BIJVOEGSEL VAN DE MIDDELBURGSCHE COURANT. 1 DË g. Dinsdag 16 Februari 1875. iVo. 40. IH :ater. __i—1 Middelburg 16 Februari. 6 fles- worden terugge- pO cents. Smalle iel burg, b. fa- iigd bij net Me 3H van ling zijn Kuipers 6 Fe- foens- toe te •is ?ER. AM. lm ,15 u. 1,30 1,30 1,30 130 ,30 6.20 6.45 8.16 8.50 9.8 10.8 10.29 10.36 10.45 7.25 8.32 8.51 9.20 7.— 7.50 8.10 8.30 'i r .7f' i i ii'!j i! i)fi; x .1- v&0~s Onze Haagsche correspondent schrijft ons het volgende „De gisteren gehouden interpellatie van den heer van Kerkwijkwaarop de minister van binnenlandselie zaken op tamelijk knorrigen toon antwoordde, heeft niet veel licht over de spoorwegplannen doen opgaan. De heer Heemskerk heeft tot nogtoe den koortslijder niet veel meer toegediend dan gerstwater met suiker, en er de verzekering bijgevoegd dat hij wel een goed middel weet om den zieke te genezen, maar het re ceptje eerst zal gaan schrijven wanneer het zachte weer aanbreektop gevaar af dat de patientover zoo'n treuzeligen geneesheer ongeduldig gewordenhero zijn afscheid geeft en een ander dokter komen laatof zelf bij het goede weer heul zoekt. Heeft, de minister geen plannen? Mij dunkt ja; wie van het belang der uit breiding van het spoorwegnet overtuigd ismoet als minister dan toch wel eenig denkbeeld over die uitbrei ding hebben. En dat de heer Heemskerk dit heeft, is af te leiden uit het motief, dat hij tegen de interpel latie inter parietes aanvoerde. „Ieder woord van den interpellant zal de schatkist een ton kosten", had hij gezegd en schoon deze woorden vrij raadselachtig zijn, schijnen ze toch iets te bedoelen. „Het afhankelijk stellen van de beslissing over dit zeer gewichtig punt van de aanneming van het wets ontwerp betreffende het toezicht op de spoorwegen en de herziening van het exploitatie-contract van 1863 is, zachtst gesprokenalzeer zonderling. Ik durf niet, met sommige afgevaardigdenbeweren dat er geen verband tusschen die onderwerpen en den aanleg van spoorwegen bestaat, maar dat er niet aan nieuwe spoorwegen gedacht kan worden voordat toezicht en exploitatie dier nieuwe lijnen, want die van de oude lijnen zijn hier natuurlijk in het geheel niet bij be trokken, geregeld zullen zijn, treft mij als zeer onge rijmd. Wie zal met het bouwen van een huis wachten tot dat hij een huurder gevonden heeft Of heeft de minister misschien het geheim ontdekt om binnen 24 uren een spoorweg uit eigen brein op zijne plaats te tooverenonmiddelijk geheel voor de exploitatie gereed Dan moet hij het zeggen, want dan zal de natie hem met genoegen eenige standbeelden oprichten, te Am sterdam, op de Plaats te 'sGravenhage, kortom waar hij maar wil, travers of geen travers. Pour faire un civet il fuut un lièvreen evenals men de hazenpeper pas eten gaat wanneer hij uit de keuken komt, zoo komt toezicht en exploitatie van spoorwegen eerst te pas wanner de spoorwegen zelve er zijn. En daar ik nu niet vermoed dat de heer Heemskerk de evenge- noemde uitvinding zal hebben gedaan, zoo zou men veilig kunnen beginnen met de nieuwe spoorwegen te decreteeren en zich de jaren van aanbouw ten nutte te maken om de zaak der exploitatie en van het toezicht te regelen. „Deze dilatoire exceptie verwondert mij echter in den minister Heemskerk niet zoo zeer. Mij dunkt hij doorloopt de gewone ontwikkeling van zoo vele men- schen; eerst driftig, doldriftig zelfs, ik doel niet alleen op 1849maar nog op 1866 en 1867, gevoelt hij op eens het besef van verantwoordelijkheid en wordt schroomvallig. Zoo klaagde hij er bij de begrootings- discussie in de eerste kamer over „dat elk nieuw werk en elke nieuwe organisatie veel geld kost", en liet op deze waarheid a la M. de la Palisse de merkwaardige woorden volgen dat de regeering zorgen moet dat „niet alleen de tegenwoordige begrooting sluitmaar ook het sluiten van verdere begrootingen verzekerd zij." Derge lijke beginselen stemmen den mensch tot stilstaan of achteruitgaan, hoe voortvarend men zich zeiven ook wanen mag. „In dit geval althans zal dit uitstellen van de spoor- wegquaestie tot na de afdoening der beide genoemde onderwerpen, zeer stellig tot groot tijdverlies leiden. Men moet in het oog houden dat de kamer, wegens het vroeg invallende Paaschfeest, op 28 Maart, maar eene zeer korte winterzitting houden zal. Zes weken zijn beschikbaaren daarvan zal heel wat tijds verloren gaan voor de wetsontwerpen op den aanleg van spoor wegen o p Javaop het ouderwijs aan de militaire academie (dat niet te lang kan blijven liggen), voor de begrooting van het vestingstelsel, enz. Van het wets ontwerp op het hooger onderwijs zwijg ik nog; hoewel het hoogst wenschelijk ware dat daarover vóór het zomer-academiefeest eene beslissing genomen werd en daarom behandeling vóór Paschen in de tweede en (wan neer lutje dan nog leeftna Paschen in de eerste kamer moest gewenscht wordenzoo laat het zich hooren datwanneer de kamer dat onderwerpdat eerst bovendien nog eens in de afdeelingen komen moet, nog op hare reeds zwaar belaste agenda plaatste, ze de behandeling voor Pasehen onmogelijk zou kunnen ten einde brengen. „Er zijn vinnige discussiën in de tweede kamer te verwachtenwaarbij vooral de ministers van oorlog en van koloniën het hard zullen te verantwoorden hebben. Van het wetsontwerp tot aanleg van spoorwegen op Java van staatswege stelt men zich zeer weinig voor. Het schijnt dat alle voorstanders van den aanleg door particuliere industrie aan de ministerstafel tot andere gedachten komen, maar daar zij onmogelijk allen daar eene beurt kunnen krijgen, blijven er nog altoos veel over, en storten de herstelden wel eens in. Ik ver wacht ook geene meerderheid voor het voorstel; even min als ik eene welwillende discussie verwacht over het wetje tot verhooging der Indische begrooting wegens de uitzending van den nieuwen gouverneur-generaal. Die datums-quaestie is nog lang niet naar ieders genoe gen opgehelderd. Voor den minister van oorlog zal het er bij de vestingbegrooting spannen! Zelfs leden der kamer die zich niet plegen aan te sluiten aan de felle en aanhoudende oppositie, die tegen eiken minister van oorlog wordt gevoerd, en die waarschijnlijk slechts in éen enkeltot nogtoe ondenkbaar, geval zou worden gestaaktzelfs gematigde leden der kamer laten zich zeer ongunstig over den generaal Weitzel uit, zoo dat het niet voor onwaarschijnlijk te houden is dat de ministers eerlang weer op beroep zullen moeten uitgaan. Ze zitten ook trouwens nog geen half jaar!" Burgerlijke stand. (Van 714 Februari.) Middelburg. Ondertrouwd: J. Pasveer, jm. 29 j., met C. J. Zegers, jd. 23 j. Bevallen: J. Poppe, geb. Jongepier, d. P. C. Phi- lipse, geb. Hillebrand, z. J. van Riel, geb. Switting, M. M. Sturm, geb. Provoost, d. C. A. Peters, geb. Age- link van Rentergem, d. W. C. van der Waeijen Pieters- zen, geb. Vergouwe, d. W. Kempe, geb. de Reijke, z. A. M. Sanders, geb. Groenewegen, z. C. Cornelisse, geb. Willemse, d. J. de Troije, geb. Gilde, z. E. Soetens, geb. Karreman, z. Overleden: J. Minderhout, jd. 22 j. A. W. Smits, 8 m. H. Sturm, wedr. van P. Pijpe, 52 j. W. H. van Velthoven, z. 17 m. C. M. van Riel, d. 1 d. H. J. Quinten, d. 2 j. M. S. J. Spapé, d. 11 m. G. M. Wet man, vrouw van D. de Keijser, 69 j. C. A. van den Berge, vrouw van L. de Bree, 60 j. A. H. J. Heijman, d. 5 j. J. J. van Bochove, z. 6 w. (Van 613 Februari.) Vlissingen. Gehuwd: D. Stroo, jm. 23 j., met M. Stroo, jd. 20 j. Bevallen: M. J. Gillissen, geb. Pieterse, d. S. W. Gijzel, geb. van den Bovenkamp, d. M. J. F. de Vries, geb. Maquiné, d. Overleden: H. van Uxem, d. 5 w. I. P- Sterzenbach, z. 16 w. J. C. de Ridder, vrouw van G. P. Wilders, 27 j. D. Schoonis, wedr. van S, van den Berge, 69 j. D. Muller, jm. 43 j. P. A. Welling, z. 14 j. D. Buchel, man van J. C. de Groof, 63 j. L. van Zetten, man van J. Kurvink, 49 j. W. J. Wijsveld, vrouw van N. J. de Vries, 31 j. N. Leijnse, d. 1 j. L. Kroon, z. 2 j. L. Naerebout, z. 9 m. A. E. P. Huilmand, z. 2 m. J. P. H. Huilmand, z. 2 m. Goes. Bevallen: N. Westveer, geb. Geense, z. W. M. Steutel, geb. Schouwenburg, z. W. Schipper, geb. Touw, d. C. Goedhart, geb. Olree, d. J. Bil, geb. Vroegop, d. H. de Dreu, geb. Leendertse, d. S. A. Goedbloed, geb.: de Wijs, z. Overleden: M. F. de Meulemeester, gehuwd met J. J. Koens, 33 j. J. C. de Poorter, d. 15 j. J. van Buijssel, gehuwd met P. van de Rafelaar, 31 j. E. P wede. van G. de Jong, 59 j. Zierikzee. Gehuwd: P. Prommel, jm. 26 j., met F. Slobbe, jd. 27 j. Bevallen: M. Ravia, geb. Nestelaar, d. R. van den Berge, geb. den Herder, d. Overleden: P. Pagé, man van G. Moerland, 63 j. K. Janse, wed', van G Koertens, 83 j. J. Douw, man van M. Kodde, 25 j. L. D. Helling, z. 2 j. Staten-geiicraal. TWEeDË KAMUH. Zitting vac Zaterdag 13 Febiuari. (Nader verslag.) Door den voorzitter werden o. a. commissoriaal ge maakt in handen van de heeren DamMesschert, WintgensGodefroi en van Zinnicq Bergmannde in lichtingen van de regeering omtrent het adres van Bosch c. s. in zake Pariser Lében. Aan de orde was de interpellatie van den héér van Kerkwijk over den spoorwegaanleg hiér te lande. Hij herinnerde hoenaar gelang het bij de wet van 1860 bevolen spoorwegnet zijne voltooiing naderdehet ver langen naar nieuwe verbindingen sterker werd in den lande, de vroeger heerschende spoorwegkoorts zich weder begon te verheffen. De wet van 1873 voor de lijnen Arnhem—Nijmegen en ZevenbergenZwaluwe was de chininemaar zij was spoedig uitgewerkt. Het consortium-ontwerp beoogde dan ook de uitvoering van een grooter plan. De minister vond bij zijn optreden de gesloten overeenkomstdoch hij was volkomen vrij gebleven in de onderhandelingen. Sedert 9 Januari jl. zijn die onderhandelingen afgebroken. Spreker dacht, dat de kamer bij hare terugkomst een nieuwe wet zou vinden, omdat de minister toch ook verklaard had in Nederland „harder te willen stoken". En nu is uit het feit dat de gouverneur-generaal zich reeds verplicht zag zijn ontslag te nemen, het bewijs daar dat het „rem men in Indië" is betracht; maar van het „harder stoken" is juist bij het onderwerp waar dit 't meest te pas kwam, niets gebleken. Toch eischen het belang des lands, het belang van handel en nijverheid spoedige bevrediging van de behoefte aan meerdere spoorwegen en daarom meende spreker te moeten vragen: of de regeering openlegging wil geven van den toestand waar in thans de zaak der spoorwegen zich bevindt en of zij mededeeling wil doen van hare plannen? De minister van binnenlandsche zaken stelde in zijn antwoord vooropdat de regeering geen dag had ver traagd of verzuimd in deze zaak. Hij verklaarde zich bereid de gestelde vraag te beantwoorden, zonder na tuurlijk openlegging te doen van onderhandelingen die nog niet afgeloopen zijn. Hij verklaarde dat de zaken der spoorwegen goed op gang zijn en dat hij zich met reden vleit in dit zittingjaar nog een ontwerp te kun nen indienen, waarvan hij met zekerheid weet dat het tot eenig resultaat kan leiden. Sedert de mededeeling van de jongste lijst van concessie-aanvragen zijn nog eenige nieuwe aanvragen ingekomen als o. a. tot aan leg van de lijnen GorinchemCulenborg, Dedems- vaartAlmeloHoogeveenIJselsteinden Haag Leiden. Gegrond uitzicht bestaat op het tot stand ko men van de concessie voor de lijnen Woensdrecht Eeckeren en WeertGladbach. De voorbereidende werkzaamheden voor het tot stand brengen der conces sie OtletVillemar voor de lijn RotterdamArnhem Munster zijn in goeden gang. Dit voor zooveel de lij nen betreftwaarover de minister zich positief kan

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 5