BUITENLAND.
Algemeen Overzicht.
Onvolprezen zijn de zelfverloochening, de plichtsbe
trachting en de heldenmoed, door land- en zeemacht
te Atjèh ten toon gespreid; talrijk zijn de offers, die
op het slagveld en daarbuiten gevallen zijn voor den
dienst van koning en vaderland.
Ons, tijdgenootenvoegt het dankbare hulde te be
wijzen aan hen, die een schoon voorbeeld hebben ge
geven van soldatendeugd ons voegt hetaan landzaat
en vreemdeling te toonenhoezeer wij edel plichtsbesef
waardeeren; het is onze plicht bij de nakomelingschap
de herinnering levendig te houden aan de mannen, die
hunne liefde voor koning en vaderland met den dood
hebben bezegeld.
Bewoners van Nederlandach-Indië
Gij hebt onlangs rechtmatige hulde gebracht aan de
mannen, die roemrijk terugkwamen van den strijd.
Gij zult nu ook niet achterblijven, waar wij uwe
medewerking vragen om een krans neder te leggen op
het graf van de velen^, die niet tot ons kouden weder-
keeren.
Neen, wij bedriegen ons niet, wanneer wij rekenen
op den steun van u allen, van welken landaard of
stand gij ook wezen moogt!
Dat zich dan overal in Nederlandsch-Indië commissiën
vormenom giften in te zamelen en ons over te maken
Dat de uitslag der vereenigde pogingen zoodanig zij,
dat een schoon en duurzaam gedenkteeken kunne
worden ontworpen en opgericht!
Ook de geringste gift zal welkom zijn.
Batavia, 20 Juni 1874.
De Hoofd-commissie voor een Atjèh-monument,
S. van Deventer J.Sz., President; G. P. de Neve;
A. Fitz Yerploegh; A. W. Egter van Wissekerke;
J. H. P. E. Kniphorst; A. J. W. van Delden, thesaurier;
J. J. van Schreven; J. R. Kleyn; E. B. Kielstra,
secretaris.
De ondergeteekendennaar aanleiding van boven
staande circulaire de verwezenlijking van het edel denk
beeld van zijne majesteit onzen geëerbiedigden koning
ook in het moederland wenschende te bevorderen, hebben
zich tot eene commissie vereenigdzich aansluitende
aan de hoofd-commissie in Nederlandsch-Indië.
Zij doen met de meeste vrijmoedigheid een beroep op
de bewoners van Nederland, ten einde door ruime bij
dragen de stichting mogelijk worde van een gedenk
teeken, den dapperen Kohier en al de braven, die in
onzen strijd tegen Atjèh den heldendood stierven, ten
volle waardig.
De ondergeteekenden zouden meenen te kort te doen
aan de ieder Nederlander bezielende gevoelens van
vaderlandsliefde en dankbare vereering van de nage
dachtenis dergenendie aan koning en vaderland het
offer van hun leven brachten, zoo zij meerderen aan
drang bezigden tot opwekking hunner landgenooten om
de uitvoering te verzekeren van een werk, door de
Indische hoofd-commissie zoo te recht genoemd „een
schoon werk, den vorstelijken ontwerper waardig."
's Gravenhage, December 1874.
F. V. A. Ridder de Stuers, luitenant-generaal, adju
dant-generaal, voorzitter; m'. E. baron Mackay van
Ophemert, minister van staat; jhr. mr. F. de Koek,
minister van staatmr. R. J. graaf Schimmelpenninck
van Nijenhuys, grootmeester van het huis des konings,
lid van de tweede-kamer der staten-generaal; N. Mac
Leod, luitenant-generaal, adjudant des konings in bui
tengewonen dienstmr. M. H. Godefroilid van de
tweede kamer der staten-generaal; jhr. mr. F. G. A.
Gevers Deynoot, burgemeester van 's Gravenhage;
jhr. m'. H. G. van der Wijck, oud lid van den raad van
Nederlandsch-Indië; jh'. F. de Casembroot, schout-bij
nacht, adjudant des konings in buitengewonen dienst;
mr. P. Polak Danielslid van den gemeenteraad van
's Gravenhagelid-penningmeester; C. J. Marinkelle,
luitenant ter zee le klasse, secretaris.
Kenoemingen en besluiten.
onderscheidingen. Vergunning verleend aan W. Key-
zerte 's Hertogenbosch, tot het aannemen en dragen
der versierselen van ridder der orde van den H. Silves
ter, hem door Z. H. den paus geschonken en aan
C. Hoefnagel en E. Bakker, visschers te Urk, tot het
aannemen en dragen der reddingsmedaille met lint, aan
ieder hunner door Z. M. den Duitschen keizer, koning
van Pruissen, geschonken.
Sarine en leger.
De luitenant ter zee 2e klasse J. P. J. Lucardie, als
officier van politie geplaatst bij het koninklijk instituut
voor de marine te Willemsoord, wordt met den 15en
dezer op non-activiteit gesteld en met den 16en daaraan
volgende vervangen door den luitenant ter zee 2e klasse
H. Bernelot Moens.
Landbouw.
Blijkens de Staatscourant werden in de vier weken
van 27 December tot 23 Januari in het geheele rijk
door longziekte aangetast 275 runderen, waarvan in
Friesland 183in Zuid Holland 69, in Utrecht 15, in
Noord-Brabant 7 en in Noord-Holland 1.
Onderwijs.
In de Staats-courant van Zondag en Maandag is
opgenomen een koninklijk besluit van 29 Januari jl.,
waarbij de minister van koloniën gemachtigd wordt om,
naar gelang der behoefte voor het lager onderwijs aan
Europeanen en met deze gelijkgesteldentër beschik
king van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-
Indië te stellen hulponderwijzeressendie in het bezit
zijn van eene akte van bekwaamheid als hoofdonder
wijzeres of hulponderwijzeres hier te lande of in Neder-
landsch Indië verkregen. Hulponderwijzeressen in
Nederlandsch-Indië aangesteld zijnde, genieten eene
bezoldiging van 125 's maands en zes driejaarlijksche
verhoogingen, ieder van 25 's maands; alsmede vrije
woning of anders indemniteit voor huishuur tot het
zelfde bedrag, dat thans aldaar voor onderwijzers dei-
derde klasse is of later mocht worden vastgesteld.
Bovendien fgenieten hulponderwijzeressen na drie jaren
dienst nog de volgende verhoogingenwanneer zij in
het bezit, zijn eener akte als hoofdonderwijzeres, van
600 'sjaars; eener aanteokening voor éen taal, van
f 120 's jaarsvan aanteekeningen voor twee talenvan
f 240 'sjaars; van aanteekeningen voor drie talen, van
300 'sjaars. Voor haar, die in het bezit is eener
akte van hoofdonderwijzeres, wordt na zes jaren dienst
de benoeming van hulponderwij'zeres vervangen door
die van onderwijzeres.
Aan de uitzending uit Nederland zijn verbonden de
volgende voordeelena eene gratificatie voor uitrusting
ten bedrage van 500; b een voorloopig traktement,
ingaande met den dag van aankomst te Batavia, ten
bedrage van 100 's maandsc overtocht naar Batavia
als gouverneemntspassagier der eerste klasse.
De door den minister van koloniën voor den dienst
in Nederlandsch-Indië ter beschikking van den gouver
neur-generaal aldaar te stellen hulponderwijzeressen
moeten zich schriftelijk verbinden tot de onverwijlde
teruggave aan 's lands kas in Nederlandsch-Indië van
alle gelden, welke aan haar en te haren behoeve zul
len zijn voldaanzoo wegens gratificatie voor uitrus
ting als wegens overtocht naar Indiëbijaldien zij
binnen vijf jaren na hare aankomst op Java anders
dan tengevolge van wel bewezen ziels- of lichaamsge
breken buiten eigen toedoen ontstaanuit 's gouverne-
ments dienst worden ontslagen.
Aan de hoogeschool te Leiden zijn thans inge
schreven 842 studentenwaarvan 163 in de geneeskunde,
465 in de rechten, 54 in de godgeleerdheid, 73 in de
wis- en natuurkunde en 87' in de Ietteren.
Volgens het programma van het derde eeuwfeest
der Leidsche hoogeschool zal Zondag avond 7 dezer
de ontvangst der afgevaardigden en hoogleeraren van
elders plaats hebben. Maandag morgen zal diezelfde ont
vangst op plechtige wijze geschieden door de curatoren,
de rectoren en den senaat in de senaatskamerdes mid
dags zal Z. M. de koning in de stad komen en in de
Sint Pieterskerk de feestrede gehouden worden. Des
avonds van dien dag feestmaal, illuminatie en vuurwerk
van wege de gemeente. Dinsdag promotie honoris causa
in de Sint Pieterskerkdes avonds collation van cura
toren aan de vreemde hoogleeraren en verdere autori
teiten. Woensdag avond gala-voorstelling in den stads
schouwburg.
Gemengde berichten.
De rederijkerskamer „Ruijsch" te Zierikzee gaf op
den leu dezer aldaar eene opvoering ten voordeele van
de algemeene armen dier gemeente. Het tooneelspel
„Don Cesar de Bazan", voor rederijkers bewerkt, werd
gecostumeerd en verdienstelijk opgevoerd. Een talrijk
publiek gaf bij herhaling blijken van bijval. De zuivere
opbrengst zal ongeveer 100 bedragen.
Een oud-student der Leidsche hoogeschool, thans
sedert 1841 in Java gevestigd, heeft aan den burge
meester van Leiden eene som van 5300 doen ter hand
stellen, tot het verstrekken eener buitengewone uitdee-
ling van spijs en drank aan de armen der stad op den
feestdag van 8 Februari.
Iemand uit Zuid-Beveland protesteert in het Va
derland tegen de vroeger in een ingezonden stuk der
Goesche courant gegevene voorstelling alsof in vele
dorpen van dat eiland jongelingsvereenigingen zouden
bestaan, wier voornaamste doel zou zijn het afschaffen
van allematigheid. De schrijver houdt het
er voor dat het in dat opzicht op Zuid-Beveland niet
erger, maar ook niet beter gesteld is dan elders.
Overalmeent hij ziet men het verschijnsel dat jonge
lieden overigens droog en geestelooszich door ster
ken drank in een staat van kunstmatige opwinding
brengen. Hij wensehte dat in Zuid-Beveland door steeds
verbeterend onderwijs daarin een verandering ten goede
moge komenmaar hij wenscht het voor andere stre
ken niet minder.
Na eene voordracht die de heer Hermann Linde
eergisteren in het Deutsche Verein te Amsterdam
hielden waarin hij verschillende fragmenten van
Shakespeare, Lessing, Goethe en Schiller ten gehoore
bracht, voelde de dichter ten Kate zich zoo opgetogen
van bewondering, dat hij na den spreker optrad en in
eene vloeiende improvisatie in dichtmaat aan Linde hulde
bracht. „Wie zóo een dichter kan vertolkenzeide de
heer ten Kate, verdient zelf den dichternaam."
Uit Groningen wordt met zekerheid gemeld dat
dv H, Beins, aldaar door de Pruisische regeering offi
cieel is uitgenoodigd om ten dienste der Duitsche marine
de door hem gedane uitvinding toe te passen om op
eenvoudige en gemakkelijke wijze koolzuur in vloeiba
ren staat te brengen. De heer Beins hoopt door dit
middel in vele gevallen den stoomketel te kunnen
vervangen door een sterk metalen vat met vloeibaar
koolzuur, dat door het groot arbeidsvermogen in eene
kleine ruimte daarbij opeengehooptverre de voorkeur
boven de stoomketels zou verdienen.
De Volks-Zeitung deelt een staaltje mede van de
onbeschaamde wijze waarop in Pruisen handel in
landbouw-arbeiders wordt gedreven, waardoor de pro
vincie Pruisen zeer wordt ontvolkt. In het Marburger
Tageblatt van 15 Januari jl. komt de volgende adver
tentie voor „Speciaal voor Oeconomen. Uit Oost Prui
sen lever ik knechten en meidendie daar onder rechts-
verband worden geangageerd; het loon bedraagt voor
een knecht 1" qualiteit 45—50 Thaler, voor een meid
3540 Thaler. Deze lieden zijn flink voor het werk,
aan ieder bevel gehoorzaam en zeer leergierig, waarom
trent de oeconoom Pape te Belnhausen bij Treysa, die
reeds verscheidene van deze lieden in zijn dienst hééft,
de beste inlichtingen kan verstrekken. De kosten voor
de reis en vertering met inbegrip van het agentenloon
bedragen 15 Thaler; ingeval 50 personen tegelijk wor
den genomen breng ik hen zelf en kan hen dan een
Thaler per hoofd goedkooper leveren. Het reisgeld
moet vooruit aan mij worden toegezonden. Neustadt
(Kurhessen) J. T. Gies, Agent"
Vez-koopingemi c» aanbestedingen.
Heden werd alhier te koop aangeboden de stoomolie-
fabriek de Nijverheid met pakhuis aan het Bolwerk
bij de Koepoort en een petroleum-magazijn aan de
Veersche barrière alhier. Samen verkocht voor f 9350.
Th emusosneïerstarsd.
2 Feb. 's av. 11 u. 40 gr.
3 's morg. 7n.39gr. 's midd. 1 u.43 gr. 'sav.6 u.40gr.
De republikeinsche meerderheid neemt in de Fran-
sche nationale vergadering met iederen dag toe. De
beslissing Zaterdag jl. genomen heeft den doorslag ge
geven, en de vrijzinnige leden van de rechterzijde
zijn tot het inzicht gekomen, dat de republiek be
staat en het daarom hun plicht is om h a a r te consti-
tueeren en geen pogingen meer aan te wenden in het
belang van een anderen regeeringsvorm. In dit opzicht
vooral is de discussie gisteren over het tweede amen
dement-Wallon gevoerd belangrijk geweest.
Namens de constitutioneele commissie verklaarde de
heer Ventavondat zij zich met dat amendement niet
kon vereenigen. Het luidt aldus: „De rechten en ver
plichtingen van den president der republiek worden
geregeld door de artikelen 44 49 tot 57 en 60 tot 64
van de constitutie van 1848.
„Hij heeft daarenboven het recht omop advies van
den senaat, de kamer van afgevaardigden vóór dat
haar mandaat wettelijk zal zijn geëindigd, te ont
binden.
„In dit geval zullen de kiezers binnen driemaanden
voor de nieuwe verkiezingen worden opgeroepen."
De heer Ventavon wilde, dat slechts aan maarschalk
Mac-Mahon als een persoonlijk recht de bevoegdheid
tot ontbinding zou worden verleend, terwijl hij den
termijn van drie maanden voor het houden van nieuwe
verkiezingen te kort vond en dien op zes maanden
wilde stellen. Een amendement van den heer Bertauld
om het recht van ontbinding aan Mac-Mahon persoon
lijk te gevendoch met de beperkingdat hij er slechts
eenmaal gedurende den tijd van zijn mandaat gebruik
van zou mogen makenwerd terstond door een lid van
het rechtercentrum don heer Luro bestreden, die het
voorstel van den heer Wallon verdedigde. Merkwaar
dig is zijn verwijt tot de constitutioneele commissie
gerichtdat zij niettegenstaande het votum der kamer,
het monarchale stelsel wil handhaven, terwijl tenge
volge van een onweerstaanbaren aandrang de defini
tieve republiek is gevestigd en de kamer kan hare orga
nisatie arbeidt. Hij begrijpt de teleurstelling der monar
chalen, maar die teleurstelling kan niet beletten, dat
een gouvernement wordt georganiseerd waaraan het
land behoefte heeft, en hij hoopte daarom dat de con-