MIDDELBURGSCHE
COURANT.
1875,
laandag
7 Juni
r 133.
Middelburg 5 Juni.
Mr. J. P. R. TAK VAN POORTVLIET.
Dit Wad verschijnt dagelijks met nitzondering van den Zondag, den 2eu Paascn- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m,., franco is f 3.50.
BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL,
bevattende: vervolg Buitenland, een Ingezonden stuk
van een rustend landbouwer over de verkiezing te Goes
en vervolg Advertentiën.
DE VERKIEZINGEN.
Nog twee dagen scheiden ons van den dag der
verkiezingen. Werpen wij een laatsten hlik op het
tooneel en de kansen van den strijd.
Wij hebben bij deze gelegenheid, voor zooveel
de twee Zeeuwsche kies-districten betreft waar
stemming plaats moet grijpen, onze pogingen voor
namelijk bepaald tot het persoonlijk gebied. Het
kiesrecht toch is niet een afgetrokken begripmaar
lost zich op in eene keus van personen. Een af
gevaardigde met wiens beginselen men zich veree-
nigt, doch die door lichamelijke of verstandelijke
ongeschiktheid buiten staat is om die beginselen
met nadruk en gunstig gevolg in 's lands vertegen
woordiging voor te staankan onmogelijk voor eene
herkiezing in aanmerking komen. Beginselen, niet
gepaard aan bekwaamheid, geven aan een volks-
vei'tegenwoordiger slechts luttele waarde. Geen
stern-machines maar denkende en handelende man
nen hebben wij noodig om aan de wetgeving van
ons land een waardig en nuttig deel te nemen.
Aan dit plan getrouw, hebber wij uit de offi-
cieele stukken aangetoond wat de aftredende afge
vaardigden voor Middelburg en Goes in de tweede
kamer verricht en gesproken hebben. Dat wij
daarbij eerlijk tegenover onze tegenpartij zijn te
werk gegaanwerd door haar zelve erkend. Men
zie het Haagsche Dagblad van den 27en Mei
Of de lof ons daarin toegezwaaid oprecht gemeend
of ironisch wasis ons vrij onverschillig. Wij
waren aan cle kiezers de waarheid verschuldigd.
Zijn de Goesche kiezers, na hetgeen zij van hun
afgevaardigde hebben medegedeeld en wat door
niemand op eenigszins afdoende wijze weersproken
is, van oordeel dat een afgevaardigdedie spreekt,
werkt en handelt als de heer Saaijmans Vader,
een geschikt en bekwaam behartiger van hunne en
van 's lands belangen isdan moeten zij hem weder
naar den Haag zendenwaar het in 't belang zijner
partij te hopen is dat hij niet weder hij vergissing
verkeerde deuren zal ingaan, of door haithoorend-
heid bij abuis zijn stem zal voegen bij die der be
strijders van een ministerie, dat hij heet te onder
steunen. Geloofden de Middelburgsche kiezers dat
een man als de heer Tak van Poortvliet, die aan
Zeeland diensten bewezen heeft welke nimmer ver
geten behooren te wordendie wat de algemeene
belangen des lands betreft tot de bekwaamste en
ijverigste leden der kamer behoort, (nog gisteren
bevatte de Staats-courant in eene gewichtige benoe
ming het bewijs welke hooge waarde ook door de
tegenwoordige regeering aan zijne talenten wordt
gehecht), geloofden zij dat zulk een man niet
langer met de vertegenwoordiging der belangen
yan land en gewest behoorde belast te worden,
dan zouden zij iemand anders moeten kiezen. Die
laatste veronderstelling lijkt ons echter te onge
rijmd om er een oogenblik bij stil te staan.
Onze tegenpartij heeft omtrent hetgeen bij de
verkiezingen ter sprake komt, eene andere opvat-
ring. „Bedenkt dat het wel of het wee van het
vaderland niet van de persoonlijkheid van den can-
didaat, maar vooral van zijne richting afhangt."
Zoo sprak de Nieuwe Goessche courant in haar
nommer van gisteren. Of de mandien gij naar den
Haag zendt, oud af jong, bekwaam of onhandig,
werkeloos of ijverig is, het doet er niet toe, als
hij maar „zuiver in de leer" is. De heeren daar
ginds zullen hem wel zeggen hoe hij stemmen moet.
Nu, als men zoo redeneert, dan kan men ver
komen. Wanneer iemand niet meer beoordeeld
moet worden naar zijne daden, maar naar hetgeen
een ander ons verzekert omtrent zijne gevoelens,
het is toch in Nederland niet gebruikelijk dat can-
didaten hij verkiezingen zelf optreden om aan de
kiezers mede te deelen hoe zij over verschillende
quaestiën denken, dan wordt eene verkiezing
inderdaad geheel het werk van hen die het hardst
drijven en schreeuwen. Men moet eene diepe min
achting voor de kiezers koesteren om zoo iets te
durven beweren.
Een woord echter, daar wij ook op dit terrein
den kamp niet schuwen, over beginselen.
Het hoofdpunt, waarover strijd gevoerd wordt,
is -de openbhre school. Een kabaal wordt tegen
de liberale partij opgezet alsof zijdoor aan de
kinderen allerlei boosheid en ongeloof in te prenten,
den godsdienst in de toekomst wilde ondermijnen.
Men verzwijgt echter dat deze volksschool, waar
geen godsdienst onderwezen kan worden omdat
kinderen van allerlei geloofsbelijdenis er toegang
op moeten hebbengeen nieuwigheidgeen uit
vinding van de liberalen van onzen tijd is, maar
sedert bijna zeventig jaren bestaat. Wat verhaald
wordt van prediking der moderne leer door de
ouderwijzers op de scholenberust bijna uitsluitend
op leugen of overdrijving. De onderwijzers hebben
wel wat anders te doen; zij worden door school-
commissiën van allerlei gezindte te nauwlettend op
de vingers gezienom zich niet te onthouden van
godsdienstige propaganda.
Wat is echter het geval? De kerkelijke partijen
zien dat het overwicht haar ontgliptdat de macht
harer vijandinnenontwikkeling en algemeene ken
nis, altijd en snel vooruitgaande tengevolge van
het steeds zich uitbreidend onderling verkeer dei-
volken, haar te sterk is. Konduit erkent de Stan
daard dat het meest ontwikkelde deel der natie,
de rechterlijke macht, de magistratuur, de pers,
de onderwijzers van hoogeren en lageren rang, de
mannen der wetenschapgrootendeels tot hare tegen
partij behooren. Dat ook de onderwijzers zich hij
dat meer ontwikkelde deel aansluiten is een feit,
dat door geen staatkundige partij ter wereld tegen
te houden is. Het eenige wat men van henvol
gens de wet, mag eischen, is dat zij zich onthouden
van onderwijsdat aan anderen aanstoot geven
kan. Voor het overige behoort het leeren van den
godsdienst tot het gebied der kerk.
De kerkelijke partijen echter zijn het, die het
onderwijs onder hare macht willen brengen en het
als middel tot voortplanting harer begrippen willen
gebruiken. Zich aan den ontwikkelingsgang der
menschlieid in den weg stellende, willen zij aan
de Kinderen begrippen inprenten diezij zeiven
erkennen het, bij de meest ontwikkelde volwasse
nen geen ingang meer vinden.
Ziedaar, tot baar eenvoudigsten vorm herleid,
wat men de onderwijs-quaestie noemt. Men ont-
veinze zich het gevaar niet. De kerkelijke par
tijen zijn machtighaar invloed op het volk is groot.
Ontsteld door haar groote woorden, terugdeinzend
voor schrikbeelden als gewetensdwang, onderdruk
king der minderheden enz., waarmede zij scher
men gevoelt wellicht een gemoedelijk man eenige
aarzeling of het niet noodig is haar iets toe te geven.
Men vergete echter niet dat goed onderwijs, meer
algemeen verspreid vooral onder de lagere klassen,
een van de eerste voorwaarden voor het behoud
onzer maatschappij is. Daartoe kan men alleen
geraken indien de staat, zijn plicht vervullend van
voor het behoud der maatschappij te waken, al
zijne krachten en zorgen aan het volksonderwijs
besteedt. Ziedaar waarom wij geen enkelen stap
terug, maar altijd vooruit willen. Al wat aan het
openhaar onderwijs nadeel kan toebrengen, is een
aanslag op het leven onzer maatschappij.
Omtrent de overige beginselen der liberale partij
kunnen wij kort zijn. Dat Nederland, voor een
goed deel zijner staatsuitgaven afhankelijk van de
wisselvallige voordeelen die het uit zijne koloniën
trektmoet uitzien naar middelen om door verbete
ring van zijn belastingwezen zijne hulpbronnen uit
te breidenis een dier beginselen. Dat Nederland, in
onzen tijd van gewapenden vrede, omringd door natiën
bij welke een groote militaire macht door oproeping
van alle burgei-s onderhouden wordt, gedwongen
zal zijn om, tot behoud zijner onafhankelijkheid,
dienzelfden weg op te gaan, is eene andere waar
heid, die door ons erkend wordt. Dat Nederland
zich niet kan onttrekken aan de algemeene beweging
van onzen tijd om op staathuishoudkundig gebied te
trachten de belangen 'der verschillende standen met
elkander in overeenstemming te brengen, indien
noodig door tusschenkomst van den staat, is almede
een beginsel der liberale partij. Juister zoude het
zijn te zeggen dat iedere partijdie het welzijn
van haar vaderland bevorderen wil, tot de opvol
ging dier beginselen genoodzaakt is. Het beste
bewijs daarvoor is dat het tegenwoordige ministerie,
conservatief als het zich noemt, in depraetijknaar
geen andere grondslagen te werk gaat.
Hoofdquaestie blijft echter het onderwijs. Voor
dit gewichtigste aller volksbelangen zien wij in den
heer Tak van Poortvliet een voorstander, die als
secretaris der schoolcommissie te 's Gravenhage ook
op dit bijzonder gebied zijn ijver en zijne bekwaam
heden aan den dag beeft gelegd. Van den heer
de Witt Hamer, den candidaat der liberalen te
Goesis geen mindere onverzettelijkheid in de ver
dediging der openbare school te verwachten.
De heeren de Jonge en Saaijmans Vader treden
daarentegen op als candidaten der anti-revolutio
naire partijwelkeook blijkens hare overal ver
spreid wordende strooibiljetten en circulaires, de
bestrijding der volksschool (de godsdienstlooze, de
eenige die in ons land mogelijk is en vruchten
dragen kan) in hare banier voert.
Daarom, kiezers! die het wel meent met uw
vaderland en die het gewicht van het oogenblik,
ook voor de toekomst, inziet, dringen wij er bij
u op aan om aanstaanden Dinsdag eenparig en
trouw ter stembus te komen. Onze tegenpartij
ontziet geen middelen. Predikanten en pastoors
het wordt ons door burgemeesters van gemeenten
medegedeeld dragen zorg voor het verspreiden
van strooibiljetten en voor het op andere wijze
„bewerken" der kiezers. Toont u mannen en
handelt volgens eigen overtuiging! Verlangt dat
ook bij hen, wien gij de gewichtige taak opdraagt
van uwe belangen in 's lands vertegenwoordiging
te behartigen. Kiest voor het district Middelburg
het aftredende lid, dat met zooveel eer liet hem
gegeven mandaat vervuld heeft,
Kiezers van Goes! geeft aan uwen vertegen
woordiger, die waarlijk niet in staat is uwe belan-