rijen in waarde toenemen. De gemeenschap met dat eiland is thans zeer gebrekkig; bij ijsgang is alle gemeenschap met het overige gedeelte van het land, zelfs de postdienst, soms dagen gestremd. Om het belang van dezen spoorweg aan te toonen, beriep men zich op het consortium. In de concessie aanvrage tot aanleg van spoorwegen in Nederland van de Ilotterdamsche bank c. s. leest men op bladz. 12: „De lijn van Brouwershaven naar Roosendaal of Zeven bergen zou onze beste reede met het binnenland ver binden en de eilanden SchouwenDuiveland en Philips- land met den vasten wal verbinden. Tusschen Duiveland en Philipsland zou een stoomovervaart te verkiezen zijn; van Philipsland zou de spoorwegdam over de slikken van Heene loopen en aanslibbing in de hand werken. Niet onbelangrijke plaatsen als Zierikzee en Steenbergen worden tevens in het spoorwegverkeer opgenomen." De kosten van aanleg van dien spoorweg zouden niet groot zijn; tusschen Zevenbergen en het Zijpe zijn geen noemenswaardige moeielijkheden of kunstwerken. Alleen over het Slaak of de slikken van de Heene moet een dam gelegd worden. Ingevolge de concessie, indertijd aan den heer A. van Haatten verleendis deze verplicht dien dam te leggengenoemde heer is over deze con cessie in proces met het ministerie van financiën. Wat ook de beslissing in deze zaak zijhetzij de heer van Haaften, hetzij het domeinbestuur dien dam legge, steeds zal zulks tengevolge hebben, dat veel land zal aan slibben en spoedig kan ingedijkt wordenwant nu reeds zijn die slikken ver boven laagwater gelegen. De kos ten van den dam zullen door die landaanwinning ruim gedekt worden. Volgens eene mededeeling vaD den minister van financiën, inde zitting 18711872gedaan, beloopen de kosten van aanleg van den dam slechts ƒ153,000. Aan het Zijpe kan men met een stoomboot ofstoom- vlot volstaanzooals thans gebruikt worden bij voor beeld op den spoorweg tusschen Jutland en Kopenhagen. Er zijn dan niets anders dan twee weinig kostbare aan legplaatsen noodlg. De gemeenschap op het Zijpe is nooit door ijs gestremd. Van het Zijpenaar Brouwershaven zijn geen noemens waardige kunstwerken. Te Brouwershaven kan dooi den natuurlijken toestand aldaar met weinig kosten eene voldoende gelegenheid gemaakt worden om de goederen van de schepen op den spoorweg te lossen. In het rapport over de verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee, uitgebracht door een raad van den waterstaatingesteld bij besluit van den minis ter van binnenlandsche zaken van 5 November 1857, te 's Gravenhage bij van Weelden en Mingelen in 1858 uitgegevenis reeds gewezen op het groote belang van een vluchthaven voor groote schepen te Brouwershaven. In dat rapport komt een uitgewerkt plan voor van een groote vluctithaven met kadenschutsluizen enz.alles op een ruime schaal aangelegd, ontworpen door wijlen den hoofdingenieur van den waterstaat in Zeeland Beijerinck. De kosten bedragen slechts in het geheel een millioen gulden. Doordien sinds het uitbrengen van dat rapport de haven van Brouwershaven is ver beterd, zijn vooreerst aldaar weinig of geen werken noodig. De schepen liggen veilig in de onmiddellijke nabijheid der haven op de reede of aan de ducdalves, en de lichters kunnen de goederen uit de schepen naar de haven en den spoorweg vervoeren. Voorloopig kan men hiermede volstaan enals het verkeer toe neemt tot het stichten van eene vluchthaven overgaan. Als een bewijs van het belang van de scheepvaart van Brouwershaven herinnerde men, dat in het jaar 1873 waren ingekomen en naar zee gevaren 697 schepen namelijk 509 zeilschepen en 188 stoomschepen, met eenen inhoud van 437,647 tonen in 1874 572 schepen, namelijk 423 zeilschepen en 149 stoomschepen, met eenen inhoud van 395,625. ton. In 1873 zijn te Zierikzee in- en uitgeklaard 148 schepen, te zamen metende 49296 tonen in 1874 94 schepen, metende te zamen 32,150 ton. Te Bruinisse lossen en laden jaarlijks ongeveer 340 vaartuigen. Er zijn ongeveer 100 visschersvaartuigen. Jaarlijks worden gemiddeld uitgevoerd 4,000,000 stuks oesters, 200,000 hektoliters mosselen,220,000kilogram men garnalenbehalve nog eene aanmerkelijke hoeveel heid alikruiken en visch. k. Een spoorweg van Breskens naar de Belgische grenzen in de richting van Gent en van Brugge. De meerderheid konde zich ook met deze lijn niet ver eenigen. Het wekte eenige bevreemdingdat de voor stellers er blijkbaar op uit zijn geweest alle gedeelten der provincie Zeeland van spoorwegen te voorzien. Dit ging, zeide men, wat te ver. Men vroeg, of het de bedoeling is de lijnen aan de Belgische grenzen te laten ophouden? Dit is ondenkbaar. Maar hoe zal dan de bouw op Belgisch grondgebied worden verze kerd? Er is sprake van eene lijn in de richting van Gent en van Brugge. Worden dus twee lijnen bedoeld? Het bleef niet onopgemerktdat Staatsvlaanderen reeds eenen spoorweg bezit en men uit Vlissingen Ter Neuzen gemakkelijk bereiken kan, dat aan het Belgische spoorwegnet is verbonden. Maar vooral deed men uitkomen, dat bij deze lijn blijkt het ver band tusschen spoorwegaanleg en spoorwegexploitatie. Gaarne zoude men van de voorstellers vernemen hoe van eene zoo afgelegene en geïsoleerde lijn de exploita tie zal worden verzekerd? Onder hen, die met de lijn waren iegenomenwilden sommigen den oostelijken tak naar Selzaete hebben gelegd om daar aan de Belgische sproorwegen aan te sluiten. De voorstanders stelden overigens in het licht, dat wie uit Zeeland naar West-Vlaanderen wil en over Ter Neuzen moet gaan, toch een grooten omweg moet maken. Zij voerden verder aan, dat de Belgen veel gronden in die streek koopen en de inwoners langzamerhand daar door onder Belgischen invloed komen. Het strekt dit gedeelte van ons laud tot weinig voordeel, ja eigenlijk tot nadeel, dat het niet bij België behoort. Het is daarom eene goede staatkunde, om de inwoners aan Nederland door den aanleg van een spoorweg te ver binden. In het vierde district is geen enkele spoorweg, terwijl in het Belgisch gedeelte van Vlaanderenin Oost en West-Vlaanderen ongeveer 900 kilometer spoorweg zijn. In vroeger jaren was hier veel handel; deze is voor een goed gedeelte te niet gegaan door de aanslib bingen der voornaamste vaarwateren en havens, dooi de Belgische revolutie en de scheiding van België. Het land is er zeer vruchtbaar en levert veel landbouwpro ducten. Breskens is een vrij goede haven, waar in 1873 902 schepen zijn ingekomen en 901 uitgegaan. Er is een stoomboot, die dagelijks meermalen tussshen Breskeiis en Vlissingen vaart. Wanneer Vlissingen een groote handelsplaats wordt, zoo is het te verwachten, dat, zoo de ontworpen spoorweg tot stand kwam de goederen van Vlissingen naar Breskens en van daar naar Vlaan deren zullen vervoerd worden. De handel zal dan weer gaan bloeien even als in vroeger eeuw. Gemeenteraad van Zierikzee. Zitting van Woensdag 31 Maart. Afwezig de lieeren BolleMoolenburgh en Schneiders van Greijffenswerth. Na lezing en goedkeuring der notulen van de vorige vergadering komt o.a. ter tafel: een verzoek van den heer F. W. N. Hugenholtz, om ontslag als secretaris der openbare brei- en naaischool wegens vertrek naar elders. Dit ontslag wordt eervol verleend met dank betuiging voor de bewezen diensten. In zijne plaats wordt door het bestuur dier school een dubbeltal aanbevolen tot benoeming van een secretaris, te weten de heeren E. A. Remij en E. Snellen. De eerste wordt met 9 stemmen benoemd. Op 3 adressen van eigenaars van eenige aan de ge meente tiendpliehtige gronden betreffende den afkoop van tienden werd gunstig beschikt. Tot beurtschipper voor het veer tusschen Zierikzee en Middelburg wordt benoemd A. van der Hucht. Wordt rapport uitgebracht door de commissie ad hoe op een voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening voor de openbare gezond heidscommissie strekkende tot niet aanneming van dat voorstel, op grond dat eene gezondheidscommissie ge acht behoort te worden niet te kunnen bestaan zonder een voldoend en bepaald aantal geneeskundigen. Na discussie wordt het voorstel van burgemeester en wethouders verworpen met 7 tegen 3 stemmen. Voor stemden de heeren Ochtman, Fokker en de Jonge. Tengevolge van dit besluit stelt de heer Moens namens de commissie ad hoe voor de verordening in te trekken onder dankbetuiging aan de leden der gezondheidscom missie waartoe met algemeene stemmen wordt besloten. Komt ter tafel eene voordracht van burgemeester en wethouders, opgemaakt in overleg met den districts schoolopziener en den hoofdonderwijzer der armenschool, ter benoeming van een hulponderwijzer aan die school, ter vervanging van J. K. Kesieloo. Op de voordracht waren geplaatstM. de Bil te NieuwerkerkJ. Pattut, te Dreischor en A. A. Verhorst te 's Gravenhage. Wordt benoemd de heer M. de Bil te Nieuwerkerk met 9 stem men. De heer J. Pattut verkreeg 1 stem. Wordt vastgesteld het kohier der hondenbelasting op 504behoudens goedkeuring van gedeputeerde staten. Komt in behandeling het voorstel van het bestuur der bank van leening tot aanneming van het aanbod der Tielsche brandwaarborgmaatschappij en tot ver koop van het gebouw der bank. Na discussie wordt op voorstel van den heer Macaré besloten, alvorens op genoemd voorstel eene beslissing te nemenhet bestuur der bank van leening uit te noo- digen ten spoedigste rekening en verantwoording aan den raad te doen. De heer Fokker heeft zich van medestemming ont houden. Hierop wordt de vergadering voor eenige oogen- blikken geschorst. Bij heropening komt in behandeling het voorstel der commissie voor de gasfabriek en de straatverlichting tot reorganisatie van de exploitatie dier fabriek. Het bij dit voorstel gevoegde concept-besluit luidt als volgt: „De gemeenteraad van Zierikzee, Overwegende dat het verbanddat in den jare 1856 tot grondslag lag bij het besluit tot de oprichting en de exploitatie der gasfabriek voor rekening der ge- mnente, door den loop der omstandigheden langzamer hand en in klimmende mate is verbroken geworden en het mitsdien wensehelijk, ja noodig is, dat die grondslag herzien en gewijzigd worde; Besluit: Art. 1. Van primo Januari 1875 af betaalt de ge meente aan de fabriekna den afloop van elke maand, onder korting van 25 pet., het door haar voor de openbare verlichting vereisehte gas, berekend tegen 7 Engelsche voeten per vlam en per uurgelijkstaande met 0.198 kub. meter of zooveel meer of minder als uit proef branding met verschillende branders blijkt, dat er werkelijk verbrand wordt. Verschillen van minder dan 0,010 kub. meter meer of minder komen echter niet in aanmerking. Hei; gasverbruik in de gemeentegebouwen, voor zooveel de verlichting daarin komt voor rekening der gemeentekas, wordt onder dezelfde korting van 25 pet., volgens aanwijzing der aldaar geplaatste gasmetersberekend. De verrekening van die korting zal maandelijks plaats hebben. Evenals tot hiertoe steeds heeft plaats gehadblijft de straatverlichting der gemeente, zooals ze than3 is of later mocht worden uitgebreid, met alle kosten van onderhoud en vernieuwing van lantaarns het ontste ken en blusschen der gasvlammen, in éen woord met inbegrip van alles wat voor eene goede straatverlich ting vereischt wordt, voor rekening van de fabriek. De gasprijs per kub. meter wordt, behoudens de toegekende kortingen, voor alle gebruikers, voor elk jaar, loopende van 1 Januari tot ultimo December, op voorstel van burgemeester en wethouders, in ver band met de sub 5 door de commissie aan hen in te leveren raming, door den raad bij de behandeling der gemeentebegrooting, voor het volgende jaar vastgesteld. Art. 2. Van primo Jannari 1875 af treedt de ge meente op in het karakter van geldschieter, en geniet als zoodanig een jaarlijkschen intrest van 5 pet. van het door de fabriek aan haar nu of later verschuldigd kapitaal. Dat kapitaal wordt gerekend te zijn samen gesteld als volgt: a Uit de waarde der fabriek met den grond en alle verdere inrichtingende gasleidingen in de gemeente, de straatlantaarnsalle gasmetershet kolenpakhuis enz. volgens eene daarvan vóór primo Januari 1875 te doene taxatie. h Uit de waarde van de losse goederen en gereed schappen den voorraad van kolenkalk enz., het gas, de bijproducten etc., een en ander volgens den op ultimo December 1874 op te maken inventaris. c Uit de gelden en geldswaarden op genoemden ultimo December 1874 in de kas van den directeur aanwezig. De sub a en b bedoelde waardebepalingen worden bij nader besluit door den raad goedgekeurd en vast gesteld. Art. 3. Behalve de sub 2 bedoelde interestbetaling wordt ook aan de gemeente eene jaarlijksche aflossing op bet kapitaal bepaald. De kapitaal-aflossing en rente betaling geschieden volgens het annuiteitsbeginsel. Art. 4. De annuiteit beperkt zich tot twee derden van het sub 2 bedoelde kapitaalsbedrag en verdeelt zich over 20 jaren. Tegen het verstrijken van dien termijn worden door den gemeenteraad omtrent rentebetaling en aflossing nadere regelen gesteld. Art. 5. Gedurende dat twintigjarig tijdvak worden, behalve alle verdere gewone of buitengewone ontvang sten en uitgavennoodig ten behoeve der exploitatie van de fabriek, ook in de door de commissie aan burgemeester en wethouders voor elk opvolgend jaar in te leveren raming van inkomsten en uitgaven van de gasfabriek en verdere straatverlichting, als vaste en afzonderlijke posten respectievelijk in ontvang en uitgaaf opgenomenhet door de gemeente vermoedelijk verschuldigde bedrag voor gasverbruik, berekend vol gens den grondslag in art. 1 aangegeven, en het bedrag dat de gemeente komende is, voor kapitaals-aflossing en rentebetaling volgens het sub art. 3 bedoelde annui teitsbeginsel. Art. 6. Het batige saldo van de jaarlijks in te leveren balans van winst en verliesvoor zooveel dat niet tot uitbreiding van het bedrijfkapitaal wordt bevorderd, of wel het nadeelige saldo van de balans, wordt op de rekening en verantwoording wegens de exploitatie van het opvolgend jaar in ontvang of uitgaaf verant woord. De beraadslagingen over de algemeene strekking van het voorstel geopend zijnde, wordt het voorstel door den heer Fokker bestreden en door den heer de Jonge verdedigd. Wegens het vergevorderde uur wordt de zitting verdaagd tot Vrijdag den 2en April, des namiddags te 1 uur. GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDELBURG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 6