MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N° 126.
S,
Zaterdag
1875.
29 lei.
I straat
Middelburg 28 Mei.
IACO-
llden
)AGH
JSSE,
I en 18
loST.
lat de
SO in
sen.
IM.
•u.
I»
6.20
6.45
8.16
8.50
9.8
1110.8
110.29
10.36
I 10.45
7.30
8.32
8.51
9.20
7.60
8.10
8.30
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.SO.
Ter inzage werd ons toegezonden eene circulaire,
door de heeren F. van den Ouwelant te Parijs en
J. A. baron van Hardenbroek te Utrecht aan verschil
lende gemeentebesturen gericht over eene nieuwe spoor-
weglijn van Utrecht naar Antwerpenvoor welke door
hen aan de Nederlandsche en Belgische regeeringen
concessie is aangevraagd.
Daar door deze lijn, indien zij tot stand kwam, ook
onze provincie weder in nauwer verbinding met het
hart des lands zou gebracht wordenachten wij het
voor onze lezers niet zonder belang een en ander liit
de circulaire over te nemen.
De richting der ontworpen lijn is door of langs
Utrecht, Jutfaas, IJselstein, Jaarsveld, Tienhoven,
Ameide, Meerkerk, Arkel, Gorinchem, Nieuwendijk,
RaamsdonkveerOosterhout, Teteringen Breda, Rijs-
berge, Zundert, Weijhout, Wieshoezel, Brasschaet en
Antwerpen.
Het kapitaal voor den aanleg isvolgens de concessie
aanvragers, verzekerdindien in Nederland van staats-,
gewest- en gemeentewege de noodige subsidie kan ver
kregen worden om daaruit alleen de overbrugging der
rivieren de Merwede en de Lek te bekostigen. Kan
die subsidie verkregen worden dan verklaren de con
cessie aanvragers zich in staat om aan de regeering de
meest deugdelijke waarborgen voor die uitvoering aan
te bieden.
Tot aanbeveling der lijn wordt verder door hen het
volgende aangevoerd
1° dat zij de kortst mogelijke verbinding vormt tus-
schen Parijs, Brussel en Antwerpen eenerzijds en Utrecht,
Amsterdam en de Noord-Nederlandsche provinciën
anderzijds.
De afstand tusschen Antwerpen en Utrecht zal langs
deze lijn ruim 50 kilometer korter zijn, dan langs
Boxtel of Rotterdam, terwijl een sneltrein den rit op
deze lijn ongeveer IJ uur sneller zal afleggen, dan
thans voor den rit over Boxtel gevorderd wordtnatuur
lijk met aanneming van dezelfde snelheid en hetzelfde
oponthoud aan de douanestations;
2° dat zij den afstand tusschen westelijk Frankrijk en
België eenerzijds en Noord-Duitschland anderzijds zoo
aanmerkelijk bekort, in vergelijking met die langs de
thans bestaande spoorwegen, dat met grond is te ver
wachten, dat een groot deel van het internationaal
verkeer tusschen die rijken den weg over Nederland
zal nemen, wanneer die lijn gereed is;
3" dat zij Zeeland en inzonderheid de haven te Vlis-
singen nader brengt tot Utrecht en Amsterdam
4° dat zij een aantal plaatsen, waaronder zeer belang
rijke, in het spoorwegnet opneemt;
5° dat zijvolgens verklaring van deskundigenin
het belang van 's lands verdediging is omdat het ge
bruik van deze lijn voor den aanvoer van troepen,
levensmiddelen en krijgsmaterieel verzekerd blijft, zoo
lang de Hollandscbe waterlinie niet is bezweken.
De onderteekenaars achten het onnoodig op de
vele andere voordeelen te wijzenwelke aan den aanleg
van eiken, dus ook van dezen spoorweg verbonden zijn.
Deze voordeelen zijn zoo dikwijls en zoo uitvoerig in
vlugschriften en adressen aangetoond en uit de geschie
denis der bestaande spoorwegen gebleken, dat deze als
van algemeene bekendheid zijn te tekenen.
De onderteekenaars deelen ten slotte mede, dat zij
zich aan de Nederlandsche regeering bereid hebben
verklaard des verlangd in hunne concessie ook den
aanleg op te nemen eener zijlijn Dordrecht—Gorin
chemEist, zoo de Nederlandsche staat de kosten der
rivieroverbrugging hij Dordrecht voor zijne rekening
mocht willen nemen.
Het weekblad Pro Patria bevat thans het toegezegde
ontwerp-adres aan den koning ter bevordering der
afschaffing van de dienstvervanging bij de nationale
militie. wenscheiijkheid daarvan wordt in dat stuk
voornamelijk aangetoond op de volgende gronden:
Omdat na die afschaffing de natie zich nauwer aan
het leger en het leger zich nauwer aan de natie ver
honden zal voelenen dus het leger bij het volbrengen
zijner moeilijke taak, grooter moreele en ook mate-
rieele kracht zal ontleenen aan de solidariteit tusschen
leger en natie;
omdat door die afschaffing goede elementen in het
leger zullen gebracht worden, in plaats van de minder
goededie de dienstvervanging er in brengten elemen
ten beschikbaar znllen blijven voor de vrijwillige dienst
neming hier te lande en in Indië.
Voorts wordt betoogd dat zoomin het belang der
maatschappij als dat der individuen een beletsel ople
vert tegen de afschaffing en wel omdat:
in geval de staat wordt aangerandde maatschappij in
't algemeen geen hooger belang heett dan dat alle
krachten worden ingespannen om de onafhankelijkheid
des lands te verdedigen;
in tijd van vrede de militieplichtigen aan de maat
schappij grooter dienst bewijzendoor gedurende korten
tijd zich te oefenen voor de vervulling van de boven
aangewezen taak, dan door het nut, dat zij in dien
korten tijd in hun burgerbetrekking zouden kunnen
stichten
de bezwaren, die aan de vervulling van den militie
plicht verhonden zijndoor evenredige moreele en phy-
sieke voordeelen worden opgewogen;
de Nederlandsche jongelingschap beleedigd wordt
door de onderstelling, dat zij minder offervaardig,
minder tot den dienst des lands bereid zou zijn dan
die van alle andere natiën van Europawelkeop
België na met het stelsel van dienstvervanging hebben
gebroken
het nadeel, aan de vervulling van den dienstplicht
verbonden nog te minder zal zijnomdat hier te
lande de actieve diensttijd korter is dan in eenig ander
land en onze militie wel nimmer anders zal worden
gebruikt dan tot defensieve oorlogen.
Dat de grondwet de afschaffing toelaat, wordt ge
staafd door een beroep op artikel 177waarin het dra
gen der wapenen een eerste plicht genoemd wordt
van alle ingezetenenwelke plicht in de volgende
artikelen wel beperkt wordtdoch zonder dat daarbij
de dienstvervanging genoemd wordt.
Reeds heeft de redactie van Pro Patria van een hon
derdtal personen uit alle streken des lands blijken van
instemming met haar voornemen ontvangen. Onder die
namen trokken onze aandacht die van den heer B. H.
Heldt, te Amsterdam, namens het centraal bestuur
van het algemeen Nederlandsch werklieden-verhond
professor van der Wijckte Groningen; de sociëteit
„Mars", bestaande uit onderofficieren en korporaals der
schutterij te HelderJ. Fransen van de Putteluitenant
der schutterij te Goes; J. de Kanter oud-kapitein en
m'. J. W. Lasonderluitenant der schutterij te Middel
burg en niet minder dan 33 officieren en andere inge
zetenen te Vlissingen. Verscheidene dier voorloopige
onderteekenaars hebben zich uitdrukkelijk bereid ver-
I klaard de onderteekening van een adres te helpen be
vorderen.
De jl. Zaterdag door de fima van Zeijlen Decker
alhier gehouden aanbesteding van het maken van een
droogdok is thans gegund aan den laagsten inschrij
ver, den heer B. Janse, te Amsterdam.
Naar wij vernemen, zal spoedig met de werkzaam
heden een aanvang gemaakt worden.
leg met de postdirectie een vast model voor de livretten
en voor de met die kantoren te houden correspondentie
aan te nemen.
De liberale kiesvereenigingen te Amsterdam hebben
tot candidaten voor de tweede kamer gekozen de heeren
Godefroimr. S. A. Vening Meinesz en mr. G. de Vries,
oud minister van justitie. De heer 's Jacob kon, wegens
zijne weifelende houding in verschillende quaestiën,
geen genoegzaam aantal stemmen op zich vereenigen.
Te Breda is door de liberale kiesvereeniging candi-
daat gesteld m'. J. H. van Mieriorechter in de arron-
dissements-rechtbank te Breda.
De heeren de Vries en Geertsema', beiden oud-minis
ters hebben voor de candidatuur te Haarlem, tegenover
den heer Kappeijnebedankt.
De Staats courant van heden bevat een koninklijk
besluit van den 14,n Mei 1875, bepalende de plaatsing
in het Staatsblad van het tusschen Nederland en Por
tugal op 9 Januari 1875 te Lissabon gesloten verdrag
van handel en scheepvaart.
Bij beschikking van den minister van hinnenlandsche
zaken van 27 Mei 1875is H. van Dijkna voorafgaand
vergelijkend onderzoekmet ingang van 1 Juli a. be
noemd tot opzichter van 'srijks waterstaat 4e klasse.
De minister van financiëndie hij gelegenheid der
laatste hegrootingsdiscussiën herhaaldelijk zijne ingeno
menheid met de postspaarbanken betuigde, schijnt
voornemens tot de invoering daarvan een eersten stap
te doen. Hij heeft aan de besturen der bestaande
spaarbanken een outwerp-reglement voor de postspaar
banken gezondenmet het doel om daarover hun
advies te vernemen. Inmiddels zal aan eenige post
kantoren gelegenheid worden geopend tot het inbren
gen en teruggeven van gelden. De bestaande spaar
banken zullen voor zoo ver zij met de postkantoren
willen samenwerken, worden uitgenoodigd om in over
Bij ministerieele beschikking van 27 Mei 1875, is
ingetrokken de beschikking van 4 Juli 1873, waarbij
aan gebroeders Pot te Ridderkerk vergunning verleend
is voor een stoomsleepdienst op de rivieren in de pro
vinciën Noord-Brabant, Gelderland, Zuid-Holland en
Zeeland.
Bij beschikking van den minister van koloniën is
de hoofdonderwijzer J. A. J. Vorderman gesteld ter
beschikking van den gouverneur-generaal van Neder-
landsch-Indiëom te worden benoemd tot onderwijzer
der derde klasse voor den dienst daar te lande, en de
heer J. T. Wielandt, genees-, heel- en verloskundige
te Breedevoort, gemeente Aalten, in Gelderland, om
te worden bestemd tot vervulling van eene der beschik
bare plaatsen als burgerlijk geneeskundige in Neder-
landsch-Indië.
Volgens de Indische bladenwerd te Batavia spoe
dig de afkondiging van een besluit verwacht, waarbij
burgerlijke ambtenarendie verlof wegens ziekte vra
gen aan een onderzoek door eene commissie onder
worpen worden.
Ongetwijfeld zal deze maatregel grooten tegenstand
ondervinden. Tot dusverre was het certificaat van éen
enkel geneeskundige voldoende om een ambtenaar recht
op verlof te geven. Niet moeilijk is het te begrijpen
hoe licht hiervan misbruik werk gemaakt. Intusschen
zal het dikwijls moeilijk wezenin afgelegen streken
vooralom ambtenaren, die werkelijk ziek zijnover
te voeren naar plaatsen waar een onderzoek door eene
onafhankelijke commissie zal kunnen geschieden. Op
moeilijkheden zal men dus altijd stuiten; doch het is
niettemin noodzakelijk dat in den tegenwoordigen toe
stand eene verandering kome.
Trouwens het geheele verlof-systeem der Indische
ambtenaren is gebrekkig. Het blad de Locomotief
maakt melding van zeker controleur die als hij tien
jaren in dienst zal zijn geweest, daarvan 6J met verlof
wegens ziekte in Europa zal doorgebracht hebben.
Trekt men daar nog van af den tijdgedurende welken
zoo iemand in Indië ziek is geweesten men neemt in
aanmerking de kosten, die hij wegens zijn reizen en
trekken reeds veroorzaakt heeftdan zal men ongetwij
feld tot het besluit komen dat onze regeering somtijds
voor luttel weinig dienst verbazend veel geld moet
betalen. Dit geval staat in Indië volstrekt niet op
zichzelf. Dergelijke voorheeelden komen aanhoudend
voor. Alleen eene diepingrijpende hervorming die op
veel oppositie zou stuitenkan daarin verbetering
brengen.
C