MIDDELBURGSCHE
COURANT.
m i3o.
Donderdag
1875.
3 Juni.
Middelburg 2 Juni.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2eB Paasen- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50.
De lezing der Nieuwe Goesche courant van gisteren
was voor ons eene bron van verrassingen. Aan het
hoofd van het blad vond men een opstel over „hetgeen
men van de conservatieven verwachten mag." Dat
artikel bevatte juist geen nieuws. Het oude „.afgezaagde
betoog dat de conservatieven eigenlijk de ware liberalen
zijn en dat zij, die zich dezen laatsten naam geven, dien
van „radicalen" behooren te dragen en het verst van
de ware vrijzinnigheid verwijderd zijn.
Voorts een aantooning der groote werkzaamheid van
het ministerie-Heemskerk. Daarna eene uiteenzetting van
zoogenaamd „conservatieve" beginselenzoo vaag en
onbepaald dat men zijn verstand verloren zou moeten
hebben om er zich niet mede te vereenigen. Wie
toch verlangt niet „geleidelijke wijziging van wat
wijziging noodig blijkt te hebben?" Wie wenseht den
at*at te doen ingrijpen in hetgeen „aan de particuliere
irkracht kan worden overgelaten?" Wie in Neder
wil de grondwet niet handhaven zooals zij ge
keven werdtotdat zij bij gebleken noodzakelijk-
herzien zal zijn? Wie verlangt in het beheer
koloniën de belangen van industrieelen te bevorde-
ten koste van die der inlandsche bevolking en
(-van het moederland?
dt alles zijn, gelijk men in 't dagelijksche leven
„waarheden als molensteenen," tot welker erken-
men liberaal noch conservatief behoeft te heeten,
I alleen een weinig gezond verstand heeft te bezit-
Toch verheugt de N. G. Ct. zich in het bewust-
dat die eenvoudige waarheden de hoofdkenmerken
der conservatieve richtingen dat de voorstanders
richting zijn „de ware liberalen, de ware voor
standers van vrijheid, recht en orde."
Aan ingenomenheid met zich zelve, aan het bewust
zijn van eigen gerechtigheidwij merkten het vroe
ger reeds op, ontbreekt het deze partij allerminst.
De bevoegdheid om dat telkens opnieuw van de daken
te verkondigenwillen wij haar echter niet betwisten.
„Het recht om zich zelf te herhalenzeide Thor-
becke eensis van alle rechten een der meest onbe
twistbare." Verrassend was echter voor ons de wending,
waarmede de N. G. Ct. van deze zelfverheerlijking
overging tot eene aanbeveling van den heer Saaijmans
Vader, op grond dat hij „gedurende zijne negenjarige
loopbaan getoond heeft die beginselen voor te staan."
Wij meenden dat bij deze verkiezing, bij de ver
kiezing voor het hoofd kiesdistrict Goesdoor de bestrij
ders van den heer Vader iets anders ter sprake
was gebracht dan eenige beginselenzoo algemeen en
onbepaald, dat ieder zich er bij kan nederleggen.
Wij meenden dat de heer Vader beschuldigd was
een ongeschikt volksvertegenwoordiger te zijnniet
slechts van het standpunt der liberale partij, maar van
het standpunt van elke partij, die ijver, bekwaamheid
en persoonlijken invloed, op talenten gegrond, bij hare
woordvoerders verlangt. Wij meenden dat gevraagd
was of de heer Vader die, als hij in de 2' kamer het
woord voert, de belangen welke hij meent voor te staan
vaak benadeeltdie door conservatieve ministers
op zijne vragen en opmerkingen met een schouderop
halen wordt bejegend, en door de vertegenwoordigers
der anti-revolutionaire partij, alleen gelaten
wordt, of deze volksvertegenwoordiger langer in
aanmerking kon komen om door Goes ter kamer te
worden afgevaardigd? Op al deze vragen ontvangen
wij geen woord tot bescheid. Van deze beschul
digingen wordt geen enkele wederlegd. De kiezers
krijgen een programma te lezen, zoo vaag dat iedere
partij er zich mede vereenigen kan. Zij vernemen ver
volgens zonder nader bewijs, dat de heer Vader dat
programma negen jaren heeft voorgestaan en worden
ten slotte uitgenoodigd weder op hem te stemmen.
Gelooft de N. G. Ct. waarlijk dat hare lezers niets
anders onder de oogen krijgen), dan hetgeen door haar
zelve geschreven wordt? Of acht zij hare overwinning
bij de stembus zoo volkomen verzekerd, dat zij het
onnoodig oordeelt de bezwaren, tegen haar candidaat
ingebracht, te ontzenuwen?
Wij waren echter niet aan het einde onzer verras
singen. Pas hadden wij de lezing achter den rug van
het opstel waarin alle staatspartijen werden terugge
bracht tot twee, de radicale en de anti-radicale, en
waarin onder deze laatste zuste.iijk vereenigd worden
de meest uiteenloopende denkwijzen, het conservatisme
b. v. van een van Eeenen, het ultramontanisme van
een Kerens de Wylré en de anti-revolutionaire richting
van den heer Kuyperof wij vonden in hetzelfde blad
een artikel, waarin het recht om den godsdienst te
mengen in de verkiezingspolemiek gehandhaafd wordt
op grond vanhet droit divin! Ons werd daarin
gevraagd of wij wel eens hebben hooren gewagen van
dat droit divindat de grondslag is der anti-revolutio
naire richting, en op grond van welk recht de N. G.
Ct. zich voorbehoudt den naam van het Opperwezen
op staatkundig gebiedwaar en zooveel het haar goed
dunkt te pas te brengen.
Om de waarheid te zeggen behoort het droit divin,
niet tot de onderwerpen onzer dagelijksche studie. Ons is
in het niet bijzonder duidelijk wat het godsrecht der
koningen, oudtijds in alle monarchieën gehuldigd, te betee-
kenen heeft in Nederlandwaar het koningschap eerst een
zestigtal jaren oud is, waar de voorouders onzer koningen
eeuwen lang slechts de eerste staatsdienaars zijn ge
weest eener republiek en waar hun nazaat, na zijne
verbanning voet aan wal zettende met den titel van
souvereinen vorst, zich haastte om aan eene grondwet
de wijding te ontleenen, welke hij gevoelde dat op
dien grond zijne geboorte alleen hem niet schenken
kon. Toch hebben-Tvij er wel van hooren „gewagen."
Wij weten o. a. dat vóór 1848, op. grond van datzelfde
droit divin al de in onze tegenwoordige grondwet neder-
gelegde vrijzinnige beginselen van staatsrecht bestreden
werden. Aandrang tot herziening der grondwet,
zoo heette het toen, mocht niet van de volksver
tegenwoordiging uitgaandie herziening moest als eene
gift van „vrije genade" uit de hand des konings komen.
De koninklijke onschendbaarheid, de verantwoordelijk
heid der ministers, de thans aan de vertegenwoordi
ging toegekende rechten, het werd alles bestreden op
grond van het recht en de macht, „van hooger hand"
den koning toegekend.
En thans, dertig jaren na dien, wordt dat zelfde
recht ingeroepen door eene partijdie zoo even hand
having van onzen tegenwoordigen regeeringsvorm,
„zooals die in de herziene grondwet van 1848 is om
schreven", op het programma schreef, dat zij tot aan
beveling van den heer Vader den kiezers aanbood!
Maar wanneer de heer Vader het beginsel van het
droit divin aanhangt, dan behoort hij in onze volksver
tegenwoordiging in 't geheel niet thuis, dan kan hij
onmogelijk den eed van trouw aan de grondwet afleg
gen Waarlijk, de onhandigheid van de redeneering zou
ons bijna doen denken dat de redenaar die a propos dei-
schadelijke fabrieken, de kroegen en bordeelen in de 2e
kamer verdelgen wilde, nu weder naar de pen heeft
gegrepen om op de tweede pagina der N. G. Ct. iets
te schrijven dat in lijnrechte tegenspraak is met het
geen door haar op de eerste bladzijde verkondigd
werd
Wij kunnen onmogelijk de N. G. Ct. volgen in al
hetgeen door haar bij deze gelegenheid aangevoerd
wordt. De heilzame werking van den Christelijken
godsdienst willen wij hoegenaamd niet betwisten, al
komt het beroep van de N. G. Ct., tot betoog daarvan,
op de bekeerde Nieuw-Zeelanders en Alfoeren ons ook
niet zeer afdoende voor ten opzichte onzer maatschap
pijen, die eene zoo groote menigte Christenen en niet-
Christenen, van zoo uiteenloopende denkwijze, in haar
midden vereenigen.
Wij wenschen ons te houden op het practische ter
rein waarop bij deze gelegenheid in het district Goes
de strijd gevoerd wordt, en waarvan men het debat
steeds zoekt te verwijderen. De N. G. Ct. doet het
voorkomen alsof op den 8™ Juni uitspraak dient
gedaan te worden over het liberaal regeeringsbeleid
der laatste zes jaren. Niets is echter minder juist.
Een conservatief ministerie heeft op het oogenblik het
bewind der zaken in handen; van toeleg om het van
de regeeringszetels te verdringen, is in de tweede
kamer geen sprake. De wetten door de regeering
voorgesteld, zijn door groote meerderheden in beide
kamers aangenomen. Bij de discussie over het spoor-
wegvoorstel-Kappeijne ontving de regeering zelfs een
votum van vertrouwen, waarmede de heer Saaij
mans Vader,, blijkens zijne uitgebrachte
stem, zich echter niet vereenigde. Of bij dit
laatste het toeval werkzaam wasof de heer Vader,
gelijk beweerd is, zich later verontschuldigd heeft op
grond eener vergissing, kunnen wij niet beslissenzeker
is het echter dat men bij deze gelegenheid de stem
van den afgevaardigde uit Goes bij uitzondering ver
meld vindt aan het hoofd eener rij van kamerleden,
anders stellig niet gewoon zich in zijn gezelschap te
verheugen.
De practische vraag, in algemeenen zin, is dus op
welke wijze tusschen dit ministerie, dat tot dusverre
in de kamer niet bestreden werd, en de meerderheid
der vertegenwoordiging samenwerking bevorderd kan
worden. Door versterking van het conservatief-clericaal
element is dat doel nimmer te bereiken. Men doet
wanhopige moeite zich als een aaneengesloten geheel,
onder den naam van anti-radicalen, voor te doen. Men
slaat geen bondgenootschap af, hetzij met ultramonta-
nen, met half-liberalenmet wie ook. Zoodra het ech
ter op handelen, niet op woorden, aankomt, is men
het in geen enkel opzicht eens, gelijk in den laatsten
tijd weder met het restitutiestelsel gebleken is. Een
anti-revolutionair in de kamer te brengen, is dus,
aangenomen dat men in 't belang des lands meent het
ministerie-Heemskerk te moeten steunen, eene zon
derlinge tactiek.
Voor het district Goes, in meer beperkten zin, is
de practische vraag of men de belangen van land
en gewest veilig acht in handen van een vertegen
woordiger als de heer Vader, tegen wien wij ge
wichtige bezwaren hebben ingebracht, waarvan geen
enkel tot dusverre wederlegd is geworden. Over die
vraag hebben de kiezers te beslissen. Hunne uitspraak,
op aanstaanden Dinsdag zal het antwoord op deze
vraag geven.
Heden morgen te zeven uren is van hier naar Botter
dam vertrokken Zr. M». monitor Heiligerlee, komman-
dant de luitenant ter zee le klasse jonkheer J. A. Roëll.
Naar wij vernemen zullen op den sneltrein Vlissin-
genKeulen en terug ten gemakke der reizigers,
dezelfde rijtuigen voor het geheele traject bestemd
worden, waardoor het zoo lastige overstappen vermeden
wordt. De daarvoor bestemde wagens verschillen van
de tot dusverre op de Zeeuwsche lijn in gebruik zijnde.
Zij hebben drie assende coupés le klasse hebben
slechts zes, die der 2e klasse slechts acht zitplaatsen.
Des winters worden zij verwarmd door middel van ge-
perste kolen, die onder in den bak in eene schuif wor
den gedaan, waardoor eene zeer aangename warmte
verspreid wordt.
Voor de derde maal is ten voordeele der behoeftigen
te Westkapelle een som van f 100 ontvangen als
opbrengst der voordracht van den heer S. C. Coenraads
Pieterseuitgave van de heeren F. B. den Boer en
M. S. de Zeeuw alhier.
Voor het lidmaatschap der tweede kamer worden
als candidaten aanbevolen: in het kiesdistrict Amers
foort het aftredend lid jhr. van Asch van Wijck door
de afdeeling Amersfoort van de Geldersche kiesvereeni-
ging „Nederland en Oranje" en door de afdeeling Amers
foort en Bunschoten van het Anti-schoolwetverbond
in het kiesdistrict Hoorn prof. A. Brummelkampte
Kampendoor de afdeeling Enkhuizen van het Anti
schoolwetverbondin het kiesdistrict Alkmaar de
heer D. C. graaf van Hogendorp, door de Algemeene
kiesvereeniging; in het kiesdistrict Boxmeer het af
tredend lid P. van den Heuvel van katholieke zijde,
en in het kiesdistrict Tilburg mr. C. C. A. Beens.