MIDDELBURGSCHE COURANT. 1° 116. Maandag 1875. 17 Hei. Middelburg 15 Mei. IS FUSIE MOGELIJK? Dit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2'" Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.50. BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL, bevattende: Rechtzaken, Staten-generaalGemeente raad van Goes en vervolg Advertentiën. Men verhaalt dat toen Bossuet, omstreeks het midden der 17e eeuw, voor liet eerst in een beslo ten kring te Parijs over een hem opgegeven tekst het woord zou voeren, hij in het begin zijner toe spraak zich door de rijke stof, welke het onder werp hem aanboodzoodanig liet medesleependat hij in weinige doch afdoende woorden nagenoeg alles samenvatte wat over den tekst te zeggen viel, en slechts door aanwending van al de hulpmidde len zijner welbespraaktheid er in slaagde om zijne toehoorders nog gedurende den tijd, voor het hou den zijner rede bestemdbezig te houden. Iets dergelijks is ons, men gelieve aan te nemen dat het ons bij deze vergelijking niet aan eene passende dosis nederigheid ontbreekt, over komen toen wijnu een week of zeven geleden, in ons nommer van 25 Maart met een paar woor den ons gevoelen zeiden over den voorslag van graaf van Zuyleu, om uit de meest conservatieve bestanddeelen der liberale partij en uit de meest liberale elementen der conservatieve een partij mengsel samen te stellen, waarmede dan voortaan eene bekwame regeering ons Nederland zou trach ten te regeeren en zaken zou afdoen, zonder ech ter aan „ingrijpende veranderingen of gewaagde proefnemingen" daarbij te denken. Wij namen toen de vrijheid op te merken dat het formulier van eenigheid waarmede de heer van Zuylen tot ons kwamde liberale partijindien zij het aanvaardde, zou doemen tot eene kleur- en werke- oosheid, die met haar dood gelijk zou staan. Wij voegden er bij dat wie tegen Rome wilde optrek ken, zeker kon zijn de liberalen op denzelfden weg te zullen ontmoetendoch datal was men het in dat eene opzicht volkomen eensuit eene samen smelting van overigens zoo in alle opzichten ver schillende meeningen als de liberale en de conser vatieve, nimmer een eenigszins vruchtbaar mengsel kon geboren worden. De beschouwingen, door andere liberale bladen later over hetzelfde onderwerp gegeven, hadden de strekking dezelfde opvatting in ruimer bewoor dingen, met meer kracht van redenen uiteen te zetten. „Ons progressief karakter zoo sprak de N. r;. Ct. in het laatste harer vier hoofdartikelen over het geschrift van graaf van Zuylen wen- schen wij in geen geval bij den strijd tegen Rome in te boeten. Er ligt ons meer aan het hart dan deze strijd. Behouden wat veroverd is willen wij tot allen prijs. Maar niet alleen in het behouden, ook in het ontwikkelen en hervormen, ook ingrij pend hervormen, ligt de toekomst des lands en de taak der liberale partij." In denzelfden geest liet de Amhemsche courant in haar derde opstel over het fusie-denkbeeld zich uit. „De liberale partij zeide zij heeft het liberalisme verre van uitgeput. Zelfs haar oud programma heeft zij nog slechts halverwege uitge voerd, en er zijn vele nieuwe puntenonderwerpen van heden die aan de orde zijn en onderwerpen die morgen aan de orde komen, bijgevoegd. Aan genomen dat de stelling van graaf van Zuylen juist ware, aangenomen dat de liberale partij volkomen gedesorganiseerd is, welke organiseerende kracht is van de samensmelting van twee gedesorganiseerde partijen, welke macht is uit deze samenkoppeling van twee onmachten te verwachten Aan de con servatieven ontbreekt een doel; zij zijn conserva tieven zonder conservatisme, terwijl bij de liberale partij, juist omgekeerd, de aan het liberalisme voortwerkende liberalen ontbreken." Men kon meenen dat een denkbeeld, van ver schillende zijden op dezelfde gronden zoo krachtig bestreden, in de practijk elke beteekenis missen zou en de brochure van graaf van Zuylen voortaan slechts voor de studie der geschiedenis onzer par tijen een lezenswaardig document zou blijven. Maar zie! met de stembus voor oogen, die binnen een viertal weken geopend staat te wordenkomt het fusie-denkbeeld op eens weder te voorschijn. Yan liberalen kant klinkt ditmaal de roep: „Sluit de gelederen! wijst niet op punten van verschil, zoekt naar middelen tot overeenstemming. Tegenover den vijand die ons allen bedreigthet clericalisme, hebben wij geen bondgenoot af te wijzen. Ver eenigen wij ons met ieder die de openbare school wil helpen verdedigen; met ieder die, zonder de regeering des lands andermaal in liberale handen te willen overbrengen, zich met ons vereenigen wil om het tegenwoordige kabinet in het goede spoor te houden." L Grondslag der fusie, die nu weder voorgesteld wordtzal alzoo overeenstemming van meenin gen in zaken het openbaar onderwijs moeten zijn. In zooverre schijnt de raad gevolgd te worden dien de hoogleeraar Buijs in het jongste October-nommer van den Gids gaf, van niet meer dan éene groote quaestie te gelijk aan.de orde te stellen. Op die manier, meende de heer Buijs, zou men althans vooruitgaanwel langzaamwel „kruipende", maar toch meer doen dan hetgeen in de laatste jaren geschied is, namelijk stilstaan. Is men echterzelfs in die éene quaestie het met elkander eens De hoogste eisch, dien men aan con servatieve candidaten schijnt te willen stellen, is handhaving der wet van 1857. Althans wij maken dit op uit het feit dat te 's Gravenhage reeds gedacht wordt aan ondersteuning der candidatuur van den heer Wintgensdie in 1868 zelfs medewerkte om te gen de wet van 1857 te reageeren. Maar is dan be houd dier wet op het oogenblik nog het beginsel der liberale partij Wij meenden dat de heer van Eekdien men wel niet tot de „geavanceerden" zal rekeneneene overtuiging der liberale partij uitsprak» toen hij het langer voortbouwen op de grondslagen van 1857 eene ramp voor het land noemde. Wij meenden dat, al mag men het ook in den boezem der liberale partij nog oneens wezen over quaestiën van opportuniteitover de wensche- lijkheid om nu reeds den leerplicht in te voeren of voor te bereiden en dergelijken, toch in hoofd zaak op hare banier geschreven is de leuze, door hare voorhoede onder leiding van den heer Moens reeds overal in het land verkondigd, namelijkver betering van het openbaar onderwijs; verhooging der bezoldigingen van onderwijzersuitbreiding dei- middelen tot hunne opleiding; vermeerdering, waar noodigder gelegenheid tot het ont vangen van kosteloos onderwijs. Hoe men dus, zelfs in het eene opzicht waartoe men zich bepalen wil, heil verwachten kan van eene aansluiting bij conservatievenis ons een raadsel. Maar ook indien ten opzichte van het onderwijs eenheid te verkrijgen ware, dan nog zou, naar onze meening, het wegmoffelen harer beginselen, bij de stembus althans, voor de libe rale partij haar ondergang zijn. Vertegenwoordiging en regeering mogen, in de practijk, den raad van professor Buys opvolgen en aan niet meer dan éen onderwerp te gelijk hare krachten besteden. Aan de stembus, waar de natie spreekt, komt het er op aan elkander goed te verstaan. Wij zeggen met het Handelsblad„Voor de ontwikkeling van ons land zijn behalve verbeterd onderwijs althans noo dig Uitbreiding van het kiesrecht, vooral in de steden; verbetering der belastingen door afschaffing van heffingen die handel en nijverheid drukken en herziening en uitbreiding der directe belastingen; verbetering eindelijk der landsverdediging, door invoering van den algemeenen oefenplicht. Die eisclien zijn het minimum van hetgeen de kern der partij van vooruitgang, niet de geavan ceerden, thans als dringend noodzakelijk beschouwt. Wie het bestaande in die opzichten voldoende acht, kan wel uit de rij der liberalen geschrapt en tot de conservatieven gerekend wor den hoe hij-zelf zich ook noeme." Daarom herhalen wij niet slechts den wensch, reeds voor eenige dagen door ons geuit, dat men voorzichtig zij met het inhalen van conservatieve candidaten in de liberale partijmaar wij hopen ook dat de onmogelijke en noodlottige samensmel ting met de conservatieven bij de stembus onze leuze niet worde. Strijd tegen het protestantsch of katholiek clericalisme blijft natuurlijk een onzer objecten, doch het is tijd genoeg ons daarop terug te trekkenals alle kans om ook andere doeleinden onzer partij te bereiken ons voorgoed is afgesneden. Bij eene herstemming bij voorbeeld, indien strijd gevoerd wordt tusschen een conservatief en een anti-revolutionair of ultramontaandan ware het onverantwoordelijk van de liberalenzoo zij niet gingen zoeken naar punten van overeenstemming, en, éenheid van inzicht verkregen hebbende ten opzichte der ons allen dierbare openbare school, den conservatief niet steunden om het clericale element buiten te sluiten. Maar zoolang zulk een gevaar niet voor de deur staat en uitsluitend op het éene noodige doet letten, blijven wij bij onze uitspraak: Verloochening harer beginselen staat voor de liberale partij met haren ondergang gelijk. Wie met ons mede wilmoet naar ons toe komen. Wij-zelven kunnen ons bij het conserva tisme niet aansluiten. Uit de achterstaande twee advertentiënbetrekking hebbende op de uitgekeerde giften aan de weduwe Baaij, te Veereblijkt dat in ons nommer van 14 dezer eene onjuiste mededeeling is opgenomen. Die mededeeling was afkomstig van een ons uit Veere toegezonden bericht, dat dood onschuldig leek. De berichtgever schreef„Tot nu toe had de weduwe, trots de massa advertentiën, die om hulp voor de we duwe geplaatst zijn, niets ontvangen." Wij meenden daarin slechts eene tot de algemeene liefdadigheid ge- gerichte opwekking te kunnen zien en namen de mede deeling, in hoofdzaak, op. Onmogelijk kon vermoed worden dat ook achter dit bericht weder een der te V eere te huis behoorende persoonlijke veeten verscholen kon zijn- Omtrent het Zuider-Zendingfeestdat dit jaar te 's Heer Arendskerke zal plaats hebbenwordt aan de Goesche courant geschreven dat den 12 n dezer tusschen de commissiën en eén paar landbouwers een accoord getroffen is tot afstand van terrein. Een paar boom rijke weiden, gelegen aan den lommerrijken dijk tusschen 's Heer Arendskerke en Heinkenszandzijn voor het feest aangewezen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1