'it aan de rijkskweekscholen voor onderwijzers
3t het begin van den cursus 1875/76, aanvang ne-
inde 1 September 1875, gelegenheid zal zijn tot
piaatsing in het eerste studiejaar van 19 kweekelingen
te 's Hertogenbosch 19 te Haarlem en 20 te Groningen,
teneinde daar, op kosten van het rijk, opleiding tot
hulponderwijzer te ontvangen.
De leermiddelen worden kosteloos aan de kweeke
lingen verstrekt. Aan ieder hunner, behalve aan hen
wier ouders in de gemeente wonen waar de kweek
school gevestigd is, wordt eene rijkstoelage van /300
toegekendteneinde zich onder goedkeuring van den
directeur der kweekschool, voeding, inwoning en be-
wassching binnen de gemeente te verschaffen.
Tot het examen ter plaatsing aan de kweekschool
worden toegelaten zij dieblijkens over te leggen ge
boorte-akte tusschen 1 Januari 1859 en 15 April 1861
geboren zijn.
De stukken moeten vóór 15 Juni a. vrachtvrij worden
toegezonden aan den directeur der kweekschool, bij
welke men geplaatst wenscht te worden.
Kerknieuws.
Het kiescollegie van de Nederduitsche hervormde
gemeente alhier, gisteren avond ten getale van 84
leden bijeengekomenbracht tot vorming van een vier
tal voor de aanstaande predikantsberoeping 61 stemmen
uit op dr. E. Bargerte Lunteren57 op den heer
W. B. Swaante Breda50 op den heer J. Brummel-
kamp, te Veenendaalen 47 op den heer M. Sjoers,
te Opperhuizen.
Marine en leger.
Met 1° September a. vaceert aan het koninklijk
instituut voor de marine te Willemsoord de betrek
king van leeraar in de algemeene geschiedenis, de
aardrijkskunde en de Hoogduitsche taal. Die daarvoor
in aanmerking wenschen te komen moeten zich voor
30 Juni a. bij verzoekschrift tot het departement
van marine wenden. De bezoldiging bedraagt van
1 September a. tot 1 Januari 1876 1900 's jaars en
zal na dat tijdstip geleidelijk kunnen gebracht worden
tot een maximum van 2300 's jaars.
Rechtzaken.
De arrondissements-rechtbank alhier heeft heden een
ter terechtzitting in de vorige week gedagvaarde doch
niet verschenen getuige in eene strafzaak wegens die
niet-verschijning veroordeeld tot ƒ25 boete en in de
kosten. Deze getuige was eenigen tijd geleden op de
straat alhier aangerand en met een mes verwond door
een jongelingdie heden te dier zake veroordeeld werd
tot een maand celstraf, 8 boete en in de kosten.
Gemengde berichten.
Eergisteren is te Veere opgevangen eene postduif,
wier wieken gemerkt zijn„J. van Kaldekerken.
Anvers, 3,"
Te Rotterdam is voor den watersnood op Java
ruim /4000 en in de omliggende gemeenten nog circa
1000 gecollecteerd.
Naar de Dordrechtsehe courant verneemt zijn dooi
de politie te Dordt in beslag genomen twee baaltjes,
als meelbloem in den handel gebracht, welke bij onder
zoek van een monster door een deskundige gebleken
zijn geen meel te bevatten, maar alleen te bestaan uit
koolzuur en zwavelzure kalk, als voedingsmiddel ge
heel onbruikbaar en nadeelig voor de gezondheid, en
zou in deze zaak proces-verbaal zijn opgemaakt en aan
de bevoegde autoriteit ingezonden.
Het beurtveer tusschen Amsterdam en Deventer
is opgeheven.
Met den aardbeziënoogst staat het dit jaar zeer
gunstig.
Z. K. H. prins van Oranje heeft als eerevoor
zitter van de Nederlandsche jachtvereeniging Nimrod
voor de te Utrecht te houden tentoonstelling van hon
den een gouden medaille geschonken, bestemd voor het
mooist gekeurde nest jachthonden.
Verknopingen en aanbestedingen.
Ter provinciale griffie van Zeeland liggen ter lezing
de voorwaardenwaarop door het departement van finan
ciën op den 24fn Mei a. zal worden aanbesteed:
a Het herstellen en verbeteren der rijkstelegraaflijnen
langs den staatsspoorweg tusschen Roozendaal en Ylis-
singen tusschen Dordrecht en Bredatusschen Lage
Zwaluwe en Moerdijk en tusschen Breda en Tilburg,
alsmede langs den Belgischen grooten centraal spoor-
weg tusschen Moerdijk en Esschen en tusschen Tilburg
en Weelde, in twee perceelen.
b Het plaatsen van een tweede rij telegraafpalen langs
den Hollandsclien ijzeren spoorweg tusschen do Zant-
voortsche laan en het station te Rotterdam, alsmede
het daarmede in verband staande spannen van tien
draden op het stationsterrein te Leiden.
Gisteren werd te Domburg te koop aan:, boden:
79 aren 40 centiaren weiland, liggende in de gemeente
Domburg, en 71 aren 70 centiaren weiland aldaar.
Samen verkocht voor 2338. 30 aren 80 centiaren
bouwland aldaar. Verkocht voor 600. 28 aren 80
centiaren bouwland aldaar. Verkocht voor 526.
38 aren 60 centiaren bouwland aldaar. Verkocht voor
ƒ604. 72 aren weiland aldaar. Verkocht voor 1501.
1 hectare 26 centiaren weilandliggende in de gemeen
ten Oostkapelle en Domburg. Verkocht voor 1710.
Eergisteren zijn te Vlissingen in het openbaar
verkocht
Een huis en erve staande en gelegen in de Breewa-
terstraat, D n° 135. Verkocht voor ƒ810.
Een dito staande en gelegen in de Breewaterstraat,
D n° 190. Verkocht voor 600.
Een dito staande en gelegen in de Korte Noordstraat,
F. n» 6. Verkocht voor 926.
Thermnmetergtand.
12 Mei 's av. 11 u. 54 gr.
13 'smorg.7u.58gr.'smidd.lu.69gr.'sav.6u.64gr.
Gemeentebestuur van Middelburg.
Bij publicatie van burgemeester en wethouders is
bekend gemaakt
a Dat de inspectie en exercitie met een gedeelte der
brandspuitenvolgens voordracht van het bestuur over
de brandweerzal plaats hebben Dinsdag den 25cn Mei
a. en wel met de spuit A te 9 uren, met de spuit B
te 10 urenmet de spuit D te 11 uren en met de
spuit C te éen uur.
De bedienden, aan die spuiten geplaatst, worden
alzoo opgeroepen zich ten voorschreven uren aan de
onderscheidene brandspuithuisjes te bevindenzullende
bij niet-verschijning, tegen hen proces-verbaal worden
opgemaakt tot toepassing der bij de verordening vast
gestelde straffen, bestaande in eene geldboete van 3
tot 25 en eene gevangenisstraf van éen tot drie da
gen, te zamen of afzonderlijk.
b Dat de jaarmarkt in deze gemeente, zoo geene bui
tengewone omstandigheden zulks verhinderen, dit jaar
zal aanvangen den 26''" Juli en eindigen den 7fn Au
gustus daaraanvolgende, terwijl de loting om stand
plaatsen zal geschieden Maandag den 19en Juli te voren,
des voormiddags te 10 uren, waartoe de belangheb
benden zich vóór dien tijd bij den marktmeester zullen
moeten aanmelden.
c Dat Maandag 24 dezer 's namiddags te éen uur op
het raadhuis in het openbaar zal worden aanbesteed:
het maken en leveren van schoolmeubelen ten dienste
van school E op den Wal.
Polderbestuur van Walcheren.
Buitengewone algemeene vergadering van heden 13 Mei.
Voorzitter de heer Dronkers.
Van de heeren Schorer, Volkrijk Liebert, Vis en
Berdenis van Berlekom is bericht ingekomen dat zij
verhinderd zijn do vergadering bij te wonen.
De voorzitter deelt mede dat de algemeene verga
dering op verkorten termijn is bijeengeroepen niet zoo
zeer omdat het geldt een uitsluitend belang van den
polder als zoodanig, maar omdat eene beslissing dient
genomen te worden m eene zaak waarbij het algemeen
belang betrokken is. Van den inspecteur van het
loodswezen te Vlissingenals vertegenwoordigende den
staat der Nederlanden, is namelijk een verzoek bij het
dagelij ksch bestuur ingekomen om afstand van grond te
Westkapelle tot het bouwen van een lichttoren en eene
lichtwachterswoning.
Nadat dit verzoek door den griffier is voorgelezen,
wordt op voorstel van het dagelijksch bestuur zonder
beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besloten,
het verzoek in te willigen en alzoo aan dpn staat der
Nederlanden at te staan ongeveer 300 centiaren grond
te Westkapelle, deelmakende van den zeedijk der
Noordwatering, tot het bouwen van een ijzeren licht
toren ter hoogte van 30 meter, alsmede van eene
lichtwachterswoning, voor den tijd van 99 jaren,
ingaande 1 Juli a., tegen een cijns van 5 per jaar;
en voorts het dagelijksch bestuur te machtigen tot het
sluiten der vereisclite overeenkomst.
Verder niets meer aan de orde zijndesluit de voor
zitter de vergadering.
Staten-generaal.
TWEEDE EAIED.
Zitting van Woensdag 12 Bïei.
Nader verslag.)
Ingekomen een wetsontwerp tot wijziging van de
bepalingen omtrent het cassatie-proces.
Rapport is uitgebracht omtrent de overeenkomst met
Duitschland betrekkelijk de indijking van den Dollard.
Over de conclusie (aanneming voor kennisgeving) zal
nader worden beraadslaagd.
De beraadslagingen werden gevoerd over het wets
ontwerp regelende de 'kosten van terugreis van den
vorigen en uitrusting voor den tegenwoordigen gouver
neur-generaal van Nederlandsch Indië.
De heer Gratama betoogde, dat de handelingen
van den minister den leider van hot onberedeneerd
verzet tegen de Atchin-politiek ouder het vorig kabinet
en die derhalve niet verdiende de welwillendheid welke
spreker in acht zou nemen gelijk stonden met eene we
zenlijke terugroeping van den gouverneur-generaal, die,
in het besef zijner hooge verantwoordelijkheid en als eer
lijk en oprecht man, niet kon aanblijven. Het ontslag
van den heer Loudon achtte hij niet gerechtvaardigd,
omdat er in het gerezen geschil geen regeeringsbeginsel
lag en de politiek in het binnenland met het regeer-
stelsel op Java niets te maken heeft. Het ontslag was
daarom ook onstaatkundig. Hij kwam derhalve tot de
conclusiedat de houding van den gouverneur-generaal
edeler was dan die van den ministeren dat zijn poli
tiek vertrouwen in het regeeringsbeleid van den
minister door deze zaak niet was versterkt.
De heer Nierstrasz deed uitkomen hoe de oorzaken
van des heeren Loudon's ontslag dieper liggen dan in
de conversie-qnaestie. Maanden lang was het reeds
bekend, dat de gouverneur-generaal zelf zijne positie
onhoudbaar heeft geacht. De minister zelf heeft erkend
dat de eerste aanvrage om ontslag, aanzijn voorganger,
plaats had naar aanleiding van het conflict met den heer
Nieuwenhuyzen. Thans was de verschijning er bij ge
komen van het door den gouverneur-generaal geïnspi
reerd werk van den heer de Rochemont. Hij laakte
zeer de publiekmaking van stukken uit het geheim
archief en dat nog wel ter verkondiging van eigen lof.
Maar daarmede was in elk geval gegrond gebleken de
grief van den heer Loudon over het gebeurde met den
heer Nieuwenhuyzen. Daarmede was de aftreding van
den heer Loudon verklaard; hetgeen later de naaste
aanleiding daartoe werdwas slechts een middeldat
de gouverneur-generaal aangreep. De gedragslijn der
regeering daarbij droeg ten volle sprekers goedkeuring
weg. De heer Loudon echter wilde a tout prix weg.
Voor het openstellen van het geheim archief behoort
hij door de regeering alsnog ter verantwoording te
worden geroepen. Minder lof had hij voor de regeering
over wegens de benoeming van den heer Lansberge.
Wij hadden in de zeer moeilijke omstandigheden waarin
Inaië verkeert, een man noodig. En onder die om
standigheden had het algemeen verbazing gewekt dat
een man benoemd was, die nog nooit blijken had ge
geven van kennis van het Indisch bestuur en die
slechts benoemd was op de particuliere opinie omtrent
zijne bekwaamheden. Te minder gerechtvaardigd was
de keus van den heer van Lansbergeomdat deze was
feitelijk minister van buitenlandsche zaken tijdens het
bestuur van den heer Roesttoen het Siak-tractaat
werd voorbereid, dat verworpen is geworden omdat
daarin de eer van Nederland werd prijsgegeven tegen
over vreemde mogendheden.
Hier werd de spreker in de rede gevallen door den
voorzitter (heden tijdelijk de heer Storm van 'sGrave-
sande). De heer Nierstrasz zette daarop zijne rede
voort en betoogde in verband met de benoeming van den
heer Lansberge zijn leedwezen over het ontslag van den
legerkommandant. Opnieuw tot de orde geroepen,
eindigde hij zijne rede met de benoeming van den heer
Lansberge inlichtvaardigheid gelijk te stellen met de
onderneming van den oorlog tegen Atchin.
De heer Mirandolle trachtte de onjuistheid aan te
toonen van 's ministers opvatting in casu in de con
versiezaak omtrent de verhouding van het opperbe
stuur tot den gouverneur-generaal. De minister had
den landvoogd in het alternatief gesteld om óf te wei
geren aan den last tot staking der conversie-reis, als
een inbreuk op zijn bevoegdheid, gevolg te geven óf
om, met 'toog op zijne vroegere pertinente verklarin
gen, zijn ontslag te nemen. De minister scheen ook
minder 't oog gehad te hebben op hetgeen gebeurd was
dan wel op hetgeen had kunnen geschieden, zoodat
zijn lastgeving minstens voorbarig was. En daar de
door den minister zeiven aangehaalde feiten niet bewe
zen dat er werkelijk pressie op de bevolking was ge
oefend, zoo had de minister lichtvaardig een greep
gedaan in de bevoegdheid van den gouverneur-generaal.
Dit verschijnsel was te meer bedenkelijk, omdat de
minister in' 't algemeen van de onjuiste opvatting uit
gaat dat de gouverneur-generaal homogeen moet zijn
met de regeeringsrichting in Nederlandtenzij die rich
ting door inmenging haar invloed sterk doe gevoelen.
Dien weg op te gaan achtte hij ten hoogste gevaarlijk.
Oordeelde de minister zoo, dan moest dit door een
wijziging van het regeeringsreglement in dien zin
worden uitgedruktof wel de minister moet zich bepa
len tot algemeene aanwijzing der te volgen richting,
met onthouding van alle inmenging in de bevoegdheid
van den gouverneur-generaal.
De heer Insinger achtte het boven twijfel verheven,
dat het telegram van 4 November slechts het voor
wendsel, het eervol ontslag aan den heer Nieuwenhuy
zen verleend de eigenlijke aanleiding tot de aftreding
van den heer Loudon was. De zaak ligt dus dieper
en wel in de Atchin-zaak. Daarom richtte hij tot den
minister van koloniën het dringende verzoek om het
scherm over de Atchir.eesche zaak geheel op te heffen.
De heer Fransen van de Putte wees op het schier
ongeloofelijk feitdat de afgetreden gouverneur-gene
raal een onbevoegde tot gebruikmaking in staat heeft
gesteld van het geheim rijksarchief, waaronder rappor
ten van den minister van koloniën aan den koning,
diplomatieke bescheideninstruetiën van zeer recente
dagteekening van den minister van koloniën aan den.
gouverneur-generaal. De regeering behoort, zei de hij,
rijpelijk te overwegen wat te dien aanzien te doen zij
en later zal het de taak der vertegenwoordiging zijn aan
de regeering verantwoording te vragen wat zij te dien
opzichte gedaan of nagelaten heeft.
Tot een refutatie van hetgeen in het pamphlet van
den heer de Rochemont voorkomt zou lip niet overgaan.
Voor de kamer was dit overbodigwant zij kent uit
de geheime stukken alles zonder eenige terughouding.
En hierbij merkte hij op, dat de vroegere oppositie,
hoe fel ook, nooit aan die stukken eene beschuldiging
ontleend heeft als die in bedoeld werk thans tegen de
vorige regeering voorkomt. Daarentegen zal het, bij
vergelijking van de vroeger overgelegde stukken, blij
ken dat de heer de Rochemont de zaak niet alleen
met eenzijdigheid heeft toegelichteene verkeerde
voorstelling daarvan gegeven en haar onvolledig mede
gedeeld heeft, maar zelfs mededeelmgen aangehaald,
cursief gedruktwaarin woordendie den zin van ge-
heele phrases beheerschen zijn uitgelaten. Voor de
kamer was dus verantwoording niet noodig. Tegen
over het volk mocht hij het geheim niet schenden, maar
bij de regeering drong hij thans ook zijnerzijds aan op
geheele publiekmaking, met uitzondering van een enkel
stuk of eene enkele phrase uit een telegram aan te
wijze met stippen, hetgeen de vorige regeering, van
haar standpunt, niet heeft kunnen doen, hetgeen een