BUITENLAND. ilaten-generaal. Algemeen Overzicht. (farraprnMe. gadijdinpn. van 1500 toe te staan voor de restauratie der St. Bavokerk. In de vorige week werd door den rijksveearts te Haarlemmermeer een paard behandeld van een landbouwer aan den Sloterweg. De middelen tot genezing verstrekt (een likkepot), bestonden uit ver- giftdeelenen wel uit een zoodanige hoeveelheidals voldoende kon zijn om 10 mensehen te vergiftigen. Op het etiket stond „vergift." Yoor en aleer echter de boer de middelen toediende, moest hij er eerst eens van proeven. De smaak bekoorde hem zoo, dat hij nog een paar keeren proefde, maar toen begon h'j eerst zijne dwaling te bemerken. Hij werd dan ook zoo ongesteld, dat onmiddellijk geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Gelukkig werd die hulp vroegtijdig genoeg aangewendzoodat het gevaar geweken is en de man geen ernstige gevolgen van zijn onbegrijpelijke onvoorzichtigheid te dragen heeft. Een meisje, dat Maandag middag te Leeuwarden naar het stadsziekenhuis zou worden gebracht om er haar bevalling af te wachtenbeviel op weinig afstand van haar woning op straat zeer voorspoedig van een welgeschapen dochter. Het kind kwam op de straat- steenen neder, zonder echter letsel van belang te be komen. Te Wijster (Drenthe) hebben drie zoons van J. B. voor de loting der nationale militie in 1867 '71 en '75 allen hetzeltde nommer, 33, getrokken. Zekere J. H. die den 8«n October van het vorige jaar goedvond om zijn te Harderwijk als O.-I. soldaat ontvangen handgeld in Engeland te gaan verteren en daarna vergat terug te komenis door de politie te Rotterdam gearresteerd en aan den gnrnizoenskomman- dant overgegeven. De Amerikaan Baytondie een zwempak heeft uit gevonden is voornemens den 7en April een proeftocht in het Engelsche kanaal te doen. Hij hoopt in 15 uren tijds van Boulogne den Engelschen wal te kunnen be reiken. De „lord Chamberlain" van Engeland heeft aan de directeuren der schouwburgen te Londen eene cir culaire gericht, waarin hij hun van zijn voornemen kennis geeft, om met de meeste gestrengheid gebruik te maken van de hem opgedragen bevoegdheid tot het uitoefenen van toezicht over de theatersmet bedreiging dat hijin geval van inbreuk op de openbare zedelijkheid, de zalen zal doen sluiten. De bevoegdheid, waarop de lord Chamberlain doelt, is hem bij oude wetten gegevenen vernieuwd door eene wetsbepaling onder de tegenwoordige regeering vastgesteld (6 en 7 Vict. c. 68). Volgens die bepaling mag geen stuk worden opgevoerd zon der voorafgaande Onderwerping aan genoemden lorddie de opvoering weigeren magindien hij oordeelt dat het stuk de rust zou kunnen verstoren of met de goede zeden en de betamelijkheid in strijd is. Eene inbreuk op de bevelen van den lord Chamberlain heeft de intrekking van de vergunning tot het voeren der directie van het theater ten gevolge. De intrekking kan tijdelijk of definitief zijnhieromtrent is gemelden lord alle ruimte van handelen overgelaten. Verkoop!ngen en aanbestedingen. Gisteren is te Westkapelle te koop aangeboden: 1°. Een huis met schuur, erf en tuin, te Westkapelle op het dorp. Verkocht voor 601. 2°. Een huis en erf aldaar. Verkocht voor 475. 3». 44 aren 65 centiaren bouwland aldaar. Verkocht voor 776.26. Thermometerstand. 31 Mrt. 's av. 11 u.44gr. 1 Ap. 's morg. 7 u. 46 gr.,'s midd. 1 u. 54 gr., 's av. 6 u. 48 gr. EERSTE KAMER. Ziltiag van 'Woensdag 31 IBaart. {Nader verslag Wegens het spoedvereischendetengevolge van den termijn van in werking tredingbeslist de vergadering dadelijk in behandeling te nemen het wetsontwerp tot nadere wijziging der wetten nopens de militaire pen sioenen bij de zeemacht. De heer Hein had gaarne de verhooging der pen sioenen voor de officieren der Indische zeemacht toege past gezien op de pensioenen die thans reeds worden genoten. Thans zou eene onbillijkheid worden gepleegd jegens hen, die vöor eenigen tijd zijn gepensioneerd en degenen, die binnen kort onder de gepensioneerden zullen behooren, en toch meende hij dat dit streed met de bedoeling van den wetgever om de zoodanigen ver goeding te geven voor de offers, die zij in den dienst binnen de keerkringen den lande hebben gebracht. De heer Cremers was daarentegen niet voor de ver hooging van de steeds toegekende pensioenendoch had bezwaar tegen de verhooging, welke het eindcijfer van marine nu wederom zal ondergaan en die meer zal bedragen dan de minister zich voorstelt. Dp minister van marine ontkende in beginsel de billijkheid niet, om de pensioensverhooging ook op de vroeger gepensioneerden toe te passen, maar de regee ring is er voor teruggedeinsd in deze een antecedent te stellen, te meer daar, aangezien er nog vele officie ren zijn voor 1859 gepensioneerd, dan 'de geldelijke gevolgen nog zwaarder zouden geworden zijn. De minister bleef echter de gemaakte raming der meerdere kosten volhouden. Het wetsontwerp werd met algemeene stemmen aan genomen. Het voorloopig verslag der tweede kamer is versche nen over het spoorwegvoorstel-Kappeyne c. s. Daaruit blijkt dat een aantal leden de voordracht niet gerechtvaardigd achtten door de houding der regee ring, en oordeelden dat het wetsontwerp en de toelichting bewezen hoe eene zaak als deze niet vatbaar was voor het recht van initiatief, omdat de toelichting sober is en het ontwerp op onvolledige gegevens berust. Er waren dan ook leden, die in het ontwerp de strekking van politiek wantrouwen tegen de regeering zagen. De aanneming zou haar tot aftreden nopen en zelfs de afstemming zou de regeering bemoeilijken. De zaak werd dus in elk geval belemmerd. Een aantal andere leden daarentegen vonden in de onbeslisteweifelende en dralende houding der regeering genoegzame rechtvaardiging van het ontwerp, welks toelichting overigens niet minder was dan dat van de spoorwegwet van 1860. Wat de politiek betreft, de houding der regeering deed veeleer aan berekening denken met 't oog op de aanstaande verkiezingen. Deze leden hadden dan ook het voorstel met ingenomenheid ontvangen, omdat het in ieder geval de regeering tot werkzaamheid zou prikkelen. Wat het ontwerp zelf betreft, aan de beoordeeling daarvan gaan nog talrijke uiteenloopende beschouwin gen, vooral van financieelen, aard vooraf; en zoowel omtrent de keuze der lijnen als omtrent hetgeen daar nevens nog ontbreektwerd breedvoerig en in uïteen- loopenden zin van gedachten gewisseld. Wat het laatste punt betreft, het ontbrekende, werden een zeer groot aantal lijnen nog genoemd in bijna alle deelen v an het land. Ingeval belangrijke kerkelijk-politieke quaestiën aan de orde zijn hebben de Pruisische bisschoppen meer malen te Fulda eene conferentie gehouden om te over wegen welke gedragslijn zij zullen volgen. Hoe weinig vertrouwen echter de besluiten van een zoodanige conferentie verdienen, is gebleken uit die welke in 1869 vóór de bijeenkomst van het laatste oecumenische concilie werd gehouden. De bisschoppen verklaarden toen het leerstuk der onfeilbaarheid voor een „betwist baar vraagstuk" en stelden te dien aanzien hunne gemeenteleden gerust. Een jaar later echter namen zij dat leerstuk aan en ondersteunden hef met hun gezag. Thans zijn de bisschoppen weder te Fulda verga derd en welke onderwerpen bij hunne beraadslagingen aan de orde zullen zijn ligt voor de hand: de pause lijke encycliek en de wet tot opheffing der inkomsten, door den staat aan de bisdommen en geestelijken in Pruisen verleend. Uit Fulda zelf wordt geméld, dat de bisschoppen verzoeningsgezind gestemd zijn, doch aangenomen dat dit waar is, welken waarborg geeft dit dan nog, met het oog op hetgeen vroeger is voor gevallen, voor hunne houding in de toekomst? Zal de Pruisische regeering aan de verzekeringen van de bis schoppen voldoende waarde kunnen hechtenom ver dere maatregelen ter bestrijding van hun gezag te staken? De tijd zal moeten 'eeren welke waarborgen de bisschoppen zullen willen geven voor de naleving van hun eventueele beloften. Nog minder waarde hechten wij aan die verzoenings gezinde geruchten zoolang op het Vaticaan geen teeke nen van instemming daarmede worden gegeven, maar integendeel het vuur van den strijd vandaar met alle kracht wordt aangeblazen. Bij de krachtige organisa tie der katholieke kerk is liét bijna ondenkbaar, dat op het oogenblik van een beslissenden strijd als thans wordt gevoerd, de bisschoppen vrede zouden maken zoolang de paus de strijdvlag houdt opgeheven en tel kens zijne volgelingen tot volharding aanspoort. Dit heeft hij weder gedaan in een herderlijken brief van 23 Maart jl. aan de geloovigen in Zwitserland, waarin deze worden aangespoord om te volharden in hun strijd tegen de oud-katholieken en alles te doen wat mogelijk is om deze vijanden van de kudde van Christus te vermijden. Wat is dit anders dan verzet en oproer prediken tegen de wet van den staat, die aan de oud-katholieken gelijke rechten als aan de katholieken en het gemeen schappelijk gebruik der kerken verzekert waar dit noodig is? De strijd met Pruisen heeft dus den paus niet afgeschrikt en zoolang hij voortgaat rechtstreeks of zijdelings de wetten van den staat aan te vallen kan van de mindere geestelijkheid geen vrijwillige onderwerping aan die wetten worden verwacht; door geweld zullen zij moeten worden gedwongen. Het gisteren door ons uitgesproken vermoeden, dat in het Fransche ministerie geen homogeniteit bestaa- ten aanzien van de gedragslijn, tegenover de ambtena ren te volgen, is reeds volkomen bevestigd door eene nota van Havaswaaruit blijktdat in den laatst ge houden ministerraad verschil is ontstaan over de circu laire, die door den minister van justitie Dufaure aan de procureurs-generaal zou worden gezonden. Wel wordt de zaak in genoemde nota zoo onbeduidend mogelijk voorgesteld, maar toch is het verschil een fait accompli. Daar echter de gerezen bezwaren uit den weg zijn geruimd wordt, verzekerd dat de circulaire van den heer Dufaure heden in het Journal Officiel zal verschijnen en uit den inhoud zal dan kunnen blijken wie van de beide ministers heeft toegegeven, daar zij toch bezwaarlijk ieder een andere richting kunnen volgen. Waarschijnlijk zal in de heden te houden zitting der permanente commissie van de nationale vergadering tot de regeering de vraag worden gericht welke hare plannen zijn omtrent wijzigingen in het personeel dei- prefecten met het oog op de aanstaande verkiezingen. Aanleiding tot zoodanige vraag geeft voornamelijk het antwoord door den heer Buffet gegeven aan de repu- blikeinsehe afgevaardigden uit Haute Garonnedie hem hebben verzocht om den prefect van Toulouse te ver plaatsen daar deze na de laatste constitutioneele ver anderingen onmogelijk in dat departement kon blijven. De heer Buffet weigerde aan dit verlangen te voldoen, omdat men een prefect er geen verwijt van kan maken dat hij de bevelen van den vorigen minister had uitge voerd. Hij verzekerde echter, dat hij tot de ambtena ren van 'zijn departement eene circulaire zou richten om hen voor te schrijven welke gedragslijn zij moeten volgen. Het is echter de vraag of de prefectendie een andere dan de republikeinsche politiek zijn toege daan zoo maar terstond hunne eigen opinie prijs zul len geven en zich geheel richten naar de voorschriften van den minister. Dit is dan ook het grootste bezwaar tegen diens handelwijze en het voornaamste argument waarom op veranderingen in het personeel der prefee ten wordt aangedrongen. De regeering van koning Alfonsus verkeert in een zeer moeilijke positie tengevolge der akte van beschuldiging door generaal Concha tegen den minister van oorlog, generaal Jovellaruitgebracht, wiens aftreding als onze ker wordt beschouwd. Onder de punten van beschul diging komt ook voordat de minister generaal Riguelme heeft bevorderddie wegens indiscipline door den gouverneur uit Cuba was verbannendaardoor had de minister het prestige van het gezag op Cuba ondermijnd. Er is sprake vandat een hoog gerechtshof zal worden samengesteld om uitspraak te doen tusschen generaal Concha en de minister. De ex-Carlistische generaal Cabrera die door don Carlos van al zijn titels en waardigheden vervallen is verklaardheeft daarop geantwoord in een brief, waarin hij verklaart, dat hij koning Alfonsus heeft erkend, daar hij door geen enkele verbintenis in zijne vrijheid belemmerd werd. „Gij hebt zegt de generaal tot don Carlos zonder mij aan een rechterlijke uitspraak te onderwerpen, maar door uw wil in de plaats dei- wet te stellenmij een straf opgelegd, die voor militairen zwaarder is dan de doodstraf. Deze daad van willekeur zou mijn beste rechtvaardiging wezen indien ik daaraan behoefte had. De Carlisten zullen de wijsheid en rechtvaaardigheid van don Carlos naar waarde kunnen schatten. Uwe hoogheid neme de decoraties en de titels terug, die ik ten koste van mijn bloed heb ver worven. Ik behoud echter mijne wonden en de herin nering aan mijne diensten. Dat God oordeele tusschen uw gedrag en het mijne, moge hij u den besten weg doen inslaan waardoor het herstel van Spanje kan worden verhaast." Deze taal is wel geschikt om de verdeeldheid in het Carlistisehe leger te bevorderen. A. M. D. G. Alvorens omtrent de plaatsing te beslissenwenschcn wij ingelicht te worden wat eigen lijk met het stuk bedoeld wordt. De heer X wordt verwezen naar ons nommer van 3 Maart jl., waarin een bericht omtrent de bewuste zaak voorkomt-. Vertrokken het barkschip Luctor et Emergo, gezag voerder J. Haasnoot, naar Vlissingen om te dokken. Heden is vertrokken de brik Jeremias, gezag voerder Hagendoren, met bestemming naar Dordrecht. üüraaama rk ten enz. Oostburg 31 Maart. De aanvoer van granen was heden niet groot en bestond voornamelijk uit tarwe, waarvoor minder kooplust dan vorige week bestond, tengevolge waarvan de houders lager moesten afgeven. Zware gerst was gezocht en werd ten volle met vorige prijzen betaald, doch afwijkende soorten vonden be zwaarlijk koopers. Haver en paardenboonen werden door kleine aanbieding gaarne als voren gekocht, zijnde besteed voor Tarwe enkel 9, voorts 8.75, 8.50 a 8rogge 6.756.50 a 6.25wintergerst zeer enkel ƒ7 voorts 6.90, 6.75, ƒ6.50 a 6zomergerst 6.60, 6.50 a 6.25haver 5.25/5 a/ 4.50paarden boonen /8.60, 8.40 a 8.25; erwten ƒ10 a ƒ9. Ter veemarkt van gisteren waren aan: 36 stuks hoornvee; 39 varkens en 1 schaap. In hoornvee was de handel slapdoch biggen vonden gretige koopers. Middelburg 1 April. Uit Walcheren was de aanvoer gering. Van buiten Walcheren was ook zeer weinig aangevoerd. Walchersche tarwe, waaruit het grootste gedeelte van den aanvoer bestond, is ƒ0.25 lager voor verbruik gekocht de beste van 9 a ƒ9.25 en de middelbare soorten van 8.60 tot 8.85Zeeuwsche dito onveranderd ƒ9; rogge prijshoudend 7.50; win tergerst ƒ0.25 hooger en op ƒ7 gehouden; Walchersche zomergerst onveranderd a 6.75 gekochtdito witte boonenwaarvan een paar partijtjes ter veil waren, werden op 17 en hooger gehoudendito bruine boonen 0

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 3