BUITENLAND. f ten. De minister werd ook door den lieer Fransen van de Putte warm verdedigd. De algemeene beschouwingen werden gesloten. De behandeling van het wetsontwerp betreffende de Amsterdamsche kanaalmaatschappij werd uitgesteld tot na het reces. Algemeen Overzicht. Omtrent de beteekenis van het gesprek, eergisteren door iemand uit de omgeving van Mac-Mahon met den heer Casimir Périer gevoerd, zijn geen nadere ophelde ringen ontvangenhoewel er tochbehalve dat gesprek, nog andere bewijzen van toenadering tot de linkerzijde zijn voorgekomen. Als zoodanig kan men aanmerken een bericht uit Versailles aan l'Agence Havas, dat de minister van hinnenlandsche zaken voornemens is de aanvullingsverkiezingen voor alle nog vacante plaatsen in de nationale vergadering in Februari a. te doen plaats hebben. Hierdoor zou ongetwijfeld een groote wensch van de linkerzijde worden vervuld, die zich meermalen sterk tegen den langen duur der vacatures heeft verklaard. Zeer karakteristiek voor het ministerie is wat op dit bericht volgtdat nl. de datum voor de verkiezingen nog niet is vastgesteld, en men nog niet kan zeggen j wat geschieden zal, want redenen van convenance of van noodzakelijkheid zouden den minister vóór Februari nog wel op zijn besluit kunnen doen terugkomen en I hem geen gevolg doen geven aan zijn oorspronkelijk I plan. Ziedaar een waarlijk curieus bericht. Immers Havas krijgt zijne berichten van de regeering en wat I zegt deze nu? „Als alles naar mijn zin gaat, dan zal ik in Februari de verkiezingen doen plaats hebben, maar is dit niet het gevaldan ook geen verkiezingen." Het komt er dus maar op aan om het der regeering naar den zin te maken. Geeft de rechterzijde aan de wenschen van de regeering gehoor dan zal deze waar schijnlijk, tengevolge van redenen van convenance of opportuniteit geen verkiezingen doen plaats hebben, omdat behoudens enkele uitzonderingen de rechterzijde geen haast heeft met verkiezingenmaar kan de regee ring het met haar niet vinden en wordt zij 'tmet de linkerzijde eens dan zal men natuurlijk verkiezingen uitschrijven. Welk een kracht en zelfstandigheid moet zulk eene regeering niet bezitten! Geen wonder dat hare waardigheid en haar prestige met iederen dag verminderen. De tijd begint zoozeer op te schieten, dat ook zonder bepaalde beslissing de discussie over de constitu- tioneele wetsontwerpen tot Januari kan worden uitge steld. De commissie voor die wetsontwerpen heeft de prioriteit toegekend aan het wetsontwerp tot instelling van een tweede kamer, maar zal haar daartoe strekkend voorstel niet voor het Kerstreces aanbieden. Of echter de vergadering aan het verlangen der commissie zal voldoen isminst genomenzeer twijfelachtig want dc heeren Dufaure en Casimir Périer zijn het met de leden van het linkercentrum volkomen eensdat de instelling en organisatie van een senaat niet afzonderlijk en op zich zelf kan worden behandeld, maar slechts in verband met de regeling der bevoegdheden van den president. In ieder geval kan men dus verwachten, dat de constituoneele commissie na het Kerstreces de constitutioneele quaestie aanhangig zal maken. Hoewel het proces-Arnim te Berlijn bijna uitsluitend de aandacht tot zich trok heeft toch de arrestatie van den heer Majunke een kleine afleiding verschaft. Bij de behandeling der quaestie in de commissie voor het parlementair initiatief leden de progressisten de neder laag claar hun voorstel tot wijziging der constitutie werd verworpeneen lot dat trouwens alle andere voorstellen trof. In den rijksdag echter behaalden zij gisteren de overwinning. De resolutie door den progressist von Hoverbeck voorgesteld om te verklarendat de waar digheid van het parlement eischt dat door eene verkla ring in of eene wijziging van dgrondwet de arrestatie van een afgevaardigde gedurende de zitting van het parlement onmogelijk worde gemaakt, werd door den rijksdag aangenomen. De geheele zaak heeft een onaangenamen indruk gemaakt en de publieke opinie niet gunstiger gestemd jegens den officier van justitie by de stedelijke recht bank te Berlijn, den heer Tessendorff dezelfde die ook in het proces-Arnim ageert, en die de gevangen neming van den heer Majunke heeft gevraagd, niette genstaande de rechtbank had besloten om daarmede tot na de zitting van den rijksdag te wachten. De Volks-Zeitung erkende, dat eene dergelijke inmenging van de zijde van het openbaar ministerie ten aanzien van de voltrekking der straf een in de geschiedboeken der Pruisische justitie ongekend feit is. Volgens een in omloop zijnd gerucht zou de heer Majunke op last van den minister van justitie in vrijheid zijn gesteld, doch met zekerheid was hieromtrent nog niets bekend. Het art. 31 der constitutie, op de gevangenneming van afgevaardigden slaande, zegt dat zonder toestemming van den rijksdag togen geen van zijn leden een gerechtelijk onderzoek kan worden ingesteld of een hunner gearres teerd kan worden tenzij op heeterdaacl of in den loop van den dag waarop het feit werd bedreven. Nu heeft de rechtbank, op het verlangen van den heer Tessen- dorf erkend dat deze bepaling niet ziet op het geval vaa gevangenneming ter voltrekking van een straf waartoe de algevaardigde reeds vroeger werd veroor deeld, en daarom zal in de constitutie uitdrukkelijk moeten worden uitgemaakt, dat ook op dergelijke ge vallen art. 31 van toepassing is. Het regeeringsvoorstel betreffende de verandering van de Pruisische bank iu eene Duitsche rijksbank werd gisteren door den bondsraad aangenomen, nadateenige kleine wijzigingen waren aangebracht en zou waar schijnlijk heden reeds aan den rijksdag worden toege zonden. Gemeenteraad van IflSddelbttrg. Zitting van Woensdag 16 December. Voorzitter de heer Schorer. Afwezig de heeren Dronkers, Jeras en Fokker. Na goedkeuring der notulen van het in de vorige zitting verhandelde wordt mededeeling gedaan van een vijftal missives van gedeputeerde staten van Zeeland, houdende bericht van goedkeuring van verschillende raadsbesluiten, alsmede van de gemeentebegrooting voor 1875, die allen voor kennisgeving worden aan genomen. De zitting gaat over in eene met gesloten deuren. Na de hervatting der openbare werkzaamheden ge schiedt mcdedeeling van eenc door curatoren over het gymnasium ingezonden voordracht ter vervulling der vacature, ontstaan door het vertrek van mr. M. F. Lantsheer. Daarop zijn geplaatst de heeren m'8 jhr. C. de Jonge en jhr. F. van Panhuijs. (Het aan mejuffrouw Harmsen en den heer mr. J. II. de Stoppelaar verleend eervol ontslag hebben wij giste ren reeds gemeld.) Wordt gelezen het volgende rapport en voorstel van burgemeester en wethouders. De heeren Wolterbeek, van Baggen cie, concessi onarissen der gasfabriek in deze gemeente, hebben zich tot uwe vergadering gewend, met verzoek dat het contract tusschen hen en de gemeente gesloten en dat den 30£n Juni 1882 expireert met tien jaren worde verlengd terwijl zij zich bereid verklarenvan hunnen kant de gasprijzen zoowel voor de straatverlichting als voor particulier gebruik te verminderen. Wij achten het onnoodig uwe vergadering te wijzen op het groote gewicht van deze zaaken hebben dan ook gemeend zooveel mogelijk inlichtingen te moeten inwinnen, om de deer adressanten voorgestelde voor waarden te kunnen beoordeelenalvorens u ons advies mede te deelen. Daar de gasfabrikatie tegen woordig door vele ge meentebesturen voor eigen rekening gedreven wordt en alles zoowel wat het technische als het financ-ieele deel der exploitatie betreft door het publiek maken der rekeningen als het ware aan ieder belangstellende be kend kan zijnvleien wij ons een vrij juist oordeel over de ingediende voorstellen te kunnen uitbrengen, en dit nog te meerdaar ons met de meeste bereid willigheid van de zijde dier gemeentebesturen de ge vraagde inlichtingen zijn verstrekt. Hetgeen adressanten voorstellen, eene verbintenis voor den tijd van 17 jaren, beschouwende als een ge heel nieuw contract, moeten wij naar onze wijze van zien alleen de vraag op den voorgrond stellen, of dat contract zoude zijn in het voordeel der gemeente en dat wel a voor wat de straatverlichting h voor wat betreft het gas, dat door de ingezetenen verbruikt wordt. Deze beide punten moeten derhalve onderzocht worden. a Is het voorgestelde voordeelig voor de gemeente wat de straatverlichting betreft. Adressanten stellen voor den prijs der straatlanta rens, brandende ieder 1800 uren 'sjaars, en tegenwoor dig 24 bedragende, te verminderen tot f21 tot het jaar 1882, en daarna tot 1892 den prijs te bepalen op 20en meenen dat daaruit met bijrekening van de voorgestelde uitbreiding der verlichting op de loskade en liet stationsterrein voor de gemeentekas eene bate zou voortspruiten van f 12,189. Behoudens enkele bemerkingen van minder belang zou men dit kunnen toegeven, wanneer men de bere kening niet verder uitstrekt dan tot het jaar 1882; men behoort echter wel degelijk bij de berekening in aanmerking te nemenwat bij aanname der voorstellen, door de gemeente van 18821892 meer zou wor den betaald dan men, volgens hetgeen nu elders geschiedt, billijkerwijze zou kunnen stellen, en hiervan spreken adressanten niet. Wij veroorloven ons de vrijheid u dc volgende be rekening voor te leggen. Volgens de berekening der adressanten zou er be taald moeten wordenwanneer het contract ongewijzigd blijft, 328 gaslantaarns ad f24 te zamen f1812, 12 lantaarns op de loskade ad -15 te zamen f 540, 7 lan taarns stationsweg ad f 45 tc zamen f 315zoodat de jaarlijksche kosten zouden bedragen f 8121 en deze som berekend over 7 jaren f 61,089 en er bijgetekend 500 el gasleiding ad f 2 te zamen ƒ1000 dan zou de verlichting tot 1S82 bedragen f 62,089. Volgens de voorgestelde wijziging zou de gemeente echter slechts jaarlijks betalen 347 lantaarns ad 21 en dus 'sjaars f1281 en over 7 jaren ƒ51,009 en zou dus de gemeente winnen ƒ11,080 of /1500 'sjaars. Wij moeten hier echter opmerken dat de adressanten deze berekening maken volgens hunne opvatting van art. 12 van het contract, waarbij zou bepaald zijn, dat voor iedere nieuwe lantaarn 45 'sjaars moet betaald worden, en over welke opvatting later zal gesproken worden. Is dit bedrag echter, zooals onze meening is, slechts 24 dan wordt do jaarlijks te betalen som 19 X 21 of 399 'sjaars minder makende over 7 jaren ƒ2793 zoodut het voordeel wordt teruggebracht op f8281 of 1187 'sjaars. Wanneer echter de berekening wordt gemaakt over den geheelen tijd der concessie, dan blijkt het dat de gemeente betaalt voor de eerste zeven jaren ƒ51,009 en 347 lantaarns 10 jaren (18821892) ad 20 te zamen ƒ69,400, totaal ƒ120,409. Nu mogen wij billijkerwijze stellen, dat wanneer de gemeente in 1882 hetzij een nieuw contract sloot, hetzij zelve de exploitatie in handen namzij niet meer zou moeten betalen, dan hetgeen elders de straatverlichting in den laats ten tijd kosten wel 1 cent per uur en per vlam. Als voorheelden noemen wij: Deventer, Dordt, 'sHer togenbosch, Maastricht, Schiedam, die eigen gasfabrie ken hebben, Rotterdam, waar bij aanbesteding het gas geleverd wordt, en de Belgische steden, waar vroeger de prijs was 2 centimes, maar in de nieuwe contracten de straatverlichting bij de concession gratis wordt be dongen. Aannemende nu den prijs van 1 cent per uur en per vlam, zou de verlichting aan de gemeente van 1882 1892 voor 347 lantaarns ieder 1800 uren brandende kosten 62,460 en hierbij de kosten der eerste zeven jaar ƒ62,089, samen 124,549, zoodat dc gemeente dan slechts een voordeel in 17 jaren zou hebben van -1-140 en wanneer men de berekening der kosten maakt volgens onze op vatting van art. 12 van het contract wordt dit voordeel teruggebracht op 1347, gelijkstaande in liet eerste geval met ƒ250 in het tweede met dt ƒ50 'sjaars. Het blijkt hieruitdat liet voordeel voor de gemeente zeer gering is, en dat het tegenover liet nadeel van ons nu voor eene reeks van jaren te verbinden moeie- lijk kan opwegen. Niettemin zouden wij misschien niet aarzelen over dit bezwaar heen te stappen indien de prijs voor par ticulier gasverbruik voordeelig kon genoemd worden. Dit is echter niet liet geval De voorbeelden van andere gemeenten moeten ook hier in het oog gehouden worden, en bij dc beoor deeling is het voor uwe vergadering niet mogelijk en bovendien ook niet wenschelijk als grondslag tc nemen, voor hoeveel de concessionarissen met deze fabriek, met hunne inrichting, inet hun kapitaal gas zouden kunnen leveren met redelijke winsten. Wij kunnen en moeten dit niet beoordeelen. Als normalen prijs nemen adressanten aan 13 cent per Ms gas, wanneer de kolen 10 shillings per ton k osten. Aanhaling van weinige voorbeelden zal genoeg zijn om u te toonendat deze prijs veel te hoog is. In de gemeente A waarheen de vrachten zeer duur zijn bedraagt met een prijs van de kolen ad 10 shil lings per ton de M* gas 9 a 10 cent. Die fabriek heeft per jaar na rente en aflossingsrekening een winst zuiver van 9000. Met de door adressanten voorge stelde prijzen zou die winst bedragen 23,500. In de gemeente B zou bij de laatste hooge kolen- prijzen volgens de berekening der adressanten de gas- prijs hebben moeten bedragen 14.5 cent de M3. "De prijs was echter slechts 10 cent en toch werkt de fa briek met zooveel voordeeldat de prijs nu vermin derd is tot 9 cent. In dc gemeente C, waarheen de vrachten ongeveer met Middelburg gelijk staan, kost de M3 gas, bij een prijs van 10 shillings per ton, slechts 6"7100o cent, zonder rente en aflossing van kapitaal te rekenen, dat echter nimmer tot 4- 7 cent per M' kan worden opgevoerd. In eene 4e gemeentewaar bij de kolenprijzen van 187 7*de kosten der gasvolgens de berekening der adressanten 17 cent per M3 zouden hebben moeten bedragen, werd toen de gas aan particulieren geleverd voor 12 centen toch werkte de fabriekdie toen 19 shillings per ton moest betalenmet voordeel. Wij zouden hier nog berekeningen kunnen bijvoegen ten bewijze dat bij een kolenprijs van 10 shillings de prijs van het gas hoogstens 10'/„ cent per M3 mag be dragen, doch achten dit hier minder noodig. Alleen stippen wij aandat de kolenprijs ad 10 shil lings per ton niet hoog maar vrij laag iszoodat eer rijzing dan daling is te wachten, en de prijs van het gas vermoedelijk zelden beneden, maar dikwijls boven de 13 cent zou rijzen. En wanneer wij dan zien, dat in de volgende ge meenten de gasprys per M3 bedraagt: Arnhem 1172 c. Breda 11, Delft 12, Deventer 10, Groningen 9, Haar lem 9, Kralingen 127», Leeuwarden 11, Leiden 12 7» Meppel 12, Nijmegen 10, Rotterdam 10, Schiedam 11, Sneek 12Utrecht 9Ylissingen 12Zwolle 12Maas tricht 12 en dat deze gemeenten deels eigen gasfabrie ken hebben, deels door concessionarissen worden be diend dan mogen wij ais zeker aannemen dat de prijs van 13 cent veel tc hoog is. Nu zou wel is waar dit bezwaar uit den weg kun nen geruimd worden, door de voorgestelde verhooging of verlaging van prijs met lj.l cent bij verschil van de kolenprijzen, een maatregel, die oppervlakkig wel aan bevelenswaardig schijnt, maar 1° is een verschil van 7a cent per shilling verhooging of verlaging te veelen zou volgens zekere bereke ningen, niet meer dan 7„ cent mogen bedragen. 2° staan de voor- en nadoelen niet gelijkdaarzoo als wij reeds aanmerktenwel verhoogingmaar zelden verlaging zal plaats hebben. 3° kan moeïelijk, en dit geldt ook voor den bespro ken prijs van 13 cent, een middelprijs van de kolen der in het adres genoemde mijnen als grondslag wor-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2