MIDDELBURGSCHE O U R A N T. S° 38. Zaterdag 1875. 13 Februari. Middelburg 12 Februari. 14 6.20 6.45 8.16 8.50 9.8 10.8 10.29 10.36 10.45 7.25 8.32 8.51 9.20 7.— 7.50 8.10 8.30 Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering ran den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.50. Het Utrechtsch Dagblad, dat in den laatsten tijd bijna den naam van Dagblad der diplomatie zou ver dienen, bevat weder een artikel over onze buiten- landsche staatkundeditmaal van de hand van den hoogleeraar Vreede, ook al een „vriend" van het kabi7 net-Heemskerk. De hoogleeraar is het met graaf van Zuylen niet eens. Vóór of tegen Rome behoort, naar zijn inzien ons standpunt niet te zijn. Ons richtsnoer behoort te wezen„het voldongen feit der grondwet- herziening van 1848 en de ten jare 1853 onvoorzichtig (het is de hoogleeraar die spreekt) erkende pauselijke hiërarchie"natuurlijk behoudens de verzekering der gewetensvrijheid. Met den kerkdijken strijd in Pruisen of met de Engelsche verhouding van kerk en staat hebben wij niets te maken. Ons „erfelijk Nederlandsch staatsbestuur"gelijk het te allen tijde diplomatisch tot handhaving van het evenwicht van Europa werkzaam is geweest, stond zelfs nog in het' laatste tijdperk dei- republiek de eenmaal na rijp beraad gekozene gedrags lijn voor. Een voorbeeld hiervan toont de hoogleeraar in de houding van onzen gezant, baron van Haeften, tijdens het congres ter beslechting der toenmalige Oos- tersche quaestie, in 1791 te Sistow gehouden. Misschien, waarschijnlijk zelfs, ligt het aan ons, maar wij zijn ten opzichte van het buitenlandsch beleid dat men eigenlijk van onze regeering verlangt, na het lezen van dezen brief van den hoogleeraar in het staatsrechtnog juist even wijs als wij waren toen wij de ontboezemingen van graaf van Zuylen gelezen hadden. Wil men dat Nederland weder, volgens de erfelijke beginselen enz. zijn best zal doen om het aloud evenwicht in Europa, niet te handhaven, maar te herstellen? Men weet toch dat het, door de schuld of met toelating van Napoleon III al sedert jaren ver broken is. Meent men dat wij bij die taakevenals (volgens den hoogleeraar) in vroeger eeuwentoen wij „doorgaans met Engeland" werkzaam waren, ook nu weder den steun van een Engelsch ministerie zouden vindenonverschillig of lord Derby of lord Hartington daarvan het hoofd zou wezen Het arme Denemarken heeft het ondervonden. Dat was van zeer nabij betrok ken in het behoud van het, destijds nog niet geheel vernietigdevenwichtniet uit vasthoudendheid aan „erfelijke" beginselenmaar om redenen van zelfbehoud. Toch stonden Frankrijk en Engeland met over elkan der geslagen armen toe te zien, toen het kleine land, volgens de regelen der nationaliteiten-politiekdoor overmachtige vijanden in stukken gescheurd werd. Waar de hoogleeraar het terrein der practijk betreedt en ten opzichte van een bepaald punt aantoont wat W} van het ministerie verlangt, komt zijne bedoeling ons wel duidelijk, maar niet wenschelijk voor. Hij hoopt dat ons land, op het voetspoor van Engeland, bij de tweede conferentie tot „regeling der rechten van oorlogvoerende mogendheden", zich niet zal laten ver tegenwoordigen. Wel loopen wij gevaar door dat be sluit door deze of gene groote mogendheid van incon sequentie beschuldigd te worden, maar het zou, vol- I gens den heer Yreede, daarentegen aan de regeering den dank bezorgen van ieder die zijn vaderland lief heeft. Wij kunnen onmogelijk inzien welk voordeel er voor ons land in gelegen kan zijn omna aan de eerste Brusselsche conferentie op niet onwaardige wijze deel te hebben genomen, ons bij de tweede terug te trek ken. Zenden wij en andere mogendheden van den tweeden rang geen vertegenwoordigersdan zullen de groote mogendheden, in klein-comitékunnen deli- bêreeren en vaststellen wat haar goeddunkt. Worden wij wel vertegenwoordigd dan kan onze gezant zich in het belang der kleine staten doen hooren en, de houding van den heer van Lansberge te Brussel heeft het bewe zen ofschoon zelf uit naam van een klein land spre kende, een belangrijken invloed op de debatten uitoefenen, zonder dat wij daarom aan de genomen wordende be- sluiten gebonden worden. De conferentie toch kan j niet bij meerderheid van stemmen besluiten. Al of niet deelnemende aan de vergaderingkan Nederlandzoo het noodig istegen hare besluiten protest aanteekenen. Ook het voorbèeld van Engeland gaat meenen wij niet op. Engeland heeft zich vtm het begin buiten de ge- heele zaak gehouden. Het zond zijn vertegenwoordiger ter conferentie naar Brussel biet den uitdrukkelijken last om zich tót de rol van toeschouwer te bepalen. Onze gezant heeft daarentegen aan het congres een zeer werkzaam deel genomen. En nu moge de heer Vreede het van minder belang achten dat onze inconsequentie ons waarschijnlijk de ontevredenheid van de eene of andere groote mogendheid op den hals zou halen, wij voor ons gelooven dat indien wij zulk een misnoegen moeten trotseeren, het te bereiken resultaat althans de moeite waard moet wezen. De vrij magere winst, die onze onthouding van de tweede conferentie ons zou kunnen opleveren ismeenen wij, zulk een inzet niet waardiU r j.n -b ,noi f; :.Y Omtrent de viering van het tienjarig bestaan der hoogere burgerschool alhier, welk.e gisteren avond in het: Schuttershof heeft plaats gehad., wordt ons door een der genoödigden het volgende .medegedeeld „Gisteren .avond had de voorgestelde samenkomst plaats van leerlingen der hoogere burgerschool met.de door hen genoodigde gasten in het Schuttershof. Zij liep af naar aller genoegen. Door de jongelui was een recht goed en aardig programma opgesteld, waarbij muziek en reciet met elkander afwisselde». Alles wat ten gehoore werd gebracht verdiende ten volle de aan dacht en belangstelling van ouders, vrienden en vrien dinnen, die tot bijwoning d< r soirée waren uitgenoodigd. Er heerschte overigens e f aangename, vroolijke en toch in 't minst niet woestèbf luidruchtige toonzoodat men kan zeggen dat deze samenkomst allen tot eere strekte die er toe medewerkten en er aan deel namen. En hetgeen vooral daarbij genoegen deed wasdat al hetgeen -ten beste werd gegeven door de jongelui z el ven werd opgevoerd of voorgedragen; ja dit gaf juist, naar veler oordeel, aan deze soirée haar eigenaardig aangenaam karakter. „Wellicht dat het welslagen van deze samenkomst een prikkel zal zijn om, in den volgenden of navol genden winteral is het dan ook niet naar aanleiding eener buitengewoon feestelijke omstandigheid, iets der gelijks op touw te zettenwaarbijdoor samenwerking van verschillende elementen onder de leerlingen dezer school en gepaste afwisseling, ieder die op het gebied van gymastiek, voordracht of muziek eenige kunst vaardigheid heeft verkregenin de gelegenheid kan worden gesteld van zijne gemaakte vorderingen te doen blijken. Misschien zal men daardoor dan ook in staat zijn aan meerderen, dan nu het geval was, de gele genheid tot medewerking aan te bieden. „En hiermede aan de; ontwerpers van en medewer kers tot deze zeer genoegelijke bijeenkomst onze vriendelijke dank!" Tusschen deze hoofdcommissie en de vereeniging van het Nederlandsch kunstindustrie-museumwaarvan de heer C. A. J. Geesink voorzitter is, schijnt eene ver houding te bestaan die veel op een openbaren oorlog gelijkt. De hoofdcommissie verklaart althans de bewe ring van den heer Geesinkdat zijne vereeniging dooi de hoofdcommissie te Philadelphia,als agent erkend is, in hare circulaire voor „geheel onjuist." Wie aan de ten toonstelling wenscht deel te nemen behoort zich vóór 1° Maart a. te wenden tot den president der hoofd commissie, den heer E) H. von Baumhauer, te Haarlem. Deze bekendmaking is in haar geheel in de Staats courant opgenomen. Wat van de Leidsche feesten, nog te melden is, kan als na-pret beschouwd worden. Een luisterrijk diner veréenigde gisteren avond al de hooggeleerden, met nog" eenige andere gasten, aan de tafel van Z. K. H. prins Frederik op het buitenverblijf „de Pauw." Ook de koningin en de kroonprins kwamen bij het dessert aan tafel. De prins von Wied heeft bij deze gelegen heid getracht alle meeningenDuitschgezinden, Neder- landsöligezinden en- Latijnschgezinden te concilieeren, door met een Duitsch accent een toast in te stellen, die in 't Nederlandsch begon en in 't Latijn eindigde. Na het diner reden de gasten naar den Leidsehen schouwburg waar zijter verdere conoiliatieeen ge deelte van eene Fransche comedie en eene Italiaansche opera zagen opvoeren. De professoren zaten in de loges en de baignoiresde studenten in het parterre en op de galerij. Heden avond dineeren nog eenige afgevaardigden bij Z. K. II. prins Alexander in den Haag en heeft te Leiden een concert plaats door de vereeniging Amstels mannenkoor, met medewerking van het park-orkest, doch de meeste buitenlandsche geleerden zijn reeds uit de academiestad vertrokken. Daarna wordt nog door de studenten eene serenade aan professor Madvig gebracht. Op het officieele diner van Dinsdag deelde o. a. pro fessor Ulrichs uit Wurzburg mede dat over zes jaren zijne hoogeschool een gelijk feest hoopt te vieren als nu de Leidsche academie gevierd hadwaarop hij deze laatste bij voorbaat noodigde. Bij diezelfde gelegen heid noodigde de president-curatorjonkheer Gevers van Endegeest, de afgevaardigden der vreemde univer siteiten uit om in Juni a. de studentenfeesten te komen bijwonen, waarbij hij hun eene gastvrije ontvangst op zijn buitenverblijf toezegde. De Staats-courant van heden bèvat de wet van den 18en Januari 1875 houdende definitieve vaststelling der koloniale huishoudelijke begrooting van Suriname voor het dienstjaar 1875. Het Vaderland meldt dat een wetsontwerp regelende de rechtspersoonlijkheid der coöperatieve vereeni- gingen bij den raad van state aanhangig is. Volgens eene correspondentie in de Standaard is door alle spoorweg-direetiën in haar reglementen bepaald dat de plaatskaartjes niet mogen opgehaald worden zoolang de spoortrein in beweging is. Deze bepaling wordt echter door de in diezelfde reglementen opgenomen voorschriften betreffende de controle zoo goed als krach teloos gemaakt, zoodat de conducteurs ten slotte ver plicht zijn, met gevaar van hun leven, tegen het eene artikel van het reglement te handelen, teneinde aan het andere te kunnen voldoen. De hoofdcommissie voor de internationale ten- toonsteUing te Philadelphia heelt besloten bekend te maken dat de Nederlandsche regeering op zich zal nemen de kosten van vervoer der in te zenden goede ren, van de haven van inscheping in Nederland tot aan het tentoonstellingsgebouw te Philadelphia, voorts de kosten van in- en uitpakkingopstellingsehoon- houding en bewaring der goederen in het gebouw, de assurantiekosten voor het vervoer en voor brand ge durende het verblijf in Amerika, en de kosten van algemeene opstelling en decoratie. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw mr. G. Turklid van het hoog militair gerechtshof. consulaten. Vergunning verleend tot het aannemen der betrekking van consul van Zweden en Noorwegen te Malta aan O. T. GollCher, Nederlandsch consul aldaar. middelbaar oNDERvvus. Benoemd met ingang van 1 April a. tot leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Helmond H. W. Groeneveld, thans tijdelijk leeraar. belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe be lastingen en accijnsen te Bergeyk c. a. J. M. Daalgreen, thans commies-verificateur der le categorie voor den actieven dienst der directe belastingen in- en uitgaande rechten en accijnsen ite Hoorn. 1

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1