Skaten-generaal. toritas het wachtwoord. Tot welke uitersten men gaat blijkt uit het gebeurde over het Thorbecke-standbeeM uit het ontslag van van Kerkwijk enz. Daarentegen toont de benoeming van een zwak en leidbaar man tot commissaris des konings in Limburg en van een gede- cideerden ultramontaan tot burgemeester van den Bosch hoe veel zorg de regeering nam om de bij de kabinets formatie teleurgestelde ultramontanen te paaien; zoo is ook Hasselman's benoeming tot lid van den raad van state een pleister op de wonde door van Lansberge's uitzending als gouverneur-generaal gemaakt. Dat die pleister de wonde geheel genezen zal betwijfel ik echter. De wónde is daarvoor in de eerste plaats te diep; ik heb een van de felste bestrijders van het vorige minis terie in de tweede kamer reeds hooren zeggen dat hij zich dagelijks verweet de optreding der tegenwoordige ministers bewerkt te hebben. Maar de zalf op de pleis ter is bovendien ook wat flauwde heer Hasselman kan heel gemoedelijk en bevattelijk over de dingen praten, maar daar blijft het dan ook bij; hij is de man er niet naar om eens flink voor den dag te komen met de „nationale koloniale politiekzelfs niet in den raad van state. „Met dat al drijven we nu reeds langzamerhand naar de periodieke verkiezingen van 1875 heen. Hoe die afloopen zullen is eene vraag, waar nog niet dan een zeer vet vraagteeken achter past. Maar dat kan ik wel voorspellen datzoo de heer Heemskerk voortgaat op denzelfden wegde kiezers hem in den zomer van 1875 een niet gewenscht otium bezorgen zullen. De beschik- king 'over het Tliorbecke-standbeeld heeft in éen dag aan het ministerie meer kwaad gedaan dan maanden kwispelstaartens jegens kerkelijke partijen en reactie kunnen goed maken. Ook de benoemingen in Limburg en Noord-Brabant, waarvan ik zoo even sprak, waren daden van „compensatie" door Heemskerk gepleegd. Wanneer dat zóo moest blijven voortgaan, dan zouden waarlijk de ambtgenooten van den heer Heemskerk wèl doen met naar een anderen minister van binnenlandsche zaken om te zien. Dien raad geef ik in hun eigen be lang; wanneer ik niet wist dat de liberale partij op het oogenblik geen geschikte mannen heeft om de teu gels van het bewind te aanvaarden, dan zou ik inte gendeel de heeren van der Heim en van Lijnden toe roepen: „houdt Heemskerk toch vooral vast!" Want deze speler is te zeer gewoon om zijn eigen spel te verspelendan dat men niet mag aannemen dat zijn aanzitten aan de speeltafel onveranderlijk aan de tegen partij ten goede komt." Benoemingen en besiuiten. ministerieels departementen. Bevorderd bij liet depar tement van binnenlandsche zaken tot hoofdcommies, de commies F. H. Barkhuisen; tot commies, de adjunct- commies J. E. C. de Wijs; tot adjunct-commies, de eerste klerken C. C. Muller, J. P. van Gelder en J. W. E. Scheltus. telegrapiiie. Benoemd bij de rijks-telegraaftot direc teur van een der kantorende onder-directeur der eer ste klasse H. van Eek, aan welken ambtenaar in zijne nieuwe betrekking door den minister van financiën het beheer is opgedragen van het kantoor te Amsterdam tot onder-directeur J. A. Carbasius, K. F. Figgé de Vries, M. P. F. Born, W. P. Nijst en G. H. Rang, allen thans telegrafist eerste klasse, C. A. Weegenaar thans telegrafist tweede klasse, en W. J. Wisse jr. thans telegrafist derde klasse; tot telegrafist eerste klasse A. van Hemert, J. A. van Toorn, P. L. Mou- nierL. KeekL. M. Bettenhaussen, A. Winkelman jr., E. A. Bergsma, A. SchuilenburgD. W. Evers, A. G. WillekensG. Welter, C. A. van der Harst, L. de Hoog, J. P. Leenart, G. C. Meijer, C. H. Hasselkus, H. Bensman, C. D. Ganne, C. P. Treffers en P. H. Morak, allen thans telegrafist tweede klasse; tot tele grafist tweede klasse B. Kramer, thans assistent, P. G. van Kuyk jr.M. IiillenJ. B. van Oosterhoudt, J. de la Lande Cremers, J. A. Koudijs, G. J. Falken J. van der Lindenallen thans klerkG. W. A. Preusting, thans leerling-telegrafist, en W. Burkelo H. Brouwer en D. van Eekeren, allen thans klerk; tot telegra fist derde klasse L. D. van Thoor, F. J. Gentis, A. van der Heyden, F. W. Fontane, H. van Eerden, W. T- WannerJ. VergouweW. BeekmanJ. C. van dei- Maal H. PauwelsW. R. J. Hackfoortallen thans klerk, K. Storm, thans tijdelijk telegrafist, H.G.Icke, F. T. VielfP. J. P. Hardenberg, jonkheer J. M. H. van Beyma thoe Kingma, J. S. van Tiel, M. Wins, L. M. BaaleC. J. de Witte, T. A. van Heiten, F. J. T. M. Smit, F. W. van Meurs, A. J. N. T. Aernout en H. W. Huysman, allen thans klerk, J. K. W. Zwang, thans assistent, P. van der Ven, W. Croon, H. van Dijk Blok, J. W. Ross en S. Wigersma, allen thans klerk, en G. Gijzen en W. C. Krol, beiden thans assistent. leger. Benoemd bij het wapen der cavaleriebij het 2e regiment huzaren, tot luitenant-kolonel, de majoor S. J. van Huguenin, van het korps; bij het 3e regiment huzaren, tot majoor, de ritmeester J. F. H. van Heu- men, van het 2e regiment huzaren; tot le« luitenant (naar ouderdom van rang)de 2e luitenant A. W. H. K. Andreae, van het korps. Onderwijs. Bij advertentie in „het Huisgezin" worden voor eene openbare school te Hilversum drie hulponderwijzers gevraagd „van den R. K. godsdienst." Met recht wordt door het Vaderland tegen die bijvoeging geprotesteerd. Het is al erg genoeg dat door gemeentebesturen, in strijd met den geest onzer wetten, bij de benoeming van onderwijzers op de geloofsovertuiging der aspiran ten gelet wordt; maar indien zij zoover gaan van in het publiek voor een bepaald geloof partij te trekken, dan is de regeering verplicht tegen die schending der wet te waken. Rerkniciiws. De heer E. C. Segers, predikant bij de Nederduitche hervormde gemeente te Leiden, heeft in de Zondag gehouden godsdienstoefening aan de gemeente medege deeld dat hij de benoeming tot director van het semi narie bij Batavia had aangenomen. ffiarlne en leger. Aan de onderofficierenbehoorende tot den hoofdcur sus bij de infanterie, is medegedeeld dat dit jaar slechts 30 plaatsen als 2a luitenant der infanterie voor het le ger hier te lande zullen worden opengesteld, waarvan 5 voor verlicht examen. Er blijven dus 25 plaatsen over, voor ruim 80 aspiranten behoorende tot de hoofd cursussen van 's Hertogenbosch, Maastricht en Kampen. Daarentegen zijn nog 25 plaatsen opengesteld voor het leger in Oost-Indië, waarvan 5 voor verlicht examen. Riifisituieuws. De schilder Alma Tadema heeft van den Duitschen keizerter gelegenheid van de te Berlijn gehoudene groote tentoonstelling van schilderijende groote gou den medaille ontvangen. fSeehtzaken. Heden is voor den hoogen raad behandeld het beroep in cassatie van den gewezen boekhouder der Zierik- zeesche leenbank M. Rinklerdie bij arrest van het provinciaal gerechtshof in Zeeland van 31 October ji. is schuldig verklaard aan valschheid, knevelarij moed willige brandstichting en niet behoorlijk boekhouden, en veroordeeld tot zes jaren tuchthuisstraf en vier geldboeten. De advocaat m>. D. van Raalte heeft twee cassatie middelen voorgedragen. Het openbaar ministerie zal Dinsdag 12 dezer con clusie nemen. Gemengde berichten. Te Wolfaartsdijk zijn door een in het geheim aange- stelden jachtopzichter verscheidene personen op heeter- daad betrapt op onbevoegde uitoefening der jacht. Te Yerseke is eergisteren uit een welput opgehaald het lijkje van een pasgeboren kind, in doeken gewik keld en in een sigarenkistje gepakt. De justitie doet onderzoek. Te Wolfaartsdijk heeft een geheel gezin gevaar ge- loopendoor kolendamp te stikken. De man met zijne vriend en hun twee zonen hadden zich ter ruste bege ven in een vertrek zonder schoorsteenwaarin een komfoor met vuur stond tot voorkoming van het be vriezen der aldaar geborgen aardappelen. Reeds waren de slapenden geheel bewusteloos toen een der buren in een ander perceel der woning, eenig vreemd geluid meende te hooren en daarop in het vertrek doordrong. Door de ingeroepen hulp van een geneesheer werden de bedwelmden vervolgens weder tot hun bewustzijn teruggeroepen. Volgens bericht in de Staats-courant van heden was gisteren in de Dordtsche waterwegen het ijs vast; Mallegat halverwege open water, passage met schiet- schouw, was moeilijk doordien het ijs in sterkte ver minderde. Het gemeentebestuur van Grave heeft zich tot de regeering gewend met verzoek om eene bijdrage van het rijk tot het opbouwen van den voor eenige maan den door den bliksem getroffen kerktoren. Door den minister van binnenlandsche zaken is op dit verzoek geantwoord dat aan dit verlangen niet voldaan kon worden, dewijl het bezit van een completen kerktoren niet als eene onvermijdelijke behoefte eener gemeente beschouwd kan worden. Een 17jarig meisje uit Schermerhorn staat heden voor het provinciaal gerechtshof van Noord-Holland te recht, beschuldigd van haar vader en haar broeder door middel van rattenkruit vergiftigd te hebben. De broeder is den volgenden dag overleden, doch de vader in het leven behouden. De beschuldigde heeft bekend haar misdaad gepleegd te hebben met medehulp van een bij haar vader in dienst zijnd arbeider, tegen wien echter geen genoegzaam bewijs ter verdere vervolging is gevonden. Twee officieren die bij Berg en Dal hebben gedu elleerd, hebben van Z. M. den koning vermindering hunner straf tot op een derde bekomen. Als tegenhangster van den beroemden „vorkman" die geruimen tijd een vork in zijn maag heeft gehad, heeft men thans te Gera „een Thalermeisje", dat eenige dagen geleden een Thaler heeft ingeslikt, onder het spelen met een klein kind. Het meisje nam de Thaler tusschen de lippen en als de kleine er naar greep, liet zij het geld in den mond verdwijnen, welk spel zoo lang duurde tot de Thaler te ver weg raakte en de geneesheer die ter hulp werd geroepen niets kon doen dan hem nog wat dieper te stoeten. Na herhaalde conferentiën welke houding aan te nemen tegenover de verlaging van het werkloon indien dit met 1 Januari 1875 niet weder op de vroegere hoogte werd gebracht hadden 50,000 mijnwerkers van Zuid-Wailis besloten den arbeid te staken, en daar aan hun verlangen niet is voldaan hebben zij hunne bedrei ging thans ten uitvoer gelegd, en staat het werk stil. Thermo meterst aneS. 4 Ja*, 's av. 11 u. 43 gr. 5 's morg. 7 u. 46 gr. 's rnidd. 1 u. 44 gr. 's av. 6 u. 42 gr. Blijkens het verslag der eerste kamer werd, bij de algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting voor 1875, door de overgroote meerderheid te kennen gege ven, dat de houding van de kamer tegenover het kabinet een afwachtende kan zijn en dat men, zonder nu reeds toe te juichen of af te keuren, de daden van het bewind, naarmate die zich voordoen, zal kunnen beoordeelen. Daarbij meende men te mogen onderstel len dat dit ministerie zich zal weten vrij te houden van toe te geven aan de wenschen of aan den drang der uiterste richtingen en zal besturen in een waarlijk verzoenenden en constitutioneelen geest. Enkele leden gaven, bij de instemming met dat gevoelen evenwel hun bezwaar te kennen, dat de regeering omtrent den aanleg van nieuwe spoorweglijnen en de hervorming van het belastingstelsel haar voornemens bijna geheel in 't onzekere laat. Slechts in éen afdeeling werd het vraagstuk betref fende den census besproken. Eenige leden wenschten de plannen der regeering te kennen. Enkele leden kwamen evenwel op tegen het verlangen - indien dit uit 's ministers woorden in de tweede kamer mocht zijn op te maken naar de invoering van een lageren census. Volgens hen toch leert de ondervinding dat verlaging van den census zelden tot mildere beginselen, maar veelal tot onderdrukking leidt. Zij meenden dat, als ons kiesrecht herzien wordt, het er vooral op aan komt aan de meer ontwikkelde leden der maatschappij het gebruik van dat recht te verzekeren. Het overige deel van het verslag is geheel gewijd aan d.en financieelen toestand en de belastinghervormings-quaestie. In een afdeeling werd het betoog ondersteund voor komende in een aan het verslag gehechte nota van den heer J. Fransen van de Putte dat deze begrooting en de rekeningen der vorige jaren gezamenlijk een te kort van ruim /10£ millioen opleveren, dat niet of door onzekere middelen gedekt is. Met 't oog hierop betuigden sommige leden hun genoegen met het voor nemen des ministers om den suikeraccijns niet af te schaffen, maar een nieuwe regeling voor te dragen, waarvan de noodzakelijkheid dringt. In twee afdeelingen werd een radicale herziening van het belastingstelsel onmogelijk, partieele verbetering daarentegen wenschelijlc geacht. Eenige leden verde digden het denkbeeld aer algemeene inkomstenbelasting, dat door meerderen werd bestreden. Een aantal leden betuigde genoegen met de aange kondigde herziening der belastbare opbrengst op de ongebouwde eigendommen. Daardoor zal de ongelijk matigheid in de grondbelasting worden hersteld. Dat een betere regeling van het kadaster tot dat doel moge leiden, werd door vele leden wenschelijk geacht. Enkelen waren echter tegen een bepaalde verhooging van het bedrag der grondbelasting in'talgemeen. Anderen zou den tegen zoodanige verhooging niet opzien, wanneer daarnevens een meer uitgebreide herziening van 't be lastingstelsel plaats vond, waarbij ook de fortuinen in portefeuille op evenredigen voet belast en getroffen zouden kunnen worden. Intusschen werd door eenige andere leden twijfel geopperd of de klachten over de ongelijkmatigheid der toepassing van de grondbelasting in de verschillende provinciën op goede gronden rusten. Vele leden toonden zich weinig ingenomen met 's mi nisters denkbeeld om de 4/5 der personeele belasting van de gemeenten voor het rijk terug te nemen. Zij begrepen niet hoe de afstand van een gedeelte van het patentrecht tot aequivalent zou kunnen strekkenmaar waarschuwden vooral tegen al wat zou kunnen strek ken om de financieele stabiliteit der gemeenten opnieuw te verzwakken. Zij hoopte dan ook dat de minister van de toepassing van zijn denkbeeld terugkomen zou. De thans bestaande regeling tusschen het rijk en de gemeenten kan als 't ware als contractueel beschouwd worden. Eenige andere leden daarentegen hadden 's ministers verklaring niet zonder genoegen vernomen. In hun schatting was de afstand van het grootste deel der opbrengst van de personeele belasting aan de ge-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 2