den aangenomen, daar de prijzen der koolsoorten verre uiteenloopenen de concessionaris natuurlij k alleen die soorten zou nemen die beneden den middelprijs staan. Volgens de tegenwoordige prijzen zou hij zeifs thans tot 9 cent per hectoliter beneden dien middelprijs kun nen gaan en tengevolge daarvan zeer groote winsten genieten, ten koste der qualiteit van het gas. Alleen eene strenge controle op het gewicht en de lichtsterkte daarvan zou dit kunnen voorkomen, maar hieraan zijn, blijkens de ondervinding hier opgedaan, zoo vele bezwaren verbonden, dat het bijna onuitvoer baar is. Is dus het voorste]wat den prijs van het gas be treft, niet in het voordeel der gemeente, ook andere re denen pleiten niet voor inwilliging van het verzoek der adressanten. Ofschoon wij gaarne erkennen dat adressanten de op hen gelegde verplichtingen voor wat de straatver lichting aangaat over het algemeen goed en met zoo veel zorg nakomen, dat wij zelden redenen van aan merking hebbenzouden wij liet echter minder raadzaam achten de bepalingen van bet contractdie niet in het adres genoemd zijn, onveranderd te laten, gelijk adres santen willen. Reeds meermalen heeft dit contract, opgemaakt in een tijdwaarin men minder met de bij zonderheden van gasfabrieken bekend was dan tegen woordig, tot moeielijkhedcn aanleiding gegevenen het zou verre van wenschelijk zijn een nieuw contract voor langen tijd op de oude bepalingen aan te gaan. Maar ér is nog meer. Het kan thans buiten beoordeeling blijvenof nieuwe concessie, dan we! fabricatie van gas voor rekening der gemeente de voorkeur verdient. Hoe wenschelijk dit laatste ook moge schijnen eerst in 1880 zal dit door uwe vergadering beslist moeten worden en alle bespre king daarvan n u is prematuurdaar wij noch kennen den finantieelen toestand, waarin dan de gemeente zal zijnnoch welke verbeteringen of veranderingen dan in de productie van kunstlicht tot stand gebracht zul len zijn. Laat dus dan de gemeenteraad vrij en zonder door vroegere besluiten gebonden te zijn oordeelen, en wij niet om een klein voordeel voor de gemeentekas, op het oogenllik, de meest waarschijnlijke voordeelen in de toekomst voor langen tijd wegwerpen. Nog twee punten worden door de adressanten ge noemd en bijgebracht ter aanneming van hun voorstel de duiker oi' siphon onder het kanaal en de verlichting der loskade en stationsweg. Wij meenen die zaken afzonderlijk te moeten behan delen, daar zij onzes inziens tot het min of meer aan nemelijke van de voorstellen der adressanten weinig afdoen. Wat den duiker onder het kanaal betreft zijn wij reeds geruimen tijd met dc lieeren Wolterbeek, van Baggen C°. in correspondentie geweest, en de uit slag hiervan wasdat aan uwe vergadering zou worden voorgesteldom goed te keurendat. adressanten dien duiker leggende volgens onzerzijds goedgekeurde plannentwee derden van de kosten 4000 van dc ge meente terug zouden ontvangenbij het eindigen dei- concessie in 1882 wanneer deze niet werd verlengd. Adressanten blijven ook nu nog bij dit voorsteldat ons wat hen aangaat voordeelig, wat ons betreft billijk en aannemelijk voorkomt. Iets anders is het echter met de uitbreiding der ver lichting op de loskade en den stationsweg. Artikel 12 van het contract zegt. Wanneer het gemeentebestuur tot uitbreiding dei- verlichting met gas zoo in de kom der gemeente als in de buitenwijken verlangt over te gaan, zal de con cessionaris verplicht zijn aan dat verlangen, op de eerste aanzegging te voldoen, tegen vergoeding voor iedere lengte buis van niet meer dan zestig ellenbruikbaar in den grond gelegd, aangevuld en bestraat en voor elke lantaarnvoorzien van paal of arm te zamen en in het geheel de som van 24 jaarlijksonder af trek als in het vorig artikel bedongen, voor het aldaar aangegeven geval. Indien op sommige plaatsen meerdere lengte buis dan die van GO elvan het eene tot het andere licht wordt gevorderdzal haar in eens af de som van f 2 voor iedere el daarboven worden gekweten. Toen nu besloten werd tot verlichting der loskade met 12 lantaarnsen door ons daarvan kennis gegeven werd aan de directie der gasfabriek met mededeeling, dat de jaarlijks door de gemeente te betalen som met 12 x 24 288 zou worden verhoogd, waren wij zeer verbaasd te vernemen dat art. 12 door de heeren Wolterbeek, van Baggen C°. zoo werd uitgelegd dat behalve de som van 24, nog bovendien 21 per lan taarn 's jaars ter vergoeding van onkosten van het leggen der buizen, het plaatsen der lantaarn enz., dus te zamen 12 x 45 ƒ540 zou moeten worden be taald. Deze uitlegging kwam ons ten hoogste willekeurig, zoo niet erger voor, en ofschoon misschien overeen komstig den niet zeer duidelijken zin van het contract, scheen zij ons toe ten eenèmale te strijden tegen de bedoeling, daar men nimmer heeft willen bepalen, dat bij uitbreiding der gasverlichting, waarbij de kosten van fabricatie cn onderhoud nagenoeg dezelfde blijven, de kosten van aanleg verbazend zouden worden verhoogden wel in die matedat de fabrikanten voor eene uitgave van 500 meters buis in den grond gelegd, ad f 2 per strekkende meter 1000 12 lantaarns met toebehooren (hoog gerekend) ad 55 per lantaarn 660 of samen 1660. Deze laatste kosten mogen echter volgens art. 13 van het contract slechts 15 bedragen, zoodat de som wordt 1000 -j- 180 1180, be halve den prijs van het gasvolgens het contract per lantaarn gerekend op 21 zouden trekken voor onder houd en rente van kapitaal 12 X 24 =r. ƒ288 of bijna 17.5% of 24.5%. Ook vroeger toen de straatverlichting uitgebreid werd met een lantaarn was de opvatting van art. 12 dooi de concessionarissen overeenkomstig de onze en strijdig met hunne tegenwoordige. Alleen door gebruik te maken van eene onduidelijke uitdrukking van het contract kan men o. i. tot eene opvatting als die van de hoeren Wolterbeekvan Bag gen c° komen. Teneinde echter moeielijkheden hier te voorkomen, hebben wij aan de concessionarissen voorgesteld ten opzichte der verlichting der loskade en van den sta tionsweg, die in hetzelfde geval verkeertdenzelfden maatregel toe te passen als met den duiker was ge schied cn him in overweging gegeven te bepalen, dat ook de kosten der uitbreiding met wijziging voor zoo ver noodig van art. 12 voor 2/3 gedeelten bij eindiging en met continueering van het contract door de gemeente aan hen zouden worden vergoed. Met dergelijke be paling door hen voorgesteld bij den duiker, konden zij nimmer nadeel lijden. Zij hebben echter geweigerd hierin toe te stemmen, maar wij vleien ons toch dat de concessionarissen ook ten deze hi n belang, in vele opzichten samengaande met dat der gemeente, zullen begrijpen en aan onze alleszins billijke voorstellen toegeven.' Met het oog op ai het bovenstaande geven wij u in overweging. 1° het adres te wijzen van de hand,* 2° burgemeester en wethouders te machtigen met con cessionarissen wanneer die daartoe geneigd worden be vonden eene overeenkomst aan te gaan waarbij bepaald wordt dat de kosten van het leggen van een duikel en van de uitbreiding der verlichting op de loskade en den stationsweg voor 2/3 aan adressanten door de gemeente zullen worden vergoed bij het eindigen dei- concessie, indien deze na 30 Juni 1882 niet mocht wor den vernieuwd of verlengd. Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Wordt gelezen het volgende voorstel van burgemees ter en wethouders. De heer A. M. Tak heeft zich namens de heeren van Zcijlen en Decker tot den gemeenteraad gewend met verzoek, dat de cijnspacht van het terrein der on langs door die heeren gekochte meestoof, op hunnen naam moge worden overgeschrevenen verlengd worde tot het jaar 1894. In het jaar 1828 zijn eenige gebouwen behoorende aan de voormalige O. I. werf en aan de stad Middel burg in eigendom overgedragen, door deze met een stuk grond aan den heer Gr. de Bruijne c. s afgestaan, om ingeric t te worden tot meestoof, voor den tijd van 50 jaren en onder voorwaarde, dat jaarlijks door het bestuur dier fabriek aan de stad zou betaald worden eene cijns van 100, en dat bij het einde van het contract aan de stadskas zou moeten worden uitgekeerd eene som van 1500, zijnde het bedrag van hetgeen de stad aan het rijk ter verkrijging van dat terrein en die gebouwen had moeten betalen. In het jaar 1857 is deze overeenkomst in zooverre gewijzigd, dat de jaar- lijksclie cijns gebracht is op 30, en de gemeente bevoegd is verklaard de gebouwen bij het einde der overeenkomst tegen taxatie, verminderd met 1500, over te nemen. Dezer dagen is door de deelhebbers in dc meestoof besloten den afloop der 50 jaren niet af te wachten, maar de zaak te liquideeren en de mee stoof te verkoopen aan dc heeren van Zeijlen en Decker, die ingevolge overeenkomst met de Commercie Com pagnie, door den gemeenteraad goedgekeurd, de omlig gende terreinen tot uit0. December 1894 in huur of erfpacht bezitten. Noch tegen de goedkeuring van de overdracht dei- cijnsrechten tot 1 Januari 1878 (het adres vermeldt in navolging van het contract abusievelijk 1879), noch tegen de gevraagde verlenging bestaat naar onze meening bezwaar, mits op den tijd, dat het contract van 1828 eindigt aan de gemeente het verschuldigde worde voldaanen de cijns op een billijk cijfer worde gebracht. Het komt ons bij de aanvraag van de heeren van Zeij - len en Decker onnoodig voor te onderzoeken, of het voor de gemeente raadzaam zoude zijn gebruik te maken van haar recht van overname tegen taxatie, daar dit recht opnieuw bedongen kan worden en de gemeente vooralsnog die gebouwen niet noodig heeft. Wij hebben daarom de eer u voor te stellen: 1° de gevraagde overdracht goed te keuren tot 1 Ja nuari 1878; 2° den termijn van erfpacht te verlengen tfit 1 Januari 1895, onder voorwaarde, dat de erfpachter den lcn Ja nuari 1878 aan de gemeente zal betalen de dooi de meestoof verschuldigde som van 1500en verder jaarlijks den 15-D December, ten kantore van den ge meente-ontvanger zal voldoen gedurende de jaren 1875, 1876 en 1877 de som van 30 en in de latere jaren 100, terwijl de gemeente bevoegdheid houdt om bij het eindigen van de erfpacht de op het terrein staande ge bouwen tegen taxatie van deskundigen over te nemen 3° burgemeester en wethouders te machtigen het daar voor vereischt wordende contract met de heeren van Zeijlen en Decker tc sluitenonder al zulke verdere bepalin gen, als hun ter zake noodig voorkomen. In dit contract zal speciaal moeten gelet wordenop het bestaande verschil omtrent de juiste grootte van het terrein in quaestie tusschen de gemeente en aan- belendende eigenaren. Op de vraag van den heer Tak of de firma van Zeijlen Dekker met de gestelde voorwaarden genoegen neemt, antwoordt de voorzitter bevestigend. Het voor stel wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Geschiedt voorlezing van het volgende voorstel van burgemeester en wethouders. Het bestuur der Nijverheidsvereeniging te Middelburg- heeft zich bij adres tot den gemeenteraad gewend met verzoek het terrein op een nevensgaand schetskaartje lichtblauw geteekend te mogen koopenteneinde dat te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 3