r 134.
MIDDELBURGSCHE
Dinsdag
COURANT.
8 Juni.
1875,
J. P. R. Tak van Poortvliet,
Mr. M. J. de Witt Hamer,
Middelburg 7 Juni.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascn- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50.
Wij herinneren onze kiesbevoegde lezers zoo hier
ter stede als in alle gemeenten der kiesdistricten
Middelburg en Goes dat morgen (Dinsdag) tusschen
9 uren des voormiddags en 5 uren des namiddags
op het raadhuis hunner gemeente de inlevering
moet plaats hebben der biljetten voor de verkiezing
van leden der tweede kamer.
Eene laatste opwekking tot plichtsbetrachting
schijnt niet overbodig. Er wordt, ook in het dis
trict Middelburg, door de tegenpartij zeer krachtig
gewerkt. Ook beschikt zij, die den godsdienst en
een aantal zijner dienaren tot hare ondersteuning
bezigt, over middelen welke de liberale partij, zich
alleen op het gezond verstand en het rechtvaardig
oordeel der kiezers beroepend, niet kan aanwenden.
Men misleide zich daarom niet, Eene nederlaag,
bij verrassing door ons aan de stembus geleden,
zou diep beschamend wezen.
Afgescheiden van de kansen van overwinning of
nederlaag, kan niemand het voor zijn geweten en
zijn vaderland verantwoorden indien hij zich van
zijn kiezersplicht onthoudt. Men is burger van den
staat, men betaalt belasting, men onderwerpt zich
aan honderd verplichtingendie het staatsburger
schap ons oplegt. Zal men zich dan onttrekken
aan het recht, dat ons tegenover al die plichten
toegekend wordt, om voor ons deel invloed uit te
oefenen op het bestuur en de wetgeving van ons
land? Zal men de plichten, aan welke men door
dwangmiddelen gehouden wordt, nakomen en het
recht, waarvan wij slechts aan ons geweten verant
woording schuldig zijn, verwaarloozen Schande
over ukiezers, indien het zoo ware
Getuigt bij de stembus voor uwe gevoelens
Geeft den afgevaardigde voor Middelburg,
het bewijs dat zijn werk en de wijze waarop hij
zijn ambt vervult door u op prijs gesteld wordt.
Toont den candidaat voor Goes,
dat gij aan zijn ijver en aan zijne bekwaamheid de
belangen van u en uw land met ernst en vertrou
wen opdraagt.
Wij hebben ons niet bijzonder gehaast om melding
te maken van hetgeen door jhr. mr. C. de Jonge is
aangevoerd om duidelijk te maken waarom zijn naam
genoot, de heer de Jonge van Zierikzee, die twee jaren
geleden door hem en zijne politieke geestverwanten
voor het lidmaatschap der tweede kamer uitdrukkelijk
werd afgewezen, zich thans in de ondersteuning dier
partij mag verheugen. Bijzondere haast was er dan
ook niet bij. In den verkiezingstijd heeft gewoonlijk
iedere dag genoeg aan zijn eigen werk. Bovendien
koesteren wij volstrekt geen vrees dat iemanddie zich
de moeite geeft een oogenblik na te denken, door den
heer d. J. overtuigd zal worden dat hij nu anders
stemmen moet dan hij vóór twee jaren gedaan heeft.
Twee jaren geledenzegt de heer d. J.was grond
wetswijziging de eisch der antirevolutionaire partij-
thans niet meer. Over welk gedeelte der anti-revolu
tionaire partij spreekt de heer d. J.? Het kan hem
toch niet onbekend zijn dat de grondwetswijziging, voor
de Standaard een „vernageld kanondoor een deel
harer geestverwanten nog niet op zijde gezet is, en
dat de heer Groen van Prinsterer van den eisch afstand
heeft gedaan, niet dewijl hij dien thans als niet meer
gerechtvaardigd beschouwt, maar op grond dat hij nu
eene wijziging in nog zooveel andere artikelen, be
halve artikel 194, der grondwet noodig acht, dat
eene zoo belangrijke omkeering van ons staatsrecht
hem op het oogenblik toch onbereikbaar doorkomt. In
hoeverre die redeneering logisch is, gaat ons nu niet
aan. Maar zeker mag gezegd worden dat het beginsel
der grondwetsherziening door de anti-revolutionaire partij
in haar geheel op dit oogenblik wel verzwegen, niet
opgegeven wordt.
Het restitutiestelselzegt de heer de J. verderwordt
niet door alle anti-revolutionairen verdedigd. Volkomen
juist; maar het doel dat het restitutiestelsel beoogt te
bereiken, „ondersteuning van het bijzonder onder
wijs teneinde het in staat te stellen de mededinging
met het staats- (lees: gemeentelijk) onderwijs vol te
houden", wordt door nagenoeg alle anti-revolutionai
ren onder verschillende vormengeëischt. Ook zou
men met de bewering dat het restitutiestelsel thans is
opgegevenniet bij de Standaard moeten aankomen.
Het blad was in staat om dadelijk alweder eene nieuwe
„reeks" artikelen te openen, waarin misschien betoogd
zou worden dat in alle landen ter wereld „gerestitueerd"
wordt, maar in Nederland alleen de staat, die goed
onderwijs zonder vermenging met godsdienstige leerstel
lingen verzekeren wilgeen betaling verstrekt aan hen
die godsdienstig onderwijs in de eerste plaats op de
volksschool willen brengen.
In ieder geval lezen wij nog, is van de tegenwoor
dige regeering noch grondwetsherziening, noch restitu
tiestelsel te verwachten Een zonderlinge manier dan
zouden wij meeneneene partij in de tweede kamer te
versterken, waarvan de eene helft grondwetsherziening
wenscht, zoodra de omstandighed j het toelaten, de
andere helft het restitutiestelsel niet opheeft
Tot welke der beide fractiën behoort de candidaat,
welke thans door jden heer d. J. verdedigd, vóór twee
jaren door hem bestreden werd? Niemand weet het
te zeggen. In een brief aan de Middelburgsche kiezers,
van het centraal bureau der anti-revolutionaire partij
te Utrecht waarschijnlijk uitgegaanalthans in die
stad gedrukt en verzondenlezen wij alleen dat hij
eene plaats verdient nevens dr Kuyperden verdediger
van bet restitutiestelsel. De candidaat zelf heeft zich
over zijne gevoelens niet uitgelaten. Behoort hij wel
licht tot eene andere, nog onbekende fractie die, noch
aan het eene noch aan het andere denkbeeld vasthou
dende, bereid is aan te nemen wat door den minister
Heemskerk wordt aangeboden
Wij vreezen het laatste, dewijl de heer Heemskerk
reeds in 1868 heeft getoond niets anders te kunnen
aanbieden dan wat de openbare school benadeelen moet.
Maar in dat geval misleidt men hen, die meenen in
den heer de Jonge iemand ter kamer af te vaardigen
die de anti-revolutionaire beginselen belijdt.
Een weinig meer oprechtheid en eerlijkheid was,
meenen wij bij den verkiezingsstrijd niet overbodig.
Meer en meer schijnt het in gebruik te komen bij
onze tegenpartij althans de kiezers als stemmachines
te beschouwen, wien men slechts een naam, ter invul
ling op hun stembiljet, heeft op te geven. Van den
candidaat zelf verneemt men geen woord. De beginselen
door anderen van hem verkondigdzijn óf zoo alge
meen dat men er niets aan heeft, óf zij worden weêr-
sproken door het feit dat personenwier gevoelens ten
aanzien der gewichtigste onderwerpen ver uiteenloopen,
antirevolutionairen, ultramontanenconservatieven wel
licht die voor weinig tijds den candidaat met kracht
bestredenhem ondersteunen. Tracht iemand in die
duisternis eenig licht te ontsteken door het een en ander
omtrent den persoon van den candidaat, omtrent zijn
verleden en zijn werkenmede te deelendan gaat van
alle kanten een storm op. „Geen personaliteiten!" zoo
klinkt het. Intusschen wordt op den heftigsten aller
hartstochten, op de godsdienstige gevoelens der kiezers
gespeculeerd. „Christusbelijder", zoo noemt men in
ongeteekende circulaires den candidaat dien men voor
spreekt; „spotters met den godsdienst" de tegenpartij.
Wie iets wenscht te weten omtrent de plannen met
welke de candidaat naar den Haag denkt te gaan om
aar aan 'slands wetgeving deel te nemen, moet maar
zien dat hij 't verneemt van de raadgevers, die door 't
zoo vurig aanbevolene en zoo trouw in practijk ge
brachte „persoonlijk bezoek", de stemming in de ge-
wenschte richting trachten te leiden. Aan stichtelijke
inlichtingen omtrent den candidaat der „liberalisten"
zal 't daarbij niet ontbreken
Dit alles, die minachting tegenover de kiezers, dat
gebrek aan vertrouwen in hun gezond oordeeldat
„bewerken", dat schermen met groote, holle woorden,
die tot de zaak niets doen, maar de oogen verblinden
en de hartstochten opwekken, vinden wij diep treurig.
Maar treuriger nog is het, te zien welke drogredenen,
door welke zelfmisleiding anderenwien het niet aan
kennis of gezond oordeel ontbreektzich zoeken diets
te maken dat zij, nu steunende wat zij voor twee jaren
bestredentoch geen ontrouw aan beginselengeen
afbreuk aan de waardigheid van eigen karakter plegen.
Door het Vaderland worden op het laatste oogen
blik de fusie-plannen, voor den Haag althans, vaar
wel gezegd. Tegenover de nevelen, waarin de heer
Wintgens zich gehuld heeft en aan welke hij de candi-
datuur van alle Haagsche kiesvereenigingen zonder
onderscheid van richting te danken heeft, verklaart
het blad die candidatuur niet te kunnen ondersteunen
en raadt het de liberale kiezers, door het inleveren
van blanco biljetten, te protesteeren.
Het gelukkige resultaat van de mislukking der pogin
gen tot fusie te Amsterdamis dat het Handelsblad,
met de geheele liberale partijthans op vasten bodem
staat om de heeren van Reenen en 's Jacobwegens
flauwheid en besluiteloosheid, te bestrijden. Van
clericale neigingen verdenkt niemand die beide aftre
dende leden. Maar zij zien het gevaar dier neigingen
niet genoeg in om ze met kracht tegen te gaan.
Daarom wenscht men hen te vervangen door stand
vastige liberalen als de oud-minister de Vries en de
heer Vening Meinesz. Van die candidaten verwacht
het Handelsblad, en wij geven met volle overtuiging
aan die woorden eene algemeene beteekenis voor de
verkiezingen: „krachtige handhaving van de onzijdig
heid van den staat tegenover de kerkgenootschappen;
geen omverwerping van het tegenwoordige
ministerie, maar het te brengen op den weg van
bezadigden vooruitgang."
Staat van brievengeadresseerd aan onbekenden,
verzonden door het postkantoor Middelburgge
durende de le helft der maand MeiJ. van LierAmster
dam; G. J. Vos, Harlingen; Mej. D. van Zon, Rotterdam;
P. de Loos, Stavenisse; P. Maks, Harlingen.
Niettegenstaande het weder gisteren avond niet uit
lokkend mocht heeten om in den tuin van het Schut
tershof alhier het derde volksconcert van het harmo
niegezelschap Accelerando bij te wonen, werd dit toch
door 550 personen bezocht. Bijzondere vermelding
verdient de jongeheer J. J. Geijp jr.die door de loffe
lijke uitvoering van de „Anna-polka," solo voor piston,
algemeenen bijval verwierf. Ook met de uitvoering
van het door den heer J. F. Liesoy gearrangeerde „Sou
venir de Magenta" toonden de aanwezigen hunne inge
nomenheid.
Het besluit van burgemeester en wethouders van
Middelburg van den 17en April jl.waarbij bepaald
werd dat alle op de openbare straten of wegen loopende
honden van een ijzeren of koperen muilkorf moesten
voorzien zijn, is thans ingetrokken.
Gisteren middag omstreeks 12 uren arriveerde te
Vlissingen weder een pleiziertrein. Ruim twee honderd
van onze Belgische buren, meerendeels van Groot en
klein Wilford, per spoor tot Neuzen en van daar per
stoomboot Zeelandia naar Vlissingen vervoerd, brachten
aldaar een bezoek. Vergezeld van hunne muziekkorp
sen wandelden zij door de stad, brachten eene hulde
aan den burgemeester en voerden eenige muziekstukken
uit voor de Belgische sociëteit. Ten 4J uur vertrokken
zij weder van daar.