r too.
MIDDELBURGSCHE
COURANT.
Woensdag
1875.
28 April.
Middelburg *27 April.
Dit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2" Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen,
De prijs per 3/m., franco is f 3.SO.
Altijd met het doel om aan te toonen dat het resti
tutie stelsel zoo goed uitvoerbaar isbevatte de
Standaard gisteren eene uiteenzetting van het aantal
hoofd- en hulponderwijzers en kweekelingen die voor
het onderwijs noodig zijn. Heden behandelt het blad
de traktementenwaarbij in eene vergelijking getreden
wordt met de bezoldigingen der onderwijzers in Oostenrijk,
in Saksen, in het kanton Genêve en in Schaffhausen.
De Standaard wil voortaan klassen van onderwijzers
invoerennaarmate van de standplaatsen en de grootte
der scholen.
Hoe meer wij al deze eischen zien klimmen, zooveel
te meer stijgt onze belangstelling om te vernemen, op
hoeveel zuik een onderwijs den belastingschuldigen te
staan zal komen, welken invloed het restitutie-stelsel
op deze kosten zal uitoefenen en op welke manier dat
zelfde stelsel de moeilijke vraag zal oplossen van uit
een zoo hoog onderwijs-budget naar billijkheid ieder te
„restitueeren' wat hij ten gerieve van anderen betaalt.
Maar erkend moet worden dat de Standaard het talent
bezit om de nieuwsgierigheid harer lezers te prikkelen.
In dat opzicht schijnt zij bij de behendigste Fransche
feuilletonschrijvers, anders zeker haar leermeesters
niet! een lesje genomen te hebben.
De Goesche courant wijdt een woord aan de nagedach
tenis van wijlen den heer A. Schilhamin leven
geneesheer te 's Heer Arendskerke en den 18en dezer
aldaar overleden. In 1811 te Oudendijk (N. Holland)
geboren, trad hij in 1832 als officier van gezondheid
bij de marine in dienst en vestigde zich in 1841 als
geneesheer te 's Heer Arendskerke, waar hij om zijne
edele inborst bij alle ingezetenen geacht was.
Wij zijn in de gelegenheid gesteld eene beschrijving
te geven van het toesteldat door onzen stadgenoot, den
heer C. E. Pluggeis uitgedacht om op de spoortrei
nen de gemeenschap tusschen de reizigers en den con
ducteur te verzekeren.
Het werktuig is zeer eenvoudig, komt in samenstel
ling overeen met den wekker eener klok, en bestaat
uit twee radertjes, een hamer en bel en een ketting,
aan welken laatsten een gewicht is bevestigd. Op den
wagonwaar de conducteur zich bevindtzijn slechts
zichtbaar de bel en de hamer, alsmede de lichter die
den hamer in bedwang houdt.
Eene lijn, bestemd om het toestel onder het bereik
der passagiers te brengen, loopt van den conducteurs
wagen over alle wagens van den trein. Eene treklijn
met handvatselaan de verbindingslijn bevestigdkomt.
in ieder compartement der wagens uit. Wordt nu door
een passagier aan deze lijn getrokken, dan vertoont
zich op den wagon, waar dit plaats heeft, een vlag
getje. Te gelijk wordt de lichter door de verbindings-
lijn opgelicht, de hamer wordt vrijgelaten en valt op
de bel neder.
Men heeft alzoo een dubbel sein: de wekker op den
eondueteurswagen en de vlag op den wagon waar ge
seind wordt.
De kosten van dit toestel worden ten hoogste ge
raamd op 15 voor het vervaardigen van den wekker
en 25 voor het aanbrengen van het sein op eiken passa
gierswagon, met bijbehoorende lijnen en knipjes. De
kosten van onderhoud zouden niet hoog zijn, doch een
voortdurend toezicht wordt noodzakelijk geacht.
De volksmaatschappij „de Veldbloem" te Brussel
heeft een adres tot de Belgische kamer van volksver
tegenwoordigers gericht tot afschaffing der douanen-
linie en tot sluiting van een tolverbond tusschen België
en Noord-Nederland.
De adressanten toonen aan dat de politieke scheiding
welke in 1830 in vele opzichten noodzakelijk geworden
was, van het standpunt der welvaart van de beide
natiën de grootste fout was, die ooit begaan had kun
nen worden. Daardoor toch werd de samenwerking
van den landbouw, de nijverheid en de rijkdommen van
den grond in het Zuiden met de veeteelt, de visch-
vangst, de scheepvaart en den handel in het Noorden
onmogelijk gemaakt. Aan die samenwerking hebben
daarentegen Frankrijk, Engeland en Duitschland, dat
onmiddellijk na 1830 met dat doel het tolverbond in
het leven riep, hun tegenwoordigen bloei te danken.
Daarentegen bestaat tusschen de beide koninkrijken
der Nederlanden eene mededinging, welke volgens het
oordeel der adressanten vooral ten voordeele der vreem
delingen komt. Die toestand drukt vooral zwaar op
de Vlaamsche gewesten, waar het zeewezen ten gronde
ging.
„De oogenschijnlijke bloei van Antwerpenin de
laatste jaren, schrijven de adressanten verder, kan,
onzes inziens, niet als nationaal beschouwd worden,
wijl de handel der Scheldestad voor 3/4 in handen dei-
vreemdelingen is geraakt, en op de honderd zeesche
pen welke deze haven bezoeken, nauwelijks drie onder
Belgische vlag verschijnen. Dit is het onweerlegbaar
bewijs, dat de vreemdelingen grootendeels en niet de
landgenooten de zoetste vruchten van onze nijverheid
en van onzen nationalen rijkdom plukken. Die toestand
is zeer betreurenswaardig en wordt nergens in Europa
teruggevonden.
„Bij dat alles is het u overbekendmijne heeren, dat
de politieke toestand van Europa zeer onzeker is. De
geschiedenis der laatste tijden vooral moet u met ons
geleerd hebben, dat een volk, in gegeven omstandig
heden, alleen op zijne eigene kracht moet kunnen
steunen, wil het zijne vrijheid en onafhankelijkheid
voor de toekomst waarborgen.
„Door dezelfde stoffelijke belangen vereenigd, zullen
wij tegenover alle heersehzuchtige plannen, ook van
den machtigsten nabuurbestand zijn en zeer veel
kunnen bijdragen tot de bevestiging van den algemee-
nen Europeeschen vrede, terwijl, bij het behoud der
bestuurlijke scheiding tusschen beide rijkende vrijheid
in Noord en in Zuid des te weelderiger zal voort-
bloeien.
„Dit onderwerp wel te overwegen, mijne heeren, is
uw eerste plicht. Dientengevolge vragen wij u de
afschaffing der douanenlinie en het tot stand brengen
van een tolverbond tusschen beide rijken. De dag,
dat die wensch verwezenlijkt wordt, zal een der grootste
dagen van de Nederlandsche geschiedenis zijn."
Z. K. H. prins Frederik heeft aan Multapatior
zijne instemming doen betuigen met de door dezen
aangewende pogingen om door geoorloofde middelen het
misbruik van sterken drank en de openbare dronken
schap te bestrijden.
De gemeenteraad van Bergen op Zoom heeft, ten
gevolge van een adres der Nederduitsche hervormde
gemeente, eene commissie uit zijn midden benoemd
teneinde te onderzoeken of in het gasthuis aldaar werk
gemaakt wordt van proselieten-makerij. Aanleiding tot
dit onderzoek heeft gegeven de quaestie of eene ver
pleegde in bedoeld gesticht al dan niet als protestant
gestorven was.
De ambachtslieden te Almelo zijn, volgens een bericht
in het Vaderlandweder tot werkstaking overgegaan,
daar hun betaling in Nederlandsch geld geweigerd
werd.
Benoemingen en besluiten.
ministers. Eervol ontslag verleend als minister van
oorlogop verzoek, aan den majoor A. W. P. Weitzel,
onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige dien
sten aan Z. M. den koning en aan den lande bewezen,
en tot minister van oorlog benoemd H. J. Enderlein,
kolonel van de genie; een en ander met ingang van
29 April a.
ridderorden. Verlof verleend aan A. J. Bauduin, ge
wezen consul der Nederlanden te Hiogo en Osaka, tot
het aannemen van het ridderkruis der orde van St. Olaf,
hem door Z. M. den koning van Zweden en Noorwegen
geschonkenen aan d'. M. W. C. Gorite Amsterdam,
tot het aannemen en dragen der versierselen van rid
der der orde van Frans Joseph, hem door Z. M. den
keizer van Oostenrijk geschonken.
notarissen. Benoemd tot notaris binnen het arron
dissement Leeuwarden, ter standplaats Huizum, ge
meente LeeuwarderadeelA. J. de Lange, candidaat-
notaris te Leeuwarden; tot notaris binnen het arron
dissement Sneekter standplaats de gemeente Sneek,
A. Miedema, candidaat-notaris aldaar.
rechterlijke macht. Benoemd tot procureur-generaal
bij het provinciaal gerechtshof in Friesland m'. W.
Terpstra, thans advocaat-generaal bij het provinciaal
gerechtshof in Zuid-Holland; tot advocaat-generaal bij
het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland jonkheer
mr. A. J. T. H. van den Bergh, thans advocaat-gene
raal bij het provinciaal gerechtshof in Limburgzijnde
voorts mr. W. Terpstra voornoemd tijdelijk belast met
de functiën van directeur van politie in Friesland.
Benoemd tot president der arrondissements-rechtbank
te Heerenveen m'. P. van Blomthans rechter in die
rechtbank.
huizen van -verzbkering. Benoemd tot lid van de
commissie van administratie over het burgerlijk en
militair huis van verzekering te Middelburg G. van
Diesen, hoofdingenieur van den waterstaat.
iiooger onderwijs. Benoemd tot hoogleeraar in de
faculteit der wis- en natuurkunde aan de hoogeschool
te Utrecht dr. J. A. C. Oudemans, hoofdingenieur van
den geographischen dienst in Nederlandsch-Indië.
marine. Op pensioen gesteld: de kapitein ter zee
N. M. J. Kroeften bedrage van 1800 's jaars
met verhooging, volgens art. 1 van de wet van
1 April jl. (Staatsblad n° 33)van 1125 en met ver
gunning tot het big ven dragen van de activiteits-
uniform; de officier van gezondheid le klasse bij de-
zeemacht H. Evertse, ten bedrage van 1100, met
1050 verhooging; de officier-machinist 2e klasse G. B.
Hardesten bedrage van f 700met 1125 verhooging;
allen op verzoek. Voorts de kapitein luitenant ter zee
A. Jarman, wegens langdurigen dienst, ten bedrage
van 71500, met 750 verhooging; de kapitein-luitenant
ter zee J. M. Broersten bedrage van 1500met
ƒ1050 verhooging, en de kapitein-luitenant ter zee
W. F. de Bruyn Kops, ten bedrage van ƒ1500, met
675 verhoogingbeide laatstgenoemden ter zake van
ongeschiktheid voor den militairen dienst, tengevolge
van in en door den dienst bekomen lichaamsgebreken.
Bevorderd tot kapitein ter zee Zr. Ms. adjudant in
gewonen dienst de kapitein luitenant ter zee W. H.
baron van Heerdt; tot kapitein-luitenant ter zee, de
luitenants ter zee le klasse P. Swaan, P. Ten Bosch,
P. J. Rosenwald en E. L. baron van Heeckeren van
Walien; tot luitenant ter zee lc klasse, de luitenants
ter zee 2e klasse F. W. Hudig, J. T. F. Bruyn, jonk
heer H. M. van der Wijck en J. van Herwaardentot
luitenant ter zee 2e klasse, de adelborsten le klasse
K. W. H. Goetz, A. H. Hoekwater, H. Slot, W. J.
de Bruyne, G. J. Sluyterman, J. P. van Rossum,
C. F. W. K. Happé, F. B. 's Jacob en'W. H. Hofstede;
tot officieur van gezondheid le klasse bij de zeemacht,
de officier van gezondheid 2e klasse C. J. A. de Groot
en tot officier-machinist 2e klassede machinist le klasse
in het vaste korps J. Gudde.
Onderwijs.
Tot hoofdonderwijzer aan de openbare lagere school
te Sir Jansland (gemeente Oosterland) is uit de vroeger
opgemaakte voordracht door den gemeenteraad benoemd
de heer J. Bokstal, thans waarnemend hoofdonderwijzer
aldaar.
Naar men verneemt zal de bijzondere school te
Rilland in het volgende jaarwegens gebrek aan
voldoende belangstelling, opgeheven moeten worden.
De heer K. van der Zijde, te Rotterdam, is
door den gemeenteraad van Sneek benoemd tot leeraar
in de Nederlandsche- taal- en letterkunde, tijdelijk
tevens belast met het onderwijs in de Hoogduitsche
taal- en letterkunde.
Het aantal scholen te Haarlem zal eerlang ver-