r 125. MIDDELBURGSCHE COURANT. "Vrijdag 28 Hei. 1875. Middelburg 27 Mei. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2eu Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per '3/m., franco is f 3.50. Over onze opstellen betreffende den heer Saaijmans Vader zijn een paar opmerkingen gemaakt, die wij niet onbeantwoord willen laten. De heer d(e) J(onge) verzekert in de Nieuwe Mid- delburgsche courant van heden dat de afgevaardigde voor Goes door zijne ambtgenooten om zijne eerlijkheid en gemoedelijkheid hoog geacht wordt. Het is ons recht aangenaam die verzekering te ver nemen, van iemand wien wij niet aarzelen op zijn woord te gelooven. Wij zouden ons schamen indien wij, bij al de grieven die wij tegen den heer Vader als volksvertegenwoordiger hebben, een enkel woord gevoegd hadden om zijne eerlijkheid en gemoe delijkheid in verdenking te brengen. Het spreekwoord door den heer d. J. aangevoerd „'t zijn de slechtste vruchten nietwaaraan de wespen knagen", is hier niet toepasselijk. Men heeft te Goes geen keus tusschen goede oi slechte vruchtenmen heeft zijn gevoelen te zeggen over de vrucht der ver kiezing van den 13en Juni 1871. Die vrucht is de volksvertegenwoordiger Saaijmans Vader. Over hem moet men zijn oordeel uitspreken, of zwijgen. Het laatste is, waar het de publieke zaak geldt, noch onze gewoonte, noch de roeping der pers. De heer d. J, vergunne ons dat wij over die roeping een eigen ge voelen hebben en dienovereenkomstig handelen. De heer d. J. had gewenscht dat wij den heer Vader naar zijne beginselen beoordeeld hadden. Die beginse len zijnTiekehd genoeg en worden in ons blad bijna dagelijks bededen. In dat opzicht hadden wij dus niets meer te zeggen. Wij hechten echter nog iets meer aan handelingen dan aan beginselen. Wij hebben den heer Vader handelend doen optreden; wij heb ben de woorden overgedrukt die hij gesproken heeft, en het werk vermeld dat hij in de kamer gedaan heeft. Indien dat gestrekt heeft om hem als afgevaardigde bij zijne kiezers belachelijk te maken of in minachting te brengen is het onze schuld niet. Van den heer d. J. hadden wij degelijker bestrijding verwacht dan de enkele verzekering dat op onze be schouwingen „nog al wat af te dingen is." Mocht hij alsnog besluiten aan dat afdingen te be ginnen, dan houden wij ons tot antwoorden gereed. In de Vlissingsche courant wordt ons door een inzen der verweten dat wij wèl de handelingen van den heer Vader aan de kaak stellenmaar niet over den heer van Eek sprekendie volgens den inzender bij de wet op de hondsdolheid ook een ongelukkig amendement in de wereld gebracht heeft. Wij zullen die zaak thans niet onderzoeken. In antwoord diene echter dat wij zooveel mogelijk gewoon zijn éen ding te gelijk te doen. Thans was de verkiezing van den heer Vader aan de orde. Over twee jaren hopen wij over den heer van Eek te spreken. Een andere grief van den inzender is, dat voor twee jaren door ons blad aan de liberalen de raad gegeven werd, bij de herstemming te Gorinchem hun stemmen uit te brengen niet op den conservatieven candidaat, den heer Heemskerkmaar op dien der anti revolutio nairen, terwijl wij nu, in ons nommer van 17 dezer, bij herstemmingen het tegenovergestelde aanbevelen. Wij doen opmerken dat bij herstemmingen, zooals de hier besprokene, geen sprake is van een beginsel, maar van tactiek. De herstemming heeft plaats tus schen twee candidaten, die geen van beiden de begin selen der liberalen belijden. De vraag is numoeten de liberale kiezers zich onthouden, of moeten zij in de eene of de andere richting hun invloed doen gelden? De beantwoording dier vraag hangt geheel van de eischen van 't oogenblik af. Voor twee jarenmet een liberaal ministerie, mocht een open en eerlijk tegenstander als de heer reding van Berkhoutverkieslijk geacht worden boven een halven vijand als de heer Heemskerk. Thans met een conservatief ministeriedat tot dusverre tamelijk wel den liberalen weg bewandelt, maar neiging heeft om zijn steun te zoeken bij de clericalenkomt het er op aanzoodra de liberale partij niet meer te stemmen heeft over een eigen geestverwanthet minst nadeelige der beide anti-liberale elementen in de kamer te ver sterken, namelijk het anti-clericale. Men meldt ons uit Vljgsingen dat een twaalftal manschappen, geëngageerd voor den maildienst van Vlissingen op Engeland, last hebben ontvangen om zich naar Amsterdam aan 'boord van het stoomschip stad Middelburg te begeven. Hieruit wordt afgeleid, dat de vaart weldra zal aanvangen, hetgeen ook met het oog op den geopend wordenden dienst van Rotterdam op Harwich zeker wenschelijk zou wezen. Als candidaten van liberale kiesvereenigingen zijn gesteldte Gorinchem jhr. F. G. E. Merkes van Geuns, lid der provinciale staten van Zuid-Holland; te Utrecht mr. W. H. de Beaufortte Rotterdam de heer Mees, te Mëppel de heer Smidt, aftredende leden. Can didaat der anti-revolutionairen is te Groningen de heer Star Numan commies-griffier der tweede kamer, en te Haarlemmermeer de baron van Heemstra. De heer de Casembroot is conservatief candidaat te Delft. Naar men verneemt is het wetsontwerp tot aanleg van spoorwegen nog vermeerderd met twee lijnen GroningenDelfzijl en Nijmegen—Venlo. In de Staats-courant van heden is weder opgenomen een nominatieve opgave van de Europeesche officieren, onder-officieren en soldaten overleden na evacuatie uit Atehinvoor zooverre dienaangaande tot den 10en April 1875 bij het departement van oorlog in Neder- landsch Indië bericht was ingekomen. Daarop zijn als verleden vermeld: J. Prins Az. en C. W. CapponEuropeesche fuseliersW. B. van der Molen, Europeesch kannonnier le kl.F. De- wezEuropeesch horenblazerM. A. Schoezetter en J. P. SteenlandEuropëëseSSé mineurs 2* kl.M. P. SiemonsEuropeesch kannonnier 2e kl.F. C. Habets, Europeesch korporaalG. J. Kubets marinierJ. F. H. Vissermineur l'; kl.H. van OosteromF. W. Ost- man, C. Nagtergaal en J. Huart, fuseliers; A. Rede laar, korporaal; L. G. In 't Veld en J. Bur, fuseliers. Tot griffier der provinciale staten van Friesland is door die staten in buitengewone zitting benoemd de heer m*. J. G. van Blom, secretaris der gemeente Smal- lingerland, en tot lid van gedeputeerde staten dier pro vinciën de heer J. N. Willeveen te Metslawier. Gisteren heeft te Alkmaar de begrafenis plaats gehad van wijlen jonkheer mr. C. van Foreestin leven lid der 2e kamer, dijkgraaf van Petten enz. Het lijk was per spoortrein uit den Haag overgebracht, alwaar het tot aan het station o. a. door de ministers Heems kerk en van Lijnden werd uitgeleide gedaan. Bij de begrafenis waren de kamerleden Kien en Begram en een aantal andere belangstellenden tegenwoordig. De hoogleeraar Beets, schoonbroeder van den overledene, hield bij het graf eene toespraak. De heer van Foreest, in 1857 geboren, behoorde tot de conservatieve partij. Om zijn innemend karakter en zijn groote werkzaamheid was hij bij ieder, om zijne weldadigheid ook vooral in zijne geboorteplaats geacht. Hij onderscheidde zich door groote welsprekendheid een erfdeel wellicht van zijn schoonvader van der Palm waarvan hij echter in de 2e kamer een zeer bescheiden gebruik maakte. De Staats courant van heden bevat het koninklijk besluit van den 19m dezer, houdende bepalingen naar aanleiding van art. 16 der wet van 7 April 1869 (Staatsblad n° 57), betreffende de matengewichten en weegwerktuigenzooals die is gewijzigd bij de wetten van 27 Mei 1869 (Staatsblad n° 88), 19 Juni 1871 (Staatblad n° 62)31 Décember 1872 (Staatsblad n° 160 en 161) en 8 Juli 1874 (Staatsblad n° 96). NEDERLANDSCHE BANK. Den 12en Mei jl. werd in de algemeene vergadering van stemgerechtigde aandeelhouders in de Nederland- sche bank het verslag van den president en dat der commissarissen uitgebracht over het boekjaar 18741875, dat, hoewel het niet zoo groote geldelijke inkomsten heeft opgeleverd als het vorige, toch in alle opzichten onder de goede jaren mag worden gerangschikt. Het aantal aandeelhouders bedraagt thans 2467en dat van hen die, wat het getal hunner aandeelen betreft, stem gerechtigd zijn 864. Door den loop der effecten-prijzen en zonder dat er uit de winsten der bank iets aan is toegevoegd is het reserve-fonds weder vooruitgegaan en bedroeg op 31 Maart jl. 4,235,785. Zooals men zich zal herin neren werd in het verslag over het vorige boekjaar uitvoerig gewezen op de moeilijkheden die uit den onzekeren toestand van ons muntwezen voor de bank voortvloeiden. De credietoperatiën waren tot aanmer kelijk hooger cijfers geklommen dan vroeger ooit be reikt werdenen het was natuurlijk dat hierop reactie moest volgen. Toch is deze veel minder groot geweest dan zich liet verwachten, vermoedelijk voor een deel tengevolge van den toestand van ons muntwezen. Met een goed ingericht muntwezen zou volgens de mee ning der directie naar den gewonen loop van zaken het verstreken jaareen jaar van groote kasruimte en van zeer beperkte credietvraag zijn geweest. Thans zijn de credietoperatiën, hoezeer minder in omvang en wegens den lageren rentestand vooral minder winstge vend dan die van het vorige jaarzeer uitgebreid ge bleven uitgebreider dan in eenig ander jaar, met uit zondering van 1873/74. Het gemiddeld bedrag van het opereerend kapitaal was f 99,316,328 of slechts 7,281,825 lager dan in het vorige jaar, zoodat met uitzondering van dat in 1873/74, het opereerend kapitaal in 1874/75 hnoger was dan in eenig ander jaar sedert 1865/66. Voor het agentschap Middelburg bedroeg het gemiddeld opereerend kapitaal ƒ1,686,731. De rente-standaard bleef over het geheele jaar dezelfde en was in vergelijking met de vier vorige jaren zeer matig, nl. voor wisselbrieven 3.5promessen 4, binnenlandsche effecten 3.5, buitenlandsche 4, goederen 3.5, specie 1 percent. De gezamenlijke disconteeringen beliepen 552,408,773 of f 19,008,258 minder dan in het vorige jaar, die van wisselbrieven en ander handelspapier 417,305,475, dat is 8,969,430 minder dan in het vorige jaar. Voor het agentschap Middelburg bedroeg de disconteering van wisselbrieven en ander handelspapier 2,795,665.79 j. Het bedrag der geheele disconto-portefeuille bedroeg 69,308,589 of 4,047,823 minder dan in 1873/74. De gewone verheffingen tweemaal in het jaar, een gerin gere in het voorjaar en een sterkere in het najaar, hebben zich ook in het afgelóopen boekjaar voorge daan. Aangevangen met ƒ59,686,521 klom de rekening in Mei 1874 tot over de 75,000,000, om weldra weder te dalen, totdat op 26 Juni het laagste peil bereikt werd van 59,397,671. In October ving een nieuwe stijging aan die de rekening tot haar hoogste cijfer 84,964,165 voerde op 16 Januari. Na half Januari is spoedige daling gevolgd, maar toch was het cijfer van 62,835,684 op 31 Maart jl. hooger dan dat waar mede ooit vroeger disconto-rekeningen werden afgeslo ten. In laatstgenoemd cijfer bedroeg dat van het agent schap te Middelburg 810,582,74^tegen 638,206,24 in het vorige jaar. De geheele som der op de gezamenlijke discontee ringen ontvangen rente is 2,640,864.02^ en als men daarbij trekt wat reeds in het vorige boekjaar van tot 1874/75 behoorende rente was ontvangen en er aftrekt wat tot het volgende jaar behoort, dan verkrijgt men een bedrag van 2,649,536.64^ of 1,129,908.88 minder dan in het vorige jaar. Voor het agentschap Middel burg bedroeg het cijfer der rente voor disconteering 26,512,97tegen 37,031,52£ in het vorige jaar. Ten aanzien van verliezen is de bank niet zoo ge lukkig geweest als in het vorige jaardaar 7 wissel brieven en 9 promessen tot een gezamenlijk bedrag van 85,456.46 onbetaald zijn gebleven. Een gedeelte van die som is echter reeds ingekomen en van een ander deel kan dit nog worden verwachtterwijl van vroeger onbetaald gebleven stukken meer is ingekomen dan waarop was gerekend, zoodat de som die als verlies moest worden afgeschreven slechts ƒ38,001,88 is ge weest. Onder de onbetaald gebleven stukken waren er ook thans weder die een valsche acceptatie droegen, en ook ditmaal is de dader in handen van het gerecht gekomen. In het vorige jaar had de verlies-rekening een batig saldo van 16,444,02^. Hadden in het vorige jaar de effectenbeleeningen weinig uitgebreidheid, in het laatstverloopen jaar heerschte te dien aanzien buitengewone stilte. De gesloten posten op effecten, nieuwe en geprolongeerde te zamen, be droegen 89,294,285 of 14,622,335 minder dan in het vorige jaar. Het middelcijfer was slechts 20,410,683, ruim 4,000,000 minder dan in het vorige jaar, toen het reeds 2,700,000 minder was dan in het vorige. Men moet tot vóór de bankorganisatie van 1864 terug gaan om zóo lage cijfers aan te treffen. Voor het agentschap Middelburg bedroegen de gesloten posten op effecten te zamen ƒ3,292,900. Verliezen werden op de effectenbeleeningen ook thans weder niet ge leden. In tegenstelling met de effectenbeleeningen zijn de goederenbeleenrögen vrij uitgebreid geweest, daar de gesloten posten, nieuwe en geprolongeerde te zamen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1