MIDDELBURGSCBE F 32. Zaterdag 1875. COURANT. 6 Februari. Middelburg 5 Februari. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3lm., franco is 3.50. Ter provinciale griffie van Zeeland is, bij besluit van heden, bevorderd tot adjunct-commies le klasse, de heer M. J. Boonethans adjunct-commies 2e klasseen be noemd tot adjunct-commies 2e klasse mr. F. N. van der Biltte Kapelle. Men meldt ons het volgende uit Rotterdam: „Sedert eenige dagen hebben wij het voorrecht de dames Mina Kruseman en Elize Baart in ons midden te bezitten. Zij zijn gelogeerd in het hotel Weymar. Haar verblijf alhier staat in verband met de opvoering van Multatuli's Vorstenschool, maar het is nog niet geheel zekerdat die opvoering werkelijk zal plaats hebben. Mejuffrouw Kruseman verlangt dat het stuk het eerst te Utrecht zal worden gespeeldwaar zij den steun heeft van den heer N. J. van Hall en waar het lokale dagblad haar zeer gunstig gezind is, terwijl zij, naar men verzekert, over de critiek der te Rotterdam verschijnende bladen niet tevreden is. Te Utrecht meent zij daarom zeker te zijn van eene goede ont vangst. Nu heeft echter de tooneeldirectie le Gras, van Zuylen en Haspels de beschikking nog niet over den schouwburg te Utrecht, en daar deze schouwburg eigendom is van den heer J. Eduard de Vries, wiens familiebetrekking tot de directie Albregt en van Ollefen bekend is, is het zelfs vrij onwaarschijnlijk dat dit lokaal beschikbaar zal komen voor eerstgenoemde di rectie. Mejuffrouw Kruseman echter staat op haar stuk, en maakt van Utrecht eene nadrukkelijke voor waarde. Hare costumes zijn intusschen reeds besteld en gedeeltelijk gereed; geen pracht moet daaraan ont zien zijn; mejuffrouw Kruseman, als koningin Louise optredende, wil ook door uiterlijken glans schitteren. „Het is waardat Multatuli zich neutraal houdthij is wel uitgenoodigd om wijzigingen in het stuk te brengen en de repetitiën te komen leidenmaar het een zoowel als het ander heeft hij geweigerd." Toen wij het vrij lijvige boekdeel in handen kregen, ons door de firma J. B. Wolters te Groningen toege zonden, getiteld: „de Wet op het lager onderwijsmet aanteekeningen" door den heer S. Blaupot ten Cate, inspecteur van het lager onderwijs in Groningenwas onze eerste gedachteBestaat er nu nog behoefte aan eene „aangeteekende" wet op het lager onderwijs, nu de tegenwoordige wet, naar bijna ieder in Nederland hoopt, haar langsten tijd geleefd heeft en op het punt staat door eene andere en betere vervangen te worden De uitgevers en de bewerker hebben zich echter die vraag ook gedaan en hun antwoord is geweest: de eerste uitgaaf is uitverkochtdeze liep slechts tot 1867 en heeft dus aanvulling noodig, vraag naar het werk blijft bestaanergo is een tweede druk noodzakelijk. Wat het bezwaar van vervanging der wet betreft, daarin voorziet de heer Wolters voor een groot deel door zijne toezegging dat hij aan de koopers van het boek gratis zal afleveren alle veranderingen die binnen drie jaren, en dus vóór 1 Januari 1878, in de wet van 1857 mochten gebracht worden, in hetzelfde formaat en zoo mogelijk met aanteekeningen van denzelfden schrijver. Onder deze conditie, door de soliditeit der firma Wolters gewaarborgd, zal, gelooven wij, ieder die in de zaak belang stelt de nieuwe uitgave met ingenomenheid begroeten. De waarde van het werk des heeren ten Cate is door de ondervinding voldoende gebleken. Onder den indruk der, wij hopen spoedig, te voeren debatten over het lager onderwijs, zal waarschijnlijk de vraag naar het boek nog toenemen. Voor de voor standers van schoolwet-wijziging is nubij al de andere drangredenen, nog eene nieuwe gekomen om de zaak te bespoedigen. Het boek van den heer ten Cate is eene behoefte voor hen. Zorgen zij niet dat de wijzi ging binnen drie jaren haar beslag heeft gekregen, dan blijft hun boek incompleet en zij moeten later in de aanschaffing eener nieuwe wet vervallen De gemeenteraad van 's Gravenhage zou gisteren een voorstel behandelen dat.de aandacht der ingezete nen in hooge mate gespannen, houdtdat namelijk tot het bouwen eener tweede gasfabriek. De discussie werd echter, op verzoek van acht leden, in eene zit ting met gesloten deuren gevoerd. Toen het publiek weder toegelaten werd, vond het de raadzaal ledig, zoodat deze vergadering ten aanzien der stedelijke ver lichting geen nieuw licht ontstoken heeft. In de Staats-courant van gisteren is opgenomen een staat van nalatenschappen, afkomstig van onder officieren en verdere manschappen, behoord hebbende tot de landmacht in Nederlandsch-Indië, welke onder het beheer der weeskamer in Nederlandsch-Indië zijn gesteld, en die bij het departement van koloniën in Nederland door de rechthebbenden behooren te worden ingevorderdonder overlegging van de noodige bewij zen van erfrecht. Te Haarlem is, onder directie van den heer A. B. van den Heuvel, eene nieuwe courant opgericht, Het kleine dagblad getiteldd;it blijkens zijn programma ten doel heeft de „katholieke, staatkunde" voor te staan, zooals die door „de ontwikkelde en bezadigde mannen harer partij" wordt opgevat en toegepast. Omtrent de werkstaking te Almelo bericht het Handelsblad dat de toestanonveranderd blijft. On geregeldheden hebben niet plaats en ofschoon de nood hoog stijgt, schijnen de werklieden besloten om niet toe te geven. De Twentsche courant bevatte het volgende ingezonden stuk „Heeren fabrikanten en burgers! „De werkstakingdie eenige dagen voortduurtheeft geen andere oorzaakdan dat de fabrieksarbeider niets anders verlangt dan voor hetzelfde loon te blijven ar beiden, maar voor Holl. courant, omdat hij uit natio naal gevoel een walg heeft voor een muntstelsel te werkenwaar hij nergens in zijn geliefkoosd vaderland mede te recht kan komen; een muntstelsel van een vorst, die nog voor eenige jaren de grenzen van ons vader land verontrustte. „Wanneer wijarbeidersonze familiebetrekkingen buiten deze stad wenschen te bezoeken, zijn wij ge noodzaakt eerst een halve wijk af te loopen om Holl. geld te bekomentegen een ongehoorde agio. Wenschen wij ons van het een of ander op een andere plaats te voorzienhoe gering ookdan moet men van het grosje een cent missenenz. „Heeren fabrikanten en burgerswij hopen daarom dat gij onzen billijken wensch zult inwilligen en ons zulks niet euvel zult duiden; dat er een kleine rust verstoring heeft plaats gehad verafschuwt ieder wel denkend fabrieksarbeider, doch dit is gelukkig niet noemenswaardig. „Nogmaals, heeren fabrikanten! wij hopen dat wij voor u voor Hollandsch geld zullen mogen werken, en gelooft dat wij ten allen tijde ons zullen toonen te zijn „Uwe onderdanige arbeiders." Wij herinneren hierbij aan de voorstelling, gisteren ook door ons overgenomen, welke door de fabrikanten van de quaestie gegeven wordt. Intusschen schijnt het onbegrijpelijk, indien het waar is wat door de laatst genoemden beweerd wordtdat namelijk de uitbetaling in Nederlandsch geld alleen aan de winkeliers te Almelo en niet aan de arbeiders ten goede komtdat dan deze laatsteom die uitbetaling terug te krijgenzich zulke groote en voor hen bijna ondragelijke opofferingen ge troosten. Ook de timmerlieden en metselaars te Almelo hebben hunne patroons verwittigd dat zij niet langer tegen betaling in Pruisisch geld verkiezen te werken, en indien daarin geen verandering komt tot staking van den arbeid zullen overgaan. In de labriek der heeren Jansen en Tilanus te Vriezen- veen is de arbeid hervat. De werklieden hadden een cent verhooging van werkloon per stuk gevraagd. Het. Handelsblad meent te weten dat men met een halve cent verhooging tot eene schikking gekomen is. Te Borne, eene andere grensgemeente, hebben een twintigtal ingezetenen zich verbonden om met 1 Maart de dagloonen hunner arbeiders in Nederlandsche munt uit te betalen. Aldaar beraamt men middelen om te trachten het Pruisische geld, dat het Nederlandsche bijna geheel verdringt, te weren. Te Harden berg heeft zich met dat doel eene commissie gevormd. ISenoemisigeiii en besluiten. hooger onderwijs. Benoemd tot rector magnificus aan de hoogeschool te Leiden voor het academiejaar 1875/76 de staatsraad-hoogleeraar mr. J. T. Buys. kantoren van waarborg. Benoemd tot essayeur bij den waarborg der gouden en zilveren werken te Alk maar F. J. Witteveen, thans essayeur te Maastricht; te Maastricht J. E. Simon, thans essayeur te Zwolle; te Zwolle R. van Calcar, thans essayeur te Middelburg te Middelburg mr. A. van Lier, thans commies-stempe laar te Amsterdam [beide laatstgenoemden gisteren reeds per telegraaf gemeld]en tot commies-stempe laar te Amsterdam, J. P. Wieling, thans commies stempelaar te Groningente GroningenC. J. Andreae, thans aide-essayeur te Leeuwarden. telegraphie. Benoemd tot directeur van een der rijkstelegraafkantoren A. van Pesch, thans telegrafist 2e klasse, en H. F. C. Wildeman, thans rijkstelegraaf- klerk 2e klassebeiden met ingang van den 15en Fe bruari a. belastingen. Benoemd tot ontvanger der indirecte belastingen en accijnsen te den Bommel c. a. J. Nyen- huis, thans ontvanger derzelfde middelen te Bergam bacht c. a. Onderwijs. Tot leeraar in de wis- en natuurkunde aan de hoo- gere burgerschool te Venlo is benoemd (Ir. F. Eick. De conrector aan het gymnasium te Winschoten dr. H. J. G. Guicheritheeft met den 15en dezer eervol ontslag uit die betrekking gevraagd. Merknieuws. De nieuwbenoemde bisschop van Batavia, mgr. Claes- sens, is Dinsdag jl.te Roermond op plechtige wijze gewijd. Onder den stoet merkte men op drie leden der 2e kamer, de heeren Arnoldts, Lambrechts en de Bieberstein. De commissaris des konings woonde de plechtigheid in de kerk bij. Bij een diner, waarmede de feestelijk heden besloten werden, zaten ook de bisschop Paredis en de hoogbejaarde moeder van den heer Clacssens aan. De heer J. Enderlé predikant bij de hervormde ge meente te Axelis als zoodanig beroepen te Wemeldinge. Dit is het 14« beroep voor laatstgenoemde gemeente. Hunstnienws. Voor de voorstelling welke den 2eï Maart te Amster dam in den stadsschouwburg gegeven zal worden met medewerking der beroemde zangeres Pauline Lucca, is nu reeds geen enkele zitplaats meer te bekomen. Het drama van mejuffrouw Opzoomer, „der Sturz des Hauses Alba", zal spoedig bij den uitgever Dannenfelser te Utrecht het licht zien. Bij het Rotterdamsche tooneelgezelschap der hee ren Albregt en van Ollefen is een nieuw blijspel in studie van mrA. M. Maas Geesteranusredacteur der Staats-courant. Het personeel der Fransche opera uit 's Hage zal den 10en dezer, bij gelegenheid der feesten te Leiden, in den schouwburg aldaar de opera Le barbier en de comedie la Grammaire opvoeren. Het Handelsblad geeft, naar aanleiding der mis lukte pogingen om te Amsterdam eene Duitsche opera op te richten en der jaarlijks terugkeerende opera-cri sissen te Rotterdam, den goeden raad dat de beide groote steden elkander niet langer als vreemden zullen behan delen, maar liever de handen ineen moesten slaan om

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1