r 123. 1875. 26 Kei. MIDDELBURGSCHE Woensdag COURANT. 1 Middelburg 25 Mei. 10- be- ■noo- sche bet Eoek- M. 6.20 6.46 8.16 8.50 9.8 10.8 10.29 10.86 10.45 7.30 8.32 8.51 9.20 7.— 7.60 8.10 8.30 Dit blad verschijnt dagelijks met nitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/ra., franco is f 3.50. Gaarne verleenen wij eene plaats aan de vol gende opwekking, ons door eene geachte hand uit het voormalig 4e district van Zeeland toegezonden „De achtste Juni van dit jaar nadert met rassehe schreden en daarmede een voor Nederland hoogst gewichtige dag, want daarop zal worden beslist ot de meerderheid der leden van de tweede kamer onzer staten-generaal zal bestaan uit vrijzinnige, onafhankelijke mannendie alleen het waarachtig belang des lands beoogendan wel uit dezulken die, gehoorzaam aan bevelen hun van elders gege ven, slechts strijden voor het kerkelijk dogma dat zij aanhangen. Mochten deze laatsten de meer derheid krijgen, dan is het te vreezen dat ook in ons vreedzaam Nederland burgertwisten zullen ont staan, zooals voor weinige dagen te Gent hebben plaats gehad en waarvan ook reeds vroeger leden van éen zelfde kerkgenootschap, maar van verschil lende richting, in eene plattelands gemeente van Gelderland eene voorproef gaven. Toch schijnen alle vrijzinnigen te slapen. Schier nergens bespeurt men onder hen eenig leven, terwijl de tegenpartij zoo in het openbaar als in het geheim alle pogin gen in het werk stelt om haar doel te bereiken. „Daarom liberalen ontwaaktverstaat u met elkander, weest op den dag der verkiezing als éen man tegenwoordig en kiest mannen, die het wel meenen en niet loopen aan den leiband van kerke lijke overheerschers Door voorbeelden, aan het officieele zittingsverslag der tweede kamer ontleendhebben wij doen zien welke verdiensten de heer Saaijmans Vader als redenaar bezit. Wij kunnen deze bloemlezing thans niet verder voort zetten, daar onze lezers het ons met reden kwalijk zouden nemen, indien wij hen langer op fragmenten, waarvan de lezing zoo weinig belangwekkends oplevert, onthaalden. Voor het oogenblik bepalen wij ons er toe als onze meening uit te spreken, dat de deelneming van den heer Vader aan het debat in de tweede kamer in den regel slechts dient om de beraadslagingen op te houden en verward te makendat hij zelden of nooit eenig nieuw of bruikbaar denkbeeld te berde brengt en dat, wanneer hij eene enkele maal iets te zeggen heeft waarvan de uiting op het oogenblik nuttig of noodig isde onbehagelijke vorm waarin hij zijne denk beelden kleedtde verwarde en onsamenhangende gang zijner gedachten, de kinderachtige voorbeelden en be wijsgronden door welke hij zijne redeneeringen meent te moeten ondersteunenzijn optreden gewoonlijk meer schadelijk dan nuttig doen zijn voor het belangdat hij te goeder trouw misschien meent voor te staan. Het zoude ons verdrieten^ndien wij door tegenspraak ge dwongen werden dit bordeel door meer voorbeelden te rechtvaardigen. Mocht men echter geneigd zijn de juistheid onzer uitspraak te wederleggen, dan waar schuwen wij voorloopig dat de rijk vloeiende breed sprakigheid van den heer Vader ons nog gedurende langen tijd in de gelegenheid kan stellen onzen lezers dagelijks nieuwe redenen van ergernis te geven. Men kan echter een slecht redenaar en tevens een goed volksvertegenwoordiger wezen. Welsprekendheid is in eene delibereerende vergadering veel waarddoch zij is niet alles. Er bestaan voorbeelden van hooggeschatte kamerleden, die nimmer een woord in het openbaar debat gesproken hebben en wij aarzelen niet als onze overtuiging uit te spreken, dat ook de heer Saaijmans Vader zijne verdiensten tegenover het vaderland aan merkelijk vergroot zou hebbenindien hij tot eene soortgelijke zelfbeheersching in staat ware geweest. Men zou echter dwalen indien men meende dat volks vertegenwoordigers, die zich op deze wijze, anders an door redevoeringenverdienstelijk makenniet bekend worden. Een enkele blik op het alphabetisch register op de kamer-verslagendat telken jare verschijnt, is voldoende om te doen zien hoe hoog zulke kamer leden door hunne ambtgenpo$en geschat worden. Aan houdend vindt men hunne namen vermeld als voorzitters of ondervoorzitters hunner .fdeelingen, als rapporteurs over de belangrijkste quaestien of wetsontwerpen. Wenden wij ons dan ook in dit opzicht tot de offi cieele gedrukte stukkenteneinde ons eene overtuiging te verschaffen omtrent het oordeeldat over den heer Saaijmans Vader door zijne ambtgenooten geveld wordt. Als voorzitter of ondervoorzitter eener afdeeling werd de afgevaardigde uit Goes nimmer gekozen. Wij vin den hem vermeld als lid der commissiën van rappor teurs over eenige kleine wetsontwerpen van provinciaal of plaatselijk belangzooals die tot bekrachtiging van belastingen in Zeeland en Noord-Brabant, tot uitgifte in erfpacht van duinen en vroonen op Walcheren, tot bekrachtiging eener overdracht aan een polder nabij Yerseketot onteigening van een weg op Dirksland, tot verandering der grensscheiding tusschen Noord- Brabant en Zeeland enz. Omtrent onderwerpen van algemeen belang zien wij den naam van den heer Vader, behalve eene enkele maal bij sommige hoofdstukken der begrooting, alleen genoemd als lid der commissie van rapporteurs over het wetsontwerp tot invoering der Nederlandsche Pharmacopoea. (Zittingjaar 1871—72). Wij zouden aan de wetgevende werkzaamheid van den heer Vader te kort doenindien wij verzuimden te vermelden dat hij sedert 1866toen hij het eerst zit ting nam, nog herhaaldelijk vermeld staat als lid van commissiën tot onderzoek van regeeringsbeseheiden, dat hij sommige naturalisatie-ontwerpen heeft helpen onder zoeken en dat hij een p.'kr malen lid is geweest der commissie, die Z. M. den koning bij de opening der staten-generaal aan de deur van het gebouw ontvangt en naar den troon geleidt. Hetzelfde register geeft ook nog in ander opzicht inlichting omtrent den arbeid onzer volksvertegenwoor digers. Het wijst namelijk aan welke voorstellen schrif telijk of mondeling door de leden zijn gedaan, welke nota's of andere stukken door hen aan de kamer zijn ingediend of bij de behandeling van wetsontwerpen overgelegd. De heer Vader heeft, zoover wij kunnen nagaan, nimmer eenige nota of andere eigen beschouwing over aan de orde zijnde onderwerpen ingediend. De afgevaardigde uit Goes stelde den 11™ April 1867, bij de behandeling der wet houdende voorzie ningen omtrent den vee-typhus, een amendement voor. Het werd bestreden door den heer van Lijnden van Sandenburg (thans minister van justitie), afgekeurd wegens onjuiste redactie door den heer Godefroionge schikt verklaard door den minister van binnenlandsche zaken, den heer Heemskerk, en ten slotte door den heer Saaijmans Vader weder ingetrokken. De heer Vader nam den 21™ Mei 1867 een amende ment over op de schutterij-wetdat oorspronkelijk door den heer Godefroi voorgesteld, doch door dezen teruggenomen was, dewijl de kamer geen enkel amen dement op deze wet in overweging scheen te willen nemen. Dit aangenomen kind van den heer Vader werd, door de kamer met 36 tegen 25 stemmen aanvaard. Den 3en Juli 1868 stelde de heer Saaijmans Vader een amendement voor op een der artikelen van de toen in behandeling zijnde concessie van de Amsterdamsche kanaalmaatschappij. Voor dit amendement stemde, behalve de heer van Foreestalleen de voorsteller zelf. De overige 63 leden verwierpen het. Twee jaren later, den 25™ Juni 1870, werd de wet op het veeartsenij kundig staatstoezicht behandeld. De heer Vader gaf een klein sub-amendement in overwe ging op een amendement, door den heer Heemskerk, den tegenwoordigen minister, voorgesteld. De toenma lige minister Fock oordeelde het sub-amendement on gerijmd en met te veel overhaasting opgesteld. De heer Heemskerk wilde van het aanhangsel op zijn voorstel niet gediend zijn. De heer Saaijmans Vader trok het daarom weder in. Bij de discussiën over het adres van antwoord op de troonrede, den 27™ September 1870, stelde de heer Vader een amendement voor op de paragraaf betrek kelijk het onderwijs. De vrij uitvoerige discussie die zich uit dit amendement ontspon, kn nnen wjj hier niet volgen. De politieke geloofsgenooten van den heer Vader, de heeren van Lijnden, van Loon, van Was- senaer, verklaarden als om strijd dat, voor zoover zij het in bedoelingen met den spreker uit Goes eens waren, de vorm van zijn amendement hun onaannemelijk voor kwam. Toch hield de voorsteller het amendement staande. Bij de stemming die volgde stond hij geheel alleen. Deze nederlaag is de laatste, die wij van den ver tegenwoordiger van Goes geboekstaafd vinden. In de jaren die volgden, onthield hij zich van het opwerpen van voorstellen ot amendementen. Tegelijk verspreidde zich onder zijne geestverwanten het gerucht dat de heer Vader voornemens was, wegens zijn hoogen ouderdom geen candidatuur meer te aanvaarden. Dat gerucht is, gelijk men weet, door de feiten gelogenstraft. Ook voor de verkiezing op den 8en Juni a. treedt de heer Saaijmans Vader als candidaat der anti-revolutionaire partij op. Aan de kiezers in het district Goes is het, dien dag te beslissen of zij langer vertegenwoordigd verkiezen te worden door een afgevaardigdewiens onbeduidend heid als redenaar wij met de stukken in de hand heb ben aangetoond, wiens naam nog nooit genoemd werd wanneer door de keuze zijner ambtgenooten een lid voor eene of andere belangrijke taak was aan te wijzen, wiens werkzaamheid uit eigen beweginggedurende de jaren dat hij zijne kiezers vertegenwoordigd heeftmet werkeloosheid gelijk staat, en wiens zeldzame pogingen om op wetgevend gebied handelend op te treden, zich oplossen in even zoovele nederlagen of belachelijke figuren. Volgens het Vaderland omvat het spoorweg-ont werp der regeering vijf lijnen: HarlingenHeeren veen EnkhuizenHoornZaandamZwolleAlmelo; DordrechtEist; BredaTilburgLangstraat's Her togenbosch. Van Zeeuwsche lijnen dus geen spoor. Misschien dat deze echter behooren onder de lijnen omtrent welke de regeering opnieuw onderhandelingen met concessionaris sen heeft geopend. Zaterdag heeft een der stoombootenbestemd voor den dienst tusschen Vlissingen en Engeland, een proeftocht gedaan op het Y voor Amsterdam. Tot verzending van brieven enz. naar Nederlandsch- Indië bestaat gelegenheid door middel van het stoom schip Friesland, van de „Botterdamsclie Lloyd", waar van het vertrek uit Vlissingen op den 29™ Mei a. is bepaald. De gedrukte stukken en monsters van koopwaren behooren uiterlijk in den avond van den 28en Mei en de brieven den daarop volgenden dag per trein van van 2.25 's namiddags te Vlissingen aangekomen te zijn. De minister van binnenlandsche zaken heeft bepaald, dat de verkiezing van een lid voor de tweede kamer der staten-generaal in het hoofdkiesdistrict Alkmaar, in plaats van wijlen jonkheer m'. C. van Foreest zal plaats hebben op Dinsdag den 8™ Juni a. en dat, zoo eene herstemming noodzakelijk is, die zal geschieden op Dinsdag den 22™ Juni daaraanvolgende. Te Amsterdam zijn voor het lidmaatschap der tweede kamer candidaat gestelddoor de kiesvereeniging „Amsterdam" de aftredende leden mr. M. H. Godefroi, m'. E. H. 's Jacob en mr. G. C. J. van Beenendooi de kiesvereeniging „Nederland en Oranje" de heeren van Wrangel, Gelfken en Keuchenius. Op eene vergadering van kiezers te Delft, bijeenge komen tot het wisselen van gedachten over het stellen van een candidaat voor de 2e kamer in plaats van den heer van Kuijk, ontwikkelde een der candidaten, de heer F. Cohen Stuartoud-administrateur van financiën in Suriname, zijne gevoelens. Hij is de orthodoxe, de confessioneele richting toegedaan, doch een verklaard tegenstander van het restitutie- of subsidie stelselhij verlangt dat de openbare school niemand in zijn I M

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1