BUITENLAND. Algemeen Overzicht Oostenrijksche vrijzinnigheid. JttflÊEonto atulta, ZÜ onder alle omstandigheden goed en nauwkeurig werkt. De kosten van het aanbrengen worden op plus minus f 50 per voertuig geschat. Vcrkooplngen en aanbestedingen. Heden is alhier te koop aangeboden eene grof- en hoefsmederij met annex pakhuiswoonhuis en tuin, aan het Noordplein alhier, wijk M n° 125. Verkocht voor f 4502. Gisteren zijn de onderhoudswerken aan de zeedijken van den polder de Breede Watering bewesten Yerseke aanbesteed. Minste inschrijver was C. de Wilde, te Kattendijke, voor f 40,890, en aan wien het werk is gegund. Tïier mo in etc rst u ro l 24Mrt.'sav.lln.42gr. t 25 'smorg. 7 u.42gr. 'smidd. I u.50gr. *sav, 6 u 46 gr. Met een luister, zooals alleen Venetië die aan hare feesten kan bijzetten, is aldaar de oprichting gevierd van het standbeeld van den grondlegger van het Lom bardisch-Venetiaansche koninkrijkden schepper van het constitutioneele stelsel in Italië, Daniello Manin, die van Augustus 1848 tot Augustus van het volgende jaar aan het hoofd van het voorloopig gouvernement van het Lombardisch-Venetiaansclie rijk stond en moedig den strijd tegen de Oostenrijkers volhieldtot Venetië bij capitulatie in hunne handen viel. Daar hij van de amnestie was uitgesloten ging hij naar Frankrijk, alwaar hij door geschriften voor de verwezenlijking van zijne beginselen ijverde, wier volkomen zegepraal hij.echter niet beleefde. Geheel Italië heeft zijne belangstelling getoond in deze vereering van zijn grooten burger, wiens daden in herinnering werden gebracht door den burgemeester van Venetië, den minister van openbaar onderwijs, den vertegenwoordiger van Venetië en den Italiaanschen senaat, een afgevaardigde en den Franschman Henri Martin. Victor Emmanuel, die steeds toonde de man nen te waardeeren, welke tot de eenheid van Italië en de kracht van zijn dynastie hebben medegewerkt, heeft daarvan ook thans weder blijk gegeven door den zoon van den held van het feest, den heer George Manin^ te benoemen tot kommandeur der orde van de kroon van Italië, terwijl hij den minister van openbaar onder wijs speciaal heeft opgedragen met alleen de regeering maar ook het koninklijke huis te vertegenwoordigen. Zeldzaam spel van den loop der gebeurtenissen Terwijl de tonen van het feest van MaDin ternauwer nood over de blauwe wateren van Venetië zullen zijn weggestorven zal daar, waar de groote burger tegen de Oosteurijkers streed voor de onafhankelijkheid van zijn land, eene vriendschappelijke ontmoeting plaats hebben tusschen den constitutioneelen koning van het vereenigd Italië en den keizer van Oostenrijk. Alle vor sten en vorstinnen van het koninklijke huis van Italië, met uitzondering der hertogin van Aosta, die door haar voortdurend zwakke gezondheid wordt verhinderd, zullen in de oude doge-stad bijeenkomen om den keizer te begroeten. Of deze ontmoeting tusschen de beide regeerende vorsten geheel zonder politieke beteekenis isis twijfelachtig. De regeering van Italië heeft meermalen getoond, dat zij met kalmte rekenschap houdt met den politieken gang van zaken zonder zich aan groote woorden schuldig te maken, en hare toenadering tot Frankrijk en Oostenrijk heeft het vermoeden opgewekt, dat zij een krachtigen steun zoekt met het oog op moeielijkheden met Duitschlanddie het gevolg zouden kunnen zijn van den heftigen strijd tusschen den staat en de katholieke kerk aldaar. Misschien echter is de vrees voor zoodanige moeielijk heden geheel ongegrondwant het is tegenwoordig gewoonte om von Bismarck als de booze geest van Europa te beschouwen in zooverre, dat hij bij de geringste aanleiding zou opstuiven om voldoening te vragen en onderwerping aan zijne inzichten. Hoe onge rijmd deze onderstelling isbleek weder bij eene inter pellatie die gisteren in het Engelsche lagerhuis heeft plaats gehad. Men herinnert zich, dat bij gelegenheid van de installatie van den nieuwen lord mayor van Engeland door Disraeli eene rede werd gehouden waarin eene zinsnede voorkwam, die men meende, dat eene afkeuring van de Duitsche politiek bevatte. Toen later namens Disraeli eene explicatie aan die zinsnede was gegeven werd beweerd, dat hem door von Bismarck om nadere verklaring was gevraagd, en sprak men reeds over een gespannen verhouding tusschen Duitsch land en Engeland. De heer Butt vroeg gisteren aan den Engelschen premier of het waar was dat hem was gevraagd voldoe ning te geven voor de dodr hem bij genoemde gelegen heid gehoudene redevoering. De heer Disraeli verzekerde dat de geruchten hieromtrent geheel onwaar zijn ge weest, en dat nóch tot hem noch tot een ander minister eenige 'opmerking of aanmerking omtrent die rede was gericht. Verscheidene dagbladen hadden aan hetgeen hij had gezegd een onjuiste uitlegging gegeven, waardoor moeilijkheden hadden kunnen worden veroor zaakt, en daarom had hij door een zijner vrienden eene verbetering bekend gemaakt, waarvoor hij ook geen dankbetuigingen van von Bismarck had ontvangen. Het blijkt dus, dat deze zich volstrekt niet met die zaak heeft bemoeid, doch zoo groot is de vrees voor hem geworden, dat wanneer eenig invloedrijk persoon iets zegt of doet wat den Duitschen rijkskanselier wellicht minder aangenaam kon wezen, onmiddellijk wordt beweerd, dat de vrede van Europa in gevaar verkeert. Het wetsontwerp tot wijziging der exceptioneele wet ten voor Ierland is door het lagerhuis in tweede lezing met 264 tegen 69 stemmen aangenomen, waardoor het zoo goed als zeker is, dat weldra in Ierland zachtere bepalingen zullen gelden. De heer O'Clery heeft eene interpellatie aangekondigdbetreffende de erkenning der Carlisten als oorlogvoerende mogendheid. Zij zal echter eerst na Paschen aan de orde komen, daar het huis tot 5 April a. op reces is gescheiden. Ons vermoeden, dat niettegenstaande de coalitie der partijen, de moeilijkheden voor het tegenwoordige Hongaarsche ministerie niet zouden achterwege blijven, wordt reeds bevestigd door de aanvallen waaraan het van de uiterste linkerzijde heeft blootgestaan. Zij waren in de eerste plaats gericht tegen den minister van financiën, den heer Szeleen volbloed Deakist, die de financieele plannen van zijn voorganger Chyczy met warmte had gesteund en verdedigd. De heer Simonyi verweet hem zijne inconsequentie ,om zich te vereenigen met ministers die de voorstellen van Chyczy hadden verworpen. De heer Szell verdedigde zich echter met een beroep op de omstandighedendie de vorming van een nieuwe parlementaire meerderheid noodzakelijk hadden gemaakt, terwijl hij er óp wees, dat de voor naamste der financieele plannen van zijn voorganger, door het tegenwoordige kabinet werden overgenomen. Hij verklaarde tevens, dat indien de voorgestelde her vormingen mochten blijken onvoldoende te wezen om het evenwicht in het budget te herstellenhij zich in de noodzakelijkheid zou bevinden om nieuwe belastin gen voor te stellen en met name die op het inkomen. Tegen een dergelijk verwijt omtrent de verandering in zijne gevoelens verdedigde Koloman Tisza zich even eens met te wijzen op den drang der omstandigheden, die het voor het oogenblik noodzakelijk maakten om te transigeeren. Als opvolger van Tisza in het parle ment is de uiterste linkerzijde voornemens in het dis trict Debreczin candidaat te stellen den voormaligen dictatordie de val van het huis van Habsburg pro clameerde: Lodewijk Kossuth. Deze heeft de houding van Tisza in zeer scherpe bewoordingen afgekeurd, zoodat de tegenwoordige minister in hem, als hij ge kozen wordteen gevaarlijk bestrijder kan verwachten. De parlementaire crisis in Denemarken zal tot eene ontbinding van de kamer moeten leiden. Deze weigert standvastig, niettegenstaande met hare ontbinding is gedreigdeenige posten op de begrootingen van bin- nenlandsche zaken, oorlog en marine goed te keuren, en de eerste kamer, die de regeering steunt, zendt de geamendeerde begrootingen aan de tweede kamer terug. Er is thans overeenkomstig de bepalingen der grond wet eene commissie uit beide kamers benoemd, om de parlementaire controle op de uitgaven uit te oefenen, tot zoolang een nieuwe begrooting zal zijn vastgesteld. Door drie leden van de linkerzijde is in de tweede kamer een gelijkluidend voorstel gedaan als reeds in de vertegenwoordigingen van Engeland, de Vereenigde staten, Italië, Zweden, België en Nederland is aange nomen betreffende de invoering van het stelsel van arbitrage bij internationale geschillen. Dezer dagen is in de Oostenrijksche monarchie door het hof van cassatie te Weenen een vonnis gevelddat algemeen de aandacht heeft getrokken en de veront waardiging der liberale pers heeft opgewekt. De schrij ver van een brochure, waarin anti-godsdienstige stellin gen werden ontwikkeld, die konden strekken ter bevordering van ongeloofwerd in eerste instantie ver oordeeld tot negen maanden gevangenisstrafin hooger beroep gekomen werd het vonnis van den eersten rechter vernietigd en de schrijver vrijgesproken; er werd echter cassatie aangeteekendhet hof van cassatie vernietigde de uitspraak van den tweeden rechter en veroordeelde den gevaarlijken schrijver ter hoogste instantie tot negen maanden gevangenisstraf. De Neue freie Pressedie de zaak uit een staatkun dig oogpunt beschouwt, erkent zeer terecht, dat er wettelijke bepalingen moeten zijn, waarop de rechter een zoodanige uitspraak heeft kunnen baseeren, doch dit is juist het ernstigste van de quaestie, want die bepalingen zijn in strijd met het constitutioneele stelsel van den modernen staat en ook met de wetgeving in Oostenrijk zelve. Immers de vrijheid van godsdienst, zelfs de godsdienstloosheid wordt in die wetgeving erkenddoor de invoering van den burgerlijken stand, waardoor geboorte, huwelijken en dood door burgerlijke autoriteiten worden geconstateerd onafhankelijk van eenige godsdienstige geloofsbelijdenis. De burgerlijke wetgeving gaat dus uit van het beginsel, dat de staat met de godsdienstige belijdenismet het kerkelijk geloof van het individu niets te maken heeft. De Oostenrijk sche staat zorgt, dat alle burgerlijke en staatsburgerlijke rechten van den ongeloovige behoorlijk zijn gewaar borgd, dat zijn huwelijk wettelijk kan worden voltrok ken dat zijn kinderen dezelfde rechten genieten als andere, zoodat hij de voortplanting van een geheel geslacht ongeloovigen of godsdienstloozen wettelijk beschermt. En hij straft hendie zoogenaamde ongods dienstige leerstellingen verkondigendoor een rechterlijk vonnisEen zoodanige contradictie is niet alleen bespotte lijk, maar zelfs gevaarlijkwant wat zijn ongodsdienstige leerstellingen, wat is ongeloof? In het algemeen is onge loof niet gelooven in de leerstellingen van een geordend kerkgenootschap, maar voor ieder speciaal geval zal het door den rechter opnieuw moeten worden uitgemaakt en de qualificatie van wat geloof is hangt grootendeels van ieders particuliere opinie af. Men begrijpt dusdat de uitspraak van het Oosten rijksche hof van cassatie voor alle denkers en- schrij vers, voor allen die vrijheid van gedachten en van drukpers op prijs stellen van het hoogste gewicht is. Waar toch is de grens van wat al of niet ongodsdienstig of gevaarlijk is voor den godsdienst? Ieder philosoof loopt gevaar, dat de producten van zijn studie en na denken als ongodsdienstig worden veroordeeld en hij in de gevangenis komt. „Zulke processen zegt dan ook de Neue freie Presse behooren op eene lijn te worden geplaatst met de heksenprocessen en zijn nog een overblijfsel van middeleeuwsche onverdraagzaam heid waarbij de staat niet alleen geen belang heeft, maar waartoe hij ook geen recht heeft." 't Is te hopen, dat dit proces eene verandering in de Oostenrijksche wetgeving op de persvrijheid zal ten gevolge hebben. Mijnheer de Redacteur! In het Sluisch Weekblad van den 19en dezer doet zekere heer Leysenaar zich kennen als tegenstander van hetgeen door den heer Vorsterman van Oijen en mij over een te leggen spoorweg door het voormalig vierde district onzer provincie werd medegedeeld. Daar ook in uwe courant van gisteren, op daartoe gedaan ver zoek, van het schrijven van dien heer werd melding gemaakt, meende ik het zoo kort mogelijk te beant woorden door de daarin vervatte scheeve voorstellingen en valsche sluitredèn aan te toonen. Dat stuk lag ter inzending gereed, toen mij heden het antwoord van den heer Vorsterman van Oijen in handen kwam, ook reeds in uwe courant van heden vermeld. In dat ant woord zijn mijne eigene denkbeelden zoo volkomen weêrgegeven, dat ik de plaatsing van het mijne geheel overbodig acht. Alleen stel ik er prijs op nog eenmaal dit te con- stateeren, dat het denkbeeld van eene enkele spoorlijn over Eede naar de Belgische grenzen geenszins van mij is uitgegaan, maar van de deskundigen, met het opmeten en aanwijzen der doelmatigste lijn belast, ge lijk ik dit reeds bij mijn eerste schrijven te kennen gaf en waarop dan ook mijne beschouwingen werden gegrond. Maar wie waren dan die deskundigen? zoo vraagt de heer Leysenaar. Is hij geen vreemdeling in het district, dan is deze vraag niet eerlijk. En weet hij werkelijk niet, dat ongeveer een paar jaar geleden van 's Hage twee deskundigen tot de voornoemde werkzaam heden werden uitgezondenen deze zelfs tot Maldegem hunne opmetingen hebben voortgezet? Die deskundi gen nu zijn hetdie na volbrachte werkzaamheden mij ongevraagd en herhaaldelijk hunne overtuiging omtrent de besproken lijn hebben medegedeeld. Daarom bejam mer ik het met den heer Vorsterman van Oijen, dat de Sluische schrijver zijne geheele redeneering zoo be paaldelijk tegen Aardenburg gericht heeft, alsof van daar het eerste denkbeeld eener andere dan door de voorstellers aangegeven richting van den zoo vurig gewenschten spoorweg ware uitgegaan. Hierdoor toch geeft die schrijver maar al te veel voedsel aan hetgeen de Zeeuwsche correspondent der Zutfensche courant, ook door u, mijnheer de redacteur, aangehaald, zoo terecht betreurt: bespottelijken onderlingen naijver. Ik geloof, dat de zaak thans van alle zijden genoeg zaam bekend is om er de pen bij te kunnen nederleggen. Middelburg, 24 Maart 1875. Ph. van den Broecke.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 3