MIDDELBÜRGSCHE
COURANT.
F 21.
laandag
25 Januari.
Lfc.'öj
1875.
rw,
9
m an,
1875,
kritiek.
kzee.
Middelburg 23 Januari,
HOPES-
n, als: Spoor-
en Peilglazen,
•t> voorts eene
lETALEUT,
J1
i het wereld-
ïrlng (Der
van iederen
egelden om-
ilp en gene-
i enz., tenge
lheden in het
uien bij den
ede bij den
haler.
en na-
publiek te
1erientïén tot
'hte uitgave
van Lauren-
eel van 235
in staalgra-
n schrijver
1, 3,30, 7?
Dlaats 1 u.)
2, 4,40, 8.
ran Middel-
EG GOES.
Zierikzec
- nm.
vm. 7,30
vm. 9,—
nm. 2,—
n 2,
n 2,
rdaiw.
iri.
lam
9,30 u.
10,- ti
10,-
10,-
8,15
9,30
9,30
12.30
3.41
2.38
5.—
5.50
7.28
8.3
8.18
8.30
6.20
6.45
8.16
8.50
9.8
10.8
10.29
10.36
10.45
't
7.25
8.32
8.51
9.20
7.—
7.50
8.10
8.30
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2™ Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m.., franco is f 3.5©
De Nieuwe Goessehe courant heeft weinig slag van
het verdedigen eener slechte zaak. Dit strekt haar in
zeker opzicht tot eer, maar het ware toch nog beter
indien zij zich zulke zaken niet op den hals haalde.
In n° 4 van den loopenden jaargang beweerde de
N. G. Ct. dat Zeeland aan het liberaal regeeringsbeleid
te danken had de „wrange" vrucht der regeling, bij
de wet, van de bijdragen ten behoeve der calamiteuze
polders. De Goessehe courant was zoo vrij hierop aan
te merken dat deze bewering niet strookte met de fei
ten, daar de bedoelde wet in 1870 in de 2" kamer is
aangenomen met algemeene stemmen op éen naen dus
met medewerking van alle conservatieve leden, drie
der tegenwoordige ministers daaronder begrepen. Deze
opmerking werd door onsin ons nommer van 20 Ja
nuari overgenomenbenevens de gevolgtrekkingwelke
de Goessehe courant daaraan vastknoopte.
Wat doet nu de N. G. Ct.? Het feit, dat deze
„liberale" regeeringsdaad door conservatieve leden in
beide kamers is goedgekeurd, kan zij niet ontkennen.
Maar de beteekenis dier goedkeuring zoekt zij te ont
zenuwen door op te merken dat deze regeling eene
zaak was, „waarvan kennelijk zoo weinig leden der
kamer zich een juiste voorstelling konden maken, uit
gebrek aan locale kennis." Vleiend voor de conserva
tieve kamerleden! Vooral als men in aanmerking
neemt dat conservatieve afgevaardigden, als de tegen
woordige minister van Lijnden van Sandenburg en de
heer van Nispen van Sevenaeraan de discussie over
de wet hebben deelgenomenja dat de heer Heemskerk,
de minister van" biimenlandsche zaken, door het voor
stellen van amendementen en wijzigingen tot de redac
tie der wet heeft medegewerkt! Aan dezen conser
vatieven staatsman is het te danken dat in een der
artikelen eene wijziging gebracht werd, strekkende
„om aan de staten van Zeeland een prikkel te geven
tot het maken der reglementen (betreifende bet cala-
miteus of weder vrij worden van polders), die het com
plement zijn der wet." O wrange vruchten van liberaal
regeeringsbeleiddoor onkundige conservatieve partij
leiders ondersteund! zal de heer Saaijmans Vader,
de eenige tegenstemmer, zeker uitroepen als hij aan
dit jammerlijk feit terugdenkt.
Maar, zegt de Nieuwe Goessehe courant, zich troos
tend in de onkunde harer geestverwanten in de 2e ka
mer, de staatscommissie, die de wet ontworpen heeft,
bestond dan toch voor het meerendeel uit „liberale" leden."
Hoe ver de partijdrift, gepaard aan verlegenheid,
dewijl men zich in de klem gebracht ziet, iemand voe
ren kanDe leden dezer staatscommissie zijn bekend.
Br zijn namen onder, die men gewoon is in Zeeland
als autoriteiten aan te halenwaar het op polder-
quaestiën aankomt; anderen, technici van groote ver
maardheid, die zeker verwonderd zullen wezen wanneer
zij vernemen dat hun medewerking aan deze ingewik
kelde, zoo geheel locale en technische regeling als een
blijk van hun politiek „liberalisme" wordt aangehaald.
Het waren de heeren m'. G. de Vries Az., later minis
ter van justitie, J. Fransen van de Putte, lid der
eerste kamer, mr. E. du Marchie van Voorthuyse'n,
(geen liberaal zeker in de partij-beteekenis van het
woord) J. A. Beijerinck, inspecteur, en P. Caland,
hoofdingenieur van den waterstaat, mr. B. C. Cau, lid,
en mr. S. van der Swalme, griffier der staten van
Zeeland. Het werk dezer zeven mannen zou echter,
volgens de Nieuwe Goessehe courant, zeker in de tweede
kamer niet aangenomen zijn, als de kamer had wil
len luisteren, in plaats van naar de stem der liberale
verleiders, de heeren van Eek, Fokker en van Kerk
wijk naar de waarschuwingen van den éenen man in
de kamer die haar zijne stem ontzegdenaar den wijze
uit Goes, den heer mr. P. H. Saaymans Vader, wiens
lieht in Juni van dit jaar helaas misschien in onze
tweede kamer zal ophouden te schijnen!
Wij meenen hiermede aan het verlangen der N. G. C'.
die zoo gaarne wilde weten of wij ook van hare „we
derlegging" der Goesche courant melding zouden maken,
beantwoord te hebben.
Aan de Nieuwe Zutfensche courant zijn wij de ophel?
dering schuldig dat wij haar artikel over vondelings-
gestichten niet gelezen, maar ook in ons nommer
van 16 dezer niet besproken hebben. Wat wij meenden
te moeten bestrijden was de voorstelling der Nieuwet
Goessehe courant, die-, met volkomen gebrek aan zaak
kennis het woord „vondelingsgesticht" alleen aangreep
als voorwendsel voor eene even ongerijmde als onge
gronde jammerklacht over de ziekelijke philanthropie
onzer eeuw, die, zoo ergens, bij dit onderwerp zeker
niet betrokken is.
Wij voelen geen roeping om de quaestie diezoo ver
wij weten, in Nederland niet aan de orde is, meer
opzettelijk te behandelen. Alleen willen wij nog doen
opmerken dat het oprichten van vondeliDgsgestichten
hoogst waarschijnlijk niet den door de N. Z. O. ge-
wenschten gunstigen invloed op' het aantal kindermoor
den, juister gesproken Op het bevolkingscijfer,
zou uitoefenen. De ervaring heeft geleerd dat het
sterftecijfer onder de in zoodanige gestichten opgenomen
zuigelingen een schrikbarende hoogte bereikt. Slechts
weinigen groeien op tot bruikbare, nog een veel klei
ner getal tot nuttige leden der maatschappij. Neemt
men daarbij in aanmerking dat de misdaad van kin
dermoord in alle streken des lands zich nagenoeg ge
lijkelijk voordoet, dat zij veeltijds het gevolg is van
bijkomende omstandigheden, als schaamteoogenblikke-
lijke verlegenheid enz. terwijl de oprichting van von
delingsgestichten zich noodwendig moet bepalen tot
enkele groote centrums van bevolking, dan ligt,
meenen wijde gevolgtrekkin* voor de band dat door
die oprichting misschien wel een bevolking van von
delingen in het leven geroepen, doch het aantal ver
moord wordende kinderen slechts weinig verminderd
zou worden.
In het heden uitgegeven Provinciaal blad van
Zeeland n° 1 is opgenomen eene circulaire van den com
missaris des konings houdende mededeeling van de al
gemeene bepalingen en tarieven der prijzen voor het
per stoomboot vervoeren van militairen enz.
Het gelijktijdig verzonden n° 9 behelst het besluit
van gedeputeerde staten van 22 dezer tot samenvoeging
der volgende gemeententer bepaling van het aandeel
door de gemeenten te dragen in het gedeelte, dat door
de provincie in de lichting voor de nationale militie
van 1875 moet worden geleverdAardenburg en Heille
Sluis en St. Anna ter Mui den; Rilland en Fort Bath;
Krabbendijke en Waarde; 'sGravenpolder en 'S Heer
Abtskerke; Baarland en Oudelande; Ellewoutsdijk en
Driewegen; Biggekerke en Zoutelande; Vrouwepolder
en OostkapelleKortgene en Kats Renesse, Noordwelle
en Serooskerke (Schouwen)Eikerzee en Ellemeet
Zonnemaire en Noordgouwe.
Wij vernemen dat de Vereeniging tot bevordering
van den Tuinbouw in Zeeland, in den aanstaanden
zomer haar 25jarig bestaan zal vierendoor het houden
eener tentoonstelling.
Z. M. de koning, beschermheer, heeft eene gouden,
eene zilveren en eene bronzen medailje en Z. K. H.
prins Frederik, eerelid der vereeniging eene gouden
medailje beschikbaar gesteld, terwijl op verdere onder
steuning van de provincie, de gemeente Middelburgen
verschillende particulieren mag worden gerekend. Het
bestuur is door die hooge belangstelling en krachtigen
steun in staat gesteldbuitengewonen luister aan haar
programma te geven.
De Staats-courant van heden bevat de wetten van
den 15™ dezer, houdende vaststelling van hoofdstuk III
der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1875, alsmede
van de begrooting van uitgaven voor den aanleg van
staatsspoorwegendienst 1875.
Den 9 n dezer is te Lissabon door wederzijdsche ge
machtigden een tractaat van handel en scheepvaart
tusschen Nederland en Portugal onderteekend.
De voorzitter der kamer van koophandel te Rotter
dam, de heer de Monehy, deelde in eene gisteren ge
houden zitting dier kamer mede dat hijter wederleg
ging der bewering van een handelshuis te Mannheim,
dat het wilde doen voorkomen alsof zeeschepen, wegens
belemmering van ijs, alleen nog te Neuzen konden
binnenvallen, een bericht heeft doen opnemen in de
Mannheimer, Frankforter en Kölnische Zeitung, teneinde
te doen blijken dat deze voorstelling bezijden de waar
heid was, en Rotterdam voor zeebooten toegankelijk
is gebleven. Deze mededeeling werd door de kamer
met toejuiching ontvangen.
Het bericht van het Handelsblad omtrent de voorge -
nomen uitreiking van een eeresabel aan generaal Ver-
spyck, wordt door de beide Haagsche bladen voor
onjuist verklaard.
Benoemingen en besluiten.
onderscheidingen. -Toegekend de bronzen medaille en
een loffelijk getuigschrift aan de Europeesche fuseliers
van het leger in Nederlandscb-Indië R. Grem K. L.
Brouwer en A. Jegen, als blijk van Zr. M». goedkeu
ring en tevredenheid wegens de redding van een dren
keling uit de Balangan-rivier (Z. 0. afdeeling van
Borneo) op 29 Augustus 1874.
burgemeesters. Herbenoemdals burgemeester van
Ossenisse F. Neve, en als burgémeester van Waarde,
J. Vereeke.
consulaten. Erkend en toegelaten Fr. van Overzee
als vice-consul van Oostenrijk-Hongarije te Rotterdam,
en zulks op den voet van Nederlandsch onderdaan.
Onderwijs.
Tot eersten hulponderwijzer aan het instituut voor
blinden te Amsterdam is benoemd de heer J. Stam,
hulponderwijzer te Haarlem.
Tot directeur der zeevaartkundige school te
Rotterdam is benoemd de heer J. P. J. Lucardie,
luitenant ter zee 2e klasse.
Kerknieuws.
Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche her
vormde gemeente te Stavenisse de heer A. Scholte,
te Zegveld.
De predikant»-vacature te Harlingen, ontstaan
door het gevraagd ontslag van den heer Visser, zal
niet vervuld en het alzoo vrijvallende traktement onder
de drie overige predikanten verdeeld worden.
Bij den quaestor der classis van IJzendijke
zijn in 1874 ingekomen:
ten behoeve van het fonds voor noodlijdende kerken
en personen: IJzendijke 9.10, Biervliet 8, Hoofdplaat
ƒ6.81, Waterlandkerkje 3, Schoondijke 35, Breakens
8.30, Groede ƒ13.75, Nieuwvliet ƒ2.25, Sluis 22.09,
St. Anna ter Muiden f 7.25, St. Kruis 5, Aarden
burg ƒ9.10, Oostburg 7.88, Zuidzande ƒ8.19, Retran-
chement 4.74$, Kadzand 7.83, Hoek ƒ12.05, Terneu
zen ƒ20.15, Zaamslag ƒ20, Hontenisse ƒ20, Hulst 11,
Sas van Gent 12.82, Philippine 5.38, te weinig ver
meld van Zuidzande in 1873 ƒ1.50, van do kerkvoog
dijen van St. Anna ter Muiden 10, Schoondijke 1873
15, Aardenburg 25, Terneuzen 5, Oostburg 10,
J. Bekaar te Sluis ƒ1; te zamen 327.194
voor het fonds ter verbetering van de schraalste pre
dikantstraktementenvan de kerkvoogdijen van Sluis
1873 flO, St. Kruis 1872/1873 2, Hulst ƒ3, Honte
nisse 1873 /2.50, Zuidzande ƒ2, St. Anna ter Muiden
ƒ4, Schoondijke 1873 15, Groede ƒ1, Hontenisse 2.50,
Sluis ƒ10; te zamen 52;
voor het fonds ter voorziening in de geestelijke be
hoeften enz.: van de kerkvoogdgen van Hulst ƒ5,
Aardenburg 25, Hontenisse 2.50te zamen 32.50;
voor de algemeene weduwenbeursvan de kerkvoog
dijen van Hulst f 10, St. Anna ter Muiden 10, Schoon
dijke 10, Aardenburg 25, Terneuzen ƒ5, Hontenisse,
2.50, Ring Axel 2.89, collecte Zaamslag 4.25te
zamen 69.64.