F 62. Zaterdag 1875. COURANT. 13 Maart. Middelburg 12 Maart. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/ro.., franco is f 8.50. De heer mr. A. Kerdijk toont in de N. R. Ct. aan dat de liberale partij ten aanzfen van het onderwijs niet, zooals „de Standaard" haarden laste legt, sedert 1857 van' beginsel veranderd is ,of „rechtsomkeert" gemaakt beeft; maar eenvoudig dezelfde beginselen, destijds voorgestaan, met krachtiger middelen wil be vorderen, daar de tot dusyerre aangewende niet vol doende zijn gebleken. Langen tijd hëeft men gemeend dat alles wat men wenschtedoor de wet van 1857 bereikt kon worden. Men zag met vertrouwen een geregeld en langdurig genoeg schoolbezoek tegemoet, door be hoorlijk bezoldigde onderwijzers, in voldoend aantal, met behoorlijke leermiddelen gegeven. De mannen van 1857 hadden het zoo bedoeld en men meende het zoo te zullen verkrijgen. Nu echter groeit voortdurend het aantal aan van hen die hetzelfde doeldat de wet van 1857 steldedoor krach tiger middelen willen bereiken. Voor de opleiding van onderwijzers moet beter gezorgd worden, hunne bezol digingen eischen verhoogingeen aanmerkelijk deel der kosten voor het onderwijs moet ten laste van den staat komen, opdat aan de voortdurende moeilijkheden met gemeenten, die zich door die kosten te zwaar ge drukt voeleneen einde kome. De wettelijk ingevoerde leerplicht moet eindelijk gebezigd worden tot verster king van den zedelijken invloed, op welken men bjj de wet van 1857 gerekend heeftdoch die onmachtig blijkt om het groot aantal kinderendat uit de scholen weg blijft, in sterkte te doen afnemen. De heer Kerdijk betreurt het dat alle liberalen het over deze eischen nog niet eens zijn. Hij herinnert dat ook de hoogleeraar Vissering de door hem zeiven ingebrachte beschuldiging bevestigd heeft „dat de libe ralen 'om de s c b o o lquaestiede o n d e r w ij squaestie voorbijzien." Intusschen wint de beweging voor de nieuwe richting ontegenzeggelijk veld. De tegenpartij, daardoor verontrust, werpt den liberalen de onware beschuldiging naar het hoofddat zij ontrouw worden aan hnn beginselen. De heer Kerdijk hoopt dat het machtige leger der liberalen daarop een waardig ant woord zal geven, door onverdroten voorwaarts te ruk ken in de richtingwelke geen andere is dan diewelke ten allen tijde door de liberalen gevolgd is. huurd op den hoek van den Korten Burcht en de Boo- i gaardstraatdat eenvoudig werd ingericht en goed voldoet. Van de 318 nieuwe inbrengers waren 38 dienst boden, 23 handwerkslieden, 25 ambachts- of kooplieden, 23 landbouwers9 militairen en zeelieden 13 beambten en bedienden, 179 minderjarigen en zonder beroep en 8 vereenigingen en administratiën. Aan de inbrengers werdevenals het vorige jaar, 4 pet. rente vergoed. Aan het verslag der spaarbank van het Middel- burgsch departement der maatschappij tot Nut van 't Algemeen wordtbehalve de reeds bij advertentie ter kennis van het publiek gebrachte cijfers, alsnog het volgende ontleend. De waarde der aanwezige baten op den 31en December 1874 overtrof het aan de inbrengers verschuldigde ka pitaal met f 69,533.18. Het surplus-kapitaal was f 9260,14^ hooger dan op het einde van het vorige jaar, dat grootendeels het gevolg was van den hoogen koers der Nederlandsche staatsschuld, en slechts 3730,90^ dat van winst op de interestrekening. De percentsge wijze waarborg, die het surplus-kapitaal den inbrengers verschaft, was 28,22 pet. of 0,34 pet. hooger dan in 1873. Die verhooging is echter geheel het gevolg van eene toevallige omstandigheid, n. 1. de hooge beurs- prijzen. Was er geen winst op de effecten geweest, dan zou in plaats van verhooging eene vermindering Van den percentsgewijzen waarborg met ruim 3 pet. te vermelden zijn. Het getal inbrengers was van 1053 in 1865, met 101,222 inleg-kapitaal, gestegen tot 2030 in 1874, met f 246,427inleg-kapitaal. In het geheel werden 106 zitdagen gehouden, tot ontvangst, teruggave of rentebetaling. Behalve de op Woensdag en Zaterdag gehoudene zittingen, waarbij de toeloop dikwijls zoo groot was dat de inbrengers gerüimen tijd moesten wachten, werd. nog sedert den 28™ November eene derde zitting ingevoerd op Zater dagavond van 8 tot 9 uren, welke uitsluitend tot inbren gen bestemd was. Daartoe werd een nieuw lokaal ge- In de Staats-courant van heden brengt de minister van financiën ter algemeene kennis dat, overeenkomstig art. 24 der wet van den 22™ Juli 1873 (Staatsblad n° 116), voor de werkzaamheden der herschatting benoemd zijn tot leden der commissie voor de herzie ning van de belastbare opbrengt der gebouwde eigen dommen in de controle der directe belastingenOost burg, C. D. Tielenius Kruythoff en L. Theri Mz. Bij ministerieele beschikking van den 10™ dezer is aan gebroeders Pot, te Bolnes, gemeente Ridderkerk, tot wederopzeggingvergunning verleend voor een stoomsleepdienst langs 4e rivieren in de provinciën Noord-Brabant, Gelderland, Zuid-Holland en Zeeland. Het gisteren door ons uit de Arnhemsehe Couraut medegedeelde bericht betreffende het voornemen van de commissarissen des konings in de provinciën FrieslandGroningenDrentheUtrecht én Zeeland om hun ontslag te nemen, wordt in het Utrechtsch dagblad, voor zooveel den commissaris des konings in de pro vincie Utrecht betreft, ten stelligste tegengesproken. Iu zooverre blijkt dus dat bericht al onjuist te wezen. In den gemeenteraad van 's Gravenhage is ter sprake gekomen de vraag of de raad bevoegd was restitutie te verleenen van betaalde plaatselijke directe belasting aan den heer Fransen van de Putteter zake van zijn tijdelijk verblijf aldaar als lid van de eerste kamer der staten-generaal. Men meende, dat die restitutie dooi den raad niet mocht geschieden wegens de eigen aan gifte door den reclamant. Alleen de koning kon in zoodanig geval ter zake van onverschuldigde betaling de restitutie bepalen. Daartegen werd door burge meester en wethouders aangevoerd, dat, op het voor beeld van den heer Insinger, lid der tweede kamer, in welke zaak de rechtbank bij vonnis de restitutie beval, ook hier eene vervolging ware te vreezen, en dat het ten deze niets afdeed of de aanslag was geschied ambtshave of wel op eigen aangifte. Het voorstel tot restitutie is evenwel verworpen. Het tweede nommer der populaire geschriften, uitge geven door de vereeniging tot verspreiding van kennis aangaande 's lands verdediging, is .gewijd aan de ver eeniging het Roode Kruis. De bedoeling des schrij vers is vooralmilitairen van beroep of door de wet met de geschiedenis en de bedoelingen van het Roode Kruis bekend te maken en hen tot bevordering der goede zaak aan te sporen. Gaarne sluiten wij ons, door deze aankondigingbij dit doel aan. De Nederlandsche vereeniging tot invoering der lijkenverbranding telt thans 1223 leden. Door de staten der provincie Overijsel is tot lid van gedeputeerde staten dier provincie benoemd jonk heer m'. G. J. C. Schimmelpenninck. Den 9"i dezer is te Hoorn overleden jhr. P. Opper does Alewijnbekend door zijne geschriften over de indijking der Zuiderzee. Hij was gedurende 25 jaren lid der provinciale staten van Noord-Holland en bereik te den ouderdom van 75 jaren. Benoemingen en besluiten. riderrorden. Vergunning verleend aan den Oost- Indischen ambtenaar J. H. Roduner, laatstelijk hoofd onderwijzer aan de openbare lagere school te Ternate, thans met verlof hier te lande, tot het aannemen der onderscheidingsteekenen van ridder 3C klasse van de Danebrogsorde, hem door Z. M. den koning van Dene marken geschonken. Kerknieuws. Aan den heer P. van den Hoofdakker Houtzagers, predikant te Oostkapelle, is op zijn verzoek wegens redenen van gezondheid eervol emeritaat verleend in te gaan op 1 Mei e. k. De bisschop van Breda heeft benoemd tot kape laan te Hoofdplaat C. A. A. de Leeuw, en te Oostburg A. C. Mijnenbelden priesters van het seminarie. Marine en leger. De luitenant ter zee> 2e klasse P. D. A. Frankamp, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en van daar den 7™ dezer in Nederland teruggekeerd, is met dien datum op nonactiviteit gesteld. Kunstnicaws. De opvoering van Multatuli's Vorstenschool te Delft, die eergisteren plaats had, is met nog grooter succes gepaard geweest dan elders het geval was. Den schrij ver werden namens het Delftsche studentenkorps ver schillende geschenken aangeboden, terwijl alle vertooners van hoofdrollen met bouqeutten en kransen begroet werden. De heer Douwes Dekker betuigde in korte en krachtige woorden zijn dank voor de hem gebrachte hulde, welke hij voor een deel overbracht op de kun stenaars, die door opvatting en spel den gunstigen indruk van het drama zoozeer bevorderd hebben. Het benoodigde waarborgkapitaal om deDuitsclie opéra weder voor drie jaren te Rotterdam te vestigen, is nog niet bijeengebracht. De gelegenheid om in te schrijven is andermaal verlengd tot den 20en dezer. Rechtzaken. Heden morgen te 10 uren is voor het provinciaal gerechtshof in Zeeland de behandeling der zaak van de 34 beschuldigden uit Et. Philipsland voortgezet. Uit het getuigenverhoor stippen wij nog het volgende aan. Toen op 11 Juni 1874 de deurwaarder van Elsacker tot ontruiming was overgekomen, kwam de eigenaar der woning van Adriana Grootenboer, wed. Everaars, bij haarzeggende„sluit de vensters en de deuren anders zullen zij ze ingooien; alles is voor je rekening hoe kunt ge de meisjes er zoo uit laten zetten Daarop zjjn deuren en vensters gesloten. Al spoedig kwamen eenige personen voor de woning, die op ramen en blinden sloegen. De getuige F. C. Everaars opende daarop de deur en de 24'- beschuldigde D. van Bloois kwam binnen, op dreigenden toon vragende: „zal je de meisjes er in laten of niet Door een der aanwezigen is het boezeroen van F. C. Everaars moedwillig gescheurd en eene glasruit der woning verbroken. Naar aanleiding van een en ander is de hulp van den burgemeester von Staedel ingeroepen, die met den gemeente-veldwachter Boogaard verscheen, het volk verwijderde en weêr vertrok, doch eeuigen tijd later terugkeerde en tot de getuige Grootenboer zeide: „In naam des konings vraag ik u, of de meisjes er uit moeten of niet?" Hierop antwoordde de getuige toestemmend en de burgemeester verwijderde zich andermaal. Later op den dag kwam hij evenwel nogmaals terug en zeide„Alles is er weder in, moeten ze er uit of niet, moet ik ze bij de haren er uit laten sleepen Als ze er uit moeten kan ik je geen bescherming geven; als ze er in blijven kunt ge gerust zijn." De getuige Grootenboer bleef op ont ruiming aandringenen de burgemeester vertrokdoch de zoons van genoemden getuige waren bevreesd voor de gevolgen en haalden hunne moeder over om met hare schoonzusters in eene schikking te tredenwaarna zij den burgemeester achterop zijn geloopen, en hem

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1