet raadzaam zou zijn, om de belangen van het onderwijs hier ter stede in engeren kring te bespreken bijv.: op eene vergadering van leden der afdeeling, daartoe uitsluitend bijeengeroepen. Dit denkbeeld vond algemeen bijval, zoodat hiertoe besloten werd, waarop de heer mr. A. J. van Deir.se zich bereid verklaarde om het te bespreken onderwerp in te leiden. Deze vergadering was slecht bezet, vooral wat het onderwijzend personeel betreft. Onder de aanwezigen merkte men echter op vertegenwoordigers van het ge meentebestuur zoowel als van het schooltoezicht. Nadat mr. van Deinse het onderwerp had ingeleid, werd door den schoolopzienerden heer m'. C. J. Pické, een donkere schildering geleverd van den toestand van het lager onderwijs hier ter stede. Hij trok krachtig te velde tegen het kweekelingen-systeem, verklaarde dat het personeel hulponderwijzers veel te gering en slecht bezoldigd was en deelde mede dat meer dan éene school alhier den toets van „voldoend" niet kon doorstaan De heer Schorer, burgemeester van Middelburg, wees op den toestand der gemeente-financiën en op hetgeen erniettegenstaande dien minder gunstigen toestand, voor het onderwijs was gedaan, op de geheele verbou wing van school C, de bijbouwing van verschillende lokalen bij school G, de stichting der burgeravondschool, de voorgenomen verbouwing van school E, het ver hoogde minimum der hulponderwijzers-traktementen en in het algemeen op het cijfer dat nu voor het lager onderwijs hier ter stede op de begrooting wordt uitge trokken, vergeleken met dat van vorige jaren. Na langdurige debatten was men het er over eens, dat wel is waar voor het onderwijs in Middelburg reeds veel gedaan was, maar dat nog oneindig meer moest gedaan wordenwilde men den toestand voldoende noemen en sprak men den wensch uitdat doortastende maatregelen tot verbetering zouden genomen worden. Den 31en Maart 1875 werd de algemeene vergadering gehouden, waarvan vroeger in ons blad verslag werd gegevenen waarin besloten werd de afdeeling als zoo danig op te heffen en te doen overgaan in eene zelf standige vereeniging. Yoor die nieuwe vereeniging be dankten 15 leden, terwijl nog drie leden op andere wijze waren afgegaanzoodat zij met 157 leden begon nen is. Aan het einde van haar verslag stelt het bestuur nog de vraag of de leden der afdeeling en de leden van het bestuur allen zoo tegen den leerplicht waren, dat af scheiding daarvan alleen onvermijdelijk was. Het be antwoordt die vraag ontkennend. Zoowel onder de leden als onder het bestuur zijn groote voorstanders van den leerplicht; doch men was overtuigd dat men zich, om zoo te zeggen, de handen gebonden had door het bepaalde in art. 7 van het huishoudelijk reglement, hetgeen, na het voorgevallene op de alge meene vergadering van het schoolverbond te Utrecht gehouden, ten eenenmale onvereenigbaar is met het bepaalde in art. 2 van het algemeen reglement. Een lid van de afdeeling Middelburg, dat de verklaring onderschreven heeft, om nooit pogingen te zullen aan wenden tot verkrijging van leerplicht, kan en mag de verplichting niet op zich nemen om persoonlijk en in eigen kring te zullen medewerkenom de bedoelingen van het verbond waaronder in de eerste plaats, „verkrijging van leerplicht" te helpen be reiken. Yan daar dat alle eenstemmig warenhoewel de meeningen omtrent den „leerplicht" verschilden. Kerknieuws. Tot de algemeene synode der Ned. Herv. kerk zijn afgevaardigd: de heeren jh*. W. F. Trip vanZoutland, pred. te Hattem; jhr. C. A. H. Mollerus, oud. te Arn hem; G. Molenkamp, pred. te Delft; L. van Koetsveld, oud-oud. te Rotterdam; G. van Duyl Gz.pred. te Broek in Waterlanddr. C. G. van Reekenoud. te Haarlem; C. T. Zeeman, pred. te Zonnemaire; jhr. m'. M. Schuurbeque Boeije, oud-oud. te Zierikzee; J. C. Verhoeff, pred. te Utrecht; dr. J. P. Escher, pred. te Dronrijp; dr. S. K. Thoden van Velzen, pred. te Leeuwarden; A. A. A. Molhuyzenpred. te Vollenho ven; dr. A. T. Reitsma, pred. te Groningen; dr. H Huysers, pred. te Farsum; dr. J. K. Koch, pred. te 'sHertogenboschG- W. van Eerde, pred. te Wester- bork; J. van der Veen Az., oud-oud. te Hoogeveen en tot leden der commissie tot de zaken der Waalsche kerken: de heeren J. J. L. Luti, pred. te Middelburg, en de ouderling Plato. Marine en leger. In deze week zal de ambulance voor het kamp bij Soesterberg in gereedheid gebracht worden, waartoe het noodige materieel door 's rijks hospitaal te Utrecht wordt verstrekt. De luitenant Kleijnhens is belast met het bevel over het detachement van het bataljon mineurs en sappeurs, dat met het in orde brengen van het genoemde kamp belast is en daartoe heden derwaarts gaat. Zr. M'. raderstoomschip Merapi, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee J. Trompis in den voormiddag van den 50n dezer van de reede van Hel- levoetsluis vertrokkenter opvolging zijner bestemming naar Atchin. Kunstnlcuws. Volgens het verslag over het jaar 1874, uitgebracht ter algemeene vergadering te Haarlem, is de Maatschappij tot bevordering der toonkunst in ledental en aantal afdeelingen toegenomen. De afdeeling Arnhem werd ontbondente Alkmaar en Leiden werden twee nieuwe opgericht. Voor de Vereeniging voor de muziekge schiedenis van Noord-Nederland wordt opnieuw finan- cieele ondersteuning gevraagd, daar dit werk steeds aanzienlijke uitgaven vordert. Gemengde berichten. Een paar bezoekers eener herberg hebben gisteren nacht te Vlissingen zulk een rumoer gemaakt dat de politie er zich eerst mede moest bemoeien en daarna, tengevolge van het verzet der levenmakers, verplicht was hen in arrest te brengen en procesverbaal tegen hen op te maken. Reeds vroeger werd gemeld dat Erie Mackay, negende lord Reay, in het pairschap van Schotland, het hoofd van een der voornaamste en meest bekende Clans in de Schotsche hooglanden, overleden is. In vroeger dagen hadden de Mackay's een groot deel van de graafschappen van Sutherland en Caithness in eigen dom, dat thans hoofdzakelijk aan den hertog van Su therland behoort, in vroeger eeuwen bekend stond als: Lord Reay's Country. De nu overleden edelman was 60 jaren oud en de jongste, eenig overgebleven zoon van Alexander, de achtste lord Reay. In 1863 erfde lip in de rechten zijn vaderswaartoe de vertegen woordiging van zijn Clan behoort. .De lord bleef onge huwd en zijne titels en rechten gaan nu over op baron Mackay, te 's Gravenbageminister van staat, vice- president van den raad van state, de oudste levende man nelijke afstammeling van John, de tweede lord Reay, die ongeveer twee eeuwen geleden stierf. De nieuwe lord is geboren in het jaar 1806en huwde in 1837 met mejonkv. Maria Catherine Fagel, bij wie hij twee zoons heeft. Te 's Gravenhage bestaat plan om eene vereeniging tot bevordering der geschiktheid van het dienstboden- personeel op te richten. Als middel daartoe zal in de eerste plaats de instelling van een informatie-bureau worden aangewend. De vereeniging „Nimrod" heeft Zaterdag in het park Tivoli, te Utrecht, hare tentoonstelling van hon den geopend. Een 400 tal fraaie beesten zijn tentoon gesteld, o. a. ook ingezonden door den beschermheer der vereeniging Z. K. H. den prins van Oranje en Z. K. H. prins Hendrik. Donderdag kwam nog een koopman uit Parijsmet een 25tal schoone exemplaren waarvan terstond 10 stuks werden aangekocht. Ter eere der opening op eergisterenwas er matinée. De heer P. Glavimans, te IJselmonde is voor 8 windhonden met de gouden medailleuitgeloofd door den prins van Oranje, bekroond. Uit Berlijn wordt de volgende bijzonderheid ge meld. De tribune, bestemd voor de verslaggevers van de dagbladen, heeft dezer dagen een vaste bezoekster verkregen. Eene jonge dame, die reeds gedurende ge- ruimen tijd de zittingen van het huis bij woont en een stenographisch verslag van het verhandelde maaktheeft vergunning gevraagd en verkregen om plaats te nemen op de tribune van de journalisten. In de zittingop 3 dezer gehouden, heeft zij voor het eerst gebruik ge maakt van die vergunning. Zij is geen D ui tsehe, maar een Amerikaansche dame. Er bestaat plan om de kolossale monoliethbe kend onder den naam van Naald van Cleopatra, die zichhalf in het zand gezonkenin een voorstad van Alexandrië bevindt', naar Engeland over te brengen. Daar het vervoer van dit ontzaglijk zware stuk met groote moeielijkheden zal gepaard gaanheeft men plannen gemaakt, om zooveel mogelijk vergemakkelijking te kunnen hebben. Vooreerst wil men den vierkanten vorm van den obe lisk veranderen in een rondendoor een rond bekleedsel van zwaar hout om het stuk aan te brengen. Deze houten doos, als men dit zoo mag noemen, zal stukje voor stukje om den monolieth worden geslagenen de zaudmassa zal slechts bij gedeelten van den monolieth worden weggegraven. Door het houten omkleedsel zal de massa in zwaarte vermeerderen, doch zal de speci fieke zwaarte verminderenzoodat zij op het water zal kunnen drijven. Om die massa drijvend te kunnen maken, moet de diameter van den obeliskdie nu ongeveer 8 voet be draagt, tot 20 voet worden vermeerderd. Om op het i water een horizontale drijving te behouden, moet aan

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 2