dat het hier de vraag niet is of de staat, in 'taf- getrokkene beschouwd, verplicht is ergens droge dokken te bouwen en waterleidingen te maken, maar dat het de vraag is: op welke wijze bestaat de meeste kans om aan de Nederlandsche schatkist, voor de door haar gedane uitgaveneenige inkom sten te verschaffen, toch gelooven wij dat de heer Heemskerk nog het best doordrongen is van de noodzakelijkheid ora Nederland, bij al de andere slechte zaken, die het zich in de laatste jaren op den hals heeft gehaald, de eenige goede speculatie, welke het ondernomen heeft, niet tot eene slechte te doen maken. De gemeenteraad van Ovezande heeft gisteren tot secretaris dier gemeente benoemd den heer J. Gr. P. Timans, thans ontvanger. Terwijl de minister van binnenlandsche zaken aan de adressanten uit 's Hertogenbosch geantwoord heeft dat hij omtrent de quaestie der opvoering van „Pariser Leben" den nieuw benoemden burgemeester wil hooren, heeft deze laatste op een tot hem gericht adres om de verbodene vertooning toch weder toe te laten, te kennen gegeven dat hij op de beslissing van den mi nister niet wil vooruitloopen. Wordt de zaak op die manier heen en weder gekaatstdan zal de agitatie te 's Bosch langzamerhand wel genoeg bedaren om zonder gevaar de opening van de poorten der stad voor het gezelschap van den heer van Lier mogelijk te maken. Eene belangrijke zaak werd gisteren, op genomen initiatief der Rotterdamache Handelsvereenigingte Rotterdam in het notarishuis besproken. Het gold de oprichting van een stoomsleepkabcldienst van Rot terdam naar Emmerikvoor welke onderneming de heeren Ruys en c°. en J. Gr. N. Hoven reeds concessie hebben verkregen. De heer Hoven zette de voordeelen, aan deze wijze om vaartuigen te sleepen verbonden, uiteen. Het benoodigde kapitaal berekende hij op f 550,000, de exploitatiekosten op 113,000 'sjaars, terwijl bij matige berekening van het verkeer en aan zienlijke verlaging van het thans betaald wordende sleeploon eene winst van bijna 16 pet. wordt toegezegd. Op voorstel van den heer Pincoffs werd een commis sie benoemdbestaande uit de directie der Handelsver eeniging en nog tien andere ledenteneinde de zaak te onderzoeken en daarover verslag uit te brengen. De statuten zijn goedgekeurd en een voorloopig be stuur is benoemd voor eene Leidsche vleesch-ver- eeniging, voornamelijk bestemd voor ambtenaren. De vereeniging zal te Leiden gevestigd zijn en in werking komen zoodra honderd leden zijn toegetreden. Door den heer J. de Basnotaris te 's Gravenhage, wordt in een uitvoerig stuk in het Weekblad van het recht geprotesteerd tegen de beschuldigingen door de heeren van Oldenhuis Gratama en van Houten in de 2e kamer tegen de notarissen in het algemeen en de te 's Gravenhage gevestigde in het bij zonder gericht. ISenoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan W. Ramann, te Amsterdamtot het aannemen en dragen van de ver sierselen van ridder der orde van de Kroon van Italië, hem door den koning van Italië geschonkenaan L. van der Hilstte 's Gravenhagetot het aannemen eu dra gen der versierselen van ridder der militaire orde van Jezus Christus, hem door den koning van Portugal, en van ridder der orde van San Marino, hem door de regeering der republiek van San Marino geschonken, en aan A. J. W. van Delden, oud-voorzitter der kamer van koophandel en nijverheid te Batavia, tot het aan nemen der onderseheidingsteekenen van officier der koninklijke orde van Cambodja, hem door den koning van Cambodja geschonken. belastingen. Eervol ontslag verleend, op verzoek, aan A. J. Tengbergen, uit zijne betrekking van ont vanger der directe belastingen te Leiden, behoudens aanspraak op pensioen. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Lobith c. a. A. L. van der Niepoort, thans ontvanger der directe belas tingen en accijnsen te Culenborg c. a. Onderwijs. Tot het bouwen eener katholieke school te Zierik- zee is reeds f 5100 bijeengebracht, terwijl van den kansel is medegedeeld dat er gegronde hoop bestaat voor het verkrijgen van nog 10,000. Kerknieuws. De heer "W. Vliegenthart, predikant bij de Neder- duitsche hervormde gemeente te Goesheeft het beroep naar Enschedé aangenomen. De heer K. W. Vethake heeft eergisteren namiddag zijne intreerede gehouden als predikant bij de Nederduitsche hervormde te Wilhelminadorp, naar aanleiding van Psalm 20vers 6 middelste gedeelte. De heer A. Brink, predikant bij de Christelijk gereformeerde gemeente te Neuzenheeft bedankt voor het beroep naar Lutten. De heer P. van Oers, pastoor en deken te Yzendijkeis als zoodanig overgeplaatst naar Princen- hagen en wordt vervangen door den heer Hesselsthans kapelaan te Bergen op Zoom. De heer J. van der Meulen, predikant bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Hedel, heeft voor het beroep naar Wissekerke bedankt. De heer H. C. J. Botkmeijerpastoor bij do Oud-Katholieke gemeente te Hilversum, is benoemd tot kanunnik van het aartsbisdom van Utrecht. Gemengde bcriclaten. JI. Zondag avond is op het hofsteedje van zeke ren Tellier in de buurt Klein-Brabant, tusschen Oost burg en Waterlandkerkjebrand ontstaandie volgens zijne bekentenis door den koewachter moedwillig aan gestoken is. Vervolgens heeft hij twee koeien en een ezel buiten gelaten. In het tegen brandschade verze kerde schuurtje was het ongedorschte graan van den smid van den Hemel geborgendat niet verzekerd was en geheel verbrand is. De koewachter is in hechtenis genomen. In een ingezonden stuk aan de Nieuwe Rotter- damsche courant van heden wordt de opmerking ge maakt dat de provinciale archivaris van Noord-Brabant, voor wien de heer van Zinnicq Bergmann in de tweede kamer vermeerdering van traktement verzocht heeft, niemand anders is dan de eigen zoon van genoemd kamerlidDe schrijver vindt deze betooning van ouder lijke liefde niet gepast. Binnen weinige dagen zal te Amsterdam eene nieuwe handelsbank, de Nederlandsche-Amerikaansche bank, opgericht worden. Omtrent Tieman, den pseudo-baron van Ittersum, die in de vorige weck door de rechtbank te Amsterdam tot 5 jaren gevangenisstraf is veroordeeld, meldt het Paleis van justitie de volgende bijzonderheid. Jonkheer Rutgers van Rozenburg was door de kiezers- vereeniging te Uithoorn candidaat gesteld voor het lid maatschap van de tweede kamer der staten-generaal. Tieman gaat naar Uithoorn >;n stelt zich daar voor als den broeder van genoemden jonkheer. De bestuurders der kiezersverecniging vereert hij met een bezoek. Een gezellige bijeenkomst is daarvan het gevolg, bij welke gelegenheid Tieman een dronk wijdt aan de Uithoorn- sche kiezersvereeniging, waarbij hij haar bedankt voor de eer, zijn broeder door het stellen van diens candi- datuur bewezen. Vóór zijn jongste terechtstelling had de beschuldigde een brief geschreven, met verzoek om tot cellulaire straf veroordeeld te worden, opdat hij als een verbeterd zondaar in de maatschappij zou terugkeeren. Gelijk men reeds weetheeft de rechtbank geen aanleiding kunnen vinden, dit verzoek in te willigenofschoon Tieman voor den rechter zijn verzoek herhaaldeom tot eene cellulaire straf, al ware het van een bijzonder zware soort, veroordeeld te worden. Volgens het verslag van den inspecteur over het mijnwezen in Engeland wordt daar te lande 16 pet. van het algemeen verDruik van steenkolen voor huis houdelijk gebruik gebezigd. De opbrengst van de exploitatie der steenkolenmijnen wordt over het jaar 1873 op ruim 571 inillioen gulden geschat. De jonge Guizottot hoogleeraar in de Giermaan- sche talen aan het College de France te Parijs benoemd, zou dezer dagen zijn lessen openen. Daar men vrees de voor rustverstoring waren de noodige maatregelen genomen om die terstond te kunnen onderdrukken. Dit was echter niet noodig, doch, volgens een bericht in de Kölnische Zeitungveroorloofde een der studenten zich de aardigheid om den nieuwen professor in het Duitsch aan te sprekendoch deze moest het antwoord schuldig blijven daar hij de voornaamste der Germaan- sche talen niet bijzonder goed verstaat. Dit verwekte een zoo algemeene vroolijkheid dat de les gedurende 10 minuten moest worden geschorst. Aan het slot van een artikel over het proces tegen von Arnim zegt de Londensche Times dat hoedanig ook het proces moge uitvallen de handelwijze cler Duitsche regeering volkomen gerechtvaardigd is. Verkoopingcn en aanbestedingen. Gisteren hebben burgemeester en wethouders alhier aanbesteed de levering van schrijf behoeften ten dienste der inrichtingen van onderwijs voor de drie eerstvol gende jaren: a Schriften per 400 stuks ongelinieerde en 6000 stuks gelinieerde per jaargezamenlijk het minst ingeschreven door den heer T. P. Roest voor 343.30. b inkt per flesch 0,25 cent; minste inschrijver do heer J. A. de Heer. c 60 dozijn leien per jaar van 5 verschillende soor ten minste inschrijver de heer J. J. Geulen voor f 102.57. Thermo meterstanri. 14 Dcc. 's av. 11 u. 36 gr. 15 's morg. 7 u. gr.33 's midd. 1 u. 35 gr. 's av. 6 u. 35 gr. §tAtcn-^eiicraaJ. tweede kamer. Zitting van Maandag 14 December. {Nader verslag.) De beraadslagingen werden aangevangen over de onderdeden van hoofdstuk YIH der staatshegrooting voor 1875. Bij art. 2 deed de h eer Schimmelpenninck den minis ter opmerken, dat eene afdoende verbetering van de traktementen der ambtenaren onder het departement van financiën ressorteerendeeerst kan plaats hebben door eene reorganisatie van de werkzaamheden. Meer speciaal beval hij (later ook bij art. 33) de belangen der ambtenaren van het buitengewoon zegel, die tot dusver in de 10 pet. verhooging niet deelenden minis ter aan. De minister van financiën antwoordde, dat hij op die belangen zijne aandacht zal gevestigd houden. Bij art. 3 drong de heer de Bruijn Kops op eene spoediger en vollediger uitgave van de statistieken van handel en scheepvaart en gemakkelijker inrichting van het formaat aan. Bij de afdeelingadministratie der belastingen, wilde de heer Kops terugtreden in de beraadslagingen over het belastingwezendoch naar aanleiding eener opmer king van den voorzitter reserveerde hij zijne beschou wingen daarover tot bij de wet op de middelen. De heer Heijdenrijck wees op de belemmerende for maliteiten bij den in- en uitvoer en op de hooge borg stellingen. Hij wilde de leges van de visiteurs en veri ficateurs weder rechtstreeks ten bate dier ambtenaren brengen en wenschte herziening der algemeene wet van 1822. De minister van financiën verklaarde zich een warm voorstander van de afschaffing der leges. Hij erkende dat de ambtenaren al het mogelijke moeten doen om den handel te gerieven, doch meende, dat het publiek wel eens te veel eischte. De heer van Zinnicq Bergmann wees echter zijner zijds op belemmering van den handel in de douane kantoren. De heer Fabius daarentegen had in den laatsten tijd herhaaldelijk reeders, kooplieden en gezagvoerders hulde hooren brengen aan de activiteitde zedelijkheid en de onvermoeidheid van de douane-ambtenaren. De minister van financiën meende uit zijne korte erva ring aan het departement in gelijken zin te kunnen spreken. Bij art. 31 maakten de heeren Saaijmans Vader (deze speciaal wat de taxatie der landbouwschuren be treft) C. van Nispen, van Zinnicq Bergmann en van Kuijk zich tot tolken van de gerezen bezwaren tegen de wet van 22 Juli 1873 omtrent de hertaxatie van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen of wel tegen de toepassing dier wet. Sommigen wensch- ten, alvorens verder te gaan met de uitvoering, de bezwaren onderzocht en uit den weg geruimd hebben. De heer van Kuyk wilde althans de ambtenaren aan geschreven zien om met gematigdheid te werk te gaan. De heeren Smidt en Idzerda daartegen verdedigden de wijze waarop de wet, naar hare bedoeling, wordt toe gepast; laatstgenoemde spreker meer bepaald wat de landbouwschuren betreft. De beide sprekers drongen ook aan op eene herzie ning van de belastbare opbrengst der ongebouwde eigen dommen, in verband met de reorganisatie van het kadaster, waarmede ook de heer Begram hoopte dat de minister met activiteit zou voortgaan. De minister van financiën verklaardedat de voor schriften der wet uitstel van hare uitvoering niet gedoogen. De wet is zelfs reeds gedeeltelijk uitge voerd en de klachten kwamen dus te laat. Over die klachten bovendien moeten de commissiën, als daartoe door de wet aangewezen, zelfstandig beslissen. Inmen ging van het uitvoerend gezag is niet toe te laten. De provinciale inspecteurs hebben overigens den minister verklaard, dat tot dusver geene moeielijkheden, bijna geene klachten zijn gerezen, tenzij men tot oppositie door invloedrijke grondeigenaars werd aangespoord. De minister verklaarde verderdat hij bedacht is op een diepgaande verbetering van het kadaster, door vrij aanzienlijke uitbreiding van het personeel, door wijzi ging van de examen-bepalingen voor de landmeters, verhooging van het maximum van het aantal landme ters en door verscherping van de controle over de landmeting. Bij de VIIe afdeeling klaagde de heer van Kerkwijk

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2