MIDDELBURGSCHE COURANT. ID, Zaterdag 1875. 24 April. r 97. EN. Middelburg 23 April. [TJUB Bier- |-e ver- dat op jnculaire 'ii dub- ;eerd en e dito aar het ■rsoon mmissie brieven td Zuid- i. in suit- AM. lm |>,30 u. 1,30 1,30 |>,30 30 6.20 41 6.45 38 S.16 8.50 50 9.8 28 10.8 3 10.29 18 10.36 30110.45 7.25 8.32 8.51 1 9.20 7.— 7.50 8.10 8.30 Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2tn Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.50. De Nieuwe Rotterdamsche courant heeft zich gisteren zoo blijkbaar vergist in hare opvatting van den brief van onzen Gentsehen correspondent, op welken wij in ons nommer van den 20,n dezer de aandacht onzer lezers vestigdendat wij haar eene tweede lezing van dat stuk in overweging moeten gevenzonder welke wij gelooven dat eene discussie over dat onder werp moeilijk tot een goed einde zou kunnen voeren. Zij zou daarbij ontwaren dat in den brief hoegenaamd geen sprake was van „een middel om de quaestie-Ter- neuzen op eene voor alle partijen bevredigende wijze op te lossen". Integendeelhetgeen onze correspondent duchtte, was de onderwerping van het tractaat aan de goedkeuring onzer tweede kamer en een verwerpend votum van dezewaardoor de vrucht der langdurige onderhandelingen over den Gentsehen waterweg op eenmaal vernietigd zou worden. Wie nu de koortsachtige spanning kent, waarmede de Gentenaars de verbetering van hun kanaal tegemoet zien, wie op de hoogte der verwachtingen is, welke voor hunne stad in de toekomst daarop gebouwd wor den zal erkennen dat op die wijze de voor alle partijen bevredigende oplossing volstrekt niet gevonden zou zijn. Antwerpen zou juichen; het Belgische ministerie voor het oogenblik uit de verlegenheid geholpen zijn, maar uit Gent en omstreken zouden heftiger klachten opgaan dan ooit te voren. Of de goede verstand houding met onze zuidelijke naburen, op welke wij met de N. R. Ct. hoogen prijs stellenbevorderd zou worden indien de Nederlandsche vertegenwoordiging zich er toe liet gebruikenom op de beschrevene wijze vöor de Belgische regeering de kastanjes uit het vuur te halen, dit meenen wij te moeten betwijfelen. De eene partij zou ons zoo krachtig mogelijk verwenschen, de andere zich waarschijnlijk in het vervolg volstrekt niet dankbaar toonen. De N. R. Ct. kan echter nauwelijks gelooven dat onze regeering tot de indiening van een wetsontwerp ter bekrachtiging van het tractaat zal overgaan, en nog veel minder dat onze 2' kamer dat wetsontwerp zal verwerpendewijlgelijk onze correspondent ook aanvoerdegeen enkel artikel in het tractaat de goed keuring van onze vertegenwoordiging behoeft. Om de waarheid te zeggenwekte deze voorstelling van onzen briefschrijver ook bij ons eenigen twijfel op, ofschoon wij het niet noodig achtten haar rechtstreeks te weder leggen, daar zij in ieder geval tot waarschuwing kon strekken. Maar zie, nu bracht de telegraaf ons giste ren de tijding dat een der gemeende onwaarschijnlijk heden reeds tot werkelijkheid geworden is. De regee ring heeft aan de 2e kamer een wetsontwerp tot goedkeuring der conventie ingediend. Dit dringt ons tot eenige voorzichtigheid in ons oordeel. Veronderstellen wij eens, met de N. R. Ct. dat het reeds ingediende ontwerp in dc aldeelingen onderzocht en in de openbare zitting der 2e kamer ter tafel gebracht wordt; dat verder de kamer het ontwerp niet verwerpt, maar eenvoudig aan de regeering te kennen geeft dat de kamer aan de conventie haar zegel niet behoeft te hechten. Feitelijk zou daarmede de zaak tot stilstand gebracht zijn. De Belgische regeeringwie het volgens onzen correspondent slechts om eene uitvlucht te doen is, zou kunnen zeggenIk heb gedaan wat ik konik achtte goedkeuring der Nederlandsche vertegenwoordiging noodig; de Nederlandsche regeering was dat met mij eensmaar de 2e kamer verkoos hare bekrachtiging niet te verleenen. Hare schuld is het dus, indien de zaak niet tot het gewenschte einde komt. Wij herhalendat wij dien loop van zaken tot onze goede verstandhouding met België in 't geheel niet bevorderlijk zouden achten. Daaromen op grond dat de mededeelingen van onzen correspondent ten deele reeds door de uitkomst bevestigd zijnberouwt het ons volstrekt niet de aandacht van het Nederlandsch publiek op zijnen brief gevestigd te hebben. Met gespannen verwachting namen wij dezer dagen telkens de Standaard ter hand. Zaterdag (in het nommer van Maandag) was het blad aangevangen met eene serie opstellen onder het opschrift: „Is het restitutiestelsel onuitvoerbaar?" Wij hoopten dus nu, van de zijde waar het denkbeeld het eerst voorgesteld was, eindelijk een duidelijke uiteenzetting te ontvangen van een stelsel, dat tot dusverre door de mannen der praktijk-als onuitvoerbaar beschouwd en van verschillende zijden (waaronder ook door ons) be streden werd, niet slechts omdat het strijdig met de belangen der volksontwikkeling is, maar ook omdat velendie zich voorstanders er van noemenzich geen rekenschap geven van hetgeen zij eigenlijk verkrijgen zouden. Hoe zagen wij ons teleurgesteld! Het eerste artikel was slechts een aanloopvan ruim twee kolommen. Den volgenden dag sprak de Standaard over Opiumhandel in de Oost! Toen kregen wij een „woord" (weder van twee kolommen) over het restitutie-denk beeld „in het algemeen" en over de houding der ver schillende partijen tegenover dat stelsel. Donderdag leverde de Standaard (de werkzaamheid der redactie stemt ons tot bewondering) uitvoerige beschouwingen over het laatste vlugschrift van mr. de Savornin Lobman. Eindelijk, heden, ontvangen wij het derde opstel over de restitutie. Wat is nu het einde, le dernier mot dezer talmende breedsprakigheid? Dit antwoord: „Bij de stembus wordt niet over wettelijke regeling in détails, maar over een algemeen denkbeeld uitspraak gedaan. - Voor het forum onzer kiezers mag niets anders gebracht worden dan wat onder hun bereik is. Onze kiezers zijn niet gepromoveerd in hét staatsrecht en nog min der geroepen om de artikelen voor onze staatswetten te dicteeren." Daarom vindt de Standaard het volkomen onnoodig aan te toonen dat haar denkbeeld uitvoerbaar is! Het maken van „eene volledige, goed samenhan gende regeling"zegt zijis trouwens zoo eenvoudig, dat niet éen maar wel tien plannen daartoe te maken zijn; ja dat de „eerste, de beste deskundige", de hee- ren Kerdijk of Moens b. v.in een hal ven dag dat werk zou kunnen verrichten. Daarom zal de Standaard toch eens éen zoodanige regeling in schets brengen, niet om er zich of hare geestverwanten aan te binden, ook niet als mo del voor de wetgevende macht, maar alleen om de een voudigheid van het werk te doen zien. Wij wachten dus weder af. Maar ieder doorziet den toeleg. Voor de menigte treedt men op met groote woorden waarvan zij den zin niet begrijpt. Met de scherper zienden ontwijkt men den strijd of wel men geeft een plan voor de aardigheidwaar men reeds te voren zich niet aan gebonden verklaart. Zoodoende houdt men een tal van achterdeurtjes voor zich open, lokt tijdwinnende discussie uit, en behoudt het voordeel van bij de stembus tot het volk te kunnen zeggen „Wat? Mijn stelsel onuitvoerbaar? Lees de Standaard van den zóo- en zooveelstendaar vindt gij het in de puntjes uitgewerkt Opgave van brieven geadresseerd aan onbekenden, verzonden door het postkantoor Middelburg, gedu rende de tweede helft der maand Maart 1875: Serre, Middelburg; P. Tagel, Rotterdam Kaatje Venema, Rot terdam J. Wyngaarden Hz.SliedrechtD. van den Boomgaart, Zanddijk; A. P. Verhagen, Zwolle; M. O. Ameide; door het hulpkantoor, Vrouwepolder; P. Back, 's Hertogenbosch. De gemeenteraad van Oost- en "West-Souburg heeft in zijne vergadering van gisteren besloten om de kermis op Pinksteren niet af te schaffen, maar ze te behouden. Heden is de heer C. Oudshoornde bekende archi tect van het paleis van volksvlijt te Amsterdamin den ouderdom van 63 jaren aldaar overleden. In bijvoegsels tot de Staatscourant wordt medege deeld het verslag over het jaar 1874door den raad van toezicht op de spoorwegdiensten aan den minister van binnenlandsche zaken uitgebracht. In tegenwoordigheid van Z. K. S. prins Hendrik en vele andere belangstellenden had Woensdag avond te Lelden de algemeene vergadering plaats van de veree- niging der kweekschool voor de zeevaart aldaar. Volgens het verslag dat door den heer G. Kolff werd uitgebracht, verkeert de vereeniging in niet ongun- stigen toestand en gaat zij voort belangrijke diensten te bewijzen voor de opleiding van knapen tot den zeedienst. Het aantal onderwijzers wordt echter niet voldoende geacht. De verslaggever sprak als zijne overtuiging uitdat tengevolge van het bestaan der lijfstraffen bij de marine vele knapen van de indiensttreding worden teruggehouden. Burgemeester en wethouders van Botterdam heb ben aan den gemeenteraad ingediend een ontwerp-adres aan de tweede kamer naar aanleiding van het spoor- wegvoorstel-Kappeyneteneinde aan te dringen op den spoedigen aanleg van een spoorweg van Rotterdam naar Maassluis, later naar den Hoek van Holland. In dit adres wordt gezegd dat in 1874 van de 7048 voor Rotterdam in- en uitgeklaarde zeeschepen5786 gebruik hebben gemaakt van den nieuwen waterweg; dat aldaar met een diepgang van 51 decimeter is ge varen en dat met grond verwacht kan worden datna de verlenging van den Zuidelijken dam, waartoe reeds gelden zijn toegestaan, op het einde van 1876 een waterstand verkregen zal worden van 5 meter onder gewoon en 7 meter beneden hoog water. Voorts is door burgemeester en wethouders voorge steld aan den architect Maréehal te Brussel, domicilie kiezende te Rotterdamvoorloopig concessie te verlee nen voor een uitgestrekt plan tot het aanleggen van nieuwe straten in de nabijheid der beurs, waardoor een aantal der thans aldaar aanwezige nauwe stegen en sloppen zullen vervallen. Benoemingen en besluiten. notarissen. Benoemd tot notaris binnen het arrondis sement Zutfen ter standplaats de gemeente Hengelo, H. W. Alberticandidaat-notaris te Twello. ridderorden. Vergunning verleend aan den kapitein H. Beijerman van den grooten staf, tot het aannemen en dragen der versierselen als ridder der eerste afdee- ling van de orde van de Waakzaamheid of van den Witten valk, hem door den groothertog' van Saksen- Weimar Eisenach geschonken. Onderwijs. Aan den heer A. A. de Smidt, hulponderwijzer aan de openbare school te Tholen, is met ingang van 1 April jl. eervol ontslag uit die betrekking verleend. Kerknieuws. Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Nederduitseh hervormde gemeente te Utrecht door den heer W. Astro, predikant te Rotterdam. Beroepen tot predikant bij de Nederduitseh hervormde gemeente te Nieuwvliet de heer W. J. Breu- kink, emeritus predikant van die gemeente te Acquoij, die deze beroeping heeft aangenomen. tliarine en leger. De officier van administratie 3e klasse F. Lensing, dienende aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Willems oord wordt met den laatsten dezer op non-activiteit gesteld en vervangen door den officier van adminis tratie 3e klasse seheepskleerk K. J. van den Bussehe. De luitenant ter zee 2« klasse C. II. Cornelissende officier van gezondheid le klasse L. P. Gijsberti Hoden- pijl en de officier van administratie 2e klasse P. J. Roest, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië, en van daar den 14e" dezer in Nederland teruggekeerd, worden met dat tijdstip op non activiteit gesteld. m

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1