BUITENLAND. oogenblikken later viel hij, ie zich nog eerst dat zijn vas en zeide vervolgens tot gesneld: „Ik heb volstrekt ik gedaan heb. Dat is ten Ik had hem al lang moe- toonde de misdadiger geen rechtbank heeft niettemin m aangenomen en hem niet ld, terwijl de dwangarbeid leeftijdingevolge de wet, lerd. aanbestedingen. handelsvereeniging werd der bouw van een blok pak- L- entrepothaven op Fijenoord. Wrijvingen, onder welke wij :er F. K. Ozinga te Middel- ogste inschrijver was J. van voor f 615,000; laagste drevelen te Rotterdam voor inisterie van binnenlandsche etering van den Rotterdam- 450 meters zeewaarts ver dam op den Hoek van Hol- jn de heeren A. en D. Volker, voor f 595,000. De hoogste B00. cttTStanci. dd. I u. 31 gr. 's av. 6 u. 31 gr. cncraal. KAMER. dag 24 December. 'egraaf.) p de middelen benevens de van grond voor den spoorweg stelling der begrooting voor en vervolgens de hervatting- den llcn Januari a. des KAMER. commissie van verzoeksehrif- ran den burgemeester van Derette „das Pariser Lcben" het volgende: isluit van den burgemeester aandacht dat daaraan geen g voorafgaat en de burge en van het verbod met een der Gemeentewet heeft ge- Het besluit laat dus geheel gemeester de opvoering der strijd achtte met de open de zedelijkheid, of vrees )are orde, vrees voor een lige vertooning (onzedelijke de inhoud van het tooneel- het uitvaardigen van het een juiste appreciatie van sters komt ons daarom een idigheden en motievendie ïebben gegeven, onontbeer- ndat de genoemde operette van ons land meermalen it het openbaar gezag zijn 2; der openbare orde of zede- dus de burgemeester den urig te hebben gehandeld bovendien, zoo al art. 188 wij nog niet zoo dadelijk de bevoegdheid toekent om atregelen te nemendan Uitgestrekte bevoegdheid uit le verplichting te staan om k met redenen te omklee- ij art. 188 der gemeentewet onbeperkte uitoefening van aandie nimmer in de be an hebben gelegen en weinig zijn met den vrijzinnigen instellingen. Wij meenen t nemen van een beslissing moeten ontraden, zoolang zal zijn ingelicht omtrent :ven, dip den burgemeester het meergenoemd verbod tevens de gelegenheid zijn li haar beschouwingen over aan de kamer mede te dee ling van den burgemeester soms ook aanleiding heeft irkingen te maken. 3 voor het adres met een verzenden naar den minis- ;n, met verzoek om inlicli- dat voorstel vereenigd. Algemeen Overzicht. Zelden nog is waarschijnlijk de leer der oude Ro meinen: de wereld wil bedrogen worden, derhalve be drieg haar, zoo brutaal toegepast als thans blijkt te zijn geschied ten aanzien van de boodschap van presi dent Grant tot het Amerikaansche congres gericht, voor zooveel betreft de zinsnede omtrent den Cubaan- schen opstand en de betrekkingen met Spanje. Het telegraphische résumé zooals dat indertijd door Reuters office uit New-York is overgeseind en in alle Euro- peesche bladen werd medegedeeldook door ons, blijkt thans volstrekt niet in overeenstemming te wezen met den officieelen tekst van de boodschap, die thans in zijn geheel is ontvangen. In ons nommer van den 14fn dezer hebben wc reeds gewezen op een klein ver schil tusschen de telegrammen van Havas en die welke in de Engelsche bladen voorkwamen, waarin de uit drukking omtrent Spanje iets gematigder was dan in de berichten van Havas, doch in ieder geval nog veel seherper dan de taal van den president werkelijk is geweest. De zooveel geruchtmakende zinsnedezooals die door Reuter was geseindluidde aldus„Deze voortdurende beleedigingen (gedoeld wordt op den Virginius en andere dergelijke Cubaansche zaken) zijn niet verminderd sedert mijne vorige boodschap. Deze ongeregelde toe stand kan niet lang meer worden geduld. Het zal noodzakelijk worden, dat andere natiën, m gemeen schap met de onzeeen opstand onderdrukkendie zoo lang geduurd heeft en welke Spanje niet kan meester worden. Zoo lang die opstand duurt, lijdt de handel van alle landen, met name die der Vereenigde Staten en van Engeland, en de vlaggen dezer beide natiën zijn gehoond." Yan betgeen hem hierbij in den mond wordt gelegd heeft de president echter geen woord gesproken. Hij zeide ten aanzien van den opstand op Cuba het volgende„De langdurigheid van den opstand, die nog steeds veld winten het blijkbare onvermogen van Spanje, om hem te onderdrukkenkan niet worden in twijfel getrokken en zou kunnen makendat andere mogendheden uit noodzakelijkheid tot stellige maatre gelen kwamen." En verder „de ongelukkige binnen landsche beroerten van Spanjedie ons tot diep mede lijden bewegen, mo.ten misschien worden aangenomen als ecne reden tot uitstel. Men hooptdat althans een gedeelte der geschillen tusschen de regeeringen zal worden uit den weg geruimd." Natuurlijk is de eerste vraag: vanwaar dit verschil? De Times verklaart openlijk„De agent van Reuter te New-York heeft hem blijkbaar misleid en aldus ge heel Europa bedrogen." Aan eene dwaling kan het Engelsche blad niet gelooven, maar het onderstelt dat het telegram is overgeseind op grond van geruchten die omtrent den inhoud der boodschap in New-York in omloop waren en ook door de bladen aldaar zijn mede gedeeld en het voegt er bijdat hetindien zich der gelijke feiten mochten herhalen, zijn vertrouwen aan Reuter's office zou moeten opgeven. Niet onmogelijk is echter 0. i. eene omstandigheid, waarop het Handels blad de aandacht vestigtdat n.l. aan den agent een afschrift is gegeven van de boodschap, zooals die oor spronkelijk was vastgestelddoch dat daarin kort vóór de voorlezing nog verandering is gebracht, waarvan men den agent geen kennis heeft gegeven. In dat geval is het echter onverklaarbaarwaarom de agent in een volgend telegram geene rectificatie en ophelde ring heeft gegeven. Hoe dit zij het blijft een raadsel dat de agent opzettelijk een zoo groot bedrog zou hebben gegleegd, waardoor hij ongetwijfeld zijn eigen betrekking in de waagschaal zou stellen en het belang van de maatschappij in wier dienst hij is zeer zou benadeelen. Geen wonder dus dat nadere ophelderingen met verlangen worden te gemoet gezien. Intusschen zal men er zich algemeen over verheugen, dat de taal van president Grant eer vredelievend dan oorlogzuchtig is geweestwat stellig óok meer in overeenstemming is met den geest van het Amerikaansche par.ement, en dat er dus geen dadelijke vrees behoeft te bestaan voor internationale verwikkelingen. Gisteren werd in de Fransche nationale vergadering het rapport van het vijfde bureau aangeboden betreffende de verkiezing van den heer de Bourgoing. Reeds ver scheidene dagen was de belangstelling in de behande ling van deze zaak zóo levendig dat, niettegenstaande het ongunstige wederde tribunes vol nieuwsgierigen waren. Na de voorlezing van het rapport, waarin een parle mentaire enquête omtrent de bedoelde verkiezing wordt gevraagd, verklaarde de minister van justitie, de heer Tailhanddat de regeering bij deze zaak geen belang heeft en zich daarom verplicht acht om de conclusie van het rapport evenmin te bestrijden als te onder steunen. Hij had eenige aanmerkingen tegen de pas sage in het rapport waarin de houding van den minis ter van justitie wordt afgekeurdmaar hij zou daarmede wachten tot de interpellatie van den heer Goblet aan de orde zou worden gesteld. De heer Raoul Duval verdedigde het recht en de plicht der Bonapartisten om door middel van een comité de verkiezing van den heer de Bourgoing te ondersteunen waarop de heer Richard partij trok voor de conclusie van het rapport en er zijne afkeuring over uitsprak dat de naam van maarschalk Mac Mohon in den ver kiezingsstrijd was gemengd. Hij betoogde, dat het Comité voor het beroep op het volk geen kiesvereeni- ging maar een permanente vereeniging isen verzocht dat eene enquête zou worden ingesteld en dat de wet waarbij de vervallenverklaring der keizerlijke dynastie is uitgesproken zou worden geëerbiedigd. Het bestaan van een Comité voor het beroep op het volk met vertakkingen over het geheele land werd door den Bonapartistischen chef Rouher bepaald geloochenden hij ontkendedat men verspreide stuk ken zou kunnen toonen, met een zegel of met het op schrift: Comité voor het beroep op het volk. Een comité van dien naam bestaatvolgens hem niet. Daar hij fondsen ter zijner beschikking had om daarmede de Bonapartistische propaganda te steunen heeft hij een comité van minder dan 20 personen benoemd om de administratie over die fondsen te voeren en te con- tfoleeren. Hij verklaarde dat de Bonapartisten de uit spraak der natie eerbiedigen en ondersteunde het ver zoek om een parlementaire enquête te houden. Dienovereenkomstig heeft de kamer besloten, zoodat eene commissie van enquête zal worden benoemd, en, op verzoek van den heer Goblet is de discussie over zijne interpellatie verdaagd tot die over het rapport der commissie van enquête. Zooals te verwachten was heeft dus de kamer haar vijfde bureau tegenover den minister van justitie gehandhaafd en de uitkomst zal nu moeten leeren of de stoute taal van den heer Rou her gerechtvaardigd zal worden door de feiten. Mocht dit werkelijk het geval zijn dan is de houding van den minister nog raadselachtiger en zal men zijne weige ring om de stukken over te leggen nog minder kun nen verklaren en billijken. Ternauwernood staken de vertegenwoordigers hunne werkzaamheden of hetzelfde verschijnsel, dat zich meestal in tijd van parlementairen stilstand voordoet, openbaart zich ook thans wederdat nl. allerlei berichten in om loop komen die geen grond van waarheid hebben. Men tracht de publieke nieuwsgierigheid te bevredigen en meldt dan soms geruchten die later blijken onjuist te zijn. Zoo meldt thans een telegram uit Berlijn, dat de Albatros en Nautilus wel degelijk de-Spaansche wate ren hebben verlaten en geen bevel hebben ontvangen om aldaar te blijven, zoo als gisteren was medege deeld. Zij zijn den 19cn en 20"° dezer van Santander vertrokken. Terwijl verschillende Berlijnsche bladen meldden dat noch het openbaar ministerienoch graaf Arnim in hooger beroep zullen komen verzekert de officieuse Norddeutsche Allgemeine Zeitung dat het openbaar ministerie zal appelleerenomdat volgens het vonnis der rechtbank aan den diplomatieken dienst alle straf rechterlijke bescherming zon ontbreken. Volgens een officieuse correspondentie in de Ween- gche Montags-Revue zou de keizer niet willen toestem men in eene wijziging van art. 31 der constitutie in den zin der resolutie-von Hoverbeck. Netlij dinpit. Heden nacht is vóór Ylissingen en heden namiddag aan de loskade aldaarmet een diepgang van 58 deci meter aangekomen het Rotterdamsche stoomschip P. Calandgezagvoerder E. Deddeskomende van New-York en van daar vertrokken 11 dezer, met be stemming om een deel zijner lading te Vlissingen te lossen en vervolgens naar Rotterdam door te stoomen. Passagiers lc klasse: de heer en mev. Galibert en de heer G. A. Karwiete. Passagieres 2« klasse: mej. C. Mostert. Passagiers 3e klasse J. Haefelin en familieJ. Beek, M. G. Kalshoven, van der Veur, Salengre en familie, J. Meijer, J. Kok, G. J. Brouwer, de Graaf, de Jong en familie, J. Berkenbos, F. E. Oppersma, H. Veen en familie, W. Teil en familie, A. Rijnberg, J. van der Veen, H. Jager, J. W. Abel en familie, A. de Jong, P. Verhoeks. Het aantal passagiers bedroeg dus in het geheel3 eerste klasse, 1 tweede klasse en 27, alsmede 5 kin deren en 3 zuigelingen, derde klasse. JlHttdelstaiditett. Ciraanmarkten enz. Oostburg, 23 December. De markt was hedenhoe wel minder dan vorige week tengevolge van het heer- schende winterweder, vrij goed voorzien van tarwe, gerst en paardenboonen. Voor tarwe bestond nog al vraag, doch voor gerst was die minder en voor paar-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 3