1l. 210 van het wetboek van strafrecht, doordien de aan de vier requiranten ten laste gelegde teiten niet ople veren rebellie. De advocaat-generaal mr. Röiner zal aanstaanden Maandag zijne conclusie nemen. erts Éiris de t de- te |sse en Isse lar- de phe de ler- 1 de ■en, Ihe lep bot F fng ïen jng ren Ide ian er- an- |en et- it 12° len A n Gemengde berichten. De heer A. B. Broekman, onder wiens leiding als sectie-ingenieur de havenwerken te Vlissingen zijn vol tooid, heeft een verslag uitgebracht omtrent eene ont- worpene spoorweglijn van Utrecht naar Breda. De kos ten daarvan worden geraamd op twaalf millioen gulden, zijnde de vroegere raming der regeering volgens den heer Broekman veel te hoog geweest. Ook verschillende bezwarentegen de lijn ingebrachtworden door hem wederlegd waarbij hij o. a. aantoont dat spoorwegbrug gen, bij goede keus van overgangden afvoer van ijs op de rivieren geenszins belemmeren, maar veeleer, als krachtige ijsbrekersdien bevorderen. Te Oudshoornbij Leidenis in het bankierskan toor van den heer Piek een belangrijke diefstal, men spreekt van f 135,000 waarde, van gelds waardig papier gepleegd. De bestolene looft eene be looning vau f 1000 uit voor aanwijzing van den dader. Een vijftal boerenknapen uit Alblasserdam zijn door de arrondissements-rechtbank te Gorinchem tot 9 en 6 maanden en tot 14 dagen cellulaire gevangenis straf veroordeeld wegens gewelddadigheden tegen den veldwachter hunner gemeentedien zij op den dag toen de indeeling der miliciens plaatshad, gezamenlijk een arrestant ontweldigd en daarbij tot bloedens toe mis handeld hebben. In eene bijeenkomst der commissie voor den opbouw van den Willemstoren te Dillenburg, heeft de heer E. H. Lasonderpredikant te Leeuwarden en secretaris der commissie, rekening en verantwoording gedaan van de in Nederland ontvangene bijdragen welke een totaal van f 22,233 beloopen hebben. De chef-kok van den keizer van Oostenrijk aan boord van het stoomschip Miramar is krankzinnig ge worden, waarschijnlijk tengevolge van de benauwde atmosfeer waarin hij heeft vertoefd en uit vreugde dat hÜ voor het eerst als chef van de keizerlijke keuken mocht fungeeren. Bij de terugkomst van keizer Frans Jozef te Weenen was ook de kardinaal Rauscher aan het station om Z. M. op te wachten, evenals de minister-president graaf Andrassy. Toen deze in de wachtkamer was gekomen had hij terstond het hoofd ontbloot, en be vond zich weldra tegenover den kardinaal, die bij de begroeting van den minister den kardinaalshoed in de hand nam. De minister verzocht den kardinaal zich te dekkendoch deze verklaarde dat niet te kunnen doen, indien ZExc. niet het voorbeeld gaf. „Ik houd den kolbak in de hand, eminentie, zeide Andrassy omdat hij mij te zwaar is". „O, laat eens zien", ant woordde de kardinaal, die den kolbak nam en terstond opzette, terwijl hij lachend vroeg: „Hoe beval ik u met den kolbak excellentie?" „Zeer goed, zoolang uwe eminentie het bij het probeeren laat", antwoordde de minister. Thermometerstan «1. 19 Mei 's av. 11 u. 49 gr. 20 's morg. 7 u. 54 gr. 's midd. 1 u. 65 gr. 's av. 6 u. 60 gr. Gemeentebestuur van Middelburg. De burgemeester van Middelburg brengt, ter voldoe ning aan art. 17 der wet van den 22e» Juli 1873 (Staatsblad n°. 116), ter algemeene kennis, dat de op gaaf bevattende de uitkomsten der herziening van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen in die gemeente ter gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage zal liggenvan af heden tot en met 19 Juni a. erder wordt ter kennis gebrachtdat de commissie voor de herziening zitting zal houdenteneinde in lichtingen te geven aan diegenen welke zich daartoe bij haar mochten willen aanmeldenin de raadzaal van het raadhuisvoor de wijken A tot en met Grop Maandag den 24*» dezer; voor de wijken H tot en met O, op Woensdag den 26=» dezer, en voor de wijken P tot en met V, op Vrijdag 28 dezer, telkens des morgens van 9 tot 12 uren. §taten-generaa 1. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag 19 Mei. {Nader verslag.) i a a'femeene beraadslagingen over het wetsontwerp gezet 6 voorz'en'D& tegen hondsdolheid werden vort- De heer Godefroi betoogde, dat de rechtsgronden, waarop het ontwerp rustde middelen en den aard der voorgestelde middelen tot afwering van het kwaad ïechtvaardigen. Hij verheugde zich over den nieuwen stap op den weg der staatszorg voor de openbare ge zondheid en beval den minister aan om, al werd ook art. 1 verworpen datzelfde beginsel te handhaven door terugkeer tot het oorspronkelijk ontwerp. Verder verdedigde hij uitvoerig de noodzakelijkheid van een preventief toezichtzoo in 't belang van den mensch als van den veestapel en op gezag der ervaring niet alleen eldersmaar ook in verschillende steden van ons land. De heer Saaijmans Vader bleef zijn bezwaren vol houden waarbij de heer Gratama zich aanslootdie op verschillende gronden de muilversperring als niet afdoende, schadelijk en onuitvoerbaar afkeurde. Daarna voerde de minister van binnenlandsche zaken het woord tot verdediging van het ontwerp. Het be kende arrest van den hoogen raadwaarbij was uitge maakt, dat afmaking van dolle honden niet zonder voorafgaande schadeloosstelling kan plaats hebbenhad het bestaan eener zeer bedenkelijke leemte in onze wetgeving bewezen, die thans aangevuld behoorde te worden. De toeneming der hondsdolheid in de laatste jaren was daartoe eene reden te meer en de minister constateerde, dat zoowel de geneeskundige inspecteurs als de veeartsen eenparig de urgentie en de noodzake lijkheid der vaststelling van een algemeene wet tot afwending der hondsdolheid hadden erkend. Wat de voorgestelde middelen betreft, ook de minister beriep zich op de ondervinding zoo in het buitenland als in verschillende gemeenten des lands. Al ware 't slechts, dat de muilkorf het aantal honden zal doen verminderen en de vagabondage te keer gaanzou het middel doel treffend blijken. Nadat ecnige leden en de minister gerepliceerd hadden werden de algemeene beraadslagingen gesloten en kwam art. 1 in behandeling. Het bevatte de bepaling, dat honden, die zich bui ten woningen of andere gebouwenvaartuigen en afge sloten erven bevinden en niet aan een stevig touw of ketting worden vastgehouden door de zorg van den eigenaarhouder of hoeder voorzien moeten zijn van een stevig bevestigden muilkorf. Na verwerping der vijf daarop voorgestelde amende menten werd art. 1 verworpen met 36 tegen 25 stemmen. Op verzoek van den minister van binnenlandsche zaken, die thans het ontwerp tot de tweede afdeeling (repressieve maatregelen) wenscht te beperkenwerden de beraadslagingen daarop geschorst tot na afdoening der nog aanhangige onderwerpen. Na de eindbeslissing over het geschorste ontwerp zal de muntwet in behandeling komen. Zitting van Donderdag 20 Mei. - {Per telegraaf.) De kamer heeft het Wetsontwerp tot bekrachtiging van den onderhandsohen verkoop van het kerkgebouw te Veere aan de Ned. Hérv. gemeente aldaar verworpen met 55 tegen 4 stemmen. Voorts heeft de kamer verschillende kleine wetsont werpen, waaronder dat'" tot verkoop van voormalige vestinggronden aan de gemeente Sluis, aangenomen. Schengepolder. Terwijl bij gedeputeerde staten van Zeeland de voor bereiding aanhangig is van de gemeentelijke indeeling van de Wester-Schelde en het Sloe, werden de buiten gronden in de Schenge in bedijking gebrachtwelke in Juni a. zullen worden geveild. Vooraf stelt de regeering bij een daartoe betrekkelijk wetsontwerp voorde bedoelde buitengronden en wate ren in de Schenge, genaamd de Schengepolderin te deelen bij de gemeenten fVolfaartsdijk en's Heer Arends- kerke. De regeering heeft een suppletoire Indische begroo ting voor 1875 ingediend. Gemeenteraad ran Middelburg. Zitting van Woensdag 19 Mei. Voorzitter de heer Schorer. Afwezig de heer Mathon. Later komen de heeren Luteijn en van Berlekom. De voorzitter deelt mededat de heer Mathon bericht heeft ingezonden, dat hij verhinderd is deze vergade ring bij te wonenwelke mededeeling voor kennisge ving wordt aangenomen. Evenzeer worden voor kennisgeving aangenomen twee missives van gedeputeerde staten dezer provincie, hou dende bericht van goedkeuring a van de rekening der dd. schutterij over 1874 en b van het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van grond aan de Nijverheids- vereeniging. Wordt gelezen een adres van den heer d=. M. J. Bouvin, die tegen 1 Juli a. eervol ontslag verzoekt als gemeente-geneesheer. De voorzitter deelt mede, dat dit adres om advies is gesteld in handen van het burgerlijk armbestuur, dat adviseert 1° om het gevraagd ontslag eervol te verleenen, en 2° het bestuur te machtigen eene oproe ping van sollicitanten te doen op de tot dusver be paalde jaarwedde. Op voorstel van den voorzitter wordt overeenkomstig dit advies besloten. De heer Luteyn is inmiddels ter vergadering gekomen. De voorzitter deelt mededat is ingekomen een adres van den heer A. Gouka, waarbij hij eervol ontslag ver zoekt als hoofdonderwijzer aan de school voor minver mogenden alhieringaande 1 November a. Dit adres is verzonden naar de schoolcommissie, doch van deze is nog geen advies ontvangen, zoodat de beschikking op het adres tot een volgende zitting wordt aangehouden. De zitting gaat over in eene met gesloten deuren. Na de heropening der openbare vergadering blijkt dat de heer van Berlekom thans tegenwoordig is, doch de heer Dronkers de vergadering verlaten heeft. Op voorstel van den voorzitter wordt zonder hoofde lijke stemming besloten om aangezien de raad zich niet kan vereenigen met het oordeel der plaatselijke schoolcommissie in haar verslag over 1874 uitgesproken over den toestand van het lager onderwijs in deze ge meente en de redenen die hem daartoe leiden in hoofd zaak vervat zijn in de memorie van burgemeester en wethouders aan de plaatselijke schoolcommissie bij afschrift van dit besluit mededeeling te doen van ge noemde memorie van burgemeester en wethouders ter kennisneming. De heer van Hoek wordt geacht tot dit besluit niet te hebben medegewerktals zijnde lid van de plaatse lijke schoolcommissie. Is ingekomen eene missive van het bestuur der gods huizen houdende verzoek om machtiging tot overschrij ding van twee posten op zijne begrooting voor 1874, tot een gezamenlijk bedrag van ƒ282.411, namelijk ge neesmiddelen met 110.21 j en bestedingsgolden met 172.20. Overeenkomstig het advies der financieele commissie wordt de gevraagde machtiging verleend. De rekening van het burgerlijk armbestuur over 1874 wordt goedgekeurd in ontvang op f 39,428.81 en in uitgaaf op 39,330.79dus sluitende met een goed slot van f 98.02. Evenzeer wordt goedgekeurd de rekening der plaat selijke gezondheidscommissiesluitende met een nadee- lig saldo van 15.86, welk tekort in een volgende rekening zal worden verantwoord. Is ingekomen een adres van A. J. de Lange, assis tent waagmeester alhierdie te kennen geeft dat tus- schen de erve van het door hem bewoonde huis in de Korte Noordstraat en die achter de kazerne een muur, lang 11 meter, wegens bouwvalligen toestand moet ver nieuwd wordenen verzoekt dat aan hem in koop worde afgestaan een gedeelte gemeentegrondter lengte van zijne erve en ter breedte van ongeveer 0.80 meter, teneinde aan zijne erve een betere richting te geven. Burgemeester en wethouders stellen voor genoemd verzoek in zooverre in te willigen dat aan adressant onderhands worde afgestaan eene strook gronds, thans deelmakende van het plein der kazerne, doch niet zoo als dit door hen wordt verlangd, tengevolge waarvan op voormeld plein een uitsprong zou komen dien men juist op het terrein van den adressant wil doen ver vallen, maar in dier voege dat de scheidsmuur worde opgetrokken in de op de overgelegde schetskaart aan gegeven richting. De over te dragen oppervlakte zal 3.67 centiaren bedragen, welke burgemeester en wet houders in overweging geven af te staan aan adressant tegen 1 de centiare en voldoening der op die over dracht vallende kosten. Bij de militaire autoriteit bestaan tegen die overdracht geen bedenkingen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel van burgemeester en wethouders goedgekeurd. De voorzitter deelt mede, dat alsnog op het kohier der hondenbelasting zijn gebracht vijf honden van ver maak en éen wachthond, terwijl van een hond gebleken is dat hij als hond van vermaak in plaats van als wachthond moet aangeslagen worden. Dientengevolge bedraagt het eindcijfer van het kohier voor 1875 thans f 1495. Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen. Als geschenken zijn ingekomen en onder dankbe tuiging voor de boekerij der gemeente aanvaarda van burgemeester en wethouders van Vlissingen een exem plaar van den inventaris van het archief der gemeente Vlissingen; b van burgemeester en wethouders van Kampen een deel van het register van charters en bescheiden aanwezig in het oude archief dier gemeente. Voor kennisgeving wordt aangenomen het proces verbaal der opneming van de boeken en kas van den gemeente ontvanger, waarbij alles in orde is bevonden, zijnde in kas 254.23. Op voorstel van den voorzitter wordt vastgesteld een staat van oninbare schoolgelden, tot een gezamenlijk bedrag van 32. De voorzitter deelt mede dat de onlangs benoemde commissie in zake de rechtsvordering van den heer J. R. Jeronimus tegen de gemeente wegens betaalde plaatselijke belasting op de inkomsten over 1873 en 1874, haar rechtskundig advies heeft uitgebracht, waar van de conclusie luidt, dat de gemeente geheel in haar recht is. Dientengevolge stellen burgemeester en wet houders voor te besluitendat de burgemeester zich namens de gemeente rechtens zal verdedigen op de dagvaard van den heer Jeronimus. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. Na overlegging van het jaarverslag van den toestand der gemeente over 1874, wordt overgegaan tot de be noeming van een stembureau voor de op 8 Juni a. te houden verkiezing van een lid voor de tweede kamer der staten-generaal, waarbij worden gekozen tot leden de heeren Mathon en Nagtglas, en tot plaatsvervangers de heeren van Visvliet, van Berlekom en Dronkers. Vervolgens wordt de behandeling voortgezet der con cept-verordening van algemeene plaatselijke politie. De voornaamste der heden goedgekeurde wijzigingen zijn de volgende. In plaats van de oude artt. 123125 is thans éen artikel vastgesteld, luidende: „Kinderen lijdende aan hoofdzeer, schurft, granuleuse oogontsteking, rooden hond, windpokken of kinkhoest mogen niet naar de scholen gezonden of daar toegelaten worden voordat de ziekte geweken zijvolgens schriftelijke verklaring van den geneesheer." Het oude art. 135 is vervangen door het volgende: „Koffiehuizen, tapperijen en dergelijke huizen moeten ontruimd en gesloten worden wanneer dit door of van wege den burgemeester bevolen wordt." De bepaling van een vast uur van sluiting, die tot vele ontduikin- 'I 1

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 3