BIJVOE GSBL Ü11DDELBURGSCHE COURANT Middelburg 7 April. Gemeenschapsmiddelen tusschen reizigers en treinpersoneel. State ii-generaal. De godsdienstvrede in Duitschland. VAN DE van Donderdag 8 April 1875. N° 83. Het Handelsblad van gisteren bevat een Zeeuwschen brief, waarin de schrijver zich zeer beklaagt over de wijze waarop de nieuwe bepalingen der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen vooral op de Zeeuwsche stations worden toegepast, zoodat de loketten tot plaatsneming vijf minuten vóór het vertrek van den trein gesloten moeten worden en niemand zonder plaatskaart op het perron mag komen. Hij voorziet daardoor eerlang treurige berichten over ouden, ge- brekkigen, bijzienden, kinderen, die bij in- of uitstap pen een ongeluk kregen, daar men zijne betrekkingen niet mag helpen en dus zonder eenige hulp moet laten staan. „Maar zegt hij verder ik zou zoodoende bij éen onderwerp blijven, terwijl dit schrijven toch eigenijk meer bedoelde van iets anders te spreken. Yóor eenigen tijd werd het denkbeeld geopperd eene stoomvaart in te richten van Vlissingen langs de havens aan de Maas, in verbinding met de nieuwe stoomvaart op Engeland en de zeer langzaam zich uitbreidende vaart uit Vlis singen naar Indië. Er is in onze provincie te weinig, maar in ons land ondernemingsgeest genoeg, om dat denkbeeld tot werkelijkheid te brengen. Zeker zou zoodanige onderneming goede uitzichten geven en be langrijk kunnen bijdragen tot versnelde toeneming van het gebruik onzer nieuwe havenwerken. Juist aan zoodanigen dienst, waardoor de aanvoer naar Vlissingen zoowel als de verzending van daar bespoedigd zou wordenbestaat behoeftevooral daarook in het ondenkbare geval dat de spoorwegmaatschappij vrij gevig werd, het vervoeren van goederen langs den waterweg om meer dan eene reden door velen zal ver kozen worden. De havens aan de Maas zijn hier be langhebbendenvan wie men ruime medewerking en spoedige aanwending zou verwachten. Rotterdam alleen schijnt er niet zoo over te denken en eene vrees te laten gelden die wij voor het meerendeel ongegrond achten. Sommigen hebben wel eens vermoed, dat van daar een tegenstand uitging, die veel goeds belemmerde. Wij kunnen het echter niet gelooven. Rotterdam staat te hoog en heeft te veel ih zichzelve om kleingeestig of baatzuchtig te wezen. Liever willen wij ook hier denken aan den bekenden talmgeest die hier te lande onuitroeibaar schijnt te zijn. Maar juist daarom vesti gen wij er de aandacht opdat hier iets te ondernemen iswaarvan men goede resultaten kan verwachten. Misschien schuilt hier of daar in den lande nog wel een of andere progressist die toch altijd te Nederlandsch is om een ultra te wezen. Misschien zijn er nog wel, die, al is het dan niet alleen om het algemeen belang, een stap durven wagen, die reeds te lang uitgesteld is. Wij ontkennen het niet dat wij zulks wenschen voor onze schoonemaar nog altijd eenzame havenstad, doch het is niet slechts in haar belang, 't is met het oog op onzen vaderlandschen handel, dat wij aansporen om door te tasten en met meer ernst dan tot nu toe het geval was een plan in behandeling te nemen, dat, in uitvoering niet van kolossalen omvang, in gevolgen ontelbare vruchten afwerpen kan." (Door een spoorwegambtenaar.) Om de gemeenschap tusschen de reizigers en het treinpersoneel zonder eenig gevaar te kunnen doen plaats hebbenis zekerboven alle andere middelen, het in dienst stellen van rijtuigen met zij of middelgangen en eindperrons aan te bevelen. Zulke rijtuigen doen dienst op enkele Zuid-Duitsche, Oostenrijksche en Zwit- sersche spoorwegen, en worden algemeen om de vele gemakken zeer geroemd. Niet alleen zou hét vervaar digen van dergelijke rijtuigen echter vele kosten aan de spoorwegmaatschappijen veroorzakenmaar ook dient men in aanmerking te nemendat zij in den regel niet zooveel plaatsen kunnen hebben als de in ons land in gebruik zijnde rijtuigen, iets wat voor die maatschap pijen, die reeds genoodzaakt zijn voor lookers, alléén reizende vrouwen en de postadministratie afzonderlijke coupés ter beschikking te stellen, niet zonder bezwaar zal wezen. In het buitenland is ook de quaestie van de gemeen schap tusschen de reizigers en het treinpersoneel aan de orde van den dag. Op het congres van spoorweg ingenieurs, gehouden te Dusseldorf den 28 en 29 Septem ber van het vorige jaar, werd dat onderwerp reeds bespro ken, maar was men het nog niet eens, hoe die gemeen schap het best zou kunnen plaats hebben. In België bestaat de o. i. niet zeer praktische bepa ling dat voor die gemeenschap alle voertuigen van treeplanken moeten voorzien zijn. Deze bepaling werd gemaakt nadat Z. M. de koning van België bij gele genheid eener reis had ondervonden, dat een con ducteur dien hij onder den rit wenschte te spreken, niet bij hem kon komen, omdat tusschen het rijtuig van den koning en den bagagewagen een voertuig zonder treêplanken was geplaatst. Dat het echter zeer gevaarlijk zal zijn, om b. v. langs een platten wagen te klauteren, die niet voorzien is en ook moeilijk zou kunnen voorzien worden van handgrepen, zal wel geen betoog behoeven. Een eenvoudig middel, dat alleen bij dag geschikt is, wordt sedert een paar jaar op den Westfaalschen spoorweg in toepassing gebracht. In iederen coupé is een blauwe vlag voorhanden, die ingeval van gevaar door het portier wordt gestoken en door de conduc teurs gemakkelijk kan gezien worden. De invoering van dit eenvoudig hulpmiddel zou, in afwachting van meer afdoende maatregelenvoorloopig reeds nuttig kunnen zijn. Kosten zijn er betrekkelijk aan de uitvoering niet verbonden, daar men, aan geen bepaalde kleur gehouden, dezelfde kleur voor die vlag kon voorschrijven, die tegenwoordig gebruikt wordt door de wegwachters om het sein „onveilig" te geven. Wanneer dan later betere toestellen of middelen werden uitgevonden, konden deze vlaggen toch nog altijd voor seinvlaggen gebruikt worden. Misschien kon men voor den nacht op dezelfde wijze de seinlantaarns gebruiken. Men mag echter verwachtendat het niet lang meer duren zal, alvorens men goed werkende middelen zal hebben uitgevonden. Gemengde berichten. In de Pruisische provincie Posen ondergaan tegen woordig 79 katholieke geestelijken gevangenisstraf of zijn daartoe veroordeeld. Te Berlijn is Woensdag een congres van schoen makers uit de provincie Brandenburg geopendwaarop 60 gedelegeerden uit provincieplaatsen aanwezig zijn, terwijl uit de hoofdstad zelve 3 maal zooveel collega's de bijeenkomsten bezoeken. Het Fransche blad Mozaïque bevat den tekst van het contract waarbij Milton het eigendom van zijn Verloren Paradijs aan den uitgever Symons verkocht voor de som van 125 franken, zooveel als tegenwoordig voor vijf regels aan Tennyson wordt betaald. In sommige Duitsche bladen wordt verzekerd, dat de vorst-bisschop van Siliziëd'. Försterdie dooi den opperpresident van die provincie is uitgenoodigd om zijn ambt neder te leggen, aan het Pruisische hof zeer gezien iszoodat wel blijkt dat geene persoonlijke consideratiën bij de toepassing der kerkelijke wetten invloed uitoefenen. Als hij aan de sommatie van den opperpresident geen gevolg geeft zal een eisch tot ont zetting uit zijn ambt worden ingediend. Uit Goch wordt aan de Berlijnsche Volks Zeitung gemeld, dat een Nederlandsche pater, waarschijnlijk een uitgeweken Pruisisch jezuïet, die in de kerk te Hiilm de biecht afnam, door de gendarmen gear resteerd en naar Kleef werd gebracht. Een poging van den geestelijke om te ontvluchten mislukte. In de koninklijke steenkolenmijnen te Saarbrücken zijn in 1874 van de 21,727 arbeiders 111 een natuur lijken dood gestorventerwijl 48 tengevolge van onge lukken in de mijnen zijn omgekomen. De verantwoordelijke redacteur van de Augsbur- ger Neuester Nachrichten is tot een maand gevangenis straf veroordeeld, daar hij zonder eenige reden zijne vrouw dagelijks mishandelde en haar hét noodige voed sel onthield. Blijkens het proces moet hij een allerbe minnelijkst mensch wezen, die zweep en stok goed weet te hanteeren. In sommige Berlijnsche bladen worden de inwo ners der Pruisische hoofdstad gewaarschuwd, om bij de voorjaarsstormen niet te kort langs de huizen te loopen, daar in de laatste dagen, tengevolge van het vochtige weêr en den sterken wind, geheele ornamenten en con soles van de huizenvooral van nieuwgebouwdenaar beneden stortten en in de nabijheid van de voorbijgan gers in stukken vielen. Het heeft te Rome veel opzien gebaarddat dezer dagen Rochefort's Lanterne en zijn almanak aldaar in beslag zijn genomen, omdat tot nogtoe de verkoop steeds ongehinderd plaats had. Men denkt dat dit feit slechts aan eene beleefdheid jegens Mac Mahon en de nationale vergadering moet worden toegeschreven. Monaco loopt gevaar door éen enkelen Duitscher te worden gebombardeerd. De heer Herman Holmeen Pommeraandie een aanzienlijk vermogen bezit en groo- ten handel drijft, voornamelijk tot bewapening van sche pen wilde zich eenigen tijd geleden niet onderwerpen dan de verplichting een entrée-kaart te vragen voor het Casino de Monte Carlo te Monaco. Hij wilde zonder zoodanige kaart binnendringen onder beweringdat het gevaarlijk en onteerend zou zijn zijn naam en qualiteit op te geven om in een zoodanige inrichting te worden toegelaten. De bedienden vaa het Casino wilden hem niet toelatenwaarop beleedigingenscheldwoorden en eindelijk slagen volgden. Ten slotte werd de heer Holm gearresteerd en in de gevangenis gebracht, alwaar hij 28 dagen doorbracht, niettegenstaande hij een borgstel ling van ƒ250,000 aanbood als men hem voorloopig in vrijheid wilde stellen. Hij schijnt het in de gevange nis niet best te hebben gehad en is nu op wraak be dacht. De heer Holm heeft aan den vorst van Monaco een ultimatum, gezondenwaarin hij vraagt1° de betaling van een som van 50,000 die hij voor liefdadige doeleinden wil besteden; 2v\ herziening en cassatie van het vonnis, waarbij hij tot gevangenis straf werd veroordeelden 3° veroordeeling van den commissaris, die hem heeft gearresteerd tot dwangarbeid. Indien aan deze sommatie niet wordt voldaan of er niet op wordt geantwoord zal de heer Holm in den nacht met een gewapende oorlogsstoomboot voor Monaco verschijnen en bommen, schroot en petroleum werpen op het fraaie Casino en het paleis van den prins, dat zoovele zeldzaamheden bevat. Of de heer Holm ook plan heeft het geheele vorstendom te annexeeren, blijkt niet. In de acclimatisatie tuin te Weenen is eene ver zameling- Chineesche planten aangekomen, die door de Chineezen kunstmatig gekleurd zijn en zeer de aandacht trekken. Vooral is dit het geval met een dwergboom van slechts 50 centimeters hoog wiens stam slechts de dikte van een vinger heeft en w wortels men geheel in de holte van de hand kan iraien. Dat boompje behoort tot het geslacht der eiken ;-,mongeveer hon derd jaren oud. Het is geen natuui wanproduct, maar een voortbrengsel van Chineesche emr 'ïouwkunst, die er zich vooral op toelegt om de j klein te houden. In de kerk Saint Leu te Parijs is dezer dagen het huwelijk voltrokken tusschen een jonge schoone Parijsche dame van zeer goedefamilie en een bur ger van het Hemelsche rijk, den mandarijn Li-Choa-Pée, hoogleeraar in het Chineesch te Parijs. Hij behoort tot de uitstekendste taalgeleerden van Frankrijk en had tot getuige twee Franschen die zich bijzonder op de studie der Chineesche taal hebben toegelegdden markies d'Hervy de Saint Dénis en de heer Ch. Rudy. SPOORWEGEN Bij de beantwoording van het verslag der tweede kamer over het wetsontwerp tot regeling der bestem ming van een som van ƒ5,048,177.37, waarmede de Indische bijdrage voor 1875 wordt verhoogddeels om daaruit de Nederlandsche tekorten over 1871 en 1872 te dekkengeeft de minister van financiën te kennen, dat, zoo men zich latere moeielijkheden ten aanzien der dekking van het tekort op den dienst 1875 wil be sparen daartoe de overschotten van de diensten 1873 en 1874 moeten worden gereserveerd. De regeering had in de memorie van toelichting ook over de nieuwe spoorwegen voor Nederland gesproken. Zij licht dit nader aldus toe: Sedert hare optreding heeft deze regering herhaalde lijk haren ernstigen wil te kennen gegeven om zoodra immer mogelijkvoorstellen in te dienen voor den aanleg van nieuwe spoorwegenmaar zij heeft tevens nimmer geaarzeld te verklaren, dat zij het onverant woordelijk zou achten, hare voornemens daaromtrent in wetsontwerpen te formuleerenzoolang niet zeker heid zij verkregendat de ontwerpen inderdaad kun nen worden uitgevoerd. Indien tot heden daarom nog niet kan worden vol daan aan het verlangen van velen bluft het de vraag of niet ten slotte een weinig wachten het beoogde doel spoediger doet bereiken. Hoe dit zijde regeering vertrouwt dat wetsontwer pen betreffende den aanleg van nieuwe spoorwegen zoo spoedig aan het oordeel der staten-generaal zullen wor den onderworpen, dat, indien zij den bijval der verte genwoordiging mochten erlangennog in het jaar 1875 gelden zullen behooren te worden aangevraagd om de eerste uitgaven ten behoeve dier werken te bekostigen. Met een enkel woord hebben wij in ons buitenlandsch overzicht eergisteren melding gemaakt van eene brochure van den bisschop van Maintz, monseigneur von Kette- ler, die bij den uitgever Franz Kirchheim te Maintz het licht heeft gezien. Dit geschrift, getiteld: Der Bruch des Religionstriedens und der einzige Weg zu seinen Wiederherstellungverdient wel eenige meer uit voerige beschouwing, en is vooral merkwaardig omdat de heer von Ketteler een der meest invloedrijke bis schoppen in Duitschland isvan wien men ondersteltdat hij een overwegenden invloed zal hebben uitgeoefend op de beraadslagingen der bisschops-conferentie te Fnlda. Al terstond verdient het waardeering, dat de heer von Ketteler meer dan eenig ander van zijn ultramon-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 5