MIDDELBURGSCHE COURANT. Zaterdag 22 Hei. 1875. r 120. Uit Wad verschijnt dagelijks met nitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.SO. Middelburg 21 Mei. Wij voldoen aan een verzoek, dat door den heer Nieuwenhuizengepensioneerd vice-president van den raad van Nederlandsch Indië, tot de Nederlandsche dag bladen gericht wordt, om melding te maken van een brief, welke door hem in de Arnhemsche courant van heden geplaatst is. De luitenant-kolonel de Rochemont, adjudant van den gewezen gouverneur-generaal Loudonheeft in zijn geschrift „Loudon en Atjeh", gebruik makende van officieele stukken tot welke niemand anders toegang hadverschillende hooggeplaatste personenonder welke ook de heer Nieuwenhuijzen, aangevallen. Niemand echter der aangevallenen is bij machte zich te verde gen. De heer Nieuwenhuijzen heeft tevergeefs den minister van koloniën verlof gevraagd om op zijne beurt van de officieele archieven gebruik te mogen ma ken; de vergunning is hem bij kabinetsbrief van den 8eI dezer geweigerd. Wel bezit hij nog eigen aantee- keningendoor officieele bescheiden gestaafddoor welke bij de onthullingen van den heer de Rochemont gelooft te kunnen wederleggen; doch door daarvan gebruik te maken zoude hij volgens de wet zijn pensioen ver beuren. De heer Nieuwenhuijzen is dus gedwongen zijne stuk ken in portefeuille te houden, zoolang de regeering niet zal zijn overgegaan tot de publicatie van alle stuk ken op Atchin betrekkelijk, op wier openbaarmaking de minister van koloniën in de zitting der 2e kamer van den 12en dezer het uitzicht heeft geopend. Wij zijn met den heer Nieuwenhuijzen overtuigd dat ieder man van eerin dezen stand der zaakzijn oor deel op zal schorten over hetgeen in het boek van den heer de Rochemont ten zijnen nadeele voorkomt, en gaarne zal afwachten of werkelijk de latere openbaar making van stukken zal doen zien dat, gelijk hij be weert in bedoeld geschrift „alleen door verminking van officieele bescheiden en door verdichting van feiten eene slotsom is opgemaakt, die in volkomen tegenspraak is met de waarheid." Naarmate men echter het protest'van den heerNieu- wenhuizen als billijker erkentmoet ook het oordeel strenger zijn over den heer Loudon, die heeft toegela ten dat in zijn naam de ernstigste aanvallen gericht werden tegen andere perso en met. wapenen tegen welke het hun onmogelijk wa v verdedigen. De Haagsche correspondent der Zutphensche courant schrijft over de discussie in de tweede kamer, naar aanleiding der interpellatie van den heer Kuyper be treffende het lager onderwijs, het volgende: „Wat de interpellatie Kuyper betreftzij heeft be wezen dat Kuyper slim ismaar dat hij toch nog niet tegen Heemskerk is opgewassen. De minister heeft wel opgepast geen woord te veel te zeggen. Als gij zijn redevoeringen in het bijblad naleest, zult gij zien dat hij wel aan de clericalen geen enkele bepaalde belofte heeft gedaanmaar toch den weg voor het doen van concessies volkomen heeft opengelaten. „Dit mag wel eens uitdrukkelijk worden geconsta teerd, want hier ten minste, heb ik van liberale zijde reeds hooren beweren„Heemskerk schijnt toch nog zoo kwaad niethij heelt nu zelf gezoid dat hij van restitutie niets hooren wil." „Als de minister van binnenlandsche zaken een der gelijke bewering hoorde, zou hij ongetwijfeld zelf lachen over zooveel onnoozelheid. Die bestrijding van de restitutie beteekent niets, de minister is te prac- tisch om zich met zulk een dwaasheid op te houden, maar wie waarborgt ons dat hij ook niet op andere wijze de vriendjes tevreden zal stellen. Als m Juni voor de clericalen de wind gunstig isverwacht ik het ergste. De minister sprak nu ook weer van gelijkstel ling van het bijzonder met het openbaar onderwijs, en ik ben nog niet vergeten welke middeltjes hij in 1868 heeft uitgedacht om tot die zoogenaamde gelijkstelling te komen. Het zwijgen der ultramontanen is een slecht teeken. Die onze volksschool lief heeftdient in Juni op zijn post te zijn." Geheel hetzelfde denkbeeld vinden wij uitgedrukt in een geestig ingezonden stukonderteekend „Spectator", in de N. R. Ct. van heden. Deze schrijver oppert de vraag of er in de 2e kamer niet een groote comedie is gespeeld en de heer Heemskerk aan dr. Kuyper niet een gewichtigen dienst bewezen heeft, toen hij hem van het restitutiestelsel afhielp, dat bij niemand bijval vond. Ook hij vindt het zwijgen der katholieken, van den slimmen heer Heydenrijek en den vrijmoedigen heer Hafïmans, zeer bedenkelijk. Heeft de geheele vertoo ning, zoo vraagt hij, niet gediend om, met het oog op de stembus, de natie een calmeerenden drank toe te dienen en de bedreigde conservatieve vrienden een handje te helpen Naar wij vernemen heeft de conservatieve kiezers- vereeniging „Nederland en Oranje" alhier candidaat gesteld voor het lidmaatschap der tweede kamer voor het hoofdkiesdistrict Middelburgden heer jonkheer J. L. de Jonge te Zierikzee. In de heden namiddag gehouden zitting van den Vlissingsehen gemeenteraad zijn uitgeloot drie aandeelen van f 1000 in de door de gemeente aan gegane geldleening ad f 200,000, en wel de nommers 13, 36 en 62. Den 1" Juni, zoo meldt de N. R. Ctzal een nieuwe stoombootdienst door de Great Eastern Railway-company tusschen Rotterdam en Londen via Harwich geopend worden. De booten zullen dagelijks, uitgezonderd des Zondags, des avonds te 5 uren van Rotterdam vertrekken. Het volgende wordt uit Sas van Gent aan de Amsterdamsche courant geschrevenNauwelijks is de nieuwe hoofdonderwijzer, de heer van der Hurk, acht dagen aan het hoofd der school geweestof het onder wijs moet weer gestaakt worden. De ontslagen hoofd onderwijzer Julius Heinrich Schnebbelie is namelijk uit Goeswaar hij een celstraf van vijftien dagen onder gaan heeftteruggekeerd en heeft aanstonds weer bezit genomen van school en onderwijzerswoning. Bij zijne aankomst sloeg hij een glasruit van het schoollokaal stuk, opende het raam en klom daardoor binnen. In school en huis was gedurende zijn afwezigheid veel veranderd zijne meubelen waren door een deurwaarder naar een ander huis overgebracht en de nieuwe onder wijzer had er zich op last van het bestuur reeds geïn stalleerd. Schnebbelie beweert recht te hebben zich tegen het bestuur der gemeente te verzettenomdat het tijdsbestek, in het deurwaardersexploit bepaald, tot ontruiming der woning, niet verstreken is. Het is te hopen dat het onderwijs weder spoedig voortgezet zal kunnen worden. De liberale kiesvereeniging de Grondwet te 's Gra- venhage is in hare vergadering van gisteren tot geen besluit kunnen geraken ten aanzien der te volgen ge dragslijn bij de aanstaande verkiezingen. Het debat tusschen hen diebij gebrek van beterden heer Wintgens wilden ondersteunen en degenen die hem, op grond zijner medewerking tot het aan het openbaar onderwijs vijandige wetsontwerp van 1868, hun ver trouwen ontzegdenleidde tot geen resultaatzoodat de beslissing bij eene motie van orde werd uitgesteld tot eene volgende vergadering. Door de Dordtsche liberale kiesvereeniging is jonk heer mr. W. F. Gevers Deynoot als candidaat voor de tweede kamer aangenomen. De heer Rutgers van Rozenburg, lid der tweede kamer voor Haarlemmermeer, heeft wegens den gezond heidstoestand zijner echtgenoote voor de candidatuur bedankt. Een nieuwe candidaat is voor genoemd kies district nog niet gesteld. De heer van Naamen van Eemnesaftredend lid voor Zwolle, is door de liberale kiesvereeniging aldaat weder candidaat gesteld. Ook hier meende men de eischen der vereeniging in hun geheel niet te moeten volhouden en zich tevreden te moeten stellen met een candidaatdie als anti-clericaal en als voorstander van het openbaar onderwijs in de hootdzaak de gevoelens der liberale partij is toegedaan. Te Dokkum en te Alkmaar zijn de aftredende leden, de heeren Bergsma en de Bruijn Kops, van liberale zijde weder candidaat gesteld. De Nederlandsche Handelmaatschappij wenscht scheepsruimte te zien aangeboden voor den overvoer van producten van Java naar Nederland, op de bekende „voorwaarden van inschrijving en charterpartijen", hetzij voor de geheele ruimte van het schip, hetzij voor 260 in te nemen lasten van koffie of wel koffie en tin, in keuze der bevrachters, hetzij voor beide. De sche pen die rechtstreeks naar Batavia, Samarang of Soera- baija zullen vertrekken, moeten in de maand Juni 1875 (den dag nader overeen te komen) in eene der Neder landsche zeehavens tot vertrek gereed liggen. De op vooruitreis vertrokkene schepen moeten vóór of op den 10en October 1875 in eene der drie boven genoemde havens op Java, ter beschikking van de factorij der Nederlandsche Handelmaatschappij worden gesteld. Aanbiedingenvolgens vastgesteld modelworden ten kantore der Nederlandsche Handelmaatschappij te Am sterdam ingewacht tot Woensdag den 26en Mei 1875 des voormiddags te elf uren. De Staats-courant van heden bevat een koninklijk besluit van den 12en Mei 1875, houdende nadere bepa lingen omtrent de postwisselswelke tusschen Neder land en België worden verzonden, en zulks met wijzi ging van art. 5 van het koninklijk besluit van 5 Decem ber 1873 (Staatsblad n° 181.) Krachtens machtiging van Z. M. den koning, is de heer Jacob Henri Rovers erkend en toegelaten als con sulair agent van Frankrijk te Groningen, op den voet van Nederlandsch' onderdaan. De minister van binnenlandsche zaken brengt in de Staats-courant van heden ter kennis van belang hebbenden, dat aan 's rijks veeartsenijschool te Utrecht gelegenheid is tot plaatsing van een opzienerdie met genot van inwoning en voeding eene jaarwedde van f 700 zal genieten. Ongehuwden die voor deze betrekking in aanmerking wenschen te komen, moeten zich vóór 1 Juni e. k. in persoon aanmelden bij den directeur der school, op werkdagen, des ochtends tusschen 9 en 12 uren. Ken nis van administratie en bekendheid met staldienst zijn onmisbaar. Bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken zijn de heeren J. A. Willink Wszn. te Amster dam J. H. Krelage te Haarlem en J. B. Groenewegen te Watergraafsmeeraangewezen om Nederland te ver tegenwoordigen bij de internationale tentoonstelling van tuinbouw en plantkunde, in de maanden Augustus en September van dit jaar te Keulen te houden. Ter vervulling der betrekking van griffier der pro vinciale staten van Friesland is door gedeputeerde staten dier provincie eene voordracht opgemaakt, waarop geplaatst zijn de heeren mr. P. A. Bergsma, secretaris van Leeuwarden jonkheer mr. W. E. Engelen, lid van gedeputeerde staten en mr. J. G. van Blom J. Gzn., secretaris der gemeente Smallingerland. Na afloop der algemeene jaarlijksche vergadering van de vereeniging ter verspreiding van kennis aangaande 's lands verdediging, welke den 31en dezer te Utrecht in het gebouw voor kunsten en wetenschappen gehou den wordt, zal te 1 uur des namiddags aldaar eene openbare vergadering geopend wordenter behandeling van de volgende stellingen: 1° Het belang van 's lands verdediging eischt de afschaffing der dienstver vanging.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1