MIDDELBURGSCHE
N" 70.
Dinsdag
COURANT.
23 Maart.
1875.
Middelburg 22 Maart,
Dit blad verschijnt dagelyks met uitzondering van den Zondag, den 2" Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m.., franco is f 3.50.
In een als hoofdartikel in het Sluisch weekblad ge-.1,
plaatst opstel van den heer J. P. Leijsenaar, wordt de
richting van den spoorweg Breskens—Belg. grenzen,
zooals die eerst door den heer mr. Ph. van den Broecke
in ons bladlater door den heer Vorsterman van Oijen
in het Sluisch weekblad zelf is voorgestaan, en waarbij
ten slotte ook de heer Hammacher (zie zijn ingezonden
stuk in ons uommer van 18 Maart) zich heeft aange
sloten, weder bestreden.
De heer Leijsenaar acht den aanleg dier lijnen in de
richting, zooals die in het spoorwegvoorstel-Kappeijne
wordt aangegeven, verkieslijk. Hij is zedelijk over
tuigd dat door dien aanleg de belangrijkste gemeenten
in het 4e district zeer zullén worden gebaat. „Immers
men heeft dan aan den eenen kant de schoone gemeenten
Groede, Nieuwvliet, Zuidzande, Kadzand en Retran-
chement in de richting van Sluis, en aan de andere
zijde IJzendijke, gelegen in het midden der vruchtbare
streken van Biervliet, Hoofdplaat en Waterlandkerkje,
terwijl daarentegen van Oostburg in de richting naar
Aardenburg geen enkele gemeente aanwezig is." Boven
dien gelooft hij dat de cijfers van den in- en uitvoer
aan de rijkskantoren te Eede, IJzendijke (Veldzicht) en
Sluis veel hooger zijn dan die te Aardenburg. „De
handelsbeweging te Aardenburg, schrijft de heerL,
is zoo gering, dat eene door deze gemeente gesub
sidieerde kar met éen paard, rijdende van Oostburg
via Aardenburg naar Maldegem, niet is kunnen blijven
bestaan. Geheel anders daarentegen is het met IJzen
dijke gesteld. Daar zien we dagelijks tal van dili
gences in correspondentie met het spoor van Eecloo af en
aanrijden, terwijl te Sluis een sinds jaren bestaande
bargedienst in de communicatie met Brugge tracht te
voorzien."
Ook is het volgens den heer L. noodig dat de haven
van Sluis, de eenige haven in de Belgische richting,
met Breskens, de voornaamste Nederlandsche haven,
verbonden worden. Wat eindelijk de aansluiting be
treft, meent hij dat, ofschoon de afstand van Eede naar
Maldegem zeker korter is dan die van IJzendijke naar
Eecloo, of van Sluis naar Brugge, échter aansluiting
te Maldegem niet licht verkregen zal worden uithoofde
van den allerongunstigsten toestand der lijn Brugge-
Eecloo via Maldegem welke toestand zeker tengevolge
van het faillissement der firma Dujardin te Brugge
niet verbeteren zal. Bovendien meent hij dat zulk
eene aansluiting voor de bedoelde lijn niet eens voor-
deelig zou zijndaar langs den kant van Aardenburg
en Eede geen handelsbeweging bestaat.
Ofschoon wij het wenschelijk geacht hebben, te vol
doen aau het tot ons gericht verzoek om van het op
stel van den heer Leysenaar melding te makenwillen
wij echter niet ontveinzen dat het ons leed doet op te
merken dat over de groote levenszaakde eindelijke
voorziening in de behoefte aan spoorwegen, in het
voormalig 4e en 5e district weder geen eenstemmigh.id
heerscht. Ieder weet hoeveel kwaad de bestaande ver
deeldheid in dit opzicht aldaar reeds heeft aangericht.
In verband hiermede achten wij het van belang aan
te halen wat een Zeeuwsch correspondent dezer dagen
aan de Zutfensche courant schreef.
Na in herinnering gebracht te hebben welke billijke
aanspraken Zeeuwsch-Vlaanderen doet gelden op betere
middelen van gemeenschap, hoe de daar bestaande
toestand in dit opzicht treurig afsteekt bij hetgeen aan
gene zijde der Belgische grenzen gevonden wordt, en
hoe Nederland, door in deze behoefte te voorzien,
slechts een oude doch onverjaarbare schuld zou afdoen
tegenover de bevolkingdie in 1830 en de eerste jaren
daarna zoo zwaar geteisterd werd, gaat deze corres
pondent op de volgende wijze voort:
„Aan den anderen kant mag billijkerwijze ook niet
vergeten wordendat de verschillende gemeenten, door
haar bespottelijken onderlingen naijver, tot op zekere
hoogte aan zichzelven te wijten hebben dat de gewenschte
spoorweglijn zich nog maar altijd liet wachten. Van
aijver zou ik staaltjes kunnen verhalen, welke
een 'wonderlijk denkbeeld zoiplen doen erlangen van de
mappendie tot de invloedrijken aldaar behooren. En
•jÉ}{f/is zóo waar, dat ik zelfs betwijfel of de thans
^voorgestelde lijn wel in het algemeen belang de beste
is en of „men" geen eonee. siën heeft gedaan aan het
verlangen van dezen of genen."
De heer mr. G. A. Fokker sluit zich in het Vader
land van heden aan bij een door dat blad geleverd
betoog ten voordeele der oprichting van postspaar
banken. Hij betreurt met het Vaderland de lijdelijke
houding der regeering tegenover dit zoo uitnemende
volksbelang, doch nog meer veroordeelt hij het dat de
regeering en met haar de wetgevende macht het sparen
rechtstreeks tegenwerkt „door haar publieken
speel winkel, genaamd staatsloterij."
„In het bestaan van de staatsloterij zegt de heer
Fokker - ligtgeloof ikhet geheim en do voor
name reden, waarom onze achtervolgende ministers van
financiën, niettegenstaande voortdurenden aandrang tot
handelen, tot dusver weigerachtig^ zijn geweest de
postspaarbank in te voeren. Het zou immers meer
dan dwaas en volkomen inconsequent zijneen inrich
ting in 't leven te roepenbestemd om de deugd der
spaarzaamheid en de loffelijke zorg voor de toekomst
aan te moedigen en in de hand te werkendoch tevens
een andere in stand te houdenwelke precies het tegen
deel bewerkt, door den minvermogenden tal van gele
genheden op gezette tijden aan te bieden om hunne
ondeugdgenaamd speelzuchtte voldoen."
De minister van Bosse zeide dan ook in L852reeds:
„Ik verdedig de loterij enkel en alleen uit het oogpunt
van de opbrengstdie ze vèor de schatkist afwerpt."
Dit voordeel vau vier ton acht de heer Fokker niet
voldoende om langer het behoud der loterij te kunnen
verdedigenzonder wier afschaffingnaar zijne over
tuiging, noch eenige belangrijke toeneming van de
spaarzaamheid der minvermogenden, noch de oprichting
van een post-, rijks- of centrale spaarbank te ver
wachten is.
Getrouw aan haar bij den aanvang van den winter
te kennen gegeven voornemen, heeft de Werkmans-
vereeniging alhier gedurende het winterseizoen des
Zondags avonds, in den regel om de veertien dagen,
voor ledenbegunstigers en andere belangstellenden de
gelegenheid opengesteld tot het hooren van letterkun
dige voordrachten, waartoe zich verschillende sprekers
welwillend bereid verklaarden. Nu en dan werden die
voordrachten afgewisseld door eene zanguitvoering van
de vóór twee jaren opgerichte werkmans-zangvereeniging.
Over het algemeen werden die bijeenkomsten vrij druk
bezocht. Ook gisteren avond was dit het gevaltoen
de heeren K. if. Pekelharing en K. J. Kuiler in de
laatste bijeenkomst als sprekers optraden en ook de
zangvereeniging zich ter afwisseling weder hooren liet,
een en ander tot blijkbare tevredenheid van de aanwe
zigen.
Met het bestuur der vereenigiug hopen wij dat het
in den volgenden winter weder in staat zal worden
gesteld door dergelijke voordrachten het aangename
met het nuttige te vereenigen.
besproken is. Of ik hieruit most opmakendat de
Nederlanders geen feuilleton-menschen zijn, of dat een
profeet in zijn vaderstad niet geëerd is, weet ik niet.''
Men schrijft ons uit Zierikzee:
„Naar1 men mij uit den Haag meldt, zijn de adressen,
door meer dan 600 ingezetenen van Schouwen—Dui-
veland aan de tweede kamer gericht, nopens den aan
leg van staatsspoorwegendieals onvoldoende getee-
kend en op ongezegeld papier gesteld, ter zijde waren
gelegdthans op het oorspronkelijke voor zegel geviseerd
en andermaal ingediend.
„Met bijzonder genoegen vernam ik dezer dagen, dat
van „Emancipatoria"door Werther (onze stadgenoot
J. T. Oosterman), eene Engelsche uitgave zal verschij
nen. Het is misschien niet onbelangrijk hierbij mee
te deelen, dat dit werk, in zijn tegenwoordigen vorm
uitgegevendadelijk de aandacht van geheel ons lezend
publiek trok, en als feuilleton in de Zierikzeesche
courant van 1873/74, waarin het 't eerst voorkwam, in
't algemeen weinig en stellig door niemand schriftelijk
Te Tholen had den 19en dezer eene vergadering
van ingezetenen plaats ter bespreking van het spoor
wegvoorstel-Kappeijne. Men besloot een adres aan de
tweede kamer te richten, ter uiteenzetting op welke
wijze het eiland Tholen beter in het genot gesteld kon
worden van de ontworpen lijn Brouwershaven—Steen
bergen.
Bij het Itotterdamsche departement der maatschappij
tot Nut van 't algemeen is een plan aanhangig tot op
richting van een huur- en verhuurkantoor voor vrou
welijke dienstboden. Vijf leden der maatschappij,
waaronder drie dames, zullen met het bestuur belast
worden. Registers voor dienstboden en meesters, die
een dienst of een bediende verlangen zullen aangelegd
worden. Beide partijen zullen zich aan zekere ver
plichtingen moeten onderwerpen, welke door het bestuur
in het wederzijdseh belang worden vastgesteld. Wie
daaraan niet voldoet, wordt niet meer door het kantoor
geholpen. Voor langdurigen en trouwen dienst in het
zelfde gezin worden aan de dienstboden belooningen
toegekend.
De Staats courant van Zondag 21 en Maandag 22
dezer bevat het koninklijk besluit van 16 Maart jl. tot
nadere tijdelijke schorsing van bij de art. 18, eerste lid
der wet van 26 November 1847 (Staatsblad n° 69) toe
gekende bevoegdheid tot het doen aanmunten van
zilveren standpenningen anders dan voor rekening
van den staat.
In de Staats-courant van 21 en 22 dezer is opgeno
men het eerste gedeelte vau het verslag aan den koniug
betreffende de exploitatie der staatsspoorwegen
gedurende het jaar 1871.
Benoemingen en besluiten.
rechterlijke macht. Benoemd met 1 April a. tot
officier van justitie bij de arrondissements-rechtbank te
Hoorn mr. T. A. van Bommel, thans substituut-officier
van justitie bij de arrondissements-rechtbank teAlkmaar;
tot substituut-olïïcier van justitie bij de arrondissements
rechtbank te Alkmaar mr. M. G. P. del Court, thans
substituut-officier bij de arrondissements-rechtbank te
Brielle; tot substituut-officier van justitie bij de arron
dissementsrechtbank te Brielle mP. E. G. Gerlings,
thans rechter-plaats ver vanger in de arrondissements
rechtbank eu advocaat te Arnhem.
geneeskundig staatstoezicht. Eervol ontslag verleend,
op verzoekaan M. J. Verhulst, apotheker te Middelburg
als lid van den geneeskundigen raad in Zeeland, en als
zoodanig benoemd J. J. van der Harst, apotheker te
Middelburg.
Kerknieuws.
Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Waal-
sche gemeente te Haarlem door den heer E. César
Segers, predikant bij de Nederduitsche hervormde ge
meente te Leiden.
Kunstnlcu ws.
De schrijver van het drama „Vorstenschool" hield
Vrijdag avond in het studentengezelschap „Vrije studie"
te Delft eene voordracht, waarin hij, na eenige alge-
meene opmerkingen over het doel en de roeping der
critiek, welke bij als een deel der kunst zelve be
schouwde voornamelijk zijn eigen tooneelstuk aan eene
beoordeeling onderwierp.
Hij erkende de groote fout het gebrek aan een
heid die in het karakter van den koning gevonden
wordt, en gaf opheldering hoe deze fout in het stuk
gekomen was. Aan de uitstekende opvatting dezer rol
door den heer Haspels schreef hij het toe dat dit gebrek
bij de opvoering niet al te hinderlijk werd. De opvat
ting der rol van Louise (de koningin) door mejuffrouw
Kruseman scheen echter eenigszins beneden zijne wen-
schen gebleven te zijn.
Met deze opmerkingdie reeds meer gemaakt is, zal