BUITENLAND. Algemeen Overzicht. vermeld in art. 2 der genoemde wet, dr. F. C. Donders, hoogleeraar te Utrecht; tot lid en vice-president dier commissie, dr. T. Zaaijer, hoogleeraar te Leiden tot lid en secretaris, L. J. van der Harst, leeraar aan 's rijks veeartsenijschool te Utrecht; tot lid, dr. J. P. van Braam Houckgeest, officier van gezondheid 1" klasse te Am sterdam; tot plaatsvervangende leden: dr. Th. W. Engelmann, hoogleeraar te Utrecht; dr. Ii. W. Midden dorp, hoogleeraar te GroningenC. Burgersdijk, militair apotheker le klasse te 's Gravenhagedr. W. Berlin, hoogleeraar te Amsterdam tot lid en voorzitter der commissie die, gedurende éen jaaringaande 1 Augustus e. k.belast zal zijn met het afnemen van de geneeskundige examens, ver meld in art. 3 der genoemde wetdr. M. Polano, hoog leeraar te Leidentot lid en vice-president dier commissie, dr. A. E. Simon Thomashoogleeraar te Leidentot lid en secretaris, J. Polak, apotheker te Amsterdam; tot leden: dr. L. Lehmann, hoogleeraar te Amsterdam; V. J. P. Th. van der Lith, hoogleeraar te Utrecht; d'. A. F. Bauduineerste officier van gezondheid 2e klasse te 's Gravenhagedr. J. A. Boogaard, hoog leeraar te Leiden; dr. H. Herz, hoogleeraar te Amster dam; dr. J. Hissink Jansen, hoogleeraar te Groningen; tot plaatsvervangende leden: dr. L. C. van Goudoe ver, hoogleeraar te Utrecht; dr. F. Rienderhoff, te Rotterdam; M. R. Timmerman, officier van gezondheid le klasse te Amsterdam; dr. W. Koster, hoogleeraar te Utrecht; dr. T. Halbertsmahoogleeraar te Utrecht; dr. W. M. H. Sangerhoogleeraar te Groningen dr. H. A. Kooyker hoogleeraar te Groningen dr. J. W. R. Tilanus, hoogleeraar te Amsterdam; P. J. Haaxman, apotheker te Rotterdam; tot lid en voorzitter der commissiedie gedurende èen jaar, ingaande 1 Augustus e. k. belast zal zijn met het afnemen der examens van apotheker en van de praktische examens van hulpapotbekervermeld in art. 8 en 9 der wet van 1 juni 1865 (Staatsblad n°. 59) en art. 5 der wet van 1 Juli 1874 (Staatsblad n° 97) dr R. S. Tjaden Moddermanhoogleeraar te Groningen; tot lid en vice-president dier commissie, D. H. van Ankum, apotheker te Groningen; tot lid en secretaris, d' P. de Boerhoogleeraar te Groningentot liddr E. A. van der Burg, leeraar aan de hoogere burger school te Leeuwarden; tot plaatsvervangende leden- d"". P. J. van Kerckhoff, hoogleeraar te Leiden; dr. W. F. R. Suringar, hoogleeraar te Leiden; J. van Rijn van Alkemade, eerste militair apotheker bij's rijks magazijn van geneesmiddelen te s' Gravenhage A. C. Cramer, apotheker te Rotterdam. belastingen. Eervol ontslag verleend op verzoek, aan J. Tamson, uit zijne betrekking van ontvanger dei- directe belastingen en accijnsen te St. Anna Parochie c. a.behoudens aanspraak op pensioen, met dankbe tuiging voor de diensten door hem den lande bewezen gedurende een tijdvak van ruim vijftig jaren. Onderwijs. In eene jl. "Woensdag gehouden vergadeiing van den gemeenteraad van Kats werd aan den hoofdonderwijzer der openbare school aldaarden heer J. Sturm Jz., na eene hartelijke toespraak van den burgemeester, een fraaie kamerstoel ten geschenke aangeboden, als een bewijs van erkentelijkheid voor zijne diensten in het vorige jaar tijdens het heerschen der besmettelijke ziekte aan de gemeente bewezen. Tot dit geschenk is door den burgemeester en den secretaris, alsmede door al de voornaamste ingezetenen van Kats bijgedragen. Kerknieuws. Kiescollege der hervormde gemeente te Zierikzee is gisteren uit het vroeger medegedeelde drietal van predikanten beroepen, de heer D. André de la Porte, te Almelo. Het Haagsche genootschap tot verdediging van den Christelijken godsdienst heeft opnieuw uitgeschre ven de volgende prijsvraag, te beantwoorden vóór 15 December 1876„In welke verhouding tot gods dienst en zedelijkheid staan de nieuwe theorieën van Darwin en anderen, betreffende de afstamming des menschen Marine en leger. De minister van marine brengt in de Staats-courant van heden ter kennis van belanghebbenden dat, krach tens bepaling des konings, in dit jaar 24 jongelingen als adelborst 3e klasse voor den zeedienst, na be hoorlijk afgelegd examen, op het koninklijk instituut voor de marine te Willemsoord kunnen worden aange nomen. Op zegel geschreven verzoekschriften om plaat sing moeten door ouders of voogden voor hunne zonen of pupillen, vóór of uiterlijk op 31 Mei a., aan den mi nister van marine worden ingediend. De vereischten en voorwaarden worden tevens in de Staats-courant vermeld. Volgens een bij het departement van marine ont vangen bericht is Z'. Mr. schroetstoomschip Curasao, onder bevel van den kapitein ter zee J. A. Vandevelde, den 27en Februari jl. van Valparaiso vertrokken en den 9™ Maart daaraanvolgende te Callao (Peru) aangekomen. Aan boord was alles wel. Gemengde berichten. Een persoon die een valschen wissel, groot /8000, bij het agentschap der Geldersche credietvereeniging te Deventer heeft aangeboden en geïncasseerd, is te Liverpool gevangen genomen. Het geld was nog in zijn bezit. In de provincie Noord-Holland trachten twee koop lieden in manufacturen het publiek te bedriegen, door katoen voor linnen en onbruikbaar laken voor goede stof uit te geven en te verkoopen. Voor uitbreiding dezer oplichterij naar andere streken zij men dus ge waarschuwd. Te Groningen is een voermansknecht, een half uur nadat hij uit een aarden kom een hal ven liter jene ver achter elkander had opgedronken, in een mestput gevallen en daar levenloos gevonden. De prins van Monaco heeft Z. M. den koning dei- Nederlanden tot ridder grootkruis zijner orde van St. Charles benoemd. Daar het microscopische vorstendom er geen diplomatieke vertegenwoordigers op nahoudt, zijn ridderkruis en diploma aan den Nederlandschen minister van buitenlandsche zaken gezonden, met ver zoek een en ander den koning te overhandigen. Daar de geneesheer van de badinrichting „Be- thesda" te Laag-Soeren krankzinnig is geworden, kun nen volgens het Utrechtsch dagbladvoorloopig geen lijders in die inrichting worden opgenomen. Te Amsterdam is eene Algemeene Nederlandsche Schoenmakersvereeniging tot stand gekomenter behar tiging van de stoffelijke en zedelijke belangen der schoenmakersgezellen. Reeds is besloten tot de oprich ting van een zieken- en begrafenisfonds en tot onder steuning van weduwen en weezen. De vereeniging voert tot zinspreuk de woorden„Rechten naar Plichten". De heer J. A. Alberdingk Thijm trad gisteren avond in de Debating-club te Amsterdam op, speciaal met het doel om aan te toonen dat de hulde, tegen woordig aan het drama „Vorstenschool" gebracht, niet gerechtvaardigd is en door de toekomst niet bezegeld zal worden. Te Roosendaal is een spoorwegarbeider met zijne vrouw gearresteerdbeschuldigd van ontvreemding van goederen uit de bagagewagens. Bij de huiszoeking werd voor eene waarde van f 150 in hun huis ge vonden. Volgens eene corfespondentie in het Handelsblad is het aantal Jezuïeten uit Duitschlanddie in Limburg de wijk genomen hebben, slechts halt zoo groot als onlangs in de N. R. Ct. vermeld werd. Vcrkooplngen en aanbestedingen. Gisteren is te Brigdamme te koop aangeboden een hofsteedje met aanhoorigheden, ter grootte van 20 aren, in de gemeente Vrouwepolder. Verkocht voor 1050. TherniómetersSand. 16 Apr. 's av. 11 u. 40 gr. 17 'bmorg. 7 u. 43 gr. 'smidd.lu. 54 gr. 'sav. 6u. 50 gr. State ii-gene raai. Coöperatie. Zooals de telegraaf ons reeds berichtte, heeft de minister van justitie eene wettelijke regeling voorge dragen van den rechtstoestand der coöperatieve ver- eenigingen. De minister meent dat die regeling zoo kort en een voudig mogelijk moet zijn. Het stelsel van coöperatie is hier te lande nog weinig ontwikkeld. Voor eene regeling in vele bijzonderheden ontbreekt de noodige ervaring. Zij zou de vrije ontwikkeling der coöperatieve vereenigingen eerder belemmeren dan bevorderen. De tegenwoordige wetsvoordracht moet niet anders beschouwd worden dan als een overgangsmaatregel waarbij slechts de voornaamste punten worden geregeld, teneinde de bestaande onzekerheid omtrent den rechts toestand op te heffen en een meer omvattende regeling, zoo deze later noodig wordt bevonden, voor te be reiden. Zij bevat 1° de uitdrukkelijke erkenning der coöperatieve ver eenigingen als bijzondere soort van maatschap en in verband daarmede de wijze waarop zij handelend tegen over derden optreedt; 2° bepalingen ten behoeve van derdenals waarborg tegen bedriegelijke handelingen der vereenigingen (ruime mate van openbaarheidbij gemis van eenige beperking in de openbaar gemaakte statuten of nadere voorwaar den van de persoonlijke aansprakelijkheid, zijn de leden ieder hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk; de uit tredende vennoot blijft nog drie jaren aansprakelijk voor zijn aangegane verbintenissen; in het belang van derden wordt als eenig bewijsmiddel van de toetreding tot en opzegging van het lidmaatschap het voor ieder toe gankelijk register toegelaten(hetgeen ook in het belang v an de vennooten zeiven geschiedt ter voorkoming van dikwijls lastige en ingewikkelde processen over deze punten.) Alleen met de vaststelling dezer waarborgen kan, zegt de minister, worden toegelaten een algemeen wet telijke erkenning der coöperatieve vereenigingen om in burgerlijke zaken handelend op te treden, zonder de in de wet van 1855 voorgeschrevcne individueele er kenning. 3° Bepalingen, in het belang der vennooten zei ven, tot beperking eenigermate van hunne vrijheid in het aangaan van onderlinge overeenkomsten. De wet be hoort te waken tegen misleiding van de vennooten door de bestuurders en bepaaldelijk door de oprichters, en te voorkomendat niet door sommige bepalingen in de statuten de invloed, dien de aansprakelijke vennooten op den gang der zaken moeten kunnen uitoefenen, worde uitgesloten of althans verlamd. Het stelsel van coöperatie der bestuurders, die (in overeenstemming met art. 44 W. v. K.) op welke wijze ook benoemd, ten allen tijde herroepbaar zijnwordt uitgesloten. Daar nevens wordt aan het bestuur de verplichting opgelegd, op verzoek van een vijfde der leden een algemeene vergadering te beleggen, terwijl bij nalatigheid van het bestuur, de leden zelve daartoe kunnen overgaan- Eindelijk is aan het bestuur de verplichting opgelegd tot het doen van rekening en verantwoording, onder overlegging der justificatoire bescheiden, een verplich ting waarvan de vervulling bij nalatigheid in rechten kan worden gevorderd. Deze opvatting van de taak des wetgevers bij een tegenwoordige regeling der coöperatie rechtvaardigt de beknoptheidwaardoor de wetsvoordracht zich onder scheidt niet alleen van de bepalingen over het onder werp voorkomende in de Belgische wet van 18 Mei 1873, maar ook en voornamelijk van de wet voor den Noord-Duitschen bond van 10 Juli 1868, bij art. 80 van de Verfassing des Deutscher. Bandes van 1870 tot rijkswet verheven. Het voornemen der Pruisische Fortschrittspartei, om ook art. 24 der grondwet betreffende de verhouding van den godsdienst tot het openbaar onderwijs af te schaffen, is afgestuit op de oppositie der nationaal- liberalcndie zich daarmede niet konden vereenigen. Uit de berichten betreffende de onderhandelingen tusschen de beide partijen zou men echter opmaken, dat de nationaal-liberalen geen principieel bezwaar tegen den door do Fortschritts-mannen voorgestelden maatregel hadden, doch dat zij bij de behandeling van het door de regeering voorgestelde wetsontwerp alle discussiën over de onderwijs-quaestie wilden vermijden. In zooverre is dan ook hunne houding volkomen verdedigbaar. De onderwijs-quaestie is van zeer teederen aard, die licht de hartstochten nog meer in beweging zou brengen dan thans reeds het geval is. Ten aanzien van de zuiver kerkelijke quaestie wilde echter de nationaal-liberale partij een nog radicaler maatregel toepassen dan de regeering, door eenvoudig de artikelen 14, 15 en 18 uit de constitutie te lichten, zonder daarvoor in de plaats te stellen het artikel, volgens hetwelk de rechts toestand der godsdienstige genootschappen zal worden geregeld door de wetten van den staat. Daardoor zou dus aan de grondwettige erkenning van kerkelijke genootschappen een einde worden gemaakt, zouden voor hen geen speciale wetten noodig zijn, maar zij eenvoudig gelijk worden gesteld met alle burgerlijke maatschappijen en vereenigingen, enbeheerscht worden door de daarvoor vastgestelde wettelijke bepalingen. Dat zou eigenlijk de volkomene en consequente toepas sing wezen van het beginsel der scheiding van kerk en staat. De staat heeft de kerk slechts te beschou wen als een burgerlijke vereeniging, en zoodra eenige vereeniging beginselen verkondigt of handelingen pleegt die gevaarlijk zijn voor de openbare orde der maat schappij, dan wordt zij opgeheven en verliest haar rechtspersoonlij kheid De nationaal-liberalen schijnen echter ook dit denk beeld te hebben opgegeven, want en ziedaar een nieuw bewijs voor de snelle en doortastende werkzaam heid van het Pruisische parlement het wetsontwerp tot wijziging der grondwet, zooals het door de regee ring werd voorgesteld, is gisteren reeds in eerste en tweede lezing aangenomen, terwijl alleen de centrum partij heeft tegengestemd. Hoogstmerkwaardig cn karakteristiek mogt weder de rede van von Bismarck tot verdediging van dit wets ontwerp zijn geweest. „Het is zeide hij o. a. vol gens het telegrafisch resumé der regeering volstrekt niet aangenaam geweest dat zij wijzigingen in de con-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 2