Statcn-generaal. BUITENLAND." Algemeen Overzicht. JUcIanus. lanMatortcltten. Prifzen van Effecten. te Parijs; R. W. Bunsen te Heidelberg; G. Darwin, te Londen; H. Milne Edwards, te Parijs; T. Spencer Wells, te Londen. Verscheidene dezer namen, als die van de heeren Stieltjes, Goudsmit, Donders, Darwin, Milne Edwards (die zelf tegenwoordig was)werden met toejuichingen begroet. Ook de rede van den rector-magnificusdie na de voorlezing weder het woord nam om de benoemden geluk te wenschen, werd zeer toegejuicht. „Wij strij den hiermede eindigde de heer Buijsmet intel- lectueele wapenen voor het recht van ons bestaan. Te waken en te werken dat in ieder oogenblik en altijd het gansche volk Imctor et emergo op de lippen kan nemen, zij onze taak." Gisteren avond had in de stads gehoorzaal een colla tion plaats, dat door curatoren der hoogeschool aan de binnen- en buitenlandsche hoogleeraren en aan andere gasten werd aangeboden. Heden avond zijn de afge vaardigden bij prins Frederik ten maaltijd genoodigd en daarna wordt in den stadsschouwburg, ter hunner eerdoor het Fransch tooneelgezelschap van 's Hage een voorstelling in den stadsschouwburg gegeven. Aan het officieële diner van Maandag werden ook de namen der door onze regeering gedecoreerde hoogleer aren door den minister van binnenlandsche zaken, die in het Latijn een feestdronk instelde, bij wijze van ver rassing bekend gemaakt. Dat professor Madvig de eenige geleerde uit het buitenland is, die bij deze ge legenheid onderscheiden werdis omdat deze de oudste van alle vreemdelingen was. Gemengde berichten. Te Abcoude is een dienstmeisje gedurende de afwezigheid harer meesters waarschijnlijk door een man met wien zij het huis bewaaktevermoord. Het lijk werd in het water nabij hare woning gevonden. De vermoedelijke dader is in handen van het gerecht. Eene Nederlandsche dame, wier echtgenoot in Italië overleden was, keerde met zijn lijk naar haar vaderland terug om het in den Haag te dóen begraven. Tenge volge van familie-aangelegenheden besloot zij echter weder naar Rome te vertrekken en ook op deze tweede reis werd het lijk per spoor door haar medegevoerd. Het duinwater te 'sGravenhage is door een des kundige, dr. Koppeschaar, scheikundig onderzocht en vrij van looddeelen bevonden. Door een vijfentwintigtal kooplieden in lompen, in de provinciën Holland, Zeeland en Utrecht, is een adres aan den minister van financiën ingediend tot afschaffing van het uitvoerrecht op de lompen. Het Vaderland meldt dat de heer mr. A. Heems kerk, een zoon van den minister die tot dus verre aan de redactie der Nieuwe Arnhemsche courant verbonden wasdie betrekking heeft nedergelegd en nu aan het departement van buitenlandsche zaken werkzaam is. Thermo meters tan d 8 Feb.'sav.llu.33gr. 9 's morg. 7 u. 33 gr. 's midd1 u. 36 gr. 's av. 6 u. 34 gr. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag 10 Februari. {Per tetegraaf.) Behalve de reeds bekende is ook nog ingekomen een wetsontwerp tot uitbreiding van het station van den staatsspoorweg te Boxtel. Tegen Zaterdag a. is aan de orde gesteld eene inter pellatie van den heer van Kerkwijk betreffende den aanleg van spoorwegen in Nederland. De minister van financiën heeft bij de tweede kamer een wetsontwerp ingediendstrekkende om den termijn in de wet van 1871 genoemd voor de herziening van den aanslag der beetwortelsuikerfabrikantente ver lengen van den 31eo Juli 1875 tot den 3P« Juli 1876 en inmiddels den tegenwoordigen aanslag bij abonne ment to; bestendigenomdat de onzekerheid nog voort duurt omtrent de juistheid van den aanslag of met andere woorden omtrent de hoeveelheid suikerdie gemiddeld per graad dichtheid uit een hectoliter onge zuiverd sap kan verkregen worden. De commissie van rapporteurs over het wetsontwerp op het hooger ondferwijs heeftnaar aanleiding van de jongste memorie van toelichting, vergezellend het ge wijzigd ontwerp, tot een nader afdeelingsonderzoek geadviseerd. De vervanging van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië noopt de regeering tot het aanvra gen van een crediet voor de uitgaven, daarvan het gevolg. In een te dien einde aan de tweede kamer aangeboden wetsontwerp wordt voorgesteld om de Indische begroo ting voor 1875 te verhoogen met f 100,000. Van die som zijn bestemd voor den aftredenden gouverneur-generaal wegens pensioen en vergoeding der kosten van overtocht naar Nederland f 20,000. Ten behoeve van den nieuwbenoemden gouverneur- generaal, wordt, in navolging van vroeger, gerekend op 60,000 wogens kosten voor uitrusting, en op 20,000 voor reiskosten naar Indië en traktement gedurende het tijdperk tusschen zijn vertrek uit Nederland en zijn aankomst in Indië. Evenredige' vermindering van de bijdrage of den sluitpost wordt niet voorgesteldomdat de 100,000 voor de stoomgemeenschap met Australië toegestaan, hoogst waarschijnlijk ongebruikt zullen blijven, door dien het verlies op de eerste proefreis geleden en bij de tweede veroorzaakt, de Nederlandsch-Indische Stoomvaartmaatschappij van de exploitatie heeft doen afzien, zoodat het Indisch bestuur onder dagteekening van 24 Januari 11. door de regeering is gemachtigd om de proefreizen, waarmede voorloopig niet zou worden voortgegaan, te doen staken. Wanneer vorstelijke personenonverschillig over welk onderwerp ook, schrijvenkunnen zij bijna zeker zijn, dat hunne pennevruchten algemeen belangstelling op wekken maar vooral is dit het geval wanneer zij zich op politiek gebied bewegen. Dat verschijnsel is zeer gemakkelijk daardoor te verklaren, dat zij, die in de hof- en regeeringskringen verkeeren, niet alleen veel meer kunnen weten dan eenig ander persoon, maar ook een veel juister inzicht in sommige zaken en toe standen kunnen hebben. Vandaar dan ook waarschijn lijk de sensatie, die in de politieke kringen teWeenen en te Berlijn is ontstaan door eene brochure van den Oostenrijkschen aartshertog Johan Salvator van Toscane, majoor van het 13e regiment artillerie van Oostenrijk, broeder van den voormaligen ex-groothertog van Toscane, Ferdinand IV. De brochure van den aartshertog heeft een half politiek en half militair karakter en strekt om de noodzakelijkheid te betoogen van eene reorga nisatie der Oostenrijksche artillerie. De motieven van die reorganisatie zijn voornamelijk van politieleen aard. „Oostenrijk, zegt hij, leeft in de beste verstandhouding met Rusland, eene verstand houding die op wederzijdsche belangen is gebaseerd, en daarin alleen is de waarborg gelegen voor het toekomstig geluk der Oostenrijksche monarchie. Van die zijde is dus geen gevaarte duchtenmaar, in weerwil van alle vriendschapsbetuigingen, moet Oos tenrijk wel wetendat de veroveringzuchtige nei gingen van het Pruisisch-Duitsche rijk de Oostenrijk sche monarchie bedreigen. Nationale eenheid en natio nale annexatie zjjn het beginsel voor de tegenwoordige vorming der staten geworden en hebben blijkbaar de impulsie tot de laatste groote oorlogen gegeven. Wie kan het oog sluiten voor de op dit feit ten aanzien van ons dierbaar maar ongelukkig vaderland, gegronde vrees „Hoewel nu alles wordt aangewend om de banden te verbrekendie de toenadering tot Duitschland belem meren, en om op vredelievende wijze, zonder geweld het gewenschte doel te bereikenis echter het welslagen van die pogingen ondenkbaar. Want, niettegenstaande de talrijke verscheidenheid en de stelselmatige verbrok keling leeft toch bij de volken van Oostenrijk de be wustheid, dat zij 'bij elkander hooren; de belangen, die hen gedurende eeuwen hebben verbonden zijn nog te machtig, dan dat Oostenrijk zich vrijwillig zou ontbinden en de wensohen, die in het buitenland worden gekoesterd, zouden worden vervuld, alwaar men beweert, dat de val van Oostenrijk slechts een quaestie van tijd en daarvoor geen oorlog noodig is. „Ja een oorlog is wel noodig, en hij moet komen daar onze naburen nu eenmaal op de schoone landen aan den Donau belust zijn geraakt en de grenzen van Duitschland ook naar het Oosten behoefte hebben aan uitbreiding. Evenzeer als Oostenrijk steeds zijn goed, recht heeft gehandhaaftzal het ook eenmaal voor zijn bestaan tot het uiterste strijden; het zal dau denJaat- sten beslissenden strijd gelden. Moge de tijd die nog voorhanden is worden aangewend om althans maatre gelen te nemen voor een gelukkige verdediging." De officieuse Kölnische Zeitung zou deze brochure niet eens hebben besproken als die niet van een keizer lijke hoogheid afkomstig was, doch nu acht zij zich verplicht de meening van don schrijver te bestrijden. Zij wijst natuurlijk in de eerste plaats op de verkla ringen van den keizer en zijn meest vertrouwde raads lieden, dat Duitschland een „rijk des vredes" is en zijne grenzen niet door veroveringen wil uitbreiden. Dit zijn nu echter praatjeswaaraan niemand waarde hecht, maar meer beteekenend zijn de verdere argu menten van de Kölnische n. 1. dat de Duitschers in Oostenrijk zoozeer met Slaven en Magyaren verbonden zijn, dat zij niet meer van elkander kunnen worden gescheiden. 'Oostenrijk is noodzakelijk voor het behoud van den vrede in Europa en is ook noodig voor Duitsch land. Hierop laat het Keulsche Orgaan echter volgen; zoolang althans het Duitsche element bij het hof een leidenden invloed uitoefent heeft Duitschland in Oosten rijk zijn natuuvlijksten en zekersten bondgenoot. Zie daar een achterdeurtje: als een ander element invloed op de regeering in Oostenrijk verkreeg zou misschien de Kölnische Zeitung spoedig een geheel anderen toon aanslaan en eischen dat de Duitsche Oostenrijkers bij Duitschland werden gevoegd. De tijd zal misschien eerst leeren welke waarde aan de hertogelijke brochure moet worden toegekend, en of zij haar ontstaan te danken heeft aan bekendheid met verhoudingendie voor het publiek verborgen blij ven, dan wel of zij de uiting van een geheel particu liere opinie is, die in de hof- en regeeringskringen niet werd gedeeld. Een telegram uit Weenen meldt, dat de aartshertog uit zijne betrekking bij de artillerie is ontslagen en bij een regiment infanterie is geplaatst. Indien dit als een blijk van ontevredenheid van den keizer moet gelden, als een strat den schrijver opgelegddan is zij in ieder geval niet zwaaren indien de brochure werkelijk de afkeuring van den keizer heeft verworven, dan is het zeker vreemd,dat hij niet eerder lusschenbeide is gekomen, doch zoo lang gewacht heeft tot reeds een tweede druk is verschenen. Te Pesth is alles nog in statu quo. De algemeene beraadslagingen over de begrooting werden gisteren voortgezet; de minister van financiën Ghyckzy hield eene rededie eenige uren duurde om te bewijzen, dat geen andere wijze dan die door de regeering werd voorgesteld mogelijk is, om den financieelen toestand beter te regelen. Eerst als de financieele plannen van den minister zullen zijn aangenomen, zal het mogelijk zijn het budget voor 1877 te ontwerpen. Ook deze rede werd met luide toejuichingen begroet, zoodat de positie van het ministerie-Bitto in de laatste dagen wel schijnt te zijn verbeterd. Ook in Frankrijk is geen verandering in den staat van zaken gekomen. De drie groepen der linkerzijde hebben eene commissie benoemd om het wetsvoorstel van den heer Dufaure, betreffende de instelling van een senaat te onderzoeken. Zij heeft daarin eenige wijzigingen gebracht, en o. a. geen vast aantal sena toren voor ieder departement vastgesteldmaar wil dat aantal laten afhangen van het cijfer der bevolking. Thans worden pogingen aangewend om een algeheele overeenstemming te bewerken tusschen de verschillende groepen der meerderheid van 30 Januari jl. De be noeming van senatoren door den president is ten stel ligste verworpenen ten aanzien van dit punt althans hoopt men op eenstemmigheid met de liberalen van het rechter-centrum. Binnen enkele dagen zal wel eene beslissing omtrent de voorstellen tot instelling van een senaat zijn genomen en van die beslissing zal het lot der constitutioneele wetsontwerpen afhangen. Werkelijk blijkt dat de Alfonsistische troepen te Estella geslagen zijn. De operatiën van het konink- lijko leger zijn gestaakt; het versterkt de positiën waarin het zich bevindt; de koning keert naar Madrid terug en Moriones zal opperbevelhebber worden. Op de Carlisten heeft men dus bij slot van rekening wei nig of niets gewonnen en van een spoedig einde aan den strijd is volstrekt geen sprake meer. De Haagsche correspondent van de Indépendance beige meldt, dat de Nederlandsche regeering de uit- noodiging tot deelneming aan de conferentiete St. Pe tersburg heeft aangenomen, evenwel onder hetzelfde voorbehoud als zij ten aanzien der Brusselsche conferentie had gemaakt. (Prijs der plaatsing 30 cent per regel). Verkoudheid, Moest, Griep, Ontsteking der Luclitpijpgtakken, Tering. Rationeele en weinig kostbare behandeling door middel der TEER- CAPSULES VATV GUYOT. Verkrijgbaar bij alle Apothekers. De wet op het lager onderwijs verbiedt in art. 24 aan de hoofd- en hulponderwijzers het drijven van handelhet doen van neringenhet uitoefenen van eenig beroep. Dit verbod is mede van toepassing op de leden van het gezin der hoofd-en hulponderwijzers, voor zooverre het verbodene ten huize van deze mocht geschieden. Krachtens dit artikel werd afwijzend door het ge meentebestuur van Westkapelle beschikt op een verzoek door een der hulponderwijzers gedaan tot het uitoefe nen van nering. Later opende een andere hulponderwijzer een winkel, die door zijne vrouw gedreven en in zijn huis wordt voortgezet tot groot nadeel der reeds bestaande nering doenden, want, gesteund met een traktement van ƒ475, is het voor allen een lastige concurrent. Het ware dus te hopen dat de wet op allen werd toegepast. Een hoofd- en hulponderwijzer kan alleen nuttig zijn, wanneer hij buiten schooltijd zich aan onderzoek en studie overgeeft, doch indien hem voortdurend bezig heden van anderen aard roepen, kan wel zijn zak, niet zijn verstand worden aangevuld. Het is in de eerste plaats dus eene behoefte dat de hulponderwijzer zich voortdurend zoekt te bekwamen om een nuttig werktuig te blijven. Blijft de studie bij hen geheel rusten, dan worden zij veelal eentonige machines, die weinig nut stichten. q Graanmarkten enz. Goes, 9 Februari. De aanvoer van tarwe was heden slechts matig met goede vraag, waardoor het aanzijn<\e aan vorigen weekprijs genegen koopers vond. Puike f 8.25 a 18.40mindere 7.50 a 8 betaaldrogge ruim ter veil en van 6.75 tot 7 verkocht; wintergerst ruim aangevoerd en van 6.50 tot f 6.60 verkocht; zomer- gerst schaars en gaarne met f 6.40 betaald; haver redelijk ter veil en van 4.75 tot f 5.25 verkocht; schokkers bracht een enkel partijtje van f 12.50 tot 13 op; kleine erwten op de kook schaarsch, doch ook weinig gevraagd, puike 10.50 a f 11, niet kookende f 9.75 a f 9.80; paardenboonen redelijk ter veil en van f 8 tot 8.10 verkochtafwijkende niet begeerdbruine booneawitte boonen en koolzaad niet ter markt. Amsterdam, 10 Februari. Nederland. Certific. Werkelijke schuld. 2£ pet. 61jf dito dito dito 3 74j dito dito dito .4 96 J4 Aand. Handelmaatschappij 41 134 dito exploitatie Ned. Staatssp. 109

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 2