MIDDELBURGSCHE
COURANT.
Woensdag
1875.
14 April
F 88.
Middelburg 13 April.
Dit blad verschijnt dagelijkB met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.SO.
De benoeming van den generaal-majoor P. G. de
Weve tot kommandant van het Indische leger is een
te belangrijk feit om hetonder den gewonen dagelijk-
schen stroom van benoemingen en hesluiten, onopge
merkt te laten voorbijgaan.
Onder de beschuldigingen, door de oppositie tegen
het laatste liberale ministerie gericht, bekleedde de
terugstelling van den dapperen en verdienstelijken gene
raal Yerspyck, door het benoemen van een ouder,
doch uit de gelederen afgevoerd opper-officier tot be
velhebber der tweede Atchiu-expeditieeene voorname
plaats. Niet alleen dat de regeering aan een oud gene
raal, die beter gedaan had rustig bij den haard te
blijven zitten, dan op nieuwe veroveringen uit te gaan,
schreef men destijds, een zoo gewichtig kommande
ment opdroeg; zij brak door die daad tevens de loop
baan van een man als Verspyck, den afgod van het
legersoldaat en veldheer tegelijk wiens uiterlijk men
maar te zien had (wij schrijven slechts na wat nog
geen jaar geleden verkondigd werd) om de overtuiging
te bekomen dat hij en niemand anders de man was,
niet sleehts om de Atchineezen in het open veld te
verslaan en hunne versterkingen stormenderhand te
nemen, maar ook om onze duurzame vestiging in hun
veroverd land voor te bereiden.
Men mocht, indien deze redeneeringen waarheid in
hielden, verwachten dat de regeering, welke de liberale
opvolgdezich haasten zou om het tegen Verspyck
gepleegd onrecht te herstellen.
De gelegenheid daartoe was schooner dan ooit. De
hoogste militaire waardigheid in Indië, die van leger-
kommandant, tot welke generaal Verspyck, door zijne
vroegere werkzaamheid als chef der le afdeeling van
het departement van oorlog te Batavia, als het ware
opgeleid was, kwam open. Bestond er misschien be
zwaar om Verspyck het bevel over het leger op te
dragenzoolang de heer Loudon te Buitenzorg den staf
als opperlandvoogd zwaaidede optreding van den
gouverneur-generaal van Lansberge had ook deze moei
lijkheid uit den weg geruimd. Geene stem in Neder
land zou waarschijnlijk opgegaan zijn, om de benoe
ming van generaal Verspyck, uit het oogpunt van
bekwaamheid, te wraken.
Toch heeft het conservatieve ministerie gemeend anders
te moeten handelen en uit de gelederen van het Indi
sche leger een ander geacht opperofficier gekozen om,
in de tegenwoordige hoogst moeilijke omstandigheden,
het bevel over het Indische leger te voeren.
Wij gelooven dat deze handeling eene daad van hooge
staatkundige wijsheid en rechtvaardigheid is.
Generaal Verspyck heeft, door op het vernemen dei-
benoeming van van Swieten zijn degen voor de voe
ten der regeering te werpenaan de Nederlandsche
krijgsmacht een allerschadelijkst 'voorbeeld gegeven.
Die daad kon op geen waardiger wijze goedgemaakt
worden dan door zijne trouwe plichtsvervulling als
onder-kommandant der tweede Atchin-expeditie. Toch,
schoon de onbesuisdheid daardoor verschoonbaar werd,
vergeten kon zij niet worden. De generaal heeft zich
onmogelijk gemaakt; hij zelf heeft zijne loopbaan ge
broken.
Deze opvatting, welke ongetwijfeld die geweest zou
zijn van de regeering, welke van Swieten naar Atchin
zond, wordt gedeeld en toegepast door het ministerie
dat haar opvolgde. Wij hadden bijna niet durven ho
pen dat de dag der rechtvaardiging voor den minister
Fransen van de Putte zoo spoedig zou zijn aangebroken.
Het is waarschijnlijk aan een onwillekeurig verzuim
toe te schrijven dat het Handelsblad heden een paar
kolommen uit ons nommer van Maandag overneemt,
zonder dat de bron, waaraan die arbeid ontleend is,
daarbij genoemd wordt.
Het feit dat andere, ook groote bladen van ons
werk gebruik maken overkomt onsmet of zonder
vermelding van ons blad, zoo dagelijks dat wij in
den regel daarop niet letten. Maar wanneer men zich,
zooals hier het geval is, den ondankbaren en tijdroovenden
arbeid getroost heeft van een uitvoerig tijdschrift-artikel
te resumeeren en men ziet dan een dag later zijn werk
in een der grootste bladen afgedrukt alsof het de vrucht
van eigen moeite wasdan wordt men wel eens ver
drietig. Daarom houde de redactie van het Handelsblad
ons voor ditmaal deze opmerking ten goede.
Over de quaestie betreffende de goedkeuring van
het met België gesloten tractaat omtrent het kanaal
Neuzen-G entwordt uit Brussel aan het Handelsblad
het volgende geschreven:
„De hevige oppositiedie zich daartegen openbaart,
wordt in Antwerpen zelf, zooals ik uit den mond van
ingezetenen dier stad heb vernomen, door hen, die
aldaar buiten de partijen staanof de zaak met kalmer
overleg nagaangrootendeels als een politieke stormram
beschouwd, door hare sterke overdrijving eer nadeel
dan voordeel kunnende doen aan de zaakdie men
voorstaat. Volgens die meer bedaarde en lijdelijke
toeschouwers der Antwerpsche beweging, behoeft de
haven van Antwerpen de concurrentie van Terneuzen
niet te duchten, althans zeker niet in die mate als
men voorgeeft, en worden onder de hevigste opposanten
personen gevonden, die bij het tot stand komen der
overeenkomst het minst te verliezen hebben, of door
het aankoopen van terreinen zoowel te Terneuzen als
te Vlissingen en het daarstellen in die plaatsen van
succursalen voor hunne handelshuizen, den Nederlanders
het gras voor de voeten hebben weggemaaid."
Naar wij vernemen is san den officier van gezond
heid 2" klasse W. Huijscli, bij geiegenhêid zijner over
plaatsing van Vlissingen naar Amsterdam, door officieren
van het garnizoen te Vlissingen eene fraai bewerkte
schrijftafel aangeboden.
Uit Zierikzee wordt ons gemeld dat, naar door
velen met leedwezen vernomen werd, het barkschip
„de Grondwetgroot 748 tonnendezer dagen te
Rotterdam verkocht werd. Van de vele schepen, die
eenmaal te Zierikzee te huis behoordenis dit het
laatste.
„Den 27en zoo meldt men ons verder zal te
Zierikzee een lid van den gemeenteraad gekozen wor
den, in plaats van mr. J. A. Bolle. Dit is de derde
vacature gedurende het jaar. Gelukkig heeft men nog
een ruimen voorraad candidatenalle zeer geschikt om
een ledigen zetel te bezetten."
Z. M. de koning is met zijne gemalin en gevolg
gisteren morgen te 11 uren uit Amsterdam naar de
residentie teruggekeerd*.
De secretaris der gemeente Amsterdam, mr. J. de
Neufville, is benoemd tot officier der orde van de
Eikenkroon.
Aan het Handelsblad wordt, uit Zutfen geschreven
dat de geloopen hebbende geruchten omtrent den ongun-
stigen gezondheidstoestand van het lid der 2e kamer,
mr. J. Damniet juist zijn. De heer Dam bevindt
zich wegens eene keelziekte onder behandeling van een
specialen geneesheer te Amsterdamdoch zijn ongesteld
heid is niet van dien aard dat hij daardoor gedwongen
zou worden bij de aanstaande verkiezingen voor een
candidatuur, welke hem zeker aangeboden zal worden,
te bedanken.
De Arnhemsche courant ontleent aan een brief uit
Batavia van den 4en Maart jl. het volgende:
„Daags nadat Loudon vertrokken zal zijn, ziet een
boek van zijn intendant de Rochemont het licht, getiteld:
Loudon en Atchin. Dat boek met een brief aan en
een antwoord van den afgetreden gouverneur-generaal
tot inleidingdreigt enorme sensatie te maken.
NieuwenhuyzenVerspyck en Fransen van de Putte
worden er niet in gespaard. De uitgave moge een
kolossale onhandigheid zijnmaar in het algemeen
belang moet de verschijning toegejuicht worden, om
eindelijk eens achter de waarheid te komen van veel
wat tot heden met betrekking tot de Atchin-historie
nog volkomen in het duister is gebleven."
De Staats-courant van heden bevat de wet van den
6en dezer tot regeling der algemeene voorwaarden, op
welke, ten aanzien van de uitlevering van vreem
delingen, verdragen met vreemde mogendheden kun
nen worden gesloten. j -
Benoemingen en beslatten.
ridderorden. Benoemd tot ridder grootkruis der orde
van den Nederlandschen leeuw Z. D. H. prins Willem
Adolf Maximiliaan Karei Vorst zu Wied.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe be
lastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te
Ommen c. a. W. H. G. van Santen, thans ontvanger
der directe belastingen en accijnsen te Knijpe c. a.
Onderwijs.
Niet minder dan 120 hoofd- en hulponderwijzers in
Friesland nemen deel aan den landbouwcursusdie
eergisteren aan de vier hoogere burgerscholen dier pro
vincie geopend is. Zestig daarvan wonen de lessen te
Leeuwarden bij.
Kerknieuws.
Ter vervulling der vacature van predikant bij de
Nederduitsche hervormde gemeente te Goes, ontstaan
door. het vertrek van den heer W. Vliegenthart en
voortdurende door het bedanken van den heer I. Brum-
melkamp, predikant te Veenendaal, is het volgende
vernieuwde drietal van predikanten opgemaaktde
heeren P. Bartstra, te Klundert; P. C. van der Horst,
te Gorinchem, en Th. Nahuijs, te Zeist.
Jl. Zondag werd de heer L. Kan de Beer als
predikant bij de hervormde gemeente in Aagtekerke
bevestigd door den tweeden consulent den heer B. Braams,
predikant te Grijpskerke. De bevestiger had tot tekst
1 Thes. 512 en 13a. De bevestigde hield zijne intree
rede naar Romeinen 1: 11.
Door den heer C. Diehl, predikant bij de her
vormde gemeente te Chaam c. a.is de toezegging van
beroep naar die gemeente te Axel aangenomen.
Op het drietal ter beroeping van een predikant
bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Utrecht
zijn geplaatst de heeren Duval Slothouwer, te Zutfen;
van Hoogstraten, te Almelo, en van der Flier, te Delft.
Gemengde berichten.
Gisteren morgeneven voor 9 urenstortte een
der paarden, voor den spoorbootwagen gespannen, in
de Zusterstraat te Goes neder. De koetsier sprong van
den bok, het paard werd opgericht en alles was in
orde; maar vóór nog de koetsier den tijd had weder
op den bok fe klimmen gingen de paarden met den
wagen achter zich op holde Wijngaardstraat in. Wel
bleef de koetsier de teugels vasthoudenmaar wijl hij
meegesleept werd, had dit alleen tengevolge, dat de
teugels natuurlijk sterker aangehaald en de paarden
nog schichtiger werden. Gelukkig slaagde een voorbij -
ganger er in de paarden, op korten afstand van de
bijzondere schoolwaar een aantal schoolkinderen speel
den tegen te houden. (G. Ct
Een hond, van dolheid verdacht, is te Schiedam,
na een meisje in den arm gebeten te hebben, afge
maakt.
Met de behandeling van het beroep in cassatie
door J. Wolff, gewezen directeur der Overijselsche
bank, en door den procureur-generaal ingesteld tegen het
vonnis van het provinciaal gerechtshof in Overijsel, werd
gisteren door den hoogen raad een aanvang gemaakt.
Mr. A de Pinto hield een uitvoerige pleitrede. De
procurenr-generaalmr. Romer, zal den 19en dezer in
de zaak zijne conclusie nemen.
Gisteren is te Assen, naar ons heden per tele
graaf wordt gemeld, de drukkerij waar de Provinciale