1°. 8 MIDDELBURGSCHE Zaterdag 1875. COURANT. 9 Januari. Middelburg 8 Januari. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.50. De Nieuwe Goessche courant trekt te velde tegen het aanvoeren van „nietsbeduidende schijnbezwaren" tegen het ministerie, waaraan volgens haar de liberale partij zich aanhoudend schuldig maakt. Als voorbeeld daarvan wijst zij er op „hoe alles nu weer in rep en en roer gebracht wordt omdat de heer Heemskerkuit vrees voor stremming der circulatiebezwaar heeft ge maakt om op de Plaats te'sGravenhage een standbeeld voor mr. Thorbecke te laten plaatsen." Een weinig meer juistheid bij het opnoemen der „nietsbeduidende schijnbezwaren" mag, meenenwij, het blad wel aanbevolen worden. De minister heeft geen bezwaar gemaakt uit vrees voor stremming der circu latie. De zorg voor het voorkomen daarvan giag niet den minister aan, maar het gemeentebestuur der resi. dentie, dat zijne toestemming tot de plaatsing van het monument reeds gegeven had. De minister had alleen te maken met den rijksweg, die door verschillende straten van den Haag loopt en bijna nergens de breedte heeft welke, ook na de plaatsing van het standbeeld, op de Plaats voor hem open zou blijven. De heer Heemskerk mocht, als particulier persoon, de Plaats geen geschikte gelegenheid voor het monument achten omdat hij de ruimte daar klein en het gedrang, bij buitengewone gelegenheden, groot vond. Als minister mocht hij alleen letten op de vereischte breedte voor den rijksweg, welke hij op de Plaats niet grooter mocht eischen dan in de Hoogstraat, Veenestraat en Wagenstraten, waar zij zooveel minder bedraagt. Daarom juist, omdat de grondendoor den minister in een officieel stuk aangevoerd, geen steek houden is het geen „schijnbezwaar" (het pleonasme der N. G. Ct. zullen wij nu maar weglaten) dat de liberale partij te gen den heer Heemskerk opwerpt. Het is geen klei nigheid, wanneer de eerste minister, een der partij-lei ders van een land, zich door verzwegene, onedele beweeggronden zoodanig laat medesleependat hij ge noodzaakt is tot argumenten zijne toevlucht te nemen, die zoo tastbaar onjuist zijn dat een kind in staat is hem terecht te wijzen. Dat slechte voorbeeldaan het geheele land gegeven en dat onze regeering in het oog van Nederlanders en vreemdelingen vernedert, moet door het betere deel der natie veroordeeld worden. Ziedaar den grond voor de kreten van afkeuring die uit zoo vele oorden des lands tegen het travers-bezwaar des heeren Heemskerk worden aangeheven. De heer mr. J. H. de Stoppelaar is heden morgen per spoortrein van 9.21 van hier naar Parijs vertrok ken om zich van daar naar Egypte te begeven. Volgens de Nieuwe Arnhemsche courant was de door den heer van Kerkwijk tot den aanvang van dit jaar bekleede betrekking van ingenieur in algemee- nen dienst bij de telegraphie eenvoudig eene sinecure, had hij als zoodanig geen instructie en ontving hij de hem toegelegde f 2400 traktement zonder eenigen dienst te verrichten. Indien deze voorstelling juist is, dan aarzelen wij niet te verklaren dat, door aan dien toestand een einde te maken, de tegenwoordige minister van financiën naar onze meening een plicht vervuld heeft, die door zijne voorgangers verzuimd is. Uit Maassluis wordt aan Het Vaderland geschreven: „Het vermoeden, dat zelfs bij felle vorst, als een gevolg van den sterken stroom, die sedert de doorgra ving van den Hoek van Holland in het Scheur ont staan is, de stoomvaart op de Maas van Eotterdam langs hier tot in zee niet zou behoeven stil te staan, is gedurende de afgeloopen veertien dagen gebleken niet ongegrond te zijn. Niettegenstaande er veel ijs op de rivier was, heeft het zich ditmaal niet vastge zet, waardoor de stoombooten steeds op en af konden varen. Wel veroorzaakten de lage waterstand en het mistige weder oponthoud, doch zonder dat dit tot onheilen aanleiding gaf, behielden de Maassteden ge meenschap met de zee en hebben zij weder het tot stand komen van den Nieuwen Waterweg van een nieuwe zijden kunnen leeren waardeeren." Het is ons niet bekend of de Rotterdamsch-Ameri- kaansche stoomvaartmaatschappij het oponthoud, dat de Caland Ondervonden heeftal dan niet als een onheil beschouwt. Maar of de Maassteden de gemeenschap met de zee behouden zouden hebben, indien de vorst, in plaats van enkele dagen, slechts een paar weken aangehouden had, dat zal wel ieder, die niet te Maas sluis woont, betwijfelen. Men schrijft ons uit Rotterdam dd. 6 Januari: In eene heden avond gehouden vergadering is alhier eene afdeeling opgericht der Vereeniging voor de lijken- verbranding. Reeds zijn ruim 80 leden toegetreden. Het aantal vereenigingendie zich openbare zaken aantrekkenf-is hier in den laatsten tijd zeer toegeno men. Wij wijzen o. a. op de maatschappij voor de kosthuizende coöperatieve vereeniging (die eerstdaags ook een winkel opent, waar eieren, kaas, worst, spek en dergelijke artikelen verkrijgbaar zullen zijn), de maatschappij voor vleeschhouwerij en broodfabriekde spaarvereeniging enz. De afdeeling van het tooneelverbonddie aanvankelijk in verkeerde handen en daardoor nagenoeg dood was, heeft tengevolge van eene soort van revolutie een nieuw bestuur gekregen en in de laatste weken een groot aantal leden aangeworven. Thans wordt de oprichting voorbereid van eene af deeling der Vereeniging tot bevordering van het staats onderwijs, die waarschijnlijk debuteeren zal met eene medingwaarin de heer Moens, het ijverige lid der tweede kamer, zijne denkbeelden over den tegenwoor- digen toestand van het onderwijs zal uiteenzetten. Binnen kort zal de kiesvereeniging Burgerplicht, die in den laatsten tijd dreigde in te slapen, weêr eens een teeken van leven geven. Daar zal namelijknaar men verneemt, in eene openbare vergadering de zaak van Thorbecke's standbeeld worden ter sprake gebracht, met het doel zich aan te sluiten aan de demonstratiën, die elders plaats hebben tegen de kleingeestige be schikking van den minister Heemskerk. Naar men verneemt hebben de meeste buitenlandsche universiteiten, aan welke door den senaat der Leid- sche hoogeschool eene uitnoodiging gericht is tot bijwoning van het derde eeuwfeest der academie op den 8en Februari a., die uitnoodiging reeds aangenomen. De feesten beloven zeer luisterrijk te zijn. De minister van financiën heeft aan de kamer van koophandel te Breda, op een tot hem gericht adres, te kennen gegeven dat er, bij de tegenwoordige ge steldheid der vervoermiddelen in Noord-Brabant geen noodzakelijkheid voor een tweede kantoor van waar borg der gouden en zilveren werken in die provincie, behalve het te 's Hertogenbosch gevestigde, bestaat, en dat alzoo op het genomen besluit tot opheffing van het kantoor te Breda niet teruggekomen kan worden. Benoemingen en beslatten. belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe be lastingen enz. te Sluis c. a. P. Visser, thans ontvanger te Wieringen. postehijek. Eervol ontslag verleendop verzoek, aan A. Bertling, uit zijne betrekking van directeur van het postkantoor te Dordrecht, met vrijlating om zijne aanspraak op pensioen te doen gelden. Kunstnleaws. De beroemde zangeres Pauline Lucca zal in de maand Februari a. in de opera te 's Gravenhage op treden. Landbouw. Eene aanbeveling der Landbouw-courantaan welke wij onze meeste berichten omtrent den landbouw ontleenen, mag voor onze lezers bijna overbodig heeten. Toch voldoen wij gaarne aan het verzoek van den uit gever den heer Tjeenk Willink te Zwolle, om ander maal de aandacht op het weekblad te vestigen. De Landbouw-courant verschijnt nu reeds 28 jaren, zij is al dien tijd een onafhankelijk weekblad geweest, dat zich zelf heeft ontwikkeld. Door de toevoeging van een bijbladnu 12 jaren geleden, nam de courant aanmerkelijk in waarde toe. De vier nommers bijblad, ons toegezonden bij het eerste nommer van den nieuwen jaargang, bevatten opstellen over de draadluchtbaan (met 5 afb.), een oorspronkelijk artikel over den kanker der boomen (met 7 afb.) een uitvoerig stuk over suiker belasting het gewijzigd wersontwerp der heeren Gratama c. s. en eén drietal stukken over onderwijs en wandel leeraars. In de Courant komen verscheidene nieuws tijdingen voor, alsmede opstellen over het veestamboek, dierenbescherming, tiènden van 'tdomein, onderwijs, een nieuwe prijscourant van meststoffen enz. In de laatste jaren 14 malen bekroond, is de courant ook in het buitenland (België, Duitschland en elders) bekend gewórden; zij telt er verscheidene abonné's. De lectuur van het blad behoeft slechts weinig te kostenindien men zich onderling verstaat, en eenige personen te zamen het weekblad aanschaffen, dat bij eiken boekhandelaar of postdirecteur kan besteld wor den met of zonder Bijblad. Koloniën. Aan' de per laatste mail aangebrachte officieele rap porten van den kolonel Pel, bevelhebber in Atchin, wordt alsnog het volgende ontleend: Den 6™ November werd de westelijke ingang onzer sterkte door den vijand, die zich op een afstand van 500 meters in het struikgewas verscholen hield, door geweervuur bestookt. Een paar granaatworpen ver dreven de onzichtbare schutters. Den 7C° November had de voorgenomen aanval op de sterkten van den Pedir-dijk plaats. Des morgens om 4 uren rukte van Kotta-Radja eene kolonne uit, bestaande uit de rechter- en linkerhalve 3e bataljons infanterie, drie sectiën mineurs en sappeurs en twee officieren van gezondheid, met het benoodigde ambu lance-personeel en materieel. De luitenant-kolonel A. J. J. Diepenbroek kommandeerde de kolonne, de majoor H. E. L. Prins den hoofdtroepde kapitein G. A. H. van Steenvelt de voorhoede, terwijl de kolo nel Pel zelf de leiding der operatie op zich genomen had. De infanterie werd verdeeld in vijf compagnies- kolonnesen bij Langkroek-West werd stelling geno men, om met vier compagnies-kolonnes in linie, de drie sectiën kanons geplaatst in de intervalles van ruim 100 passen, vooruit te rukken, terwijl de vijfde dier kolonnes als reserve op 300 passen achter deze linie plaats nam, waarbij ook de ambulance gevoegd werd. Zonder een schot te doen, bereikten de troepen den door bamboedoerie-stokken zwaar versperden kampong- rand; zoo spoedig mogelijk drong de infanterie de kampong binnenwaar een paar bentengs verlaten gevonden werd. De voorhoede, welke thans de rechter-kolonne vormde en met éene sectie kanons aan de westzijde van den Pedir-dijk was geplaatst, kwam het eerst met den vijand in actie en nam na een scherp gevecht de ben- ting te Berouw; vervolgens werden de overige langs den dijk aangelegde goed versterkte en van blindee ringen voorziene bentengs genomen; de vijand hield goed stand, maar werd toch genoodzaakt zijne stellin gen te verlaten. Vooral de aan de zuidzijde van den Pedir-dijk gele gen benting werd met woede verdedigd. De vijand trok in zijne vlucht de Atchin-rivier over en hield aan ïden linker-oever stand in eene benting, binnen Lam- poe Idjoe gelegen. Binnen en om de veroverde versterkingen werden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1