schouwdalleen de strekking om aan de leden dei-
gerechtshoven meer traktement te bezorgen. Zij wor
den van f 3000 (hier en te Amsterdam) en f 2200
(elders) gebracht op 4000een zeer aanzienlijke ver
hooging dus. Op zich zeil kan tegen dit voorstel wel
geen bezwaar gemaakt worden; de staat behoort zijne
dienaren behoorlijk te bezoldigen, en de ambtenaren
van de rechterlijke machtwier traktementen een men-
schenleeftijd geleden werden geregeld, behooren voor
eene verhooging in de eerste plaats in aanmerking te
komen. Maar waarom draagt dan de minister niet
eene algemeene traktementsverhooging van alle rech
terlijke ambtenaren voor, of, indien hij niet alles in eens
wilde doenwaarom begint hij dan niet liever aan den
goeden kant, en helpt hen die de geringste bezoldiging
hebben? Zijn de traktementen van de raadsheeren
naar zijn oordeel te laag, die van de kantonrechters
en leden der rechtbanken zijn 't toch waarlijk nog meer!
„Hoewel ik deze en dergelijke bezwaren reeds heb
hooren aanvoeren, kan ik toch vermelden dat het ge-
rechtshoven-voorstel aanvankelijk op de kamer een
goeden indmk gemaakt heeft."
Benoemingen ca besluiten.
A3EL. Erkend als gerechtigd tot het voeren der titels
van baron en barones: jonkheer Johan Rabo van Kep
pel, met al zijn wettige, zoo mannelijke als vrouwe
lijke afstammelingen.
burgemeesters. Benoemd tot burgemeester van Mid-
delharnis L. A. van Weel Az.
marine. Bevorderd bij de directie der marine te
Amsterdam: tot commies, de adjunct-commies J. J.
Schikking; en tot adjunct-commies, de klerk J. H. V.
Riemens.
Eervol uit den zeedienst ontslagenop verzoekde
officier van administratie 2« klasse I. Salmon, onder
toekenning van den titulairen rang van officier van
administratie 1* klasse en met vergunning om de uniform
aan dien rang verbonden te dragen.
pensioenen. Pensioen verleend ten laste van den
staat aan J. Steen, gewezen rijksveldwachter 3e klasse
te Ellewoutsdijk, ten bedrage van 159 'sjaars.
Onderwijs.
De lieeren dr. C. J. van Persijn, dr. J. P. T. van
der Lith en dr. A. H. van Andel, directeuren der ge
stichten voor krankzinnigen „Meerenberg" te Bloemen-
daalte Utrecht en te Zutfenhebben zich uit naam
der Nederlandsche vereeniging voor psychiatrie bij adres
tot de 2e kamer gerichtmet verzoek om in de aan
staande wet op het hooger onderwijs te doen opnemen
de bepaling, dat aan iedere hoogeschool een leerstoel
voor psychiatrie wordt gevestigd en dat bij de examens
van artsen ook kennis van bedoeld vak gevorderd wordt.
Kerknieuws.
Voor de vergadering van moderne theologen,
welke dit jaar op Dinsdag 6 en Woensdag 7 April te
Amsterdam gehouden zal worden, zijn de volgende
punten op de agenda gebracht:
1°. De verwachtingen van Hartmann en Mill, aan
gaande den godsdienst der toekomst. Referent: de
heer E. Snellen, van Zierikzee.
2°. Kunnen wij ons nederleggen bij het aanhangig
wetsontwerp op het hooger onderwijs? Referent: de
heer J. C. van Sleevan Oostzaan.
3°. Hoe te oordeelen over het Pessimisme als levens
beschouwing Referentde heer L. Meesvan
Deventer.
4». Welke eischen stelt de Aesthetiek aan den moder
nen preektrant? Referent: de heer A. J. Böhringer
van 's Gravenhage.
5°. Welke houding voegt ons voor het oogenbiik
tegenover de kerkelijke quaestiënReferentde heer J.
van den Berghvan Zaandam.
6°. De greszen der staatsbemoeiing ten opzichte van
godsdienstige en zedelijke volksbelangen Referent
Dr. J. A. Bruinsvan Aartswoud.
Gemengde berichten.
Den 6en dezer werd in eene expresselijk daartoe
belegde openbare vergadering van den gemeenteraad
aan J. Spruijt, sluisknecht te Hansweert, door de*
burgemeester met eene toepasselijke aanspraak uitgereikt
de bronzen medaille met loffelijk getuigschrift, hem toe
gekend bij koninklijk besluit van den 10En Februari 11.,
wegens het redden van een drenkeling uit de sluis-
kom aldaar, in den avond van den 23«" December
1874, voor welke onderscheiding, die hij verklaarde
op hoogen prijs te stellen, de bekroonde met gepaste
woorden bedankte. {G. Ct.)
De arrondissements-rcchtbank te Zierikzee heeft
Vrijdag uitspraak gedaan in de door ons vermelde zaak
van den „hazen-begraver" en het veroordeelend vonnis
van den kantonrechter bevestigd. De veroordeelde heeft
cassatie aangeteekend.
Zaterdag werd te Rotterdam aanbesteed het maken
van een houten gebouw, dat voor een tweeledig doel
zal moeten dienen: voor de studentenfeesten te Leideu
in Juni a. en voor het muziekfeest der maatschappij tot
bevordering van toonkunst, dat in de daarop volgende
maand te Rotterdam gehouden zal worden. Het werk
werd voor f 32,000 gegund aan den heer Verhagen
te Delfshaven.
Nabij Coksdorp (Texel) waren sedert meer dan
veertien dagen verscheidene vaartuigen door het ijs
ingesloten. De bemanning van twee dezer schuiten,
uit 7 personen bestaande, had reeds herhaaldelijk te
vergeefs getracht den wal te bereiken. Reeds was al
wat brandbaar was verstookt, alle voedsel opgegeten,
totdat men eindelijk door den dorst gedwongen werd
opnieuw te beproeven den wal te bereiken. Toen dit
werd opgemerkt kwam men hen van Coksdorp met
eene vlet te hulp, en zoo gelukte het de opvarenden
behouden aan wal te brengen.
Over de oorzaken van een brand, die te Doetin-
ekem heeft gewoed, loopen zulke zonderlinge geruchten
dat de justitie zich de zaak heeft aangetrokken en de
hotelhoudster, mejuffrouw van R.naar Tiel heeft ge
transporteerd.
Vijftien jaren geleden vertrok zekere G. R. te
Smilde als soldaat naar Oost-Indië, aan zijne beminde,
Geesje B.de belofte latende dat hij zou terugkeeren
als hij in staat zou zijn haar te ouderhouden en dan
met haar zou trouwen. Vóór korten tijd kwam hij
terug als gepensioneerd opperwachtmeester, en vond de
vrouw van zijn hart ongehuwd terug, terwijl zij in
middels vele goede aanzoeken had afgeslagen. Het
huwelijk zal nu binnenkort plaats hebben.
De Amsterdamselie politie betrapte gisteren mid
dag, binnen een kwartier tijds, op de Botermarkt drie
zakkenrollers op heeterdaad en bracht hen in verze
kerde bewaring.
Den 7" dezer was het de gedenkdag van het
overlijden vóór juist honderd jaren, van den verdien
stelijken Zierikzeeschen arts en geleerde Job Baster,
bekend als schrijver van verschillende wijsgeerige ge
schriften. Aan hem schrijft men de invoering in Ne
derland toe der Chineesche goud- en zilvervissehen,
waarvan hij duizenden in zijne vijvers teelde, die na
zijn dood bij menigte verkocht werden. Het grootste
gedeelte zijner belangrijke wetenschappelijke verzame
lingen werd door hem bij testament vermaakt aan de
Hollandsche maatschappij van wetenschappen te Haarlem
en aan de Zeeuwsche maatschappij te Vlissingen.
Thermometerstand.
8 Mrt. 's av. 11 u. 5 2 gr.
9 'smorg. 7u.54gr.'si£id<j.lu.52gr.'sav.6u.48gr.
ëtatco-geaeraal.
TWEEDE KAMEB.
Zitting van Maandag 8 Maart.
{Nader verslag.)
De beraadslagingen wérden gevoerd over het wets
ontwerp tot bekrachtiging eener overeenkomst met de
Amsterdamsche kanaalmaatschappij.
De heer de Jongerkende dat de getroffen schikking
alle partijen kan bevredigen. Hij achtte het echter,
evenals de heer Gratama', wel eenigszins bedenkelijk,
dat de maatschappij thans tegenover den staat alle
macht in handen krijgt. Ook vond hij het gevaarlijk
dat met medewerking van den staat, het kanaal in
zoodanigen verbeterden toestand werd gebracht, dat de
staat bij de later z. i. onvermijdelijke naasting groote
geldelijke offers zal moeten brengen. Ook had hij be
denking tegen de niet-opheffing van het water-bezwaar.
Voorts meende hij dat de materialen voor den golfbre
ker niet voldoende zijn. Ten slotte vroeg hij of ook
eenige bepalingen zijn getroffen betrekkelijk de over
brugging van het Noordzee-kanaal ten behoeve van den
spoorweg
De heer Insinger beschouwde deze voordracht als
den laatsten stap om te komen tot overname door den
staat. Daartoe zal z. i. spoedig worden overgegaan en
hierdoor verklaarde hij de welwillendheid van den
Amsterdamschen gemeenteraad tegenover de voorstellen
der regeering. Hij meende intus3chendat de golfbre
ker voor de geraamde som van 3 millioen ruim niet
kan worden gemaakt en omtrent eventueel verschil met
den aannemer hierover, zoowel als omtrent hetgeen in
de overeenkomst ouder force majeure moet worden ver
staan, vroeg hij inlichting.
De heer Rutgers van Rozenburg gaf omtrent ver
schillende punten eenige inlichtingen. Hij trachtte aan
te toonendat de verplichting tot het maken van den
golfbreker wel degelijk rust op den staat. Dat werk
toch is geheel buiten de concessie en buiten de goed
gekeurde bestekken gelegen. Hij gaf voorts te ken
nen dat de maatschappij zich nog eenmaal tot den
staat zou wenden om uitstel van terugbetaling der 2£
millioenindertijd geleend op de bijdrage van Amster
dam omdat deze nu zooveel later zal worden uitbetaald.
Ten aanzien van den golfbreker verklaarde hij dat
de maatschappij tegenover haar aannemer het recht
heeft te vorderen, wat door den staat aan de maat
schappij wordt opgelegd. De quaestie van de force
majeure moet beoordeeld worden naar de vraag omtrent
de constructie van het wérk.
De minister van binnenlandsche zaken wees op dé
moeilijkheden waarin de regeering zich by haar optre
den in deze zaak gewikkeld zag, en waarin zij van
twee kwaden het minste moest kiezen. De noodzake
lijkheid om de door Amsterdam uitgeloofde 3 millioen
niet te doen verloren gaan, en om het werk niet tot
1 Augustus 1876 te doen stilstaan noopten tot het be
sluit, om niet tot overname van het werk voor staats
rekening te besluiten. Het belang van de zaak moest
hier bovenal wegen. De minister trachtte ook zijner
zijds aan te toonen, dat op de maatschappij de ver
plichting niet rustte om voor eigen rekening den golf
breker te maken. Trouwens, liet geldt hier een geheel
nieuw werk. Daarentegen blijft de verplichting der
maatschappij tot versterking der hoofden ten volle be-
staan, en voor het overige zal de quaestie der uitbe
taling voor den golfbreker worden geregeld zóo, dat het
belang van den staat en van het werk gelijkelijk zal
worden betracht.
De regeering achtte het volstrekt niet urgent thans
reeds voorzorgen te nemen voor een eventueele naasting,
hoewel voor een wijziging van art. 19 der concessie de
toestemming van de maatschappij ook niet was te ver
krijgen.
De minister beantwoordde verder verschillende techni
sche punten. Hij gaf te kennen, dat de quaestie dei-
droogmaking van de Zuiderzee geheel afgescheiden kon
blijven van deze zaak; dat voor de zij kanalen dezelfde
termijn is gesteld als voor het hoofdkanaal waarin zij
begrepen zijn, en dat bij eene latere voordracht het
door den heer Rutgers bedoelde uitstel van betaling-
der 2£ millioen zal worden aangevraagd.
De heer Stieltjes maakte ernstig bezwaar dat de
schutkolken niet de ruimte aanboden voor de zeesche
pen in de groote vaart, en drong zeer sterk aan op de
versterking van de hoogte van het peii. Zijne stem
over deze voordracht maakte hij afhankelijk van de
bepaalde verzekering, dat dit jaar nog minstens eene
verdubbeling der stoomkracht te Schellingswoude plaats
hebben.
De lieer Rutgers en de minister antwoordden op het
eerste punt, dat de schutsluizen geheel zouden moeten
vernieuwd worden indien zij wat niet eens strikt
noodig was geschikt moesten worden gemaakt voor
de enkele zeer groote zeeschepen. Wat het tweede
punt aangaat, antwoordde de minister zeer stellig, da-
zoo niet reeds in dit jaardan toch zeker in het werkt
jaar van 1876 een bepaalde beslissing omtrent de
quaestie van het peil zal worden genomen.
Nadat nog eenige leden hadden gerepliceerd, werd
het wetsontwerp tot bekrachtiging der overeenkomst
aangenomen met 42 tegen 11 stemmen. (De heer Rut
gers van Rozenburg onthield zich aan de stemming).
Het wetsontwerp tot verhooging van hoofdstuk V
der staatsbegrooting met de eerste f 500,000 voor den
golfbreker, werd eenparig aangenomen.
Zitting van Dinsdag 9 Maart.
{Per telegraaf.)
Achtereenvolgens heeft de kamer aangenomen de
wetsontwerpen strekkende tot verlenging van den ter
mijn voor de herziening van den aanslag der beetwortel-
suikerfabrikanten wegens den accijns op de suiker; tot
verbreeding van straten binnen Amsterdamen tot wij
ziging van de wet op den loodsdienst voor zeeschepen.
Eveneens heeft de kamer zich vereenigd met de con
clusie van het rapport betreffende het verbod tot op
voering van het Pariser Leben te 's Hertogenbosch,
strekkende tot eenvoudige dankbetuiging aan de regee
ring voor de gegeven inlichtingen.
Bij de behandeling van dat onderwerp had echter
een uitvoerige discussie plaats over de bedoeling dei-
bepaling in de gemeentewet, waarbij aan den burge
meester de bevoegdheid wordt verleend dergelijke
opvoeringen te verbieden, en omtrent de wijze waarop
van die bevoegdheid is gebruik gemaakt vooral ook
met het oog daaropdat het gebeurde te 's Hertogen
bosch als een antecedent zou kunnen worden aange
voerd.
De heer Godefroi opperde het denkbeeld om in een
speciale wet tot aanvulling van het bedoelde artikel
der gemeentewet het beginsel van hooger beroep van
de beslissingen van den burgemeester op te nemen, ter -
wijl de heer Kappeijne van de Coppello dergelijke be
sluiten wilde onderwerpen aan de goedkeuring der
regeering.
Hamer van koophandel en fabrieken
van Middelburg.
Vergadering van heden9 dezer.
Voorzitter de heer Sprenger.
Afwezig de heer Boddaert.
Na goedkeuring der notulen van het verhandelde in
de zitting van 16 Februari jl. wordt mededeeling ge
daan van eenige ingekomen stukken, waaronder een
viertal jaarverslagen.
Eene missive van burgemeester en wethouders van
Middelburg, houdende kennisgeving dat de gemeente
raad heeft goedgevonden om de toelage aan de kamer
over 1874 met 64.18 i te verhoogen, tot dekking van
het bestaand nadeelig saldois voor kennisgeving aan
genomen.
Van de kamer van koophandel en fabrieken te Leeu
warden is een brief ingekomen, houdende verzoek om
adhesie aan een door die kamer aan de 2' kamer der
staten-generaal gericht adres tot ondersteuning van
het bekende wetsvoorstel der heeren Kappeyne van de
Coppello c. s.betreffende den aanleg van spoorwegen.
Van bedoeld adres was een afdruk bij den brief ge
voegd, waarvan voorlezing werd gedaan. Naar aanleiding
hiervan werdop advies van den heer Borsius, besloten
dezerzijds in het algemeen aan genoemde wetsvoordracht
te adhereeren, van het standpunt der Middelburgsche
kamer speciaal met het oog op de wenschelijkheid van
spoorwegverbinding van het voormalig 4" district van
Zeeland met de Belgische grenzen, en in hot midden