Blijkens een bij de regeering ontvangen telegram uit Atchin was de gezondheidsheid3toestand weder ongunstiger en zou de generaal-majoor Pel tot herstel zijner gezondheid voor drie maanden met verlof naar Buitenzorg vertrekken. Als zijn plaatsvervanger was benoemd de kolonel Wiggers van Kerchem. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Benoemd tot ridders in de orde van den Nederlandschen leeuw A. Hoogendijk Jz., lid der staten van Zuid-Hollanden dr. L. C. van Goudoever, hoogleeraar aan de hoogesehool te Utrecht. eereteekenen. Vergunning verleend aan den trom petter J. D. Holtermann, van het 3e regiment huzaren, en aan den voor den dienst in Indië bestemden soldaat G. Delplanque, aan eerstgenoemde tot het dragen van de Duitsche medaille, ingesteld ter herinnering aan den veldtocht tegen Frankrijk in 1870 en in 1871, en aan laatstgenoemde tot het dragen van de Fransche medaille voor het deelnemen aan den veldtocht in Italië. Onderivi)g. De uitslag der voorjaars examens voor het lager on derwijs is volgens de Wekker als volgt: Hoofonderwijzersvan 329 toegelaten 146. Hoofdonderwijzeressenvan 45 toegelaten 31. Huisonderwijzers: van 5 toegelaten 3. Huisonderwijzeressenvan 31 toegelaten 24. Hulponderwijzers: van 340 toegelaten 203. Hulponderwijzeressenvan 188 toegelaten 108. Franschmannen van 183 toegelaten 71vrouwen van 172 toegelaten 103. Engelschmannen van 46 toegelaten 19 vrouwen van 79 toegelaten 51. Hoogduitschmannen van 49 toegelaten 29vrouwen van 55 toegelaten 46. Wiskunde: mannen van 120 toegelaten 64, vrouwen van 5 toegelaten 4. Teekenen: mannen van 81 toegelaten 40, vrouwen van 10 toegelaten 6. Landbouwkunde: van 12 toegelaten 8. Gymnastiekmannen van 54 toegelaten 40vrouwen van 1 toegelaten 1. Handwerken: nut van 246 toegelaten 202, nut en smaak van 9 toegelaten 7. Voor hoofdonderwijzer zijn geslaagd 44.37 pet. tegen 48.18 in October 1874. Voor hulponderwijzer 59.73 pet. tegen 53.01 in Oc tober 1874. Kerknieuws. Bij de Evang. Luth. gemeente te 'sHage is beroe- en de heer J. W. Beversenpredikant te Dordrecht. Kunstnieuws. De schilders Mari ten Kate en Elclianon Verveer zijn benoemd tot ridders der 4e klasse van den Gouden leeuw van Nassau. Karlne en leger. De kapitein-luitenant ter zee J. H. P. E. Kniphorst, de luitenants ter zee le klasse J. M. II. Bervoets en F. J. Stokhuyzen en die der 2e klasse C. H. de Goeje, J. H. de BruynJ. R. Eek en S. T. Landlaatst be hoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië, en van daar in Nederland teruggekeerdde eerste den llc de tweede, vijfde en zesde den 15en, de derde en ze vende den 16en en de vierde den 18en dezerworden met die datums op nonaetiviteit gesteld. De scheepsklerk B. W. C. G. Vries, dienende aan boord van Zr. M'. wachtschip te Willemsoord, wordt met den len Juni a. overgeplaatst aan boord van Zr. M8. schroefstoomscliip Leeuwardenter vervan ging van den scheepsklerk J. A. Grootendorstwiens plaatsing aan boord van laatstgenoemden bodem met dat tijdstip wordt ingetrokken. Landbouw. Over den Amerikaanschen aardappelkever, tot voorkoming van welke gevaarlijke kwaal de regeering dezer dagen een wetsontwerp heeft ingediend, bevat de Landbouw-courant eenige inlichtingen uit Amerika. Wij lezen er in, dat men de kevers reeds kort na het opschieten der aardappels, in het voorjaar, aan de onderzijde der bladeren ziet hangen. De jonge kevers nestelen in het hart der plant, d. i. daar waar de bloem stengel zich zal ontwikkelen. Zij vreten daar alles af, de aardappel kan niet bloeien en de oogst is vernietigd. de maand Juli ziet men dan ook op met kevers ge plaagde aardappelakkers niets dan afgeknaagde bruine stompjes uit den grond steken. De schrijver zegt ook, wel eens vernomen te hebben dat de kever vergiftig zou zijnnamelijk dat het vocht van een platgedrukten kever, met eene wond in aanraking gekomen, het afzet ten van een arm tengevolge had. Maar hij merkt op, dat liij dit slechts vermeldt als eene beweringdie hij meermalen hoorde. Van meer belang voor ons is wat de schrijver mede deelt over de wijze, waarop men de kevers vernietigt, als zijnde deze, voor zoover wij weten, tot heden toe ten onzent nog geheel onbekend. De oudere kevers, zegt hij, worden verzameld en daarna verbrand. Eene vrouw kan in éen dag bijna acre aflezen. Als dit drie- of viermaal is gedaandan gaat men over tot het vergiftigen van de jonge kevers. Als tot heden alleen werkzaam gebleken noemt hij Parijsch groen (of zoo genaamde Schweinfurter groen, een verbinding van arsenigzuur koperoxyde en azijnzuur koperoxyde, een zeer zwaar vergift)in Amerika te koop per pond voor 60 Am. ets. Dit poeder wordt met gebluschte en droge kalk, in fijn poedervormigen staat (ten onzent zou men, naar hij meent, ook wel gips kunnen gebruiken) ge mengd, 1 d. Parijsch groen op 3 d. kalkzeer voor zichtig, daar er niets van mag kunnen komen in eene wond, noch in oogen of neus. Het uitstrooien van dit aldus bereide mengsel geschiedt door eigenaardige daar toe ingerichte zinken vaten met een langen stok als handvat. De bodem is op de wijze van een gieter met gaatjes voorzien. Het poeder doet men in eene opening boven in, die men sluiten kan. Is het vat gevuld, dan gaat men er mee langs de aardappelrijen en stort den inhoud over de planten uit, hetwelk zeer snel ge schiedt, maar men moet zorg dragen het des morgens te doenals de dauw nog aan de bladeren hangt. De schrijver meldt, dat 10 pond Parijsch groen (zonder kalk) voor een geheelen acre voldoende zijngelijk men ziet het gevaarlijke daargelaten een duur middel. Hij schrijft nog te hebben vernomendat de praktische Yankees een ander vergift hebben gevonden, dat zekerder zou werken dan Parijsch groen en goed- kooper zou zijn, namelijk carbolzuur; maar zekere resultaten heeft hij er noch van gezien noch van on dervonden. Rechtzaken. Heden is voor het provinciaal gerechtshof in Zeeland de zaak behandeld van 1° Jacomina Malgo, genaamd Johanna Jacomina Malgo, oud 48jaren, straat- wiedster, 2° Ida Antonia Wuijts, oud 27 jaren, zonder beroep, 3° Jacoba Hendrikse, verlaten huisvrouw van J. J. A. Wuijts, oud 57 jaren, zonder beroep, allen geboren en wonende te Middelburg en thans gedetineerd. Uit de ten laste der beschuldigden ingebrachte be zwaren blijkt dat zij beschuldigd worden van de vol gende feiten: a Dat de beide eerste beklaagden te Middelburg op verschillende tijdstippen telkens des avonds arglistig hebben weggenomen en zich toegeëigend de navolgende voorwerpen1° op den 28en Januari jl.na zes uren, op het terrein van de buitensociëteit, zijnde eene be woonde huizingwelk terrein met de daarop geplaatste woning rondom is afgesloten, ten nadeele van den koffiehuishouder T. G. Briels, een emmer met aard appelen 2° op den 3f" Februari jl.omstreeks te half acht uuruit een winkel een deel uitmakende der woning van P. van Looop den Walten nadeele van M. Franse, eene mand inhoudende aardappelen, zout en worst3° op den 6fn Februari jl.omstreeks te half acht uur, uit de woning van B. M. van Lodensteijn, in de Schuttershofstraat en ten diens nadeele een winterjas, waarin zich een paar handschoenen en een zakdoek bevonden, alsmede een chale; 4° in denzelfden avond tusschen vijf en half zes uur, uit de woning en ten nadeele van B. Harthoorn weduwe van F. Martijn op den Zuidsingel, een jak en zoogenaamd sjek (soort van jak). h Dat de eerste beklaagde bovendien te Middelburg arglistig heeft weggenomen en zich toegeëigend de navolgende voorwerpen als: 1° op den 30en Januari jl., des avonds tusschen zes en half zeven uur uit de woning en ten nadeele van C. Adriaanse in de Brak straat eene spoorwegmand en twee vrouwenmutsen2° in dienzelfden avond tusschen zeven en half acht uur, uit de woning en ten nadeele van J. A. Offenbeek, een katoenen japon en een chitsen jak3° op den 4en Februari jl., des avonds tusschen zes en nalf zeven uur, uit den winkel, een deel uitmakende van de woning en ten nadeele van de weduwe van der Harst op de Vlasmarkt, eene kaas; zijnde alle voormelde diefstallen door middel van insluiping gepleegd. c Dat de tweede en derde beklaagden ten aanzien van de diefstallen door de eerste beklaagde alleen ge pleegd voornoemde voorwerpendie zij wisten dat door middel van diefstal verkregen waren, hebben geborgen en in gemeen overleg ten gezamenlijken bate van alle beklaagden hebben aangewend. Achttien getuigen zijn in deze zaak gehoordwier verklaringen de ten laste gelegde feiten bevestigden. De aardappelen van den heer Briels hebben de be schuldigden opgegeten en de emmer is door de eerste besch. voor 40 cent aan eene buurvrouw verkocht. Evenzoo hebben zij de uit den winkel van P. van Loo ontvreemde eetwaren samen opgegeten, en de mand verbrand. De waarde van de ten huize van den heer van Lo densteijn ontvreemde kleedingstukken is 25. De jas is door de eerste besch. voor f 3 verkocht aan L. War- naudie echterna den jas nader bekeken te hebben, spoedig bespeurde dat deze veel grooter waarde had dan hem er voor gevraagd was, zoodat hij begreep dat de besch. er niet eerlijk aangekomen was. Toen hij den naam van den kleermaker Thewes onder aan den kraag zag, is hij naar dezen gegaan en heeft hij hem gevraagd of hij den eigenaar van den jas kende toen-hij geen voldoende inlichtingen ontving, heeft hij den jas daar gelatenwaar hij later door de politie in beslag is genomen. De handschoenendie zich in een der zakken van den jas bevonden, heet tde tweede besch. verbrand, doch een zakdoek uit denzelfden zak heeft zij behouden. De eerste besch. heeft de chale in twee stukken gescheurd en die voor 50 en 45 cent verkocht. Het uit de woning van Harthoorn gestolen jak enz. is door de derde besch. verkocht voor 50 cent. De diefstal van twee vrouwenmutsen wordt door de besch. ontkend, doch het spoorwegmandje erkennen zij ontvreemd en voor 50 cent verkocht te hebben. De ten nadeele van J. A. van Offenbeek ontvreemde japon en jak heeft de eerste besch. voor f 1 verkocht. De groote zoetemelksche kaas, ter waarde van ruim 4hebben de besch. samen opgegeten, na vooraf te vergeefs getracht te hebben die te verkoopen. Het openbaar ministerie heeft de beschuldiging van diefstal bij nacht in bewoonde huizen en eenvoudigen diefstalalsmede van medeplichtigheid daaraanvolge houden met uitzondering voor wat het laatstgenoemde feit betreft, waaromtrent niet gebleken is dat het bij nacht is gepleegd. Het heeft schuldigverklaring gere- quireerd en veroordeeling van de eerste beschuldigde tot eene tuchthuisstraf van niet minder dan vijf en niet langer dan tien achtereenvolgende jaren en van de tweede en derde besch. tot eene tuchthuisstraf van negen jaren en twee maanden. De verdediger rtF. W. A. van Hoek achtte den dief stal van twee vrouwenmutsen niet wettig bewezen, doch vereenigde zich overigens met de door het open baar ministerie aan de feiten gegeven qualificatie. Voor de eerste besch. wees hij op verzachtende omstan digheden en voor de beide anderen riep hij 's hofs cle mentie in. De uitspraak is bepaald op morgen (Zaterdag), des morgens te 10 uren. Gemengde berichten. In de vergadering van aandeelhouders in de Amstel- hotel-maatschappij te Amsterdam is het dividend over 1874 bepaald op 3 pet. Als directeur werd herkozen de heer Roland Holst. Te Amsterdam worden in het Paleis voor volksvlijt tentoongesteld zeven schilderijen, vervaardigd door den heer Visser, alle tooneelen uit den Fransch-Duitschen oorlog voorstellende. Een daarvan, een gezicht op het slachtveld van Sédan bij maanlicht, wordt van achteren verlicht, hetgeen van groot effect moet wezen. Te Nieuwediep bestaat eene vereeniging van toe- tuigers, hallasters en steenkolenwerkersdie deze week met hunne huisgenooten den gedenkdag van de oprich ting hunner vereeniging vierden door eene tooneel- voorstelling en de voordracht van eenige kleinere bijdragen. Ook door ondersteuning van zieke en hulpbehoevende leden doet de vereeniging veel nut. Voor de arrondissements-rechtbank te Haarlem verscheen onlangs een persoondie als beklaagde terecht moest staan, in zeer beschonken toestand. Toen hij over dien toestand door den president werdt onderhou den, antwoordde hij„het is de plicht van iederen burger te zorgen, dat de belastingen zooveel mogelijk opbren gen; hoe meer borrels ik gebruik, des te nauwgezetter vervul ik mijn plicht." Te Arnhem is een vrouw van haar zevende zoon tje bevallen, dat welgeschapen, maar merkwaardig is om zijn afmetingen. Het is maar 28 Cm. lang, het hoofdje slechts 5.57 Cm. en de beentjes zijn onder de knie slechts 2 Cm. dik. Het kindje is gezond. Maandag jl. had te Haarlem eene openbare ver gadering plaats van schoenmakers, opgeroepen door het bestuur der Algemeene Nederlandsche schoenma- kersvereeniging te Amsterdamwaarvan een gedeelte van het bestuur was overgekomen om de vergadering te leiden. De voorzitter, de heer H. A. Heijer, bragt in eene toespraak hulde aan de Haarlemsche vakge- nootenen wees hun de redenen aanwaarom dit vak zoo dringend verbetering behoeft. Spreker schetste het vereenigingsleven te Amsterdamen uitte tevens den wensch, dat hij en zijne mede-bestuurders de moeite niet voor niet zouden gedaan hebbenmaar er in mochten slagente Haarlem een eerste tak der vereeniging buiten Amsterdam te zien oprichten. Daar op nam de secretarisde heer M. Groenhet woord en vroeg den aanwezigen, of zij te Haarlem eene vereeni ging van schoenmakers zouden stichtenwaarop alge meen „Ja!" geantwoord werd. Daarom ging hij over tot het lezen van het reglement, dat de algemeene goedkeuring wegdroegen vervolgens werd een bestuur, uit 6 personen bestaande, benoemd en geïnstalleerd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 7