BUITENLAND.
Algemeen Overzicht.
ere,
administratie over 1874, sluitende in ontvang en uit
gaaf met een cijfer van 3004.83.
b Eene wijziging der begrooting van het burgerlijk
armbestuur over het dienstjaar 1874.
c De rekening der kamer van koophandel en fabrie
ken over 1874, sluitende met een kwaad slot van f 64.184,
als gevolg van het doen drukken en verspreiden van
kaartjes aanwijzende de nieuwe gesteldheid dezer ge
meente voor zooveel den handel betreft.
Daarna wordt vastgesteld een staat van onwaarde
van aangeslagen personen in de plaatselijke directe
belasting op de inkomsten over 1874, tengevolge van
overlijden of vertrek naar elders. Daarop komen voor
17 aanvragen die, tot een gezamenlijk bedrag van af
schrijving ad f 183.76, worden ingewilligdterwijl eene
aanvrage, zijnde die tot afschrijving van den aanslag
van wijlen den heer H. A. Abrahams over drie maan
den ad 31.71, is afgewezen, op grond dat het huis
gezin van dien heer na zijn overlijden eerst in het
begin van 1875 is opgebroken.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling
dat het kohier van evengenoemde belasting voor 1875
van gedeputeerde staten goedgekeurd is terug ontvan
gen zoodat de aanslag biljetten zullen rondgezonden
worden.
Alsnu wordt voorgelezen het rapport en voorstel van
burgemeester en wethouders aangaande de plannen voor
een door de heeren van Zeijlen Decker alhier te
bouwen droog dok, waarvoor wij verwijzen naar het
bijvoegsel dezer courant van gisteren.
Eveneens wordt voorgelezen de slotsom van het rap
port van den heer G. van Diesen daaromtrent, die te
kennen geeft dat zijns inziens het bouwen van het
droog dok op de aangegeven wijze alle kans heeft van
te slagendaar het ontwerp op goede beginselen rust,
niets bevat waaruit onoverkomelijke tegenspoeden kun
nen verwacht worden, maar integendeel met de voor
dergelijk werk grootst mogelijke mate van zekerheid
en spoed en met de minste kosten zal leiden tot het
gewenschte doel. Zijn advies is dus: de plannen en het
bestek goed te keurenonder voorbehoud dat daarin
de door hem voorgeslagen verbeteringen gebracht en
zijne verdere opmerkingen in overweging gegeven
wordenvoor zoover zij door het gemeentebestuur
worden beaamd.
Nog wordt gelezen het rapport der commissiën van
financiën en van fabricage, waaruit blijkt dat zij hare
goedkeuring aan het voorstel van burgemeester en wet
houders geven. De plannen en bestekken zijn zoo
zorgvuldig en nauwgezet opgemaakt en in overleg met
den hoofdingenieur van Diesen alhier aangevulddat
ook die leden, die zich vroeger genoodzaakt zagen
hunne stem aan de eerste onuitgewerkte plannen te
onthoudendaaraan thans gaarne hunne goedkeuring
schenken. De commissiën adviseeren derhalve den raad
met algemeene stemmen de gevraagde gewijzigde con
cessie volgens de overgelegde bestekken te verleenen.
De voorzitter verklaart, dat het hem aangenaam is
dat het advies van de deskundigen omtrent het voor
stel van burgemeester en wethouders eenparig zeer
gunstig is, hetgeen voornamelijk te danken is aan de
uitstekende zorg waarmede de plans en bestekken door
éen der bekwaamste ingenieurs van ons land zijn opge
maakt, alsmede aan de diensten door den heer van
Diesen als raadsman der gemeente bewezen. De hulp
van laatstgenoemde hoofdingenieur zal nog nader voor
eenige punten van meer ondergeschikt belang noodig
zijn. Spreker twijfelt nietof de vergadering zal reeds
nu een votum van dankbetuiging aan den heer van
Diesen willen verleenen.
Nadat de vergadering door acclamatie van hare in
stemming had doen blijken, werd de beraadslaging
over het voorstel van burgemeester en wethouders
^geopend.
De eenige spreker was de heer van Visvliet, die
wenschte te motiveeren waarom hij, in tegenstelling
van het vorige jaar thans zijne stem aan het voorstel
geven zou, namelijk omdat zijne vroegere bezwaren
thans zijn opgeheven en hij met het volste vertrouwen
eene richtige uitvoering der zaak tegemoet ziet.
Het voorstel werd daarop in stemming gebracht en
aangenomen met algemeene stemmenzoodat alsnu
de goedkeuring van gedeputeerde staten daarop gevraagd
zal worden.
De heer Fokker wenschte den burgemeester en de
wethouders geluk met het genomen besluit, dat eene
groote en eene grootsehe onderneming geldtgroot voor
zooveel het offer dezer gemeente aangaat en grootsch
omdat het geldt het verkrijgen eener inrichting over
eenkomstig de eischen der ontwikkeling van de scheep
vaart in dezen tijd. Hij hoopte dat de onderneming
der heeren van Zeijlen 'Decker aan het doel zal mo
gen beantwoorden en het burgemeester en wethouders
moge gegeven zijn de verwezenlijking van de nu ge
koesterde verwachtingen en de vruchten daarvan voor
Middelburg te zien.
7 hans wordt de behandeling vooi'tgezet van de con
cept verordening van algemeene plaatselijke politie,
beginnende met art. 75.
De voornaamste der heden vastgestelde bepalingen,
voor zoover zij afwijken van de thans vigeerende ver
ordening, komen op het volgende neder.
Het is bij art. 85 (nieuw art. 82) verboden paarden
of rundvee aan personen „beneden 16jarigen leeftijd"
ter geleiding toe te vertrouwen. Tot dusver gold dit
verbod „onbekwame" personen, maar de meerderheid
achtte het moeilijk de beslissing omtrent bekwaamheid
of onbekwaamheid aan de politie-agenten over te laten
en meende dat het beter was een leeftijd te bepalen.
De artt. 94, 95 en 96 zijn thans vervangen door het
volgende nieuwe artikel
„Zoo dikwijls burgemeester en wethouders dit vorde
ren moeten de verhuurders van rij- en voerrtuigen of
van sleden en daartoe behoorende paardetuigen deze
aan eene keuring of herkeuring onderwerpen.
„Het is verboden het afgekeurde verder te gebruiken."
De artt. 97 en 98 van de tegenwoordige verordening
zijnwegens den veranderden toestand der haven, ver
vallen.
Uit het het oude artikel 102 betreffende het verbod
om tabak te rooken of zich van eenig licht te bedie
nen anders dan in gesloten lantarens, zijn de woorden
„timmermanswinkels en andere werkplaatsen" bij amen
dement weggenomen.
Art. 104, behelzende het verbod om schoorsteenen
uit te brandenis vervallenaangezien dit nooit te
constateeren is en dan ook nooit vervolgd is kunnen
worden.
Uit art. 108 (nieuw art. 101) is weggelaten het ver
bod om op straat ot op den openbaren weg licht anders
dan in eene gesloten lantaren te dragen.
Bij art. lllfo't (nieuw art. 106) is gevoegd de bepa
ling, dat de vervoerder van buskruit verplicht is den
weg te volgen die hem door de politie wordt aange
wezen.
Art. 116 (nieuw art. 110) bevat de bepaling, dat
het verboden is in hetzelfde huis of pakhuis grooter
voorraad van buskruit of schietkatoen te hebben dan
van 10 kilogram en van vuurwerk grooter dan van 25
kilogram.
De behandeling der concept-verordening is thans ge
vorderd tot art. 122 (art. 116 nieuw) en zal in een
volgende zitting worden voortgezet.
Alsnu wenscht de heer Jeras van den voorzitter
eenige inlichting te ontvangen naar aanleiding van de
algemeene klacht over de slechte verlichting der los-
kade alhier. Algemeen wenscht men verbetering van
dien onhoudbaren toestand, vooral na het vóór eenige
dagen plaats gehad hebbende ongeluk. Reeds vroeger
is over deze zaak in den raad meermalen gesproken,
en daarom vraagt hij of bij den voorzitter bezwaar
bestaat tegen het geven van inlichtingen daaromtrent.
De voorzitter antwoordt, dat het hem bijzonder aan
genaam is door de vraag van den heer Jeras in de
gelegenheid te zijn gesteld deze vergadering en ook de
burgerij in te lichten. Men zal zich herinneren dat dooi
de heeren Wolterbeek, van Baggen c°. een voorstel
is gedaan tot verkoop der gasfabriek aan de gemeente,
welk voorstel is gesteld in handen eener commissie uit
den raad. Intusschen heeft hij een gesprek gehouden
met een der leden van genoemde firma, die zich bereid
verklaarde om oogenblikkelijk voor de verlichting der
loskade te zullen zorgen en alle daaromtrent bestaande
geschillen uit den weg te ruimen. Op een door be
doelde raads commissie te kennen gegeven verlangen
is evenwel van de firma een antwoord ingekomen,
waardoor de overname van de gasfabriek door de
gemeente wel als van de baan geraakt kan worden be
schouwd en nu hebben de heeren Wolterbeek, van
Baggen c°. goedgevonden om alle gedane toezeggingen
ten aanzien van de verlichting der loskade terug te trekken
en het te doen voorkomen of die toezeggingen alleen ge
daan waren voor het geval de gemeente de fabriek mocht
overnemen. De voorzitter zou de houding der firma
in deze niet qualificeeren, maar verklaarde alleen dat
die houding burgemeester en wethouders, op zijn zachtst
uitgedrukt, ten zeerste heeft verwonderd. Intusschen
is de toestand thans zoodanigdat burgemeester en
wethouders een ultimatum aan de firma gezonden hebben,
waarop een antwoord wordt ingewacht, en zij zullen
niet aarzelen omindien daartoe termen bestaanaan
den raad voor- te stellen om desnoods in rechten de
firma tot nakoming harer verplichtingen te dwingen.
De heer Jeras betuigt zijn dank voor de ontvangen
inlichtingen en tevens zijne verwondering over de hou
ding der concessionarissen van de gasfabriek, die hij
niet alleen tegen het belang der gemeente, maar ook
evenzeer tegen het belang der aandeelhouders in de
gasfabriek acht.
De zitting wordt hierop gesloten.
Het Belgische parlement heeft zich weder met bui
tenlandsche politiek bezig gehoudenbij gelegenheid van
een voorstel van den heer Cochranedat Engeland van
de aanstaande conferentie te St. Petersburg gebruik
zou maken om te verklaren dat het zich ontslaat van
de internationale verplichtingen bij hot tractaat van
Parijs van 1856 op zich genomen. Het voorstel schijnt
voornamelijk gemunt te zijn tegen de verklaring in
genoemd tractaat, dat de Dardanellen en de Bosporus
in tijd van vrede voor vreemde oorlogsschepen gesloten
zijn. Bij monde van den ondersecretaris van staat, den
heer Bourkewerd hierop door de regeering te kennen
gegeven, dat zij iedere nieuwe verklaring wil vermijden
en zich ook niet van haar internationale verplichtingen
kan ontslaan dan met goedvinden van alle mogendheden
die tot dat tractaat hebben medegewerkt. Hij deed
voorts opmerken, dat onder zekere omstandigheden aan
Engeland bij dat tractaat ook meerdere voorrechten
zijn verleend dan aan andere mogendheden. Het voor
stel werd ten slotte met 261 tegen 46 stemmen ver
worpen en daardoor eene aanleiding tot mogelijke
nieuwe internationale verwikkelingen afgesneden.
Vervolgens behandelde het parlement een in Engeland
zeer zeldzaam geval, nl. een persdelict. De heer Lewis
bracht een aanklacht in tegen de Times en de Daily-
News, dat zij stukken betreffende een buitenlandsche
leenicg hadden openbaar gemaakt die aan een parle
mentaire commissie waren overgelegd, en voordat die
commissie haar rapport aan het huis had uitgebracht.
Hierdoor was het privilegie van het parlement ge
schonden. De kamer heeft besloten de uitgevers van
genoemde bladen tegen morgen (Vrijdag) voor hare
balie te dagvaarden om over deze zaak te worden
gehoord.
Over het algemeen is er voor het oogenblik een wei
nig kalmte gekomen op het in de laatste dagen zoo
fel bewogen gebied der buitenlandsche politiek. Lang
zal zij echter niet durenslechts zoolang tot de be
langrijke onderwerpen die nog aan de orde zijn in het
openbaar zullen worden behandeld en wellicht heeft
heden de Pruisische kamer van afgevaardigden reeds
een aanvang gemaakt met de discussiën over het wets -
ontwerp tot wijziging der grondwet, dat eergisteren
in de afdeelingen aan de orde is gesteld.
In het heerenhuis had gisteren de eerste lezing plaats
van het wetsontwerp tot intrekking der staats-dotatiën
aan de bisdommen en katholieke geestelijkenwaarover
door de heer Senff Pilsach en von Briihl uitvoerige
redevoeringen werden gehouden. Het zwaartepunt der
discussiën echter was een rede vande n rijkskanselier
zelf, waarin hij weder een schitterend bewijs leverde
van zijn strijdvaardigheid en politieke handigheid. Wat
toch deed de geslepen rijkskanselier'? Bij de verdedi
ging van het wetsontwerp trok hij een scherpe lijn
tusschen de kerk en de geestelijkheid. Hij verklaarde
ten stelligste, dat hij niet de katholieke kerk bestrijdt,
maar wel het pausdomhetwelk in beginsel de vervolging
en de uitroeiing van de keiters op het oog heeft. De
paus is in de plaats van de kerk getreden en de bis
schoppen zijn niet anders dan zijne prefecten; als hij
dezen bestrijdt kan er geen sprake van zijn dat hij de
kerk aanvalt.
Het is duidelijk dat een zoodanige verdediging uit
stekend geschikt is om een groot gedeelte van de
katholieke bevolkingvoor wie de kerk het hoogste
beginsel is, althans eenigszins met den rijkskanselier en
zijne wetsvoorstellen te verzoenen, te meer daar over
liet algemeen weinig blijkt van een bijzondere sym
pathie voor de geestelijkheid. Zelfs wordt reeds voor
speld dat wanneer het aanhangige wetsontwerp tot
wet wordt verheven de geestelijken het in sommige
streken hard genoeg te verantwoorden zullen krijgen,
daar de plattelandbewoners vooral in den regel weinig
gezind zijn om uit eigen middelen hun geestelijken,
althans op den duur te onderhouden. Beginnen zij nu
te begrijpendat de regeering het niet op de kerk,
maar alleen op de geestelijken gemunt heeft dan zal
het voor dezen niet beter worden.
BijDa alle groote Duitsche bladen zijn met een vre-
delievenden geest bezield en verzekeren, dat er geen
de minste grond bestaat om voor een oorlog te vreezen,
en omtrent het PruisischBelgisch conflict is heden
geen ander nieuws dan een bericht uit Londen aan de
Kreutz-Zeitung waaruit blijkt, dat de Pruisische re
geering reeds meermalen pogingen heeft aangewend om
België eene vermaning te geven en wel met medewer
king van Engeland. In Januari 1874 betoogde graaf
Munster, de Duitsche gezant te Londen, aan lord Gran
ville de noodzakelijkheid om door gemeenschappelijke
pressie de Belgische regeering te bewegen een einde
te maken aan de clericale agitatie. De Engelsche
minister weigerde echter ten stelligste om in eenig
opzicht tot een dergelijken maatregel mede te werken
en beweerde dat België te dien aanzien alles had ge
daan wat mogelijk was. Niet alleen de regeering maar
zelfs de koning van België hadden de bisschoppen
dringend tot gematigdheid aangemaanden deze hadden
daaraan ook gehoor gegevenmaar men kan hen als
katholieken niet beletten hun sympathie te betuigen
met de houding der Pruisische bisschoppen. Na aftre
ding van het ministerie Gladstone vernieuwde graaf
Munster zijn aanzoek bij lord Derby met de opmerking
dat de Belgische geestelijkheid met de Fransche legiti
misten samenspande om den graaf van Chambord op
den troon van Frankrijk te plaatsen. Lord Derby
echter verklaarde, dat een dergelijke onderstelling tot
het rijk der fabelen behoorde en weigerde bepaald om
met Pruisen een stap bij de Brusselsche regeering te
doen zooals de gezant verlangde. Thans schijnt Pruisen
geen pogingen te hebben aangewend om Engeland tot
een zoodanig bondgenootschap te bewegen, of de heer
Disraëli heeft het niet willen vertellen bij gelegenheid
van de laatste interpellatie omtrent het Pruisisch-Bel-
gische conflict.
Ook in den Franschen ministerraad werden gisteren
door den heer Buffet de meest stellige verzekeringen
gegeven omtrent den vredelievenden staat van zaken
die in geen enkel opzicht een crisis deden vreezen.
Als een bewijs dat de toestand niets onrustbarends
opleverde wees hij op het feit, dat de minister van
buitenlandsche zaken naar Gironde was vertrokken om
de zitting van den departementalen raad bij te wonon.
Omtrent de quaestie der partieele verkiezingen kon
men het niet eens worden, daar de gevoelens te zeer
verdeeld waren ten aanzien van het denkbeeld van de
meest liberale leden, om spoedig voor alle vacante zetels
de verkiezingen gelijktijdig te doen plaats hebben, en
dat van den heer Buffet die telkens slechts de ver
kiezingen wilde uitschrijven welke volgens de bepalingen
der wet niet langer zouden kunnen worden uitgesteld.
De zaak zal in een volgenden ministerraad nader moe
ten worden behandeld.
Heden is door het krtnaal naar Vlissingen gestoomd
de schroefstoomboot Nora, van Amsterdam, bestemd
om lading in te nemen van het uit New-York te Vlis
singen verwacht wordende stoomschip P. Caland.
Het Noordduitsche stoomschip „Fried. Krupp",
gezagvoerder Arnoldis hedengeladen met spoorijzers,
van Vlissingen naar zee vertrokken, met bestemming
naar Stettin.