1° 37. MIDDELRURGSCHE Vrijdag 1875. COURANT. 12 Februari. f,30 1,30 1,30 1,30 Middelburg 11 Februari, H IRS van |t komen .POK. >ol voor Hoofd - irwedde ersoon of bbestuur prnoemd, Schilder. 3,30, 7, lts 1 u.) j 4,40, 8. Middel- 0 AM. km p,30 u. »,30 f,15 30 6.20 41 6.45 38 8.16 8.50 50 9.8 28 10.8 3 10.29 18 10.36 50 10.45- I 7.25 8.32 8.51 I 9.20 7— 7.50 8.10 8.30' Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.5Ö. Op eenvoudige wijze en in tegenwoordigheid van enkele genoodigden wordt heden in het Schuttershof alhier het tienjarig bestaan der rijks hoogere bur gerschool te Middelburg' gevierd. Het is niet alleen hoogst moeilijk, maar zelfs onmo gelijk een overzicht te geven van de verhandeling die gisteren avondin de vergadering met dames van het departement der Maatschappij tot Nut van 't alge meen alhier, door den heer T. H. de Beer uit Goes werd voorgelezen. Goethe's Faust was het onderwerp der hoogst belangrijke rdevoering, die men in haar geheel zou moeten weergeven om er de schoonheid van te doen gevoelen, daar geen enkel deel er van kan worden gemist. In een korte inleiding besprak de heer de Beer het doel dat Goethe zich met zijn kunstgewrocht heeft voorgesteld, het denkbeeld, dat er aan ten grondslag ligt en waarvan hij zelf heeft verklaard geene definitie te kunnen geven. De Faust is eene reproductie van hetgeen de dichter gedurende een geruimen tijd van zijn leven heeft gevoeldgedachtondervondeneen stuk menschenleven in poëziede veraanschouwelijking van d'en strijd tusschen het goede en het kwadewaarin het eerste eindelijk de overwinning behaalt. Ontdaan van hetgeen men de inkleeding kan noemen bestond de verhandeling van den heer de Beer vervol gens uit een overzicht van den loop en den inhoud van het Faust dramawaarbij hij alle schoonheden van het werk zoo treffend deed uitkomen, dat hij herhaal delijk zijn hoorders medesleepte en in verrukking bracht. Zij die den Faust kenden hebben dubbel genotenzij voor wie deze meesterlijke schepping nog nieuw was zullen stellig tot een nadere kennismaking zijn uitge lokt en met nog meer genot en voldoening het dicht werk lezen, dan gewoonlijk het geval is wanneer men het onvoorbereid voor de eerste maal ter hand neemt. Het publiek, dat den heer de Beer bij zijne voorle zing volgdewas klein maar dankbaar enmochten wij een wensch uitendan zou het deze zijndat, wanneer de spreker ons nogmaals op een proeve van zijn talent mocht willen vergasten, hij minder aanhoudend behoefte aan zijn manuscript mocht hebben en ook een weinig luider mocht spreken bij zachte of aandoenlijke passages, waarin het nu dikwijls moeilijk was hem te verstaan. Verschillende bladen melden dat door eenige zee officieren hier en te Vlissingen pogingen worden gedaan om onder het korps zeeofficieren bijdragen in te zamelen tot het oprichten van een gedenkteeken op het graf van wijlen denvice-admiraal de Smit van denBroecke, te Souburg. Raar ons wordt medegedeeld, zijn de tot dat einde verzonden circulaires onderteekend door een elftal marine-officierenin activiteitgepensioneerd of op nonactiviteit alhier aanwezig. Door de welwillende bemoeiing van het ministerie van marine zullen deze circulaires mede naar Oost- en West-Indië aan de état- majors der verschillende oorlogschepen worden rondge zonden, teneinde de aldaar aanwezige vroegere wapen broeders van den heer de Smit van den Broecke in de gelegenheid tc stellen aan het voorgenomen huldebetoon aan zijne nagedachtenis deel te nemen. De Staats-courant van heden bevat een koninklijk besluit tot aanwijzing van een perceel, dat voor de uitbreiding van het station Neuzen van den spoorweg van Neuzen naar de Belgische grenzen moet worden onteigend. Men schrijft ons uit Zierikzee: „Sedert nieuwjaar openbaart zich onder de hulpon derwijzers alhier een sterke verhuizingslust naar betere gewesten althans naar plaatsen waar meer traktement wordt gegevendat zeker niemand zal wraken. Drie hun ner, die eene akte als hoofdonderwijzer bezitten, zijn elders benoemd waarvan een reeds is vertrokken. Ande ren schijnen gereed te staan dit voorbeeld te volgen. Intusschen is dit alles ten nadeele van het volksonder wijs. Als er toch geen voldoend getal onderwijzers is, kan er ook geen voldoend, onderwijs gegeven worden, dat niettemin een plicht van elke gemeente is. „Om die gedurige afwisseling en hare nadeelige ge volgen te voorkomen heeft de heer mT. Schneiders van Greyffenswerth heden in den gemeenteraad voorgesteld het traktement der hulponderwijzers, die eene hoofd onderwijzersakte hebben op f 700 te brengen. „Dit ferme voorstel juich ik toe en ik hoop dat de raad, die er in eene volgende vergadering over be slissen moet, het met mij en met alle weldenkendon zal eens zijn. „Moge van het liberale Zierikzee niet langer gezegd kunnen, wordende onbeschaafdheid van de kinderen des volks is groot, maar de onderwijzers zijn weinig in getal en worden slecht betaald! „Iedere gulden die de maatschappij aan het volks onderwijs uitgeeft wordt liaar zeker honderdvoudig weergegeven. „Op het onbegrensde arbeidsveld der onderwijzers wachten nog duizenden op ontwikkeling. Welaan de hand aan den ploeg geslagen en niet angstvallig ge vraagd wat het kost om de ruwe korrels te polijsten. Zorg voor arbeiders zij de leus op den grooten akker der wereldbeschaving." Door den minister van koloniën is ingetrokken de ministerieele beschikking waarbij, de landmeter le klasse van het kadaster hier te lande W. F. Bruinier is gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Neder- landsch-Indië, om te worden benoemd tot bewaarder 2e klasse van het kadaster te Batavia; en is thans de heer J. M. Sehoth, landmeter 1* klasse van het kadas ter hier te lande, tot dat doel ter beschikking van den gouverneur-generaal gesteld. De hoofdonderwijzers C. de Gast, P. M. Heymans en R. Oosterlo zijn ter beschikking gesteld van den gou verneur-generaal van Nederlandsch-Indië, om te worden benoemd tot onderwijzer derde klasse voor den dienst daar te lande. De gemeenteraad van Amsterdam heeft gisteren belangrijke besluiten in zake het onderwijs genomen. Met algemeene stemmen werd een voorstel van burge meester en wethouders aangenomen om eene nieuwe hoogere burgerschool met driejarigen cursus op te rich ten en wel tegen laag schoolgeld, voor ouders wier middelen niet toelaten hun kinderen op de inrichtingen met langeren leertijd te doen gaan. Het programma der vakken is als dat der drie laagste klassen der H. B. S. met vijfjarigen cursus, doch met eenige in krimping van het wiskunstig en uitbreiding van het letterkundig gedeelte. In verband tot dit besluit wordt de leerstof op de scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs ingekrompenzoodat dit onderwijs zich aan sluit aan den cursus op de beide hoogere burgerscholen. Tegen dit laatste besluit werd eenige oppositie ge voerd. De heer van Nierop toonde echter aan dat het beter was de nieuwe H. B. S. niet op te richten, wan neer men daarbij tegelijk het meer uitgebreid lager onderwijs niet zoodanig beperkte dat het in 't geheel niet meer voor eind-onderwijs zou kunnen doorgaan. De wethouder de Koning was van gevoelen dat het laatst bedoelde onderwijs wellicht aan omvang van leer stof iets verliezenmaar daarentegen aan diepte stellig winnen zal. De slotsom der discussiën was dat het voorstel tot beperking van het meer uitgebreid lager onderwijs met 26 tegen 6 stemmen werd aangenomen. Het diner dat gisteren door Z. K. H. prins Frederik op het buitenverblijf „de Paauw", onder Wassenaer, aan de Leidsche en buitenlandsche hoogleeraren is aan geboden, werd door ongeveer tachtig gasten bijgewoond. Uit Almelo wordt aan het Utrechtsch dagblad ge schreven, dat de arbeid door alle werklieden hervat is, behalve door eenige der beste wevers, die echter ook wel zullen moeten eindigen met toe te geven. Inmid dels zijn vele arbeiders naar elders verhuisd. Eergisteren is echter een nieuwe werkstaking begonnen door de vrouwen en meisjes, wier arbeidsloon plotseling ver minderd is. Daar het werk niet kan voortgaan zonder haar arbeiddie in het spoelen en haspelen bestaat zou een geheele staking hiervan weder spoedig het gevolg moeten zijndoch de berichtgever hoopt dat de fabrikanten het nu niet te ver zullen drijven, daar dan het laatste wel eens erger kon worden dan het eerste, Te Hardenberg is op voorstel der daartoe benoemde commissie door de meeste neringdoendeu besloten van 1 Maart a. geen Pruisisch geld meer aan te nemen dan met 5 pet. korting. Ons wordt eon proefnommer toegezonden van een nieuw „Humoristisch Weekblad"uitgave van den heer Albracht te Zaltbommel. Aan humor bestaat in Nederland tot dusverre geen overvloed en wie zich aan het vak van humorist waagt heeft maar zelden vol doening van zijne keus. Men ziet en hoort in Neder land wel gaarne geestige lieden maar op voorwaarde dat zij niets zeggen dat iemand zich persoonlijk kan aantrekken. Dat „Punch" een Engelschen eersten mi nister in een poppenkast-vertooning laat optreden vindt men wel aardigmaar als Uilenspiegel hetzelfde doet met onze vaderlandsche staatsbestuurders, dan vindt men dat „niet délicaat." Bij het goedkeurende knikje dat men aan een grappenmaker geeft, komt altijd de waarschuwing: „vooral niet persoonlijk zijn, hoor!" en als onze pseudo-humoristische bladen dan hun beil zoe-> ken in het oplappen van volkomen onmogelijkeslecht vertaalde, op onze toestanden niet toepasselijke aardig heden als zij caricaturen teekenenwier evenbeeld men in de werkelijkheid nimmer te zien heeft gekregen, dan troost men zich met de zoetsappige uitspraak„'t Is wel flauw maar 't geeft niemand aanstoot Dit alles staat eigenlijk slechts in een zeer indirect verband tot de nieuwe uitgave van den heer Albracht. Het weekblad treedt niet op met de allures van een hervormer vau den Nederlandschen humor't heeft een net typographisch uiterlijk, bevat eenige plaatjes die niet kwaad gelukt zijn en eenige verhalen en aardig heden, welke zich lezen laten. Het heeft dus minstens evenwel recht van bestaanen op lezers als onze andere humoristische bladen en er is niet eene reden om niet aan te nemen dat deze eersteling, bij voort gaande ontwikkeling, zijn vakgenooten niet boven het hoofd zou kunnen groeien. Een weinig beter correctie ten opzichte der taal wordt der redactie in overweging gegeven. Taalfouten zijn leelijk, zelfs in eene aardigheid. Ook hopen wij dat de redactie niet al te veel doordrongen zal zijn van de uitspraak, die wij in haar „Humoristischwoordenboek" vinden opgeteekend op het woord Ideaal. Het Ideaal, lezen wijis „terwijl men in de lucht kijkt in een put loopen,die helaas niet die der waarheid is." Heeft de redactie er wel aan gedacht dat er onder scheid bestaat tusschen idealen en illusien? Menig najager van het Ideaal staat dichter bij de waarheid, dan hij die, uit vrees van in putten te vallen, altijd met het hoofd naar den grond gebogen loopt. Boven dien is in ons tegenwoordig Nederland, helaas, het aantal van lien die aan idealen gelooven en ze zoeken te verwezenlijken, niet zoo groot dat het noodig is hen met de wapenen van den humor te vervolgen! Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan den luitenant ter zee le klasse W. baron van Hogendorp, tijdelijk adjudant van Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder van de le afdeeling der orde van de Waakzaamheid of van den Witten Valk, hem geschonken door Z. K. H. den groothertog van Saksen-Weimar Eisenach. onderscheidingen. Toegekend aan J. Spruyt, sluis- knecht te Kruiningen, als blijk van Z'. M". goedkeuring en tevredenheid wegens de redding van een drenkeling uit den schutkolk te Hansweert op 23 December 1874,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1